Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

De kwantumtheorie

mbt de biocommunicatie

          Laatste bijwerking : 2023-05-10

 

 

 

De klassieke natuurkunde werd aan het eind van de 17e eeuw gecreëerd door Isaac Newton en anderen. Deze wetenschappelijke pioniers beschreven op uitstekende wijze hoe de wereld werkte volgens vaste wetten die alles verklaarden, van appels die van bomen vielen tot de beweging van sterrenstelsels in de ruimte. De fundamentele structurele eenheden van dit mechanistische universum, atomen genaamd, werden gezien als dichte ballen van materie. Toen de meetapparatuur steeds geavanceerder werd, werd duidelijk dat atomen geen vaste objecten waren, maar in feite kleine zonnestelsels met elektronen die om een kern draaiden. Bijna iedereen heeft dit op school geleerd, maar als je in werkelijkheid naar een atoom kijkt, ontdek je dat dit kleine (zonne)stelsel bijna uitsluitend bestaat uit LEGE RUIMTE (zoals ons zonnestelsel trouwens ook). 

 

Als de atomen in een bloem geen massa hebben, waarom is ze dan zo mooi? Dat komt door de informatie die in de energie van de atomen zit, gecodeerd in hun trillingen (golven). Als je naar een bloem (of iets anders) kijkt, kijk je eigenlijk naar de lege ruimte van de atomen. Je hersenen kunnen de informatie in de atomen van de bloem echter interpreteren en vervolgens in fysieke vorm aan je 'tonen'. De bloem bestaat uit "lege" ruimte, maar de informatie die in die ruimte is gecodeerd, wordt door je hersenen geïnterpreteerd als de schoonheid die je kunt zien. 

 

Op kwantumniveau is alles energie en het is onze perceptie, ons bewustzijn, dat deze energie omzet in fysieke realiteit. Dit betekent dat we de kracht hebben om ons leven te transformeren door ons bewustzijn te gebruiken om "energie te veranderen". Ons vermogen om dit te doen komt door onze gedachten en gevoelens, die trillingen creëren die onze ervaring van de werkelijkheid beïnvloeden.

 

 

 

De informatie-uitwisseling :

 

 

Faraday geloofde al dat het belangrijkste aspect van energie niet de bron zelf was, maar de ruimte eromheen, evenals de invloed van de energie op de ruimte. Het veld is dus een invloedsfeer, een medium dat twee of meer punten met elkaar verbindt, in regel door middel van een kracht als elektromagnetisme of zwaartekracht. Zo’n kracht wordt gewoonlijk weergegeven als rimpelingen in een veld, golven dus.

 

Net zoals de beweging van rimpels in een vijver worden de golven op subatomair niveau vertegenwoordigd door periodieke oscillaties in een medium, hier het kwantum-energieveld.

 

De amplitude (intensiteit) van een golf is de halve hoogte van de curve vanaf het dal tot de top.

 

De golflengte van een enkele golf of cyclus is een volledige oscillatie, gelijk aan de afstand tussen 2 op elkaar volgende golftoppen of -dalen.

 

De frequentie is het aantal cycli per seconde, uitgedrukt in Hertz (Hz).

 

De fase is het punt waarop de golf zich op zijn oscillatietraject bevindt. Twee golven zijn ”in fase” als ze allebei hun top of dal op hetzelfde moment bereiken, zelfs als ze verschillende frequenties of amplitudes hebben.

 

---> Hoe groter de golflengte, hoe kleiner de frequentie. Het product van de golflengte en freqeuntie is constant, en gelijk aan de lichtsnelheid (300.000km/sec).

 

Een van de belangrijkste aspecten van golven is dat zij informatie coderen en dragen. Als 2 golven in fase zijn en elkaar overlappen (= interfereren) is de gecombineerde amplitude van deze golven groter dan hun individuele amplitude. Wat neer komt op een versterking van het signaal, waarbij informatie wordt uitgewisseld. Als echter de ene golf piekt terwijl de andere golf haar dieptepunt bereikt, zijn ze geneigd elkaar te vernietigen.

