Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Alzheimer, ziekte van / Dementie

 

           Laatste bijwerking : 2023-05-11

 

 

Alzheimer is een geleidelijk proces waarbij er eerst lichte geheugenproblemen optreden die pas na een tijd tot problemen kunnen leiden. Dementie is de klinische beschrijving van het eindstadium van neurodegeneratieve ziektes zoals Alzheimer waarbij er in meer dan één cognitief domein zoveel achteruitgang kan worden vastgesteld dat de patiënt niet meer zelfredzaam is.

 

Dementie is een verzamelnaam van ruim 50 hersenziektes, want naast Alzheimer, komt dementie ook voor bij andere aandoeningen van het brein zoals de ziekte van Parkinson. Ook bij mensen met het Down-syndroom komt dementie relatief vaak voor.

 

Een van de grote angsten van bejaarden vandaag is Alzheimer-patiënt worden. Op haar eentje kristalleert deze ziekte alle angsten die samenhangen met de schade die met "de tijd" ontstaat. Zelfs in de gewone omgang ervaart men het. Bij de minste vergetelheid of teken van verstrooidheid, ongeacht de leeftijd, is er altijd wel een impulsieve getuige om te schimpen met : "T'is al Alzheimer!".

 

De ziekte van Alzheimer is de meeste courante vorm van degeneratieve dementie gepaard gaande met geheugen-, denk- en gedragsstoornissen. Het is een ziekte met een trage, progressieve en onomkeerbare ontaarding van neuronen in de hippocampus (bij de ziekte van Parkinson heeft de ontaarding eerder in de substantia nigra plaats).

 

Noot :

Frontotemporale degeneratie (FTD) is een neurodegeneratieve ziekte die verwant is aan de ziekte van Alzheimer. In tegenstelling tot de ziekte van Alzheimer, die bijna de hele hersenen aantast, tast FTD vooral de frontale en temporale kwabben aan. Het frontotemporale gebied betreft taal, gedrag en bewegingsvaardigheden. Mensen met FTD kunnen geheugenproblemen hebben, vaak episodisch, veranderingen in gedrag, of moeilijkheden met spreken of bewegen.

 

Van deze vorm van dementie zijn er twee varianten: een gedragsvariant en een taalvariant. Bij de taalvariant krijgen mensen als eerste last van woordvindingsmoeilijkheden, ze vergeten ook wat bepaalde woorden betekenen en kunnen objecten of andere zaken niet meer associëren met het juiste woord. Daarvan zijn ze zich pijnlijk bewust, terwijl de persoon met de gedragsvariant geen ziekte-inzicht heeft en niet beseft dat hij zich ontremd gedraagt.

 

In 2022 is dementie voor het eerst de belangrijkste doodsoorzaak in België (bron : Sciensano).

 

De term "dementie" wijst eigenlijk naar het aftakeling van de geheugenfunctie en van andere intellectuele functies (denkvermogen, beoordelingsvermogen, leervermogen). Pas van zodra de persoon zich niet meer kan aanpassen aan deze beperkingen spreekt men van dementie. Maar de grens tussen een normale veroudering en een pathologische is niet altijd duidelijk. Hierdoor is het niet altijd gemakkelijk een beginnende ziekte van Alzheimer te onderscheiden van door normale veroudering veroorzaakte hersenstoornissen. In het begin evolueert de ziekte van Alzheimer immers traag en bijna onopgemerkt, en manifesteert zich vooral door geheugenstoornissen (de zieke vergeet gebeurtenissen maar niet de emoties). Alzheimer is meestal al 10 tot 15 jaar aanwezig vooraleer de eerste tekenen van dementie zichtbaar worden. Straffer nog, ook zonder enig teken van dementie kan Alzheimer optreden!

 

Het gaat hier niet over banale vergetelheden door een tekort aan concentratie (waar is mijn bril?), over weinig belangrijke dingen zoals iets neerleggen terwijl men aan iets anders denkt. Men herinnert het zich niet meer omdat de informatie niet werd opgeslagen, misschien door psychische pollutie : teveel werk, teveel zorgen om het hoofd, een slechte nacht... Het wordt soms teveel! Belangrijke of uitzonderlijke zaken zoals het overlijden van een vriend of een belangrijke afspraak moeten echter sporen nalaten in het geheugen. Gebeurt dit niet dan wijst dit op een geheugenstoornis. Bij Alzheimer slaagt de persoon er niet meer in de informatie op te slagen (hippocampus) zelfs al was hij oplettend. Hij slaagt er dan niet meer in deze terug op te roepen.

 

Alhoewel de ziekte van Alzheimer ver de meest voorkomende vorm van dementie is (bij 5% van de personen ouder dan 65), bestaan er nog vele andere vormen (vasculaire dementie, Lewy body dementie, ziekte van Pick...). In 2009 leden ongeveer 165.000 Belgen aan dementie, waarvan ongeveer 100.000 aan de ziekte van Alzheimer. In werkelijkheid ligt dit aantal waarschijnlijk veel hoger omdat de Alzheimer-diagnose niet steeds wordt gesteld. Wel verwachten experten een verdubbeling van het aantal gevallen tegen 2040.

 

Noot :

De ziekte van Creutzfeldt-Jakob bij de mens (scrapie bij schapen, gekkekoeienziekte (BSE) bij runderen) wordt veroorzaakt door prionen, abnormaal opgevouwen eiwitketens, die het normale celmetabolisme gaan verstoren wat leidt tot neurologische verschijnselen en uiteindelijk tot de dood. Bij de besmetting penetreert het prion zenuwcellen waarbinnen ze normale eiwitten PrPC omzet tot pathologische vormen PrPSc, die niet meer door proteasen kunnen worden afgebroken, vervolgens er accumuleren en uiteindelijk plaques vormen in de hersenen.

 

Zwaarlijvigheid, hypertensie, type 2 diabetes, depressie , ernstige hypoglykemie en een te hoge LDL-cholesterolspiegel zijn risicofactoren voor de ziekte van Alzheimer. Maar er zijn er nog... De precieze oorzaak is nog niet gekend.

 

Maar er is ook goed nieuws :

 

 

 

Er zijn ook gemeenschappelijke genetische risicofactoren voor de ziekte van Alzheimer en auto-immuunziekten. Dit suggereert dat immunologische processen rechtstreeks kunnen bijdragen tot de pathologie en de ziekteprogressie bij Alzheimer, eerder dan te ontstaan als een bijproduct van de ziekte. Dit betekent niet dat mensen met een auto-immuunziekte noodzakelijkerwijs de ziekte van Alzheimer zullen ontwikkelen. Wel suggereert deze associatie dat gemeenschappelijke biologische processen aan de basis kunnen liggen van zowel auto-immuunziekten als ziekte van Alzheimer .

 

Overzicht inhoud :

 

Oorzaken en risicofactoren

 

Voorboden

 

Evolutie

 

Praktisch

 

Inhoud :

Oorzaken en risicofactoren :            

 

Hoe ouder je wordt, hoe groter het risico op dementie. De levensverwachting bij ons is de laatste jaren sterk toegenomen, maar de eerste tekenen van dementie duiken nog altijd even vroeg op als vroeger, rond de 65 jaar. Ons lichaam blijft jong, maar onze hersenen volgen niet. Onze westerse gezondheid is nog steeds gericht op het gezond houden van ons lichaam, van onze fysiek : we hebben betere medicatie voor hart- en bloedvaten bedacht, ontwikkelden betere operatietechnieken, efficiëntere behandelingsmethoden voor kanker... Maar ondertussen worden we onopgemerkt dement. Want daarin hebben we niet geïnvesteerd Prof. Christine Van Broekhoven, UA Dienst moleculaire genetica, in Humo, 21/08/2012 pg 119.

 

De juiste oorzaak of oorzaken van de ziekte werden nog niet uitgeklaard. Men denkt dat in veel gevallen een combinatie van risicofactoren aan de basis ligt. Nochtans kan de aanwezigheid alleen van enkel risicofactoren de ziekte niet veroorzaken.

 

De ziekte wordt voornamelijk gekenmerkt door de ophoping van amyloïde plaques en de achteruitgang van zenuwcellen. Deze plaques bestaan uit een eiwit, beta-amyloïde, dat een zeer belangrijke rol speelt: het verwijdert inactieve neuronen en vervangt ze door nieuwe.

 

De hersenen maken, zoals alle andere organen in ons organisme, op een natuurlijke wijze afvalstoffen aan : koolstofdioxide, ammoniak... Deze kleine moleculen worden normaal verwijderd via de bloedbaan.

 

Grotere afvalstoffen, meestal eiwitten zoals bèta amyloïden, kunnen niet langs deze weg verwijderd worden. Zij worden gedraineerd via het hersenvocht, samen met resten van afgestorven cellen...(zie : "Glymfatisch systeem") en vervolgens verwijderd naar de bloedbaan langs de aquaporinen, een klasse membraaneiwitten die waterdoorlaatbare poriën vormen in de celmembraan.

 

Aangezien bèta-amyloïd in het bloed wordt getransporteerd door albumine, klinkt het redelijk dat lage waarden van complexen van bèta-amyloïd en albumine verwijzen naar een slecht transport van bèta-amyloïd vanuit de hersenen, met als gevolg een verhoogd risico op de ziekte.  

 

Bij het verouderen van het menselijk brein kan het haperen van dit eliminatie-systeem de reden vormen voor de accumulatie van proteïne-depots (bèta-amyloïden) in de hersenen en voor het ontstaan van de ziekte. Zo bij de ziekte van Alzheimer wanneer ons geheugen eerst wordt aangetast, de ziekte van Parkinson wanneer vooralgaandelijk vooral de dopaminerge neuronen (die instaan voor de controle van onze bewegingen) afsterven tgv van de accumulatie van het eiwit alfa-synucleïne... Een evacuatieprobleem waardoor eiwitten gaan samenklitten speelt ook een rol bij andere hersenziekten zoals ALS en Huntington.

