Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Voedingsadditieven

 

          Laatste bijwerking : 2023-05-16

 

 

Voedingsadditieven zijn natuurlijke of synthetische stoffen die aan "industrieel" bereide voedingsmiddelen worden toegevoegd. Een voedingsadditief wordt niet als voedingsstof beschouwd en zit normaal niet in ons voedsel. Het wordt wel aan ons voedsel toegevoegd om technologische redenen tijdens de behandelingsfasen (fabricatie, transformatie, bereiding, behandeling, verpakking, transport of bewaring) van voedingsmiddelen.

 

In de EU zijn meer dan 300 voedingsadditieven toegelaten. Hun gebruik is onderworpen aan een heel strenge reglementering, volgens het principe van de positieve lijst : alle producten die er niet in staan zijn niet toegelaten.


De rol van elk additief en een lijst van de voedingsmiddelen waarin ze mogen verwerkt worden werd door experten opgesteld. Alleen de onschadelijke additieven die tegemoet komen aan een technologische behoefte of die voor de consument noodzakelijk zijn werden weerhouden.  Voor elk additief werd een aanvaardbare dagelijkse hoeveelheid (ADH) vastgelegd. Theoretisch is deze ADH 100 à 1000 x zwakker dan de hoeveelheid die een risico zou inhoudt. Voor bepaalde additieven werd geen ADH weerhouden : de wetgeving laat het gebruik van zo'n additief toe voor zover de gebruikte proportie van dit additief de hoeveelheid nodig voor het bereiken van een gewenst effect (bv. een kleur) niet overschrijdt. Dit is het principe van de quantum satis. De toegelaten additieven zijn dus "à priori" zonder gevaar.

 

Maar wat met het cocktaileffect? Tegenwoordig worden bij mensen zo’n zevenhonderd industriële chemicaliën aangetroffen die niet bij onze grootouders aanwezig waren. Hoeveel kan ons lichaam aan?

 

Want eigenlijk weten we het niet zo goed. Wij stellen immers, sedert jaren, een significante verhoging vast van het aantal allergie-, intolerantie- en overgevoeligheidsreacties. We verdenken wel bepaalde additieven ervan intolerantie of allergie uit te lokken, maar harde bewijzen ontbreken. In elk geval kan de volledige onschadelijkheid niet gegarandeerd worden, vooral indien belangrijke hoeveelheden worden ingenomen. Want het probleem situeert zich rond de opstapeling : additieven worden immers in alles gebruikt. Wij kennen de potentiële risico's van overdreven gebruik niet. Wij hebben geen benul van de mogelijke interacties tussen de verschillende additieven welke samen worden ingenomen.

 

Ondertussen weten we ook dat de intense industriële processen die worden gebruikt om ultrabewerkt voedsel te produceren, de natuurlijke structuur van de ingrediënten vernietigen. Op die manier verdwijnen veel nuttige voedingsstoffen zoals vezels, vitamines en mineralen. Erger nog, onderzoek wijst erop dat ultrabewerkt voedsel ontstekingsreacties in het lichaam veroorzaakt omdat zulke voeding als “vreemd” wordt herkend, zoals een binnendringende bacterie...

 

Uit een Italiaanse studie bleek dat bepaalde ontstekingswaarden – zoals een hoger aantal witte bloedcellen – hoger waren in groepen die het vaakst ultrabewerkt voedsel aten. Gewoonlijk verdwijnt die ontstekingsreactie vrij snel, maar sommige mensen kunnen in hun hele lichaam chronische ontstekingen krijgen. Dit kan weefselbeschadiging veroorzaken en is gelinkt aan veel chronische ziekten, zoals (darm)kanker en hart- en vaatziekten.

 

Het is dus aangeraden het voorzichtigheidsprincipe te hanteren en additieven zoveel mogelijk te mijden, vooral de "verdachte" en/of deze welke "in staat zijn allergische of overgevoeligheidsreacties" uit te lokken.

 

 

Overzicht inhoud :

 

De indeling van de voedingsadditieven

 

De verdachte additieven

 

De additieven die allergische of overgevoeligheidsreacties kunnen uitlokken

 

Enkele additieven die onze aandacht opeisen

 

Enkele additieven in detail

 

De aroma's : een aparte groep                           

 

Het ergste : de endocriene disruptors                           

 

Praktisch

                                                                                              

 

Inhoud :

De indeling van de voedingsadditieven :             

 

Voedingsadditieven zijn stoffen zonder voedingswaarde welke in kleine hoeveelheden worden toegevoegd aan voorbereide eetwaren, met een bewezen doel : de houdbaarheid verzekeren, de smaak verbeteren, een bepaalde textuur creëren, het versterken van een kleur welke tijdens het bewerken werd aangetast. Zij mogen evenwel niet gebruikt worden om de consument te doen geloven dat...

