Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.
Laatste bijwerking : 2021.11.19
Autofagie betekent "eten" en verteren van kleine stukjes EIGEN bestanddelen (mitochondria, ribosomen...). Dit proces van zelfvernietiging/regeneratie kan snel gebeuren (bv. levercel : vernietigt en hernieuwt zijn inhoud in nog geen week, RBC in 3 weken). Autofagie is dus een beschermend proces : beschadigde celdelen of eiwitclusters in de cel worden opgeruimd, en afgebroken tot basismoleculen die opnieuw worden gebruikt (recyclage).
Bij autofagie worden het celafval (organellen, eiwitaggregaten, ribosomen, complexen van enzymen …) gesequestreerd in "autofagosomen", een soort vuilniszakjes, en dan naar de lysosomen gevoerd, afvalverwerkingsorganellen, die het materiaal afbreken.
Deze constante moleculaire vernieuwing (turnover) is een autopoëtisch kenmerk van de cel (= het schept zichzelf).
Elk enzym heeft zijn eigen synthese- en afbraaksnelheid in evenwicht (autoassemblage eigenschap).
Uitzondering : het DNA
Het DNA wordt niet vernieuwd, maar plaatselijk hersteld (autoreparatie eigenschap) : heeft een gen-expressie.
Voordelen van deze zelfvernietiging :
essentiële voedingsfunctie in tijden van schaarste om te overleven : bv. vasten, vermageren, ... De stress uitgelokt door een tekort aan voedsel of zuurstof zet de cellen aan afvalresten opgeslagen in de lysosomen in hun eigen cytoplasma af te breken tot herbruikbare elementaire bouwstenen zoals aminozuren, vetzuren, enkelvoudige suikers en nucleosiden. Eerst wordt glucose (glycogeen) verbrand, dan vetzuren (bèta-oxidatie van vetten) en tenslotte aminozuren (eiwitten - spieren) voor de endogene synthese van glucose (gluconeogenese). Ook Intermitterend vasten stimuleert het opkuisen van afvalstoffen door autofagie.
eeuwige jeugd van de cel : cellen verjongen zich voortdurend... : bv. hersencellen, mitochondria, ribosomen, membranen van een bejaarde zijn minder dan één maand oud (uitz. zenuwcellen of neuronen : die vernieuwen zich niet...).
Deze constante afbraak en vernieuwing laat wel een spoor na : toenemende ophoping van bruine, onverteerbare restanten in de lysosomen, spaaklopende eliminatie via het lymfesysteem. Want bij teveel of te dikwijls eten, maar ook in geval van stress en ziekte, hebben cellen de tijd noch de energie om het autofagie-mechanisme correct te sturen.
Wanneer dat cellulair opruimingsmechanisme spaak loopt in de mitochondria, komen meer vrije radicalen vrij. Dit leidt tot een verhoogde oxidatieve stress en inductie van stille ontstekingen (intercellulaire inflammasomen). Overactivatie van inflammasomen (zoals het eiwit NLRP3) leidt tot chronische systemische lage graadsontstekingen en verder tot tal van metabole en degeneratieziekten (aderverkalking, obesitas, diabetes, versnelde veroudering (inflamm'aging), depressie, artrose...).
Autofagie leidt meestal tot een verslechtering van de aanmaak van nieuwe cellen, macromoleculen of organellen. Nochtans kan, mits aanwezigheid van de geschikte basisstoffen, de nieuwe cel beter zijn dan de vorige.
Een niet perfecte lysosomale vertering, een overbelast raken van de lysosomen zelf, wijst op een cellulaire veroudering.
Het ouderdomspigment, lipofuscine, een celpigment bestaande uit stukken van moleculen verschijnt in de cellen van bejaarden : waarschijnlijk is dit pigment niet alleen het gevolg van de veroudering maar draagt ze er ook bij toe.
Heel wat ziekten blijken nauw samen te hangen met autofagie :
bij neurodegeneratieve aandoeningen (Alzheimer, Parkinson, Huntington...) ontstaan eiwitklonters (zoals alfasynucleïne en tau bij de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson) die niet op tijd worden verwijderd via het glymfatisch systeem. Waarschijnlijk omdat het autofagieproces spaak loopt. De autofagie stimuleren zou hier kunnen helpen, met bv. rapamycine (deze remt de werking van mTOR, een eiwit dat de autofagie afremt (zie ook "Vertakte aminozuren")).
bij een snel groeiende tumor kunnen nieuwe bloedvaten niet elke tumorcel bereiken, waardoor deze te weinig zuurstof maar ook moeilijk chemotherapie krijgen. Deze hypoxische tumorcellen zijn afhankelijk van autofagie om te overleven. De autofagie remmen (met bv. chloroquine ) kan hypoxische en moeilijk behandelbare cellen helpen doden...
Maar chloroquine en rapamycine vertonen wel wat nevenwerkingen (dirty drugs!).
De twee belangrijkste regulatoren van de autofagie zijn mTOR en AMPK (zie mTOR). mTOR is normaal actief bij hoge energieniveau's, wanneer cellen rijk zijn aan aminozuren of bij stimuleren van groeifactoren (zoals l’IGF-1 die zelf wordt geactiveerd door de consumptie van eiwitten) met een negatieve impact op de autofagie. Omgekeerd zal de activatie van AMPK de autofagie op een positieve wijze beïnvloeden.
Dus we weten dat, uiteindelijk op termijn, de continue consumptie van eiwitten (zonder restrictieperiode) dit onderhoudsmechanisme onderdrukt, door mTOR te stimuleren en AMPK te remmen. Dit fenomeen versnelt het verouderingsproces door accumulatie van beschadigde cellen.
Bewegen en intermitterend vasten (minstens 16u per dag) zwengelen de autofagie aan, een proces waarbij cellen versleten stukjes eiwit en andere deeltjes recycleren, en remt zo de veroudering van het organisme af. Ook koffie zou de autofagie stimuleren, terwijl de consumptie van dierlijke eiwitten haar zou afremmen (door het stimuleren van IGF-I en mTOR, beiden inhibitoren van autofagie) . Ook niacine bevordert autofagie. Zweten (bewegen, sauna...) stimuleert de ontgifting via de huid door vasodilatatie en verhoogde bloeddoorstroming.
De activatie van AMPK (een enzym dat mitochondriale autofagie en biogenese stimuleert : zie "mTOR") kan met berberine en PQQ (zie "Antioxidantia").
Minder stress, een voeding rijk aan antioxidantia en aan ongeraffineerde vetten (voor de aanmaak van nieuwe mitochondria) zijn aan te bevelen.
ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD Laatste versie : 12-nov-24
De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.
In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.