 

Bij de ziekte van Alzheimer is waarschijnlijk de ontstekingsreactie een gevolg van :

 

    • Abnormale druk : amyloïd in het Grieks betekent "hard", wat niet kan gemalen worden. In andere woorden zijn de hersenen van Alzheimer-patiënten hard. Door compressie (druk). De schokgolf veroorzaakt door de systolische drukgolf raakt de hersenen thv de amygdala, een fragiele regio, wat op termijn aanleiding geeft tot het verharden van het celcollageen, tot het verschijnen van plaques in de meest gevoelige zones, tot een daling van hun beademing en van hun energetische rendement. Dit neurologisch risicotype komt ook voor met andere vormen van trauma (soldaten, boxers, voetballers...).

     

    1. Ingeval de ontstekingsreactie neurologische cellen raakt, worden de mitochondria geïnactiveerd en verbruiken geen melkzuur meer (melkzuur is het product van de fermentatie van glucose door de cellen uit de omgeving van de neuronen). Het melkzuur accumuleert, waardoor de druk stijgt, de neuronen afsterven en de hersenfunctie vertraagt. De ontsteking van 3 verschillende hersenzones leidt tot 3 neurologische aandoengingen : locus niger (die dopamine aanmaakt) igv van de ziekte van Parkinson, amygdala (Alzheimer), beenmerg voor ALS (Amyotrofe Laterale Sclerose of de ziekte van Charcot).

  1.  

    • Tauopathie, het slecht functioneren van het "Tau" proteïne (tubuline associated units) met overmatige vorming van onoplosbare proteïne-complexen (amyloïde-plaques) en van neurofibrillaire kluwens, donkere hoopjes van het "Tau"-proteïne binnenin de zieke neuronen (tau-eiwitten spelen een fundamentele rol in de vorming van synapsen). De overmatige vorming zelf van amyloïde-plaques zou veroorzaakt worden door een defecte "moleculaire schaar" (preseniline, ɣ-secretase complex) die het voorlopereiwit (amyloïde precursorproteïne) niet meer voldoende kan versnipperen zodat haar transport en evacuatie door de celwand onmogelijk wordt. Nieuwe bevindingen wijzen uit dat dit preseniline ook een rol speelt in het reguleren van het transport van af te breken eiwitbrokken naar de lysosomen, de afbraakorganellen van een cel. Zonder transport kunnen er zich zo veel afvalproducten in een cel opstapelen dat die niet meer naar behoren kan functioneren en sterft Wim Annaerts, VIB (Vlaams instituut voor Biotechnologie) in The Journal of Cell Biology (Knack 12 09 2012 pg 94).. Tegenwoordig echter ziet men ook dementie-gevallen bij mensen die alleen tekenen vertonen van tauopathie, maar zonder amyloïde-plaques. Een tauopathie kan dus op zijn eentje de neuronenfunctie zodanig verstoren (geheugen...) zodat op termijn dementie optreedt. Onderzoekers vonden ook een ander eiwit (FKPB52) dat het Tau-eiwit reguleert. Dit eiwit zou juist de overmaat Tau-eiwit verminderen. Het meten van de aanwezige hoeveelheid van dit eiwit zou helpen bij het bepalen van het risico op dementie.

 

Daarnaast is er een nieuwe bloedtest beschikbaar op basis van een speciaal ontwikkeld antilichaam dat uitsluitend bindt aan BD-tau, het eiwit dat door de hersenen wordt geproduceerd. Omdat bij andere pathologieën ook tau-eiwitten buiten de hersenen kunnen worden geproduceerd en kunnen worden misleid...

 

Alzheimerpatiënten vertonen cerebrale insulineresistentie, en lijden ook meestal aan een verstoring van de perifere homeostase van glucose. De afwezigheid van het Tau-proteïne zou de hypothalamus ongevoelig maken voor de effeten van dit hormoon (insuline-resistentie), waardoor die zieken meer gaan eten en de perifere homeostase van glucose wordt verstoord. Naast haar structurele rol zou het tau-proteïne betrokken zijn bij de effecten van insuline thv het brein, bepalend voor het geheugen en de glucose-homeostase. En daarnaast is insuline ook onmisbaar voor de plasticiteit van de hersenen . 

 

    • Apolipoproteïne E (ApoE) : Deze seniele plaque wordt niet alleen gevormd door amyloïde-complexen maar ook door apolipoproteïne E (ApoE). ApoE heeft een eiwitstructuur en treedt op als vetdrager voor cholesterol, vitamine E, fosfolipiden (waaronder fosfatidylcholine dat choline bevat dat op zijn beurt door sommige neuronen wordt gebruikt om de chemische messenger acetylcholine aan te maken)... Deze vetten zijn heel belangrijk voor de hersenen, die 2% van de totale lichaamsmassa vertegenwoordigen maar toch 25% van de totale hoeveelheid cholesterol bevatten. Cholesterol wordt er ter plaatse door neuronen aangemaakt, gebruikt als isolator, als structurele component in de neurale netwerken, als drager van chemische messengers (neurotransmitters) en meer algemeen als hulp in de communicatie tussen zenuwcellen. Daarnaast is cholesterol, zoals vit E, een antioxidant, vooral in de hersenen. We mogen dus stellen dat ApoE de reparatie van neuronen en het transport van de hierbij noodzakelijke cholesterol en vetten verzorgt.

 

Neuronen die cholesterol op een efficiënte manier aanmaken en verwijderen functioneren goed. Een team van onderzoekers van de UCL stelde vast dat het eiwit, dat verantwoordelijk is voor de vorming van de karakteristieke beschadigingen, de productie en eliminatie van cholesterol door de neuronen controleert. Bij mensen die aan Alzheimer lijden, kan een abnormaal metabolisme van dit eiwit het evenwicht verstoren tussen de productie en de vernietiging van de cholesterol die noodzakelijk is voor de hersenactiviteit

 

Er bestaan verschillende ApoE-types (ε) :

 

      • ApoE ε2 is een zeer goede stabiele drager zodat de bezitters van dit type een kleiner risico op Alzheimer lopen

      • ApoE ε3 is het meest verspreide type (60% van de bevolking) en heeft praktisch geen invloed op het ontstaan van Alzheimer

      • ApoE ε4 (bij 10 à 20% van de bevolking) is een slechte drager. Personen met dit type vervoeren minder beschermende cholesterol naar de neuronen en lopen statistisch gezien een hoger risico op de ontwikkeling van Alzheimer.

 

Bij een onvoldoende aanvoer van ApoE of bij een te lage aanvoer van choline via de voeding en dus ook een onvoldoende aanbod van fosfatidylcholine voor de neuronen, zal de celmembraan hieronder lijden. Bij de ziekte van Alzheimer is er niet alleen onvoldoende acetylcholine beschikbaar maar zijn ook de neuronen niet in staat haar te produceren. Zij werden immers vernietigd, en met hen ook het geheugen.

 

Een fout in het metabolisme van cholesterol en van vetten speelt aldus zeker een belangrijke rol in het ontstaan van Alzheimer.

 

    • SorLa-eiwit: de ziekte van Alzheimer zou ook kunnen veroorzaakt zijn door een tekort aan het proteïne SorLa dat behoort tot de familie van sortiline, een molecule die tussenkomt bij de dood van hersencellen geteisterd door bloedingen of door de vorming van bloedstolsel. Dit tekort veroorzaakt fouten in de normale ontaarding van een ander eiwit (APP, Amyloïd Precursor Protein) wat belangrijke schade veroorzaakt in de hersenen.  

 

    • Hersencellen van Alzheimerpatiënten zijn overactief bij het verwerken van afval (eerder werd juist gedacht dat het opruimen van eiwitten (autofagie) te traag werkte bij Alzheimer). De overactiviteit veroorzaakt ontstekingen rond de plaques in de gliacellen en de afsterven van neuronen . Vervolgonderzoek moet uitwijzen of een specifiek deel van het afvalverwerkingssysteem in het brein afgeremd kan worden, zodat ontstekingen in de gliacellen wellicht gedempt kunnen worden zonder de afvalverwerkingscapaciteit aan te tasten.

     

      1. Alle observatiestudies geven aan dat de factoren die de ontsteking versterken ook het risico op de ontwikkeling van neuro-degeneratieve aandoeningen verhogen (Alzheimer, Parkinson, Huttington) . Factoren zoals overgewicht, metaboolsyndroom, hypertensie, hypercholesterol, diabetes, roken, een dieet rijk aan verzadigde vetzuren en rood vlees, luchtvervuiling... De resultaten van verschillende experimentele studies bij mens en dier bevestigen deze stelling .

        1.  

Anderzijds zouden factoren die de ontsteking beperken, beschermen tegen neuro-degeneratieve aandoeningen : fysisch bewegen,  Mediterraan dieet, koffie en thee, kurkuma, calorie-restrictie en intermitterend vasten, en zelfs NSAID. Het MIND-dieet – een combinatie van het mediterraans dieet, het DASH-dieet en veel groenten – zou volgens de aanhangers het risico op dementie en Alzheimer verkleinen.

 

Het grote verschil met het DASH- en mediterrane dieet is dat je bij het MIND-dieet minstens zes porties bladgroenten en twee porties bessen per week hoort te eten.

 

Factoren die de ontsteking bevorderen : slaaptekort, chronische stress, voedingsmiddelen zoals frituurwaren, geraffineerde granen, gesuikerde voedingsmiddelen, fijne vleeswaren (charcuteries), additieven zoals dikmiddelen, emulgatoren...

  1.  