 

Hoe sterker een voedingsmiddel is gekleurd, veranderd of bewerkt, hoe meer additieven het bevat : snoepgoed, voorbereide schotels, sauzen en bereide desserten, charcuterie en sla-dressing, gebak, siropen, ijsjes, limonades, specerijen, soepen...

 

Alhoewel het merendeel van de additieven synthetisch worden aangemaakt, zijn er toch nog veel natuurlijke of minerale additieven. Sommige zijn zelfs belangrijke micronutriënten (vitaminen...). Ook natuurlijke additieven worden verplicht vermeld in de lijst van voedingsadditieven.

 

Elk additief kreeg een eigen Europese codering : een E gevolgd door een cijfer. De voornaamste groepen zijn :

 

 

De kleurstoffen : E100  --->  E1xx

 

De bewaarmiddelen : E200  --->  E2xx (en het E1105)

 

De antioxidanten en verzuringsmiddelen : E310  --->  E3xx

 

De emulgatoren en indikmiddelen : E407  ---> E5xx

 

De smaakverbeteraars : E620 ---> E6xx

 

De diversen : E459, E900, E903, E904, E999, E1201, E1202

 

De kunstmatige zoetmiddelen : E951, E952, E953

 

 

Zie ook : lijst van additieven van het Voedselagentschap

 

Noot :

      • Binnen deze groepen bestaan er kleinere groepen van additieven zoals schuimmiddelen, fermentatie-stoffen, bevochtigers, omhulstoffen, vulmiddelen, anti-agglomerantia...

 

      • "Voedselcontaminanten" zijn stoffen die in voedingsmiddelen gevormd worden onder invloed van schimmels, warmte en zelfs verpakkingsmaterialen (zoals BPA, bisfenol A). Zie verder : "De endocriene disruptors".

 

      • "Chemische vervuiling" ontstaat door uitwisseling met het milieu : zo kan een plant, geteeld in een bodem rijk aan zware metalen, door deze laatsten vervuild worden. Sporen van zware metalen kunnen op ons bord belanden via het keukenmateriaal : plastic recipiënten gebruikt in de micro-golf, opgewarmde wegwerpborden en -bekers, inkt gebruikt op voedselverpakkingen...

 

      • Door het gebruik van een "natuurlijk extract" worden de natuurlijke verhoudingen gerespecteerd. Hier voor is dus geen E-code vereist, de indicatie "bevat natuurlijke extracten" is dan voldoende.

 

Dus zolang geen molecule wordt afgezonderd en een voedingsstof als zodanig wordt gebruikt als bv. een kleurstof, dan zullen alle inhoudstoffen die de voedingsstof bevat terecht komen in het afgewerkte product.

 

De consument die nu nog altijd piekert over E-nummers, loopt echter hopeloos achter. Voedselfabrikanten zijn je angsten altijd een stapje voor. Fosfaten in charcuterie worden 'fosfaatvervangers' die een etiket zonder E-nummer toestaan. "Tapiocazetmeel" klinkt beter dan "polyfosfaat E452". Maar het zetmeel van de tropische knol doet in je hesp net hetzelfde: het water vasthouden dat in de ham werd gespoten.

 

De verdachte additieven :             

 

Het zijn vooral deze met tegenstrijdige analyseresultaten of waarvan studies bij dieren teratogeniciteit hebben aangetoond

 

 

De kleurstoffen : allen behalve : E120 (cochenille, karmijnzuur), E131 (patentblauw V), E132 (indigotine of indigokarmijn)

 

De bewaarmiddelen : allen behalve : E200, E202, E203, E220 à E228, E249 à E252, E1105

 

De antioxidanten en verzuringsmiddelen : allen behalve E322 (lecithinen)

 

De emulgatoren en indikmiddelen : allen behalve de E410 à E417 en de E476

 

De smaakverbeteraars : geen enkele

 

De diversen : allen behalve de E903 et E904 (schellak als glansmiddel op snoep, pillen, appelen...)

