Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Natrium

 

          Laatste bijwerking : 2022.7.21

 

 

Symbool  : Na (kation)

 

 

Zeer belangrijk doch verguisd mineraal.

 

Natrium is samen met kalium de belangrijkste elektrolyt. Beiden zijn absoluut nodig voor het in stand houden van de osmotische druk en de tonus van het volledige spierstelsel, inbegrepen de spiertjes in de vaatwand.

 

Het organisme bevat 2 x MEER kalium dan natrium.

 

De rol van beiden is essentieel voor het organisme : om goed te kunnen functioneren is weinig natrium nodig maar veel kalium (ratio 1/5).

 

Natrium is het voornaamste extracellulair kation (bloed, lymfe) : het heeft dezelfde eigenschappen in de cel als kalium in de cel : regulatie van de waterinhoud van de cel en van haar pH.

 

Voor voldoende natrium zorgt het organisme zelf : bij beperkte aanvoer wordt tot 95% van het natrium door de nieren gerecupereerd.

 

Voor kalium echter beschikt het organisme niet over een spaarsysteem : alle opgenomen kalium via de voeding wordt uiteindelijk eruit gefilterd door de nieren en verwijderd via de urine.

 

Een fysiologisch onevenwicht tussen beide elektrolyten moet onvermijdelijk leiden tot storingen en latere ziekteverschijnselen.

Overzicht inhoud :

Natuurlijke bronnen

 

Rol in het organisme

 

Regeling van de natriumhuishouding

 

Opletten

 

Nutritionele behoeften

 

Praktisch

Inhoud :

Natuurlijke bronnen :              

 

Natrium komt zeer verspreid voor in de natuur doch dieren en planten zijn meestal arm aan natrium. Zo oefent natrium een eerder schadelijke invloed uit op de plantengroei terwijl kalium eerder onmisbaar is voor de planten.

 

Het nuttigen van verse onbewerkte levensmiddelen kan nooit leiden tot een overaanbod aan natrium (normale voeding is arm aan natrium), noch van kalium (uitgescheiden bij gezonde nierfunctie).

 

Door onaangepaste bereidingswijzen en voedingsgewoonten, is de aanvoer van natrium echter 2 à 4 x hoger dan deze van kalium.

 

Rol in het organisme :              

 

Natrium :

 

    • is nodig voor het reguleren van de osmotische druk, in samenwerking met kalium :

      • samen met kalium maakt natrium deel uit van de Na/K pomp, een antiport systeem waarbij 3 moleculen natrium (+ water) uit de cel worden gepompt en uitgewisseld tegen 2 kaliummoleculen vanuit de bloedbaan naar de cel. Zo wordt het natrium (+ water), dat via symport bv. een nutriënt (zuurstof, glucose, AZ, mineralen, vitaminen) via een soort taxi-functie de cel binnen loodste, terug uit de cel verwijderd.

 

Wanneer teveel natrium (zout) wordt gebruikt,

 

        • wordt het natrium door de cel niet meer terug uitgescheiden omdat het kalium, als pasmunt voor de cellulaire uitwisseling, ontbreekt.

          • de Na/K pomp stokt,

            • de cel vult zich met water (zout houdt water vast), waardoor het celmetabolisme stil valt, en waardoor bv. geen glucose meer wordt opgenomen door de cel.

 

 

    • en kalium zijn cruciaal voor de communicatie tussen cellen : dankzij de stroming van de beide ionen door specifieke kanalen van de ene zijde van de celmembraan naar de andere kunnen cellen een bio-elektrisch signaal opwekken : zo kunnen zenuwcellen (neuronen) met elkaar communiceren, kunnen spiercellen samentrekken (bv. hartslag) en kunnen kliercellen endogene stoffen afscheiden (bv. pancreas met insuline).

 

    • vervult een functie ten aanzien van de prikkelgevoeligheid van de spieren en hun contractievermogen (daarom treden bij natriumtekort spierkrampen op als gevolg van vochtverlies).

 

    • zorgt, dankzij het vermogen tot het vasthouden van vocht, voor een toereikend vochtgehalte in de weefsels. Tevens bevordert natrium de beweeglijkheid van de gewrichten en stelt een toereikende nierfunctie veilig, aangezien de nieren voor de uitscheiding van gifstoffen water nodig hebben, iets waarvoor natrium kan zorgen.

     

    • is onmisbaar bij de vorming door de lever van gal dat wordt opgeslagen in de galblaas.

     

    • is onmisbaar (samen met kalium) voor de werking van het zenuwstelsel, waaronder de spraak (stembanden, schildklier).

     

    • is onmisbaar voor de productie van maagzuur (pariëtale cellen) : NaCl + H+ ---> HCl + Na+. Het vrije Na+-ion diffundeert vervolgens uit de maagwand naar de onderliggende organen waar het noodzakelijk is voor het beheersen van de evenwichten Na/K (milt), Na/Ca (pancreas), Na/Mn (bijnieren) en Na/K (nieren). Een verstoring van één van deze evenwichten beïnvloedt automatisch de andere en heeft gevolgen voor het ganse organisme :

      • Na/K (milt) : o.a. bloeddruk...