    • De samenstelling van de eiwitketens bepaalt hun uiteindelijke vorm in de ruimte (open vouwen). Normaal zorgen "chaperonnes", een cellulair verdedigingsmechanisme,  ervoor dat eiwitten geen ongewenste interacties ondergaan met andere proteïneketens. Zij vertragen de vouwing, zodat de zijketens nergens aan blijven plakken voordat contact wordt gemaakt met de receptor. Vooral langketen eiwitten zijn hier gevoelig voor. Klonters van verkeerd gevouwen eiwitten spelen een belangrijke rol in het ontstaan van sommige ziekten zoals Alzheimer, Parkinson, ALS (Amylotrofe Laterale Sclerose) . In grote klonters worden ook grote hoeveelheden chaperonnes aangetroffen. Blijkbaar slagen zij niet voldoende in hun opdracht. Klontervorming kan ontstaan door verhitting (denk maar aan het wit van een ei), en dus door hoge koorts, maar ook door stress, UV straling, verwonding, virale infecties...

 

Ontsteking is de rode draad. Ontsteking is zowel bij Alzheimer als bij hart- en vaatlijden duidelijk betrokken. Veel mensen met Alzheimer lijden ook aan een al dan niet uitgesproken vasculaire ziekte, die kan bijdragen tot een cognitief functieverlies. Het zal daarom ook niet verbazen dat aspirinedosissen (acetylsalicylzuur 80mg/dag omwille van het ontstekingswerend en bloedverdunnend effect)  niet alleen zin hebben bij hart- en vaatlijden maar ook bij Alzheimer . Een van de metabolieten van aspirine zou de celdood geassocieerd met Alzheimer, Parkinson en ziekte van Huntington blokkeren door een enzym (GABDH) te binden dat een belangrijke rol zou spelen in het ontstaan van deze neurodegeneratieve aandoeningen .

 

 

 Autopsie, de enige manier om de ziekte van Alzheimer met zekerheid vast te stellen, toont echter aan dat 10 à 40% van de onderzochte nog cognitief gezonde personen dezelfde seniele plaque vertonen als de personen met Alzheimer. Drie mogelijkheden :

 

 

 

Andere hypothesen :

 

1. De "normale" tauopathie (bij het verouderen) zit ingesloten binnen een diepe hersenzone betrokken bij het geheugen, de hippocampus. En met wat geluk blijft de tauopathie tot daar beperkt. Problemen treden pas op wanneer de tauopathie harder dan normaal toeslaat in de hippocampus, en dat daarnaast het peptide A bêta veel amyloïde-plaques gaat vormen.

 

De synergie tussen beide mechanismen steekt het vuur aan de lont en de tauopathie breekt uit. Blijkbaar gestimuleerd door het peptide A bêta gaat het abnormale tau uit zijn bergplaats breken en de rest van de hersenen belagen. De ene na de andere zullen de neuronen degenereren, progressief, steeds dezelfde weg volgend. Op die plaatsen zullen de brokstukken van de uiteengevallen axonen samen met de amyloïde-plaques seniele plaques vormen waarvan men denkt dat zij toxisch zijn. In ieder geval axonenverval, celdood, de ziekte van Alzheimer is duidelijk begonnen... André Delacourte, Unité 837 d'Inserm (Université de Lille-II) dans Science et Avenir, 12/2008 p9-15 .

 

---> de ziekte van Alzheimer is alleszins een ziekte, en geen normale veroudering. Alhoewel dat de leeftijd een belangrijke risicofactor vormt.

 

2. Het eiwit spastine kan de bevoorradingsketens binnen de zenuwcellen verbreken, wat leidt tot hun dood. De cellen verliezen eerst de controle over de juiste verdeling van de bèta amyloïd- en tau-eiwitten, die kleverig worden en gaan samenkitten in plaques typisch voor de ziekte van Alzheimer. De microtubuli zijn immers gevoeliger geworden voor spastine, dat optreedt als een moleculaire schaar die de microtubuli in stukjes snijdt. Bij gezonde personen is deze functie strikt gereguleerd. Voor alle duidelijkheid : het in stukjes snijden van de microtubuli en de vorming van nieuwe, is een normaal voorkomend verschijnsel. Alleen loopt het bij de ziekte van Alzheimer uit de hand. De controle is zoek....

 

3. Hersenen gebruiken glucose als primaire energiebron. Om de glucose binnen in de hersencellen te krijgen, produceren de hersenen hun eigen insuline. Wanneer echter deze insulineproductie daalt of bij insulineresistentie in de hersenen, zijn de hersencellen niet meer in staat glucose om te zetten in energie wat leidt tot atrofie en functieverlies. En dat gebeurt juist bij Alzheimer (zenuwcellen gaan 20  tot 40% minder glucose verbruiken tgv insulineresistentie), en wordt daarom soms type 3-diabetes genoemd, een soort diabetes van het brein. Dit is waarschijnlijk de reden waarom diabetici een duidelijk hoger risico lopen op de ontwikkeling van Alzheimer. Beiden staan in verband met insulineresistentie, in het lichaam en in de hersenen. Insulineverstuiving via de neus zou het korte termijngeheugen bij Alzheimer patiënten verbeteren .

 

Fructose en geraffineerde suikers zijn voor een groot deel verantwoordelijk voor de diabetes- en obesitasepidemie. Maar diabetici lopen een 2 tot 5 x hoger risico op Alzheimer.

 

Fructose et geraffineerde suikers kunnen alle eiwitten in het organisme beschadigen door glycatie met vorming van Advanced Glycation End Products (AGE's). Bij de meest voor glycatie gevoelige eiwitten staan de apolipoproteïnen van LDL-cholesterol en deze die zorgen voor het transport ervan, de fameuze ApoE waaronder ApoE4. De glycatie van ApoE4 zou een van de vroege processen kunnen zijn in de opeenvolgende ontaardingen die leiden tot het ontstaan van Alzheimer. Zo zou een vetarm maar suikerrijk dieet een tekort aan beschikbare cholesterol voor de neuronen veroorzaken...

 

Deze ontaardingen zijn ook de oorzaak van een lagere energieproductie door de mitochondria (onze energiecentrales) zowel bij diabetici als bij Alzheimer-patiënten. Deze vermindering zou ook de vorming van amyloïde plaques bevorderen.

 

Een dieet met lage tot matige glycemische index en met goede vetten zou daarom goed zijn en de hersenen beschermen. Dit type voeding beïnvloedt het insulinegehalte in het serum positief en vermindert de insulineresistentie. Deze laatste is een gemeenschappelijke factor in het ontstaan van obesitas, diabetes, en van cardiovasculaire en neurodegeneratieve aandoeningen. Deze hypothese wordt verder ondersteund door de resultaten van epidemiologische studies die erop wijzen dat een dieet rijk aan (groene) groenten en fruit, met een zwakke glycemische lading, arm aan verzadigde vetten (vooral deze afkomstig uit melk en runderen) maar rijk aan omega3-vetzuren , wordt geassocieerd met een lager risico op Alzheimer en op Parkinson , en op cognitief verval Jennifer L. Bayer-Carter, Pattie S. Green, Thomas J. Montine, Brian VanFossen, Laura D. Baker, G. Stennis Watson, Laura M. Bonner, Maureen Callaghan, James B. Leverenz, Brooke K. Walter, Elaine Tsai, Stephen R. Plymate, Nadia Postupna,  Charles W. Wilkinson, Jing Zhang, Johanna Lampe, Steven E. Kahn, ChB; Suzanne Craft; Diet Intervention and Cerebrospinal Fluid Biomarkers in Amnestic Mild Cognitive Impairment. Arch Neurol. 2011;68(6):743-752. doi:10.1001/archneurol.2011.125.
 
.

 

Ook vrouwen die borstvoeding geven zouden op latere leeftijd een lager risico hebben op Alzheimer. Waarschijnlijk omdat borstvoeding de insulinetolerantie herstelt die tijdens de zwangerschap aanzienlijk verlaagt. Een specifiek kenmerk van de ziekte van Alzheimer is net deze insulineresistentie in de hersenen Fox M. et al, The Journal of Alzheimer's Desease, July 23, 2013...

 

Noot :

De bèta-amyloïde-concentratie in de hersenen bepalen is niet evident. Hun aanwezigheid kan veel gemakkelijker gemeten worden in het bloed. Daarom werd het effect van verschillende voedingsstoffen op het bèta-amyloïd onderzocht op bloedstalen.

 

De hersenen kunnen echter ketonen als alternatieve brandstof gebruiken. Ketonen worden gevormd bij de verbranding van vet, vooral van middenlange keten-triglyceriden (MCT (medium chain triglycerides), zoals in kokosnootolie). Deze MCT worden niet gemetaboliseerd zoals langketen-triglyceriden die eerst met de gal moeten vermengd worden vooraleer zij via de galblaas in het verteringsstelsel belanden voor afvoer. MCT gaan rechtstreeks naar de lever voor omzetting in ketonen, geraken vandaar in de bloedbaan en verder in de hersenen. Een dieet arm aan koolhydraten (ketogeen dieet) zal het organisme verplichten over te schakelen naar de vorming van ketonlichamen uit vet (ketose). Ketonsuppletie (met bv. kokosnootolie) kan deze laatste omzetting stimuleren.

 

In tegenstelling tot een suikerrijk dieet verlaagt een ketogeen dieet de ontstekingsgraad gevoelig thv de hersenen. Juist die ontstekingstoestand ligt aan de basis van de ontwikkeling van ziekten als Alzheimer, Parkinson, epilepsie en Multiple Sclerose . Voedingsgewoonten spelen hierin een grote rol.