 

De kunstmatige zoetmiddelen : E952, E953

 

Synthetische emulgatoren bv. gedragen zich een beetje als zeep die de slijmlaag van de darmen verwijdert en het microbioom beschadigt. Het goede nieuws is dat onze microben flexibel zijn zolang ze gezond worden gehouden met gezond, vezelrijk voedsel. Zo kan een deel van de ongezonde effecten van emulgatoren ongedaan gemaakt worden.

De additieven die allergische of overgevoeligheidsreacties kunnen uitlokken :             

 

De kleurstoffen : allen behalve E133, E142, E150c, E150d, E171, E173 (die echter verdacht blijven)

 

De bewaarmiddelen : allen behalve : E234 à E242, E284 à E285 (die echter verdacht blijven)

 

De antioxidanten en verzuringsmiddelen : E310 à E321 (alle andere blijven echter verdacht behalve E322)

 

De emulgatoren en indikmiddelen : E410 à E417 en E476 (alle andere blijven echter verdacht)

 

De smaakverbeteraars : allen

 

De diversen : E903 en E904 (schellak als glansmiddel op snoep, pillen, appelen...) : alle andere blijven echter verdacht

 

De kunstmatige zoetmiddelen : E951 (E952 en E953 blijven verdacht)

 

Enkele additieven die onze aandacht opeisen :             

 

Bij de kleurstoffen :

 

    • verdachte :

      • E127 (erythrosine) : eventuele hyperthyroïdie-problemen

      • E133 (briljantblauw) : mogelijke resten van kankerverwekkende stoffen

      • E171 (titaan dioxide) : potentieel risico op kanker (klasse B2, IARC) verboden sinds aug 2022

        • zit in alles : zonnecrème's, cosmetica, tandpasta's, snoep, chewinggum, chocolade, koekjes...

        • meestal als nano-deeltje en kan dus overgaan in de bloedcirculatie en verder naar de weefsels

        • alle synthetische kleurstoffen zijn onnodig

 

    • allergie-uitlokkende :

      • E120 (cochenille rood), E127 (erythrosine) : voor jood gevoelige allergieën

      • E161g (canthaxantine), E102 (tartrazine) alsook E110 (oranjegeel S), E122, E124 (ponceau 4R, cochenillerood A), E151 (stikstofkleurstoffen)

 

Vanaf 2013 heeft de Europese Commissie op basis van adviezen van EFSA (Europese autoriteit voor voedselveiligheid), beslist om strikterer gebruiksvoorwaarden voor de kleurstoffen E104 (chinolinegeel), E110 en E124 op teleggen, om de gezondheid van de consument te beschermen...

 

Bij de bewaarmiddelen :

 

    • verdachte :

      • E249, E250 (nitrieten) : productie van kankerverwekkende nitrosaminen

      • E210 à E213 (benzoëzuur en zouten) : contactdermatitis, neurotoxisch, maagproblemen...

        • de associatie natriumbenzoaat (E211) + vitamine C vormt het kankerverwekkend benzeen

      • E220 : toxisch zwaveldioxide (vooral in wijnen)

        • enkel "bevat sulfieten" te vermelden op het etiket bij > 10mg sulfiet per liter wijn

      • E230 à E232 (bifenylen en derivaten) : zijn potentieel mutageen

 

    • allergie-uitlokkende :

      • E200 à E203 (vit C en zouten) : kunnen een contactallergie-reactie uitlokken rond de mond

      • E220 à E228 (zwavel en sulfieten) : risico op verteringsproblemen en huidreacties

 

Bij de antioxidanten en verzuringsmiddelen :

 

    • verdachte :

      • E320 - E321 (antioxidantia) : risico op stimulatie van bestaande tumoren ; bij hoge doses, werd bij de rat levertoxiciteit gezien met E320, en effecten op de reproductie en hyperthyroïdie met E321

      • E338 à E341 (fosforzuur en zouten) : kan de verbening verstoring door een minder goede opname van calcium thv de darm

 

    • allergie-uitlokkende :

      • E310 à E312 (gallaten), E322 (lecithine) : wanneer afkomstig uit eieren of uit soja

 

Bij de emulgatoren en indikmiddelen :

 

    • verdachte :

      • E407 - E407a (carragenen) : kunnen een verzwering thv de maagwand veroorzaken, met hoge doses en bij regelmatig gebruik

      • E431 à E436 (polyoxyethyleenzouten) : risico op flatulentie, op teratogeniciteit, op het vrijkomen van resten van schadelijke stoffen

 

    • allergie-uitlokkende :

      • E410 et E 412 (gommen) : opletten

 

Bij de smaakverbeteraars :

 

    • verdachte :

      • ...