 

Wanneer 2 golven éénmaal op elkaar zijn gestuit, bevat iedere golf informatie van de andere golf, in de vorm van energiecodering, met inbegrip van alle informatie die de golf zelf al meedraagt. Een interferentiepatroon komt dan neer op het constant accumuleren van informatie, en golven hebben nagenoeg een onuitputtelijke capaciteit om informatie op te slaan. Het kwantumenergieveld is, als de drager van alle golflengten en frequenties, een soort spiegelbeeld en kroniek van alles wat bestaat en ooit heeft bestaan.

 

 

Communicatie-organisatie:     

 

 

Ieder fysisch lichaam stuurt onophoudelijk en vanuit zichzelf elektromagnetische stralen uit, omdat de atomen en de moleculen waaruit een voorwerp is samengesteld voortdurend trillen... Alle levende wezens zijn dus een samenballing van kwantumenergie die onophoudelijk informatie uitwisselt met een onuitputtelijk energiereservoir, het kwantumenergieveld. Daarbij zenden levende dingen een zwakke straling uit : informatie over alle aspecten van leven (van communicatie tussen cellen tot het immense spectrum van DNA-factoren) wordt via een soort informatie-uitwisselingscentrale op kwantumniveau doorgegeven. In het organisme gaan cellen met elkaar communiceren via elektromagnetische golven.

 

Het door planten opgenomen zonlicht wordt tijdens de spijsvertering als fotonen (lichtgolfjes) door het organisme opgenomen, waarbij het licht, een elektromagnetische golf, gelijkmatig over heel het spectrum van elektromagnetische frequenties wordt verstrooid. DNA is hierbij een van de meest essentiële opslagmediums voor licht en tevens een essentiële bron van biofoton-emissies. De emissies zelf zijn zwak omdat deze communicaties zich voltrekken op kwantumniveau. Deze lichtemissies zijn voldoende om het organisme te orkestreren. Fotonen schakelen coherent (met samenhang) lichaamsprocessen in, als een dirigent die elk individueel instrument gelijktijdig laat inzetten voor een gezamenlijk akkoord.

 

In de kwantumfysica betekent kwantumcoherentie dat subatomaire deeltjes in staat zijn met elkaar samen te werken. Deze subatomaire golfjes/deeltjes weten niet alleen van elkaars bestaan, maar zijn ook hecht met elkaar verbonden door banden van gemeenschappelijke elektromagnetische velden, zodat ze met elkaar kunnen communiceren. Als deze golven in fase komen (synchroon pulseren) dan beginnen ze te reageren als één golf. Vele vreemde effecten in de kwantumwereld die in een enkele golf worden waargenomen, gelden ook voor het grote geheel. Als er met één golf iets gebeurt, heeft die invloed op alle andere golven. Coherentie maakt zo communicatie mogelijk.

 

DNA bezit het vermogen om een groot aantal frequenties uit te zenden en fotonen vervullen bij verschillende frequenties uiteenlopende functies. DNA zorgt voor het synchroon verlopen van alle celprocessen : iedere cel ondergaat, ”gelijktijdig” met alle cellen in het organisme, gemiddeld per seconde miljarden chemische reacties. Ook hier slaagt DNA er op een of andere manier in het organisme op te bouwen en al zijn dynamische activiteiten te sturen door middel van een selectief aan- en uitzetten van bepaalde segmenten (genen), waarvan de nucleotiden bepaalde RNA-moleculen kiezen, die op hun beurt specifieke proteïnen aanmaken die al deze chemische processen aan of uitzetten. De coördinatie van de communicatie tussen de cellen kan zich enkel voor doen in een holistisch systeem met één centrale dirigent met een terugkoppelingsmechanisme voor volmaakte communicatie door middel van golven die informatie coderen en overdragen. Golfcommunicatie kan hier het medium zijn waarbinnen eiwitten met elkaar gaan samenwerken om de instructies van DNA en celeiwitten uit te voeren en te synchroniseren. Hierbij speelt de aanwezigheid van water buiten en in de cel als golfdrager en golfversterker een belangrijke rol.

 

Elk levend systeem zoekt naar het tot stand brengen van een minimum aan vrije energie : het streeft naar volmaakte coherentie, de optimale toestand tussen chaos en orde. Een verstoring van de coherentie, zoals bij stress, leidt tot een verhoogde emissie van fotonen, als een soort correctie door een levend systeem van de fluctuaties in het kwantumenergieveld. Het uitzenden van fotonen is een compensatiemechanisme dat tot doel heeft deze verstoring tegen te gaan en een soort nieuw energie-evenwicht te scheppen. De gezondste situatie is dan deze waarbij het minste licht wordt uitgezonden, om het dichtst bij de meest wenselijke situatie, de nultoestand, te komen.