 

Bij bepaalde Alzheimer-patiënten vertraagt een ketogeen dieet de evolutie van hun ziekte. Bij andere is er zelfs sprake van een evolutiestop. Spijtig genoeg blijft het effect van zo'n dieet bij sommigen héél klein. In elk geval is het de moeite het effect van een ketogeen dieet uit te proberen, de patiënt kan er enkel bij winnen.

 

Momenteel wordt lipidperoxidatie geacht betrokken te zijn bij zenuwceldegeneratie en dementie.

 

4. Hygiëne-hypothese : Alzheimer komt duidelijk meer voor in rijke sterk verstedelijkte landen met een hoge hygiëne-standaard. Door het beperkt contact met bacteriën en andere micro-organismen (proper drinkwater, weinig infectieziekten...) zou het immuunsysteem minder ontwikkeld en hierdoor gevoeliger zijn aan herseninfecties geassocieerd met de ziekte van Alzheimer . Plaques zouden dan een gevolg zijn van een immuunrespons bedoeld om daar chronische infecties op te ruimen. Het Herpes simplex virus type 1 (HSV-1) maar ook microbiële infecties (Chlamydia pneumonia, bepaalde spirocheten...) zijn in vele Alzheimerhersenen aanwezig . De aanmaak van bèta-amyloïd eiwit (amyloïdecascade) zou deel uitmaken van een reactie van het organisme tegen pathogene indringers.... Anderzijds is het niet uitgesloten dat het in feite de ziekte van Alzheimer is die patiënten vatbaarder maakt voor opportunistische infecties...

 

5. Transmissie bij de mens : voor de eerste maal is aangetoond dat de bèta-amyloïdeiwitten die kenmerkend zijn voor de ziekte van Alzheimer, bij de mens kunnen worden overgedragen. Die eiwitten kunnen worden overgedragen door injecties van hypofyse-extracten, die in de jaren zestig tot negentig werden uitgevoerd bij groeistoornissen .

 

6. Hersenhypoxie : de hypothese over de rol van hypoxie bij het ontstaan van Alzheimer is niet nieuw : door het verhogen van de productie van stikstofmonoxide (NO) veroorzaakt het ontstane zuurstoftekort oxidatieve stress die de ontwikkeling van degeneratieve ziekten bevordert. Anderzijds hebben verscheidene onderzoekteams bewezen dat gewenning aan een toestand van hypoxie de neuronale ontaarding bij de rat in een experimenteel Alzheimer-model kan verminderen en de mogelijkheid voorop stelden dat een aanpassingsmechanisme aan de hypoxie dementie kon voorkomen door een overproductie aan NO af te remmen .

 

Er is steeds meer bewijs voor de belangrijke rol van mitochondriale disfunctie bij de ziekte van Alzheimer. Mitochondriale oxidatieve stress, afname van de activiteit van de ademhalingsketen en ATP productie zijn allemaal geassocieerd met de ziekte van Alzheimer, wat aangeeft dat het verbeteren van de mitochondriale functie en biogenese een veelbelovende therapeutische aanpak is voor de ziekte van Alzheimer. Stikstofmonoxide (NO) is een initiator van mitochondriale biogenese.

 

7. Ureumaccumulatie in de hersenen : ureum en ammoniak in de hersenen zijn metabolische afbraakproducten van eiwitten. Ureum is beter bekend als een stof die via de urine wordt uitgescheiden. Als ureum en ammoniak zich in het lichaam ophopen omdat de nieren er geen blijf mee weten, kunnen er bijvoorbeeld ernstige symptomen optreden. De opbouw van ureum tot een toxische hoeveelheid kan schade toebrengen aan de hersenen met eventueel dementie als gevolg (Alzheimer, Huntington...). Er is echter meer onderzoek nodig om de oorzaak van verhoogd ureum te onderzoeken, vooral wat betreft de mogelijke betrokkenheid van ammoniak en een systemisch metabool defect. Geneesmiddelen werden al  gebruikt om hoge niveaus van ammoniak in andere delen van het lichaam aan te pakken. Lactulose bv. (een veelgebruikt laxeermiddel) houdt ammoniak in de darmen vast. Misschien kan op een dag een veelgebruikt geneesmiddel de progressie van dementie stoppen.

 

Het ReCODE protocol : aan de ontwikkeling ervan lagen onderzoekers die de algemeen aangenomen oorzaak van de ziekte van Alzheimer terug in vraag stelden, en er in slaagden aan te tonen dat deze ontluisterende ziekte in werkelijkheid terug gaat op een verdedigingsmechanisme van de hersenen waarbij bèta-amyloïd ontstaat. Dit eiwit dat iedereen weg wil zou deel uitmaken van een beschermende reactie. Het bèta-amyloïd eiwit zou door de hersenen aangemaakt worden om zich te beschermen tegen drie bedreigingen : ontsteking (door de levensstijl, voedingsintoleranties, chronische infecties..., met verhoogde CRPus, IL-6 en TNF alfa, homocysteïne...), tekorten aan nutriënten (vit B12, vit D, Fe, Mg, Cu, Zn, Se, Glu... ), hormonen (estradiol, testosteron, TSH...) en toxische stoffen (zware metalen, toxines...). De wijze waarop de ziekte van Alzheimer optimaal kan worden behandeld, wordt dan duidelijk : identificatie en opruimen van de triggers (36 in totaal) die de hersenen aanzetten bèta-amyloïd eiwit te produceren, en het teveel ervan te verwijderen. Opdat de hersenen niet zouden worden aangezet bèta-amyloïd eiwit te produceren om zich te beschermen, kan het aangewezen zijn maatregelen te nemen op het gebied van voeding (KetoFlex 12/3, 12 uren-vasten), stress, beweging...

 

 

Je dient ook de behandeling van de ziekte van Alzheimer in een breder kader te zien en je realiseren dat de biologische factoren weliswaar belangrijk zijn maar niet exclusief. Zo spelen elementen van voeding, immuniteit, lipidenhuishouding, fysieke activiteit en sociale en cognitieve activiteit zeker ook een rol. Er is een hype geweest waarbij de biologische aanpak als alleen zaligmakend werd beschouwd maar nu beseffen we dat we ook de epidemiologische factoren niet uit het oog mogen verliezen. De genetica speelt dus een voorname rol maar al de andere genoemde elementen zijn eveneens van invloed MediQuality 21 september 2012, Alzheimer-update, een exclusief interview met Prof. Christine Van Broekhoven.. Met de Finger-studie (Finnish Geriatric Intervention Study to Prevent Cognitive Impairment and Disability, 2012) werd bewezen dat verbeteringen op gebied van levensstijl (voeding, bewegen), mentale en sociale stimulatie alsook het beheersen van de cardiovasculaire gezondheid, de cognitie verbeteren zelfs na de leeftijd van 60...

 

 Studies maken melding van een preventief effect van het BCG-vaccin tegen de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie (er is bovendien een verband tussen het BCG-vaccin en een daling van de mortaliteit bij personen die geen dementie hebben ontwikkeld, met een verminderd risico van 25% tijdens de 15 jaren follow-up – ongeacht de leeftijd). De patiënten lijken langer te leven en de incidentie van de ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie was lager na een behandeling met het BCG-vaccin .

 

 

Hoogstwaarschijnlijk hangt de ontwikkeling van de ziekte af van een combinatie van risicofactoren (triggers) :

 

    • leeftijd : dit vormt de voornaamste risicofactor in 90 à 95% van de gevallen.

    • vrouwelijk geslacht.

    • vasculaire aandoening in de hersenen : vertegenwoordigt één van de belangrijke risicofactoren om op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen.

    • familiale antecedenten/genetische oorzaken (ApoE4) : spelen een rol in 5 à 10% van de gevallen.

    • "licht cognitief deficit" zonder dementie (bv. tgv boezemfibrilleren, de meest frequent voorkomende hartritmestoornis).

    • verhoogd cardiovasculair risico (hypertensie, hypercholesterolemie, insulineresistentie, type 2-diabetes, hyperhomocysteinemie, roken, obesitas...) = verhoogd risico op de ziekte van Alzheimer en op vasculaire dementie ;

      • zelfs een milde stijging van de glykemie zou het risico op Alzheimer verhogen (insulineresistentie) ;

      • studies bij patiënten met Alzheimer toonden een verband tussen de ziekte en een verhoogd serumgehalte transvetzuren ;

      • bij muizen vonden onderzoekers het bewijs van het verband tussen obesitas en aandoeningen door tau-eiwitten in een neurodegeneratiemodel van de ziekte van Alzheimer .

    • ontsteking van het hersenweefsel : er bestaat een verband tussen het cognitief verval en het serumgehalte aan TNF-alfa, een stof die door de witte bloedlichaampjes wordt vrijgesteld bij een ontstekingstoestand.

    • vernietiging van neuronen door oxidatieve stress.

    • verstoring darmflora (microbioot) : onderzoekers vonden de bij Alzheimer betrokken eiwitten in de darm, jaren voor het optreden van de eerste symptomen van Alzheimer. Om later via de zenuwbanen te migreren naar de hersenen. Zo werden Curli-eiwitten, geproduceerd door bacterie E. coli, gelinkt aan het ontstaan van amyloïd-eiwitten in de hersenen. Andere vonden dat de darmflora van personen met amyloïd-eiwit-depots rijk was aan bacteriën die ontstekingen stimuleerden, terwijl dat het microbioot bij personen zonder die depots eerder rijk was aan ontstekingswerende bacteriën. Waarschijnlijk vormen kortketenvetzuren (KKVZ) de oorzaak, die, door inwerking op het centraal zenuwstelsel, de vrijstelling van inflammatoire cytokines uitlokken, met vervolgens het klitten van het alfa-synucleïne. Misschien verwonderlijk, want KKVZ zijn juist metabolieten die normaal gevormd worden door goede bacteriën. Maar een teveel aan goede bacteriën zou de oorzaak kunnen vormen. Het heeft zelfs een naam : SIBO (Small Intestine Bacterial Overgrowth : zie ook Maag- en darmstoornissen), en werd reeds in meerder studies gezien bij Parkinson. SIBO komt frequent voor bij Parkinson-lijders, en het behandelen zorgde voor mildere ziekte symptomen Dimitri Jacques, in Alternative santé, Alzheimer, Parkinson : le microbiote intestinal et les facteurs environnementaux en première ligne  (04 2018).