 

    • allergie-uitlokkende :

      • E620 à E625 (glutamaten, umami) : het Chinees restaurant syndroom : nausea, hoofdpijn, zelfs tot astma-crisis... Alhoewel deze reacties werden in twijfel getrokken.

 

Bij de kunstmatige zoetmiddelen :

 

    • verdachte :

      • E951 en E962 (aspartaam) : mogelijk kankerverwekkend (B2 WGO/IARC 2023). Anderzijds heeft het JECFA net voor de derde keer de veiligheid van aspartaam opnieuw geëvalueerd (2023) en de huidige ADI van 40 mg per kg lichaamsgewicht per dag (voor een persoon van 60kg) bevestigd.

      • E952 (cyclaamzuur) : verboden in de VS sedert 1969, bij ons... ?

      • E954 (sacharine en zouten) : kunnen een laxatief effect uitlokken.

 

    • allergie-uitlokkende :

      • ...

 

Enkele additieven in detail :             

 

E621 : het mononatriumglutamaat, MSG, ve-tsin (smaakverbeteraars) :

 

E621 is een zout van L-glutamaat, een aminozuur. Het wordt kunstmatig aangemaakt uit melasse, een bijproduct van de suikerbereiding. Het komt echter ook voor in de natuur, zelfs in ons organisme waar het tussenkomt als neurotransmitter in de signaaloverdracht tussen neuronen en het zenuwstelsel. Zelfs moedermelk is rijk aan E621! E621 bevindt zich op natuurlijke wijze in proteïnerijk voedsel zoals melk, vlees, gevogelte, vis, paddestoelen en gefermenteerde kazen...

 

Onderzoeken wezen uit dat E621 smakelijker maakt (de umami smaak). E621 kan dus je voedselkeuze én eetlust manipuleren.

 

E621 wordt actueel toegevoegd aan bijna alle industrieel bereide en gekruide eetwaren en in het bijzonder aan parmesankaas, gedroogde tomaten, sardienen... (als "gehydrolyseerd plantaardig eiwit") Oosterse schotels zijn echte E621 bommen. Het Chinees restaurant syndroom kan hier opduiken met nausea, hoofdpijn, zelfs astma-crisis. Alhoewel deze reacties werden in twijfel getrokken. Zelfs de tabakindustrie gebruikt umami om hun sigaretten een betere smaak te geven.

 

E621 bevindt zich ook in de zogenaamde "light" producten waar zij het smaakverlies door het mijden van vetten moeten maskeren.

 

En hierin schuilt juist het gevaar : onbewust nemen wij elke dag belangrijke hoeveelheden MSG op, zonder het te beseffen.

 

Nochtans is MSG niet alleen maar een stof die onze smaakpapillen streelt - L-glutamaat is ook een neurotransmitter in de hersenen die zorgt voor de onderlinge communicatie tussen neuronen.

 

Inderdaad stimuleert E621, als neurotransmitter, de hersenen. Bij de rat werd een link gelegd tussen hersenschade, zwaarlijvigheid en vraatzucht door overmatig gebruik van glutamaten European Journal of Clinical Nutrition 08/2005 . Alhoewel de resultaten van de studie een sterke vermindering van de ADH suggereren, werd door de wetgever geen enkele aanpassing verricht.

 

Bij overmatige consumptie kunnen symptomen optreden die geassocieerd worden met angst, ADHD en autisme en kunnen chronische ontstekingen in ons lichaam verhogen. Het verminderen van MSG in het dieet kan deze symptomen helpen verminderen.

 

Het is eigenaardig dat E621 schijnbaar een gewenningseffect vertoont : men kan moeilijk van die eetwaren afblijven eenmaal men er mee begint (chips...). Best dus consumeren met mate.

 

 

E951 : aspartaam (kunstmatige zoetmiddelen) :

 

Aspartaam suikert 200x meer dan suiker. Er is dus weinig van nodig en het bezit praktisch geen calorieën.

 

Vroeger werd aspartaam dikwijls in vraag gesteld. Sedertdien zette de EFSA (Europese autoriteit voor de voedselveiligheid) een studie op betreffende aspartaam waarvan de resultaten wezen op de veiligheid en de onschadelijkheid indien de ADH wordt gerespecteerd (40mg/kg/dag).