 

Gezondheid is dan een toestand van volmaakte subatomaire communicatie, met de minste fotonenemissie en de hoogste coherentiegraad. Iedere verstoring van het systeem leidt tot een hogere productie van fotonen. Ziekte kan aldus gedefinieerd worden als een toestand waarin de communicatie ernstig verstoord is. Als onze golven niet meer in fase zijn worden we ziek.  

 

Voor het organisme toxische stoffen zijn dan stoffen die in staat zijn de biofotonemissie te verstoren. Andere weldoende stoffen zoals kruiden en plantenextracten bezitten het vermogen tot het veranderen van de fotonen-emissie waardoor de communicatie met de rest van het organisme wordt verbeterd.

 

 

Cel-communicatie :     

 

 

Biofotontrillingen in het organisme zijn er de oorzaak van dat moleculen gaan vibreren en hun eigen signatuurfrequentie creëren, die als unieke sturende kracht en tevens als communicatiemiddel kan fungeren. Zij bepalen de moleculaire signaalvorming en de manier waarop de cellen met elkaar praten. In alle aspecten van leven moeten moleculen met elkaar communiceren. Bij opwinding scheidt de bijnierschors adrenaline af, een stof die specifieke receptoren de boodschap moet brengen dat het hart sneller moet gaan samentrekken. Als elke molecule zijn eigen signatuurfrequentie bezit, zal zijn receptor (een molecule met een overeenkomstig spectrum van eigenschappen) zich op deze frequentie afstemmen zoals een stemvork een andere stemvork met dezelfde trillingsfrequentie laat vibreren. Ze resoneren met elkaar, de vibratie van de ene molecule wordt versterkt door de vibratie van een andere molecule met dezelfde of bijna dezelfde trillingsfrequentie.

 

Zodra 2 moleculen op dezelfde trillingsfrequentie met elkaar resoneren, beginnen zij ook met de volgende moleculen in de biochemische reactie te resoneren. Deze 2 resonerende moleculen zullen dan een andere frequentie creëren, die tot resonantie met de volgende molecule of groep van moleculen leidt, in het volgende stadium van de biochemische reactie. Zo kunnen kleine veranderingen in de trillingsfrequentie van een molecule, bv een katalytisch enzym (peptide), deze activeren zodat er een ingrijpende verandering ontstaat op wat deze molecule feitelijk doet.

 

Op die wijze ontstaat een waterval van elektromagnetische impulsen die zich met de snelheid van het licht voortplant. Cellen zijn op deze manier niet afhankelijk van het mechanistische idee van Descartes dat er alleen een reactie kan zijn als gevolg van een contact maar werken met elektromagnetische signalen op lage frequenties (minder dan 20 kHz). Moleculen spreken zo via oscillerende frequenties met elkaar. Het kwantumenergieveld creëert hierbij het medium dat moleculen in staat stelt om vrijwel ogenblikkelijk en niet plaatsgebonden (non-localiteit) met elkaar te communiceren.

 

We weten allemaal dat de hersenen een elektrochemisch orgaan is. Deze elektrische activiteit is verantwoordelijk voor de verschillende soorten hersengolven. Wat onze hersengolven betreft, is de sleutel tot gezondheid (en geluk) dat we elke golf op zijn manier, zijn frequentie en op zijn optimale peil laten werken :  delta (0.5 - 4 Hz), thèta (4 - 8 Hz), alfa (8 - 14 Hz), bêta (14 - 38 Hz) en gamma (38 - 80 Hz, al komt een frequentie van 40 Hz het meest voor).

 

Leven is een kwantumproces. Alle lichamelijke processen, de communicatie tussen de cellen inbegrepen, worden uitgelokt door kwantumfluctuaties, en ook alle hogere hersenfuncties en het bewustzijn lijken op kwantumniveau te werken.

 

Als een levend organisme in principe een geheel van geladen deeltjes is dat met een alomtegenwoordig veld communiceert om kwantuminformatie uit te zenden of te ontvangen, kunnen wij ons afvragen waar het organisme eindigt en de rest van de wereld begint.

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.