       
      .

    • verstoring van het immuunstelsel

      • dat zich richt tegen de hersenen ipv deze te beschermen, onder de invloed van genmutaties (clusterine en CR1)

      • door een ontregeling van de barrière tussen bloed en hersenen : wat wijst op een fout lopende lichaamsafweer

    • verstoring van de bloedvatherstelling tengevolge van dezelfde genvarianten.

    • hersentrauma, vooral wanneer samen met verlies van bewustzijn ; een trauma kan de compensatiecapaciteit van de hersenen verminderen, waardoor je, als je Alzheimer krijgt, veel sneller symptomen zal vertonen.

 

    • mentaal joggen :

      • tekort aan intellectuele oefening (aantal gelopen schooljaren, bestaande intellectuele bezigheid, vroegtijdige pensioenering...).

      • tekort aan verstrooiing, aandacht (voor zichzelf en voor anderen), verwondering (nieuwigheden, schoonheid...), interesse (nieuwigheden, hobby, kunst en cultuur...), nieuwe projecten...

    • fysisch joggen :

      • tekort aan bewegen : bewegen is nodig voor het boosten van onze zenuwsystemen .

 

    • zinktekort : zal natuurlijk ook leiden tot een verstoring van de Cu/Zn-balans; zink verdwijnt uit onze voeding door het gebruik van chelatoren (zoals glyphosaat in RoundUp°). Zink speelt o.a. een sleutelrol in het instandhouden van de ruimtelijke oriëntatie van eiwitten. Verliezen eiwitten hun oriëntatie door verhitten of door de inwerking van chemicaliën, dan kunnen ze gemakkelijker samenklitten.

    • te weinig leptine : naast haar rol in de regeling van het gewicht en de eetlust zou leptine ook tussenkomen in de hersenontwikkeling. Leptine vermindert inderdaad de concentraties bèta-amyloïden. Een recente studie laat zien dat personen met een laag leptinegehalte in het bloed op termijn een 4 x hoger risico op de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer lopen dan zij met hogere leptineconcentraties in hun bloed .

    • hoge urinezuurspiegels, schildklierontregeling...

    • tekort aan vitamine D & . Een vit D tekort kan bij ouderen alleszins de cognitieve achteruitgang versnellen .

     

    • pesticiden (ook DDT? ) : langdurige blootstelling eraan zou het risico op het ontwikkelen van dementie, Alzheimer en Parkinson duidelijk verhogen (gezien bij landbouwers) British Medical Journal, 1 december 2010   .

    • blootstelling aan koper, aluminium, kwik, lood...?

      • alumine gewonnen uit bauxiet, de ertsvorm van aluminium. Als rijsproduct bij de bereiding van brood, bewaarmiddel in charcuterie en voorbereide schotels, anti-klontermiddel voor zout, kleurstof voor snoepgoed..., aluminium zit verdoken als voedingsadditief en komt zelfs voor in babymelk (met risico de bloed-hersenbarrière te passeren). Aluminium zit ook in schoonheidsmiddelen (om de penetratie van crèmes te verbeteren), om nagellak uit te harden, in tandpasta voor witte tanden, in deodorants om de transpiratie te blokkeren - en als adjuvans in geneesmiddelen (sommige antiacida) en vaccins (Al(OH)3). Het aluminium dat in de hersenweefsels wordt teruggevonden is juist het aluminium hydroxide Al(OH)3. De kans dat het aluminium uit de voeding in de immuuncellen van de hersenen geraakt is nul of extreem laag. De EFSA (European Food Safety Authority) trok 3 jaar geleden aan de alarmbel en raad een beperking aan van het gebruik van aluminium (max. 1 mg Al per week per kg lichaamsgewicht). Maar hoe kan je dat meten ? De hoeveelheid aanwezige aluminium staat immers niet op de verpakking vermeld want deze vermelding is niet verplicht. Nochtans wijzen meer en meer studies op de toxiciteit van aluminium . Dit neurotoxine zou het risico op Alzheimer verdubbelen... Zo verdubbelt het drinken van water belast met > dan 100mcg aluminium het risico op de ziekte.

      • vrij-koper is de fractie van koper in bloed die niet gebonden is aan het kopertransporterende en ontgiftend eiwit ceruloplasmine. Deze ongebonden vorm van koper komt algemeen slechts in zeer lage concentratie voor in het bloed (0.00 -0.10 mgCu/l). Bij patiënten met dementie van het type Alzheimer werd de vrij-koper concentratie in het bloed onderzocht en verhoogd gevonden Squitti R, Pasqualetti P, Dal Forno G, Moffa F, Cassetta E, Lupoi D, Vernieri F, Rossi L, Baldassini M. Excess of serum copper not related to ceruloplasmin in Alzheimer disease. Neurology ; 2005; 64; 1040-46. Vrij koper kan immers door de hersenbarrière en kan daar oxidatieve schade veroorzaken. Koper kan het lichaam binnenkomen via multivitamine en -mineraalpreparaten, via leidingswater en waterboiler... Indien Alzheimer inderdaad gelinkt is aan een koperintoxicatie dan zouden zinksupplementen een veilige preventieve behandeling kunnen zijn...

    • het langdurig gebruik van anxiolytica (benzodiazepines : versterken selectief de werking van GABA waardoor de excitatie van de cellen wordt geremd), van slaapmiddelen en kalmeermiddelen zou ook een rol spelen bij het ontstaan van dementie (waaronder Alzheimer) Sciences et Avenir (octobre 2011, n°776).  . Hoewel we geen duidelijke oorzaak-gevolg relatie kunnen bewijzen, zien we toch dat de mensen die langdurig benzodiazepines kregen 50% meer kans lopen een vorm van dementie te ontwikkelen dan deze die er nooit namen Bernard Bégaud in INSERM, 27 september 2012 - BMJ, 28 september 2012, doi : 10.1136/bmj.e6231.   & . En we hebben hier te maken met een echte verslaafdheid aan benzodiazepines tengevolge van het massaal voorschrijven van deze "confort"medicatie...

    • bepaalde farmaca zoals anticholinergica (geneesmiddelen tegen allergie, arteriële hypertensie, maagzuur (PPI (Proton pomp inhibitoren) ), urine-incontinentie...) blokkeren acetylcholine (antagonisme): een tekort aan deze neurotransmitter is typisch voor Alzheimer ; bezwarend daarbij is dat deze medicamenten met anticholinerge eigenschappen toegediend aan bejaarden (waarbij courant allergie, arteriële hypertensie, maagzuur, urine-incontinentie, depressie, angst en slapeloosheid... voorkomen) ook in verband gebracht worden met een verhoogd risico op cognitief verval & .

    • slechte slaapkwaliteit : misschien draagt het gebruik van anxiolytica niet bij tot de ontwikkeling van Alzheimer... maar wel een slechte slaapkwaliteit. Slaapstoornissen zou één van de vroegste manieren kunnen zijn om patiënten met een risico op deze ziekte te identificeren. Een studie toonde aan dat een normale nacht slapen de hoeveelheid amyloïd-bèta eiwit in het hersenvocht vermindert terwijl een nachtje wakker blijven deze daling verstoort en er voor zorgt dat de hoeveelheid eiwit nagenoeg constant blijft .

    • blootstelling aan hevige emotionele stress , angst .

    • ...

 

Noot :

De eerste reden voor ziekenhuisopname van personen met dementie wordt gevormd door een ontregeling van hun biologische klok : hun slaappatroon is veranderd, is verdwenen of omgekeerd : zij slapen overdag en leven 's nachts. Andere patiënten geraken op het einde van de namiddag geagiteerd en verward (Sundowning syndrome). Het cognitief verval komt pas daarna. Nochtans wijst niets erop dat een ontregeling van de biologische klok dementie zou kunnen veroorzaken.

 

Andere slaapstoornissen zoals slaapapneu en Restless Legs Syndroom treden ook regelmatig op bij de ziekte van Alzheimer en hebben een grote impact op de patiënt en zijn/haar omgeving.

 

Voorboden :            

 

Er wordt enorm gecatastrofiseerd : als je een beetje vergeetachtig bent, lijdt je al aan "Minor Neurocognitive Disorder", volgens de laatste DSM-5 een voorstadium voor Alzheimer. Alzheimer is een heel vaag begrip en een vage ziekte. Veel onheilsberichten worden de wereld ingestuurd door mensen die geld willen voor onderzoek...

 

Wat we wel weten :

 

Bij personen die lijden aan deze ziekte komt een tekort voor van de neurotransmitter acetylcholine. Dit tekort veroorzaakt een slechte transmissie tussen de verschillende hersencellen, wat gedeeltelijk verklaart waarom deze patiënten problemen hebben met het herinneren en met correct redeneren. Een andere neurotransmitter, glutamaat (zie : "GABA"), is er ook bij betrokken : bij de ziekte van Alzheimer is het gehalte glutamaat uitzonderlijk hoog.

 

Voorboden :

 

    • steeds meer vermageren vanaf middelbare leeftijd tot op oudere leeftijd kan een verhoogd risico hebben op de ontwikkeling van milde cognitieve stoornissen (MCI - Mild Cognitive Imparment)

    • apathie of ‘het stilvallen’ is de kanarie in de koolmijn bij neurodegeneratieve aandoeningen zoals Azheimer of Parkinson.