      • Na/Ca (pancreas) : o.a. bloedsuikerspiegel ... (diabetes zou zo het gevolg zijn van een verstoring van de Na/Ca-balans bv. door natriumtekort)

      • Na/Mn (bijnieren) : o.a. beenderen...

      • Na/K (nieren) : o.a. vochtbeheersing...

 

    • een overmaat natrium leidt tot verzuring, een overmaat kalium tot ontzuring : bij de opname van een ion natrium, stuurt de Na/H pomp een proton uit de cel. De werking van deze pomp hangt echter rechtstreeks af van de Na/K pomp voor de energielevering. Is de Na/K pomp vertraagd, dan zal de uitwisseling Na/H minder goed verlopen. Wanneer deze ontregeling in een grote groep cellen optreedt, ontstaat een acidose  (verlaging van de weefsel-pH).

 

      • kalium is het belangrijkste alkaliserend mineraal in het organisme. Bij een tekort aan kalium, dient het organisme beroep te doen op een ander alkaliserend kation, het calcium, voor het in stand houden van het zuur-base evenwicht. Het calcium wordt door het organisme gehaald uit haar reserves, het skelet.

 

Een overmaat natrium is dus onrechtstreeks een calciumdief! Of, sterkere botten dankzij een kaliumsupplement.

 

 Ouderen met een klein te laag natriumgehalte (meestal door diuretica, type 2 diabetes) in het bloed bleken 24% vaker te vallen en lopen een veel hogere kans op botbreuken : 61% meer wervelbreuken en 39% meer breuken op andere plaatsen (heupen en polsen). Bij de personen met natriumtekort werd ook een 21% hoger sterftecijfer gezien. Het lage natriumgehalte staat niet in verband met de botdichtheid en osteoporose. Een mogelijkheid is dat de "botkwaliteit" ongunstig door natriumtekort wordt beïnvloed, maar dat moet vervolgonderzoek uitwijzen  Zillikens C (Erasmus MC), ERGO onderzoek, European Congress of Endocrinology 2011, Rotterdam .

 

Regeling van de natriumhuishouding :              

 

Cortisol, het stresshormoon, regelt de natriumhuishouding (alsook deze van kalium). Iedere zware lichamelijke inspanning leidt tot een uitscheiding van kalium door de cellen in de bloedbaan en een simultane opname van natrium (en water) door de cellen uit de bloedbaan (via een soort omgekeerde Na/K pomp).

 

    • Iedere zware belasting voor het organisme stimuleert de productie van cortisol welke glucose helpt vrijstellen uit de eiwitreserves. De opname van glucose door de cel gebeurt door symport met natrium waarna simultaan door antiport het natrium terug de cel wordt uit geloodst in uitwisseling met kalium. Grote langdurige inspanningen kunnen wel leiden tot het uitputten van deze eiwitreserves.

 

    • Bij zware belasting (fysische inspanningen, ingrijpende operatie, ziekte...) wordt OOK voortdurend vanuit de cellen kalium in de bloedbaan uitgestort teneinde de spierprestaties, die afhankelijk zijn van de kaliumspiegel, in stand te houden. Het kalium blijft echter niet in het lichaam (er is geen recuperatiemechanisme zoals voor natrium) en gaat verloren via de urine. Hierdoor kunnen de kaliumreserves door aanhoudende zware belasting uitgeput geraken!

 

    • De vrijstelling van kalium in de bloedbaan stimuleert echter de opname van natrium (en water) uit de bloedbaan naar de cellen. Door een tekort aan kalium kan het natrium de cel niet meer uit en gaat de cel opzwellen. Dit is voor de cel een sein om nog meer te synthetiseren (bv. in de levercel : meer glycogeenvorming uit glucose, stijging eiwitsynthese) en minder af te breken (bv. afbraak van glycogeen en proteïnen) : hierdoor wordt het celmetabolisme verstoord, want het anabolisme wordt belangrijker dan het catabolisme. Dit leidt op termijn tot uitputting van de energiereserves welke op zijn beurt het celmetabolisme sterk vertraagt : de cel beschikt immers niet meer over voldoende energie om de reserves te verbranden.

 

---> Wanneer het volume van een cel stijgt, vertraagt dus het celmetabolisme!

 

Iedere zware fysische inspanning gaat hierdoor gepaard met een verlies aan kalium, natrium en water : zodat compensatie van dit verlies noodzakelijk is, niet alleen voor water maar ook voor kalium en natrium! Water alleen zou enkel de al te lage kalium- en natriumgehaltes verder verdunnen.

 

Bij daling van de kaliumspiegel nemen de spierkracht, de darmperistatiek (wat in geval van darmperistaltiek tot verlamming van de darmen, opgeblazen gevoel) de bloeddruk en de pompwerking van het hart af, wat in extreme gevallen tot hartstilstand kan leiden (vandaar het gebruik van kaliumhoudende dranken bij sporters). Daling van de kaliumspiegel is gevaarlijk daar reeds een geringe daling kan leiden tot een verlaging van de bloeddruk en tot een verslechtering van de hartfuncties.