    • progressief verlies van de smaak- en reukzin : het verlies van reukzin (anosmie) is een van de eerste tekenen van Alzheimer, en van Parkinson, tengevolge van de neuronontaarding thv de reukkolf (Bulbus olfactorius) :

      • in het algemeen hebben Parkinson-patiënten moeilijkheden met het detecteren van geuren terwijl Alzheimer-patiënten de geuren wel ervaren maar moeilijk van elkaar kunnen benoemen (zij vergeten er de kenmerken van) ;

      • depressieve patiënten onderscheiden minder goed de intensiteitsverschillen van geuren, onderscheiden moeilijker geuren in mengsels en zijn minder gevoelig voor aangename geuren, terwijl slechte geuren hun niet storen.

 

    • bruuske stemmings- en gedragsverandering

    • depressieve verschijnselen

    • bruuske verandering in personaliteit : sterk achterdochtig, agressief, of schuw

    • verlies aan initiatief

    • kort-geheugen verlies met verstoring van de sociale relaties : frequent vergeten zonder latere recuperatie van de informatie (vergeten is vergeten)

    • moeite met het uitvoeren van gewone dagelijkse taken : bv. eten maken

    • taalproblemen : constant vergeten van woorden of verkeerd gebruik van woorden

    • desoriëntatie in ruimte en tijd : herkent de weg naar huis niet meer

    • vermindering van het inschattingsvermogen : bv. zich kleden op een wijze die niet past bij de plaats of het seizoen

    • verstoring van het abstract denken : problemen met het beheren van agenda en budget

    • verstoring van de hersenzone betrokken bij het dagdromen (de functie van een dagdroom is te vergelijken met een "screensaver" op de computer, waarnaar automatisch wordt overgeschakeld bij taken die geen inspannende activiteiten van de hersenen vergen)

    • verkeerdelijk wegleggen van objecten : bv. handdoeken in de frigo...

    • de resultaten van een studie tonen het belang van de behandeling van gehoorverlies bij ouderen als een potentieel middel om de cognitieve achteruitgang van dementie te verminderen. Gebruik van hoortoestellen is daarom aangeraden.

 

Volgens de huidige inzichten kan onbehandeld gehoorverlies op een aantal manieren bijdragen aan cognitieve achteruitgang en dementie. Gehoorverlies kan de hersenen harder laten werken ten koste van andere mentale functies zoals denken en geheugen. Een andere mogelijkheid is dat gehoorverlies de verouderende hersenen sneller doet krimpen. Een derde mogelijkheid is dat gehoorverlies ertoe leidt dat mensen minder sociaal betrokken zijn en dat verminderde stimulatie kan leiden tot hersenatrofie .

 

    • verhoogde bloedwaarden van het lipoproteïne ApoE4 : deze patiënten vertonen een verhoogd risico op de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer (dit lipoproteïne speelt mogelijk een rol in het samenklitten van de splitsingproducten (Ab40 et Ab42) uit het amyloïd precursor proteïne).

 

 

Veranderingen in het humeur en depressieve neigingen gaan dus duidelijk het verlies van de cognitieve functie vooraf. En pas daarna treedt het verlies op van de functionele autonomie (wassen, aankleden, voeding, continentie...).

 

Doch opgelet : wanneer normale geheugenstoornissen verkeerdelijk beschouwd worden als tekenen van de ziekte van Alzheimer, wanneer depressie als normaal wordt beschouwd (een zwartgallige bejaarde verontrust niet onmiddellijk zijn omgeving)... dan wordt de grens tussen een normale veroudering en een pathologische onzeker. Het is waar dat sommigen onweerlegbaar beter gewapend zijn tegen het cognitief verval dan anderen. Toch kan geen enkele diagnose voorbij gaan aan de eigen geschiedenis van de persoon. Het risico is inderdaad reëel dat de bejaarde die als ziek wordt beschouwd, niet de persoon is die "het noorden verliest" maar de persoon is die er niet in slaagt zich te ontplooien en te genieten van haar pensioen. Gerontopsychologische studies tonen aan dat sociale netwerken, verstrooiing, intellectuele bezigheden, wat fysische activiteit een positieve impact hebben op de intellectuele mogelijkheden van de ouderen. Wanneer de oudere niet in staat is of niet kan profiteren van het leven, dan is de onmogelijkheid gelukkig te zijn al een pathologie op zich...

 

Noot:

Alzheimer is ook een hypometabole stoornis. Verlies van eetlust, van lichaamsgewicht en lage glucosespiegels worden gezien bij de meeste Alzheimer-patiënten. Hypometabolisme en lage glucoseniveaus creëren samen een soort van "calorische restrictieve omgeving". Zo'n omgeving zal op natuurlijke wijze het ontstaan en de groei van tumoren remmen (zie : "Warburg-theorie"). In tegenstelling tot glucose- en calorierestrictie (zie "Ketogeen dieet") leidt het hypometabolisme bij Alzheimerpatiënten niet tot de vorming van ketonen. Het lager kankerrisico bij deze patiënten is eerder het gevolg van verlies van eetlust, waardoor verlies van lichaamsgewicht met lage glykemie optreedt ...

 

Het verbeteren van het glucosegebruik en het verminderen van ontstekingen in het hele lichaam - inclusief de hersenen - door GLP-1-agonisten (zie "Diabetes") zou de progressie van slopende ziekten zoals Alzheimer en Parkinson kunnen vertragen. Volgens de onderzoekers lijken diabetesregimes, van semaglutide tot oude klassiekers als insuline en metformine, verschillende aspecten van het metabolisch systeem dat betrokken is bij de ziekte van Alzheimer aan te pakken, waaronder een eiwit genaamd amyloïde en ontsteking ... Wordt vervolgd...

 

Evolutie :            

 

De ziekte van Alzheimer is een verraderlijke ziekte : op het moment dat de symptomen een doktersadvies vereisen bevindt de ziekte zich reeds in een gevorderd stadium. Nochtans laat een vroegtijdige diagnose van de ziekte een zekere vertraging toe van de evolutie-symptomen.

 

Een test, de Mini-Mental Status Examination (MMSE) test van Folstein, wordt dikwijls gebruikt. De zieke moet hier een aantal simpele vragen beantwoorden (hoe laat is het nu, welke dag van de week, welke plaats, welke stad?, een object benoemen...) en vervolgens een serie eenvoudige instructies uitvoeren (lezen, schrijven, kleine berekeningen maken...).

 

Geen enkele test bepaalt met 100% zekerheid de ziekte bij een levende patiënt. De diagnose berust dus op een grondige klinische evaluatie die de symptomen moet bevestigen en toelaat andere mogelijke oorzaken uit te sluiten (depressie, schildklieraandoening, nevenwerkingen van farmaca...).

 

De enige manier om de diagnose van de ziekte van Alzheimer te bevestigen is door autopsie van de hersenen na het overlijden. De aanwezigheid van seniele plaques laat toe de ziekte van Alzheimer te onderscheiden van andere vormen van dementie.

 

Noot : Er wordt, voorlopig enkel in de research, gebruik gemaakt van een radioactieve tracer, het PIB, voor de directe visualisering van de plaques in levende hersenen waarbij gebruik gemaakt wordt van de TEP techniek (tomografie met positon-emissie).

 

Andere markers : APOE E4 status, atrophie van de hippocampus (beeldvorming). 

(apolipoprotéine E is een transportlipoproteïne voor cholesterol in het bloed)

 

 

Psychisch verloopt de ziekte van Alzheimer in 5 fazen :

 

Verwondering, ongeloof, opstandigheid, agressie, apathie. Vooral de fasen van opstandigheid en agressie wegen zwaar op de onmiddellijke omgeving van de patiënt. De afdaling naar de hel : het wordt voor hen zwaar steeds terug het geduld op te brengen, met het risico, uit paniek, wreed te reageren op de partner die zij bewonderden en lief hadden. De partner die een vreemdeling wordt, het rouwproces van een koppel, een desillusie die lang kan duren...

 

Men moet leren aanvaarden dat de patiënt met Alzheimer reeds het onmogelijke doet, dat hij/zij niet meer kan doen en niet beter. Aanvaarden dat men niet meer kan begrijpen wat in het hoofd van de patiënt gebeurt, welke zijn gevoelens zijn. Begrip noch competentie kunnen helpen. Toch moet men de realiteit leren aanvaarden, dat hier "morgen, beter" niet bestaat. Dat hij/zij terug een kleine kind wordt voor wie de dood niet bestaat, noch het leven, noch de tijd die gaat, nog hier of elders bestaat.

 

Nochtan is het  enige dat gebleven is zijn onmiddellijke omgeving : zijn huis, en U : samen, zijn "thuis".

 

 

Klinisch verloopt de ziekte van Alzheimer in 3 fazen :

 

Meestal worden reeds klachten van verlies van geheugen en depressieve gevoelens gemeld 8 tot 10 jaar voor de diagnose wordt gesteld en ondervinden patiënten moeilijkheden om kleine complexe taken uit te voeren (telefoneren, gebruik van geld, beheer van medicatie) 5 tot 6 jaar voor de diagnose.

 

Geheugentraining (zie "Geheugenstoornissen") en het voorkomen/behandelen van groeiende depressieve symptomen (zie "Depressie, Preventie" of eventueel met antidepressiva ) zou de evolutie van de ziekte van Alzheimer kunnen afremmen.

 

Fase 1 :

 

Initiële fase, met een duur van 2 à 4 jaar.

 

Deze fase wordt gekenmerkt door de ontaarding van de neuronen van het emotioneel/cognitief systeem (limbisch systeem, zie : "Autonome regelsystemen"), welke de geheugenzone vormt in de hersenen, verantwoordelijk voor de link tussen het korte termijn-geheugen (acetylcholine) en het lange termijn-geheugen (glutamaat).

 

In deze fase vertoont de Alzheimer-patiënt een licht verlies van de geheugencapaciteit :

 

    • moeilijk om informatie op de halen : vergeten van kleine zaken (namen, oude gebeurtenissen...)

    • moeilijk om informatie uit te wisselen : kleine problemen met communicatie

    • moeilijk met het opslaan van informatie : kleine moeilijkheden met het bewaren van nieuwe informatie (recente gebeurtenissen...)

 

Daarbij worden alleen de cholinerge neuronen beschadigd, alsof de ziekte de geheugenneuronen zou selecteren. Deze ontaarding gaat gepaard met een volume vermindering van de geheugenzone met ongeveer 25%

 

Fase 2 :

 

Tussenfase, de langste : de duur varieert tussen 2 en 10 jaar!

 

Verergering van de ziekte met ernstige aftakeling van het korte termijn-geheugen (acetylcholine) en van het lange termijn-geheugen (glutamaat)

 

    • verlies van het korte termijn-geheugen, en hierdoor ook communicatiemoeilijkheden

    • vervolgens treedt een belangrijke daling op van de acetylcholine voorraad in de neuronen, wat normaal nodig is voor het stockeren van nieuwe informatie in de glutaminerge neuronen van het lange termijn-geheugen

    • voor de patiënt : verandering van personaliteit, confusie, woede, droefheid, stoornissen van concentratie en oriëntatie...

    • voor de omgeving : afscheid nemen van iemand die blijft leven...

 

Fase 3 :

 

Gevorderd stadium, duurt ongeveer 1 à 3 jaar.

 

Bijna totale vernietiging van het limbisch systeem (90%). Vervolgens valt de ziekte nu ook de cholinerge neuronen uit de cortex aan, met vernietiging van de herinnering en haar recuperatie.

 

    • compleet verlies van de recuperatie-capaciteit

    • voor de patiënt : het verlies van zijn verleden, van zijn familie, van zijn vrienden... maakt hem angstig, gaat gepaard met veranderingen in humeur, in geestesgesteldheid, in gedrag, met slaap- en ritmestoornissen (waak/slaap)

    • vervolgens, het totaal verlies van de capaciteit te communiceren en te functioneren : Sailing into Darkness...(Iris Murdoch)

 

Fase 4 :

 

Deze fase eindigt met het totaal verlies van autonomie, van de fysische en cognitieve functies, en tenslotte met het overlijden van de patiënt. Juist voor te sterven, wordt de patiënt stom, geketend aan bed en uitgeput... Dikwijls overlijdt de patiënt niet door de ziekte zelf, maar eerder door secondaire infecties welke de verzwakte organen overrompelen.

 

De levensverwachting kan sterk variëren tegenover het gemiddelde (van 3 tot 20 jaar), de patiënt overlijdt gemiddeld na 8 à 10 jaar.

 

Praktisch :            

 

  1. Voor het verminderen van de risicofactoren of als preventie kunnen bepaalde maatregelen of voorzorgen helpen :

 

    • sociale en intellectuele bedrijvigheid (lezen, kruiswoordraadsels oplossen, kaartspelen, andere talen leren...) ; maar ook, een dagboek houden, naar muziek luisteren, praten met anderen... ; meertalige Alzheimerpatiënten vertonen de symptomen van de ziekte later dan eentalige.

 

De omgeving heeft na verloop van tijd soms het gevoel dat de persoon met alzheimer minder emoties toont en minder betrokken is, maar dat is omdat er veel gefocust wordt op kennisgeheugen, wat verloren gaat bij de patiënt. Maar het emotionele is niet verloren.

 

Bekijk ook "Les allegros d'Alzheimer", 10 kleine filmpjes over de invloed van muziek (en muziektherapie) op ons brein (enkel beschikbaar en Français).

 

    • men denkt reeds lang dat het hebben van een levensdoel, ongeacht de leeftijd, waarschijnlijk de beste bescherming biedt tegen het seniel worden. Een doel hebben in het leven, plannen maken zou beschermen tegen de cognitief achteruitgang die voorafgaat aan neurodegeneratieve processen zoals de ziekte van Alzheimer ;

 

    • luminotherapie (als compensatie voor een tekort aan zonlicht) : zou het algemeen humeur ten goede komen, en het circadiaans ritme helpen herstellen Journal of Nursing Research, 11 janvier 2012 – Interview du Pr Pierre Krolak-Salmon, 12 janvier 2012. Zie : "Depressie".

 

    • fysische activiteit : lichamelijke oefening doet ook de hersenen werken die centraal staan in de coördinatie van de bewegingen ; bewegen bevordert de cardiovasculaire gezondheidstoestand en verzekert aldus de bloedcirculatie in de hersenen ; eventueel complexe taken in stukken uitvoeren (het huishouden doen, eten klaarmaken, tuinieren...) ; er zijn studies die wijzen op een sterk beschermend effect van krachttraining op het risico op dementie. Volgens een studie hebben mensen die hoog scoren op een handkrachttest (een goede indicator voor algemene kracht) 4 tot 5 maal minder kans op dementie dan mensen die slecht scoren op deze test.

 

    • intermitterend vasten (vooral samen met "bewegen") : kan, zoals doorgedreven vasten, heilzame effecten hebben (zie : "Calorie-restrictie")   ;

    • Fasting mimicking diet (FMD) : minder streng en restrictief dan “traditioneel” vasten, impliceert het imiteren van de effecten van vasten terwijl de aanvoer van een voldoende hoeveelheid voedingsstoffen wordt gehandhaaft. Het is zowel hoog in onverzadigde vetten (de “goede” vetten van oliën, vetvissen en noten) en laag in calorieën, eiwitten en koolhydraten. Een ander kenmerk van FMD is dat het slechts een dieet van 5 dagen is ; studieresultaten bij muizen : de 2 belangrijkste markers van de ziekte van Alzheimer, amyloïde plaques en tau-eiwitten, waren verlaagd ;

 

    • het gebruik van een helm bij contactsport, of bij het fietsen ;

 

    • beperkte consumptie van wijn (alhoewel polyfenolen een belangrijke beschermende rol zouden spelen) ;

 

    • supplementen met antioxidanten : Zn (antidoot voor Cu), Se, bèta-caroteen, astaxanthine, vit C, coënzym Q10... : bij de ziekte van Alzheimer, vertonen de hersenen dikwijls littekens veroorzaakt door zuurstofrijke actieve bestanddelen (ZAB of ROS, reactive oxygen species) ; normaal wordt hun reactiviteit getemperd door sterke antioxidant defensie-systemen op basis van enzymen (catalase, glutathion peroxidase, superoxide dismutase (SOD)) en met substanties met laag moleculair gewicht zoals vit C, vit A, vit E, bepaalde mineralen en carotenoïden. Ook betanine (rode biet) reduceert sterk de oxidatie van bèta-amyloïd . In pathologische situaties kan de productie van ROS de endogene antioxidant-capaciteit overtreffen.

 

    • supplementen van de 8 vormen van vit E : studies (1): Mary S et al. “A Controlled Trial of Selegiline, Alpha-Tocopherol, or Both as Treatment for Alzheimer’s Disease” New England Journal of Medicine (1997) 336:1216-1222.
      (2): Ricciarelli, R et al. Vitamin E and neurodegenerative diseases. Molecular Aspects of Medicine 28 (5–6): 591–606.
      (3): Mangialasche F, Xu W, Kivipelto M, Costanzi E et al. Tocopherols and tocotrienols plasma levels are associated with cognitive impairment. Neurobiol Aging. 2011 Dec 20.
       
      lieten zien dat lage vit E-waarden in het serum gelinkt waren aan het optreden van Alzheimer. Deze verlaging van het vit E-serumgehalte is niet de oorzaak maar het gevolg van de ziekte : in tegenstelling tot alfa-tocoferol alleen, zouden de 8 vormen van vit E beschermen tegen de ziekte of haar verloop afremmen. Een diepere analyse van de resultaten wees gamma-tocoferol en alle tocotriënolen aan als de meest actieve vormen (met uitzondering van bèta-tocotriënol) ; een recente studie toont eveneens voor alfa-tocoferol alleen de capaciteit aan het fysiek verval af te remmen bij patiënten die lijden aan lichte tot matige vormen van de ziekte van Alzheimer.

     

    • supplementen vitamine D en vetoplosbare nutriënten (vetzuren, vit E types, carotenoïden, vit A...) essentieel voor de hersenwerking : vooral oudere personen met tekorten aan deze nutriënten lopen een 4x hoger risico op dementie en Alzheimer .

 

    • supplementen met vitamine aLA, B3, B6, B9 en B12 :

      • liponzuur (aLA) verhoogt de fluiditeit van de celmembraan van de RBC : vooral bij het ouder worden, wordt de celmembraan minder soepel.

      • vitamine B3 (niacine) :

        • verbetert de overdracht van elektrische impulsen tussen neuronen en daarmee de korte termijn geheugencircuits.

        • beschermt de neuronen van de "substantia nigra" tegen de gevormde vrije radicalen uit de neurotoxinen.

      • vitamine B6 (pyridoxine) : wordt in verband gebracht met verschillende geheugenfuncties.

      • vitamine B9 (foliumzuur) : foliumzuur wordt in verband gebracht met bescherming van homocysteïne-concentraties in het plasma. Een dosis van 650mcg/ml bevordert mogelijk de omzetting van de risicofactor homocysteïne tot methionine (een verhoogde homocysteïne-spiegel in het plasma is een risicofactor voor hart- en vaatziekten en voor Alzheimer )  (zie "Methylcyclus"). Een verhoogd gehalte van het aminozuur homocysteïne in het bloed speelt een rol bij de ontwikkeling van cerebral small vessel disease (hersenvaatschade).