 

Daling van het natriumgehalte veroorzaakt uitdrogingsverschijnselen (en daarmee ook het optreden van spierkrampen).

 

Algemeen mag worden gesteld dat de natriumspiegel altijd gelijktijdig daalt met die van kalium en omgekeerd, hetgeen uiteindelijk leidt tot verstoring van het hart en de bloedsomloop (soms zelfs met dodelijke afloop).

 

Daar cortisol als grondstof cholesterol heeft, kan een daling van het cholesterolgehalte leiden tot een verstoring van de elektrolytenhuishouding.

 

Opletten :             

 

Hyponatriëmie : < 135 mmol/l bloed

Hypernatriëmie : > 146 mmol/l bloed

 

 

Bij patiënten met :

 

Hyponatriëmie komt vooral voor bij ouderen, omdat zweten vanaf een bepaalde leeftijd vaak verminderd of zelfs afwezig is, bij patiënten met chronische ziekten (nierinsufficiëntie, hartinsufficiëntie, leverinsufficiëntie, ademhalingsstoornissen, endocriene problemen (schildklier, diabetes, enz.), kanker, neuropsychiatrische stoornissen, enz.) en bij patiënten die bepaalde geneesmiddelen innemen, zoals diuretica en psychotrope geneesmiddelen.

 

Zwangerschap/Borstvoeding :

 

    • geen problemen werden vastgesteld met normale dosissen.

 

Mogelijke interacties met :

 

    • ?

 

Te verwachten neveneffecten :

 

    • bij tekort : hypotensie, buikkrampen, gasvorming, nausea, braken, ulceraties, spierkrampen, anorexie, hoofdpijn, geheugenstoornissen, vermoeidheid, zwakte, fracturen,  ...

    • bij overmaat : anorexie, hartstop, nierstenen, convulsie, ademhalingsdepressie, inwendige bloedingen, hyperactiviteit, hypertensie, perifeer falen van de bloedsomloop, nierinsufficiëntie, prikkelbaarheid, oedeem, waterretentie, vertigo, braken, ...

 

Nutritionele behoeften :             

 

Na - Natrium :

 

Leeftijd

ADH (mg)

 

 

 

 

0 - 5 maanden

23 - 46*

 

6 - 11 maanden

23 - 46*

 

1 - 3 jaar

225 - 500

 

4 - 6 jaar

300 - 700

 

7 - 10 jaar

400 - 1200

 

11 - 14 jaar

450 - 1400

 

15 - 18 jaar   M

500 - 1600

 

                      V

500 - 1600

 

Volwassene M

600 - 2000**

 

                      V

600 - 2000**

 

+ 60 jaar       M

500 - 1600

 

                      V

500 - 1600

 

Zwangerschap

600 - 2000

 

Borstvoeding

600 - 2000

 

Andere :

-

 

 

 

 

 

 

ADH : Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (Bron : Voedingsaanbevelingen voor België (Hoge Gezondheidsraad))

 

* : per kg lichaamsgewicht

** : deze maximale inname van natrium (van 2,0 g per dag, hetgeen overeenkomt met een verbruik van 5,0 g zout) wordt goed verdragen door een gezonde volwassene. Desalniettemin moet de maximale natriuminname tot 1,0 g of 1,2 g per dag beperkt worden in het geval van cardiovasculaire ziekten, overgewicht gepaard gaand met een metabool syndroom en bij patiënten die aan osteoporose lijden.

 

Praktisch :              

 

Gemiddelde dagdosis in voedingssupplementen : 300 - 3000mg.

Toxische dagdosis : > 14g.

 

 

VERMIJD ZOUT!

 

    • Zout bevordert de intestinale absorptie van glucose : indien er geen zout aanwezig is in de darm, is er weinig of geen opname van suiker. Teveel zout versterkt de insuline-resistentie.

 

    • Cellen onderhouden constant het evenwicht tussen anabolisme (opbouw, biosynthese) en catabolisme (afbreken van moleculen uit de reserve voor het bekomen van kleinere moleculen bruikbaar in het anabolisme of om te verbranden bij de energieproductie).

 

MAAR

      • een overmaat zout, samen met een tekort aan kalium, blokkeert het katabole metabolisme van de cellen : zij zwellen (door waterophoping).

 

Er bestaat een directe link tussen het volume van de cel en haar activiteit :

 

Wanneer onze cellen zwellen, wordt alle catabolisme geblokkeerd. De cellen gaan enkel nog opbouwen en reserves aanleggen : dit doet de cel nog meer zwellen.

 

---> verhoging van de reserves in de cel onder vorm van vetten

---> geen catabolisme, geen verbranding, geen energie

---> vertraging van de celactiviteit (het glucose wordt niet meer uit het bloed opgenomen...).

 

    • Een zoutloos regime is even werkzaam als farmaca : het leidt tot

      • een verlaging van de bloeddruk

      • verbetering van de linkerventrikelhypertrofie

      • minder CVA

 

 

KIES voor een REGIME ARM aan NATRIUM, en RIJK aan KALIUM.

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 17-mrt-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.