      • vitamine B12 (cyanocobalamine) : de meeste ouderlingen lijden aan seniele dementie, veroorzaakt door een tekort aan vit B12.

        • is nauw gekoppeld aan de foliumzuur-afhankelijke reacties zoals de omzetting van het toxische homocysteïne naar methionine.

        • draagt bij tot het goed functioneren van zenuwcellen (betrokken bij de vorming van de myeline-schede) en tot de mentale gezondheid.

        • is nauw gekoppeld aan de foliumzuur-afhankelijke reacties (intrinsiek factor).

 

    • supplementen voor het :

      • beschermen van de myeline-schede : B12, B1, B5, koper, oleïnezuur (olijfolie, amandelen, pecannoten, avocado...)

      • bevorderen van de fosfolipidenstructuur van de myeline-schede :

        • Calcium AEP (calcium amino ethanol fosfaat) :

          • deze unieke vorm van calcium bindt de vetzuren en elektrolyten in de celmembraan, wat zorgt voor een membraanpotentiaal

          • treedt op als neurotransmitter die een belangrijke rol speelt bij verhelpen van auto-immuunziekten zoals MS

        • Fosfatidylserine : verbetert de cognitieve functies

        • Haaienleverolie : een vetoplosbare antioxidant ter bescherming van de myeline-schede

        • Vit E complex : zie hoger

 

 

    • voeding rijk aan meervoudig onverzadigde vetzuren (MOVZ) van het omega3 type :

 

 

---> studies tonen aan dat ook vitamine D en magnesium het gehalte aan ontstekingsfactoren doen dalen en zo hersenschade beperken. Een controle van het gehalte aan vitamine D in het bloed is aangewezen : te lage vitamine D spiegels in het bloed zijn in verband gebracht met de ontwikkeling van de ziekte en van dementie.

 

      • een voldoende aanvoer van omega3 vetzuren (EPA) is belangrijk in de preventie van atherosclerose, hoofdoorzaak van CVA ;

      • een voldoende aanvoer van omega3 vetzuren (DHA in visolie) is belangrijk in de preventie van de ziekte van Alzheimer : DHA doet het gehalte stijgen van LR11, een eiwit waaraan Alzheimer-patiënten een gebrek hebben ; de resultaten van een studie wijzen uit dat het gehalte ADH in direct verband staat met veranderingen bij Alzheimer en de aanwezigheid van ontstekingsmarkers in het hersenvocht ;

      • een voldoende aanvoer van omega3 vetzuren (DHA+EPA) leidt tot lagere serumspiegels van Aβ42, een variant van het Aβ-peptide dat veel sterker tot plaquevorming leidt : hoge Aβ42-waarden verhogen de prognose op Alzheimer Gu Y, Schupf N et al. Nutrient intake and plasma β-amyloid. Neurology. 2012/05 .

      • een voldoende aanvoer van ALA (alfa linoleenzuur, omega3 vetzuur, voorloper van EPA en DHA) : kan de cognitieve functies bij Alzheimer-patiënten stabiliseren en de ziekte-evolutie afremmen .

 

Een aangepaste voeding met meer vis en minder vlees kan het risico op Alzheimer verminderen met 20% American Journal of Clinical Nutrition, 09/2009 .

 

Alzheimer-muizen blijven gezonder op een Mediterraan dieet . Bij de mens waarschijnlijk ook .

 

    • voeding arm aan suiker (ketogeen dieet) en rijk aan MCT (Medium Chain Triglycerides, in palm- en kokosnootolie) : als primaire bron van ketonlichamen zorgen zij voor een alternatieve hersenbrandstofbron wat kan bijdragen in de preventie van hersenatrofie bij dementie.

 

    • in de biosynthese van choline uit glycine via de verschillende stappen serine, ethanolamine, fosfatidylethanolamine, fosfatidylcholine en choline. De trimethylatie van het fosfatidylethanolamine hangt af van de aanwezigheid van vit B12, van foliumzuur en van methionine (zie ook : "Methylcyclus") ;  

 

    • acetylcholine wordt gesynthetiseerd uit choline en acetylCoA (dat aangemaakt wordt uit pyruvaat via het pyruvaat dehydrogenase in de oxidatieve glycolyse). Het is algemeen bekend dat een verlaging van de partiële O2 druk het metabolisme vermindert of onderdrukt ;

 

    • fytotherapie :

      • Ginkgo biloba, met bewezen werking in de eerste fase van de ziekte ;

      • Kurkuma : is een uitstekende ontstekingsremmer (verlaagt TNF) en antioxidant. Het zou plaquevorming in de hersenen tegengaan ;

      • bij de vrouw na de menopauze : een oestrogeen-supplement, liefst plantaardig van oorsprong (Soja, Fenegriek, Salie..) ;

      • Aesculus hippocastanum (Paardekastanje) : de bladeren bevatten flavonoïden (kaempferol) met vaatverwijdende werking. In de cognitieve geneeskunde is kaempferol een veelbelovende stof voor de verbetering van de hersenontaarding : het staat bekend als een antioxidans en bloedsomloopbevorderende stof bij cerebrale vasculaire insufficiëntie (kaempferol zit ook in Ginkgo biloba) ;

      • Crocus sativus (Saffraan)

      • Camellia sinensis (Groene thee) : voor haar sterke antioxidanteigenschappen ;

      • Salvia officinalis (Salie) : bevat triterpenen met anticholinesterase-activiteit en brengt rust (onrust is dikwijls sterk uitgesproken bij Alzheimer-patiënten) ;

      • Melissa officinalis (Citroenmelisse) : vertoont een acetylcholinesterase-remmer activiteit en brengt rust ;

      • Cinnamomum zeylanicum (Kaneel) : bevat cinnamonium aldehyde en epicatechine die het aan elkaar hechten en de kluwvorming van tau-proteïnen zouden verhinderen en beschermen tegen oxidatieve stress ;

      • Ambrosia artemisiifolia (Alsemambrosia - Common ragweed) ,

      • Hericium erinaceus (Pruikzwam) : deze schimmel bevat erinacine en hericenon, 2 moleculen die de synthese van NGF (Nerve Growth Factor) stimuleren (zij gaan immers door de bloed-hersen barrière); NGF is een belangrijk element in de groei en de overleving van nieuw gevormde en mature neuronen. Anomalieën in de synthese van NGF zouden bijdragen tot neurologische aandoeningen zoals Alzheiemr en Parkinon.

 

    • farmaca :

      • in de preventie wordt het gebruik van statines, coffeïne en nicotine (een pleister tegen geheugenverlies...) onderzocht... ;

      • alhoewel geen enkele behandeling de ziekte kan genezen laten bepaalde medicamenten toe de symptomen uit te stellen of te verminderen : donezepil, rivastigmine, galantamine, memantine... ;

      • aducanumab, een monoclonaal antilihaam, werd in 2022 aanvaard als test-DMT (Disease-Modifying Treatment) in een vroeg stadium van de ziekte of zelfs preventief bij risicopatiënten ;

      • ...

 

 

 

 

  1. Binnen het kader van de ziekte van Alzheimer :

 

 

    1.  

    2. Deze studie aan de universiteit van Californië betrof 10 patiënten met geheugenverlies geassocieerd aan de ziekte van Alzheimer, aan een geringe cognitieve stoornis (MCI) of aan een subjectieve cognitieve stoornis. 6 patiënten hadden hun job moeten opgeven of konden moeilijk hun job behouden. Het programma omvatte 36 punten waaronder aanpassingen op gebied van voeding, hersengymnastiek, fysisch bewegen, beter slapen, vitaminen enz, aangepast op individuele basis. Zo werd voor een patiënte die moeilijk haar weg naar huis terug vond de volgende therapie uitgestippeld :

  1.  

      • eliminatie uit de voeding van enkelvoudige suikers (met verlies van 9kg lichaamsgewicht als gevolg)

      • eliminatie uit de voeding van gluten en bewerkte voedingsmiddelen enerzijds en anderzijds een verhoogde consumptie van fruit en groeten

      • stressbeheer met yoga en meditatie, 20 minuten 2x per dag

      • supplementen melatonine en langere slaaptijden tot  7-8 uren per nacht

      • 30 minuten beweging per dag, 4 tot 6x per week.

      • elke dag supplementen vitaminen B12 en D3, visolie, coënzym Q10

      • ...

 

Uit deze studie blijkt dat, zeker in het beginstadium, het cognitief verval gedeeltelijk bepaald wordt door metabole processen... Alzheimer is in elk geval een complexe aandoening. En haar oplossing een combinatie van strategieën.

 

 

Voor een beter stressbeheer veroorzaakt door de moeilijke communicatie :

 

      • probeer te begrijpen dat het de ziekte is die spreekt en niet de persoon

      • luister, hou visueel contact zodat de patiënt weet dat er naar hem/haar wordt geluisterd

      • vermijd een lawaaierige omgeving die de communicatie verstoort

      • gebruik korte zinnen en simpele woorden, geef duidelijke instructies (taak per taak)

      • geef de patiënt de tijd om te antwoorden

      • vermijd kritische opmerkingen, ongeduld, standjes, discussies... : zij dienen tot niets

      • probeer de patiënt niet te overtuigen : dit veroorzaakt alleen maar frustratie en agitatie

      • maak gebruik van duidelijke visuele indicaties (post-it's, foto's, pillendoosje met dag en moment van de dag...) : het zijn voor de patiënt duidelijke herkenningsmiddelen

      • blijf kalm : de toon van de stem is een communicatiemedium op zich

 

 

Een tussenkomst op voedingsvlak is noodzakelijk bij de patiënt en bij zijn omgeving. En dit vereist een gespecialiseerde aanpak.

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.