 

Alhoewel, mogelijke interacties tussen aspartaam en andere additieven zijn nooit uit te sluiten.

 

Het is waar dat aspartaam, in een vochtig midden en bij een temperatuur van 30 à 90°C, uit een valt. Om die reden mag aspartaam niet gebruikt worden voor het bakken of braden. Anderzijds wordt aspartaam na de opname in het organisme gemetaboliseerd in methanol, asparaginezuur en in fenylalanine.

 

      • bepaalde individuen met fenylketonurie bezitten een enzymdefect waardoor het vrijgestelde fenylalanine niet wordt gemetaboliseerd en wordt opgestapeld : zij mogen dus geen aspartaam gebruiken.

      • de hoeveelheid gevormde (vluchtige) methanol is zeer zwak in vergelijking met het gevormde methanol na ingestie van fruit (maar in fruit zit methanol wel gebonden op pectine). Bij de metabolisatie van vrije methanol uit aspartaam in ons organisme ontstaat het toxische formaldehyde, dat de myelineschede rond de zenuwbanen kan schaden. Deze neurodegeneratie zou een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van breinaandoeningen zoals Alzheimer .

      • het aminozuur asparaginezuur is een neurotransmitter. De bereikte concentraties in het bloed zouden echter niet het metabolisme thv de hersenen beïnvloeden.

 

Een wetenschappelijke studie suggereert nochtans dat aspartaam een negatief effect zou hebben op mensen met een bestaande depressie. Ook zou, op lange termijn, het regelmatig gebruik van kunstmatige zoetmiddelen het risico op obesitas verdubbelen : hoe meer kunstmatig gezoete dranken worden gebruikt, hoe meer de BMI kan verhogen Fowler S. and coll., Obesity, 5/06/2008 (gezondheid.be) .

 

Extrapolatie van de resultaten verkregen bij muizen naar mensen suggereert dat consumptie van aspartaam in doses onder de door de FDA aanbevolen maximale dagelijkse inname neurogedragsveranderingen kan veroorzaken bij personen die aspartaam gebruiken en hun nakomelingen .

 

Bepaalde nutritionisten verdenken aspartaam ervan het verlangen naar suiker (calorieën) te ondersteunen. Voor het organisme is een zoete smaak steeds gelinkt aan een aanvoer van calorieën. Dit lokt een bepaald verwerkingsmechanisme uit. Kunstmatige zoetmiddelen brengen wel de smaak maar geen calorieën aan. Hierdoor stijgt in het organisme de vraag naar calorieën en wordt als compensatie meer voedsel gegeten. Studies wezen erop dat kunstmatige zoetmiddelen zoals aspartaam de calorie-inname doen verhogen met 150Kcal per maaltijd Katherine Appleton, Queen's University of Belfast.

 

Bovendien bevordert de regelmatige blootstelling aan een zoete smaak de voorkeur voor die smaak en omgekeerd. Regelmatig gebruik van zoetstoffen ontwent een persoon niet van de zoete smaak. Hij blijft bijgevolg aangetrokken door zoet.

 

Aspartaam is omnipresent zodat de inname van hoge dosissen niet meer onmogelijk is. In de "Merck manual", een referentie naslagwerk voor goede medische praktijken, worden hoge dosissen aspartaam in verband gebracht met foetale misvormingen. Verschillende studies wezen op een statistisch verband tussen het gebruik van aspartaam door zwangere vrouwen en  vroeggeboorte... (1) Halldorsson T.I. et al., Intake of artificially sweetened soft drinks and risk of preterm delivery: a prospective cohort study in 59334 Danish pregnant women. Am. J. Clin. Nutr. 2010, 92: 626-633.
(2) Englund-Ögge L, Brantsæter AL, Haugen M, Sengpiel V, Khatibi A, Myhre R, Myking S, Meltzer HM, Kacerovsky M, Nilsen RM, Jacobsson B. Association between intake of artificially sweetened and sugar-sweetened beverages and preterm delivery: a large prospective cohort study. Am J Clin Nutr. 2012 Aug 1.

 

Aspartaam is voor meer dan 90% opgebouwd uit 2 aminozuren (fenylalanine en aspartaat) die er voor bekend staan de secretie van insuline en leptine (zie "Darmhormonen") te verhogen : beide hormonen zijn betrokken bij de verzadiging en de vetopslag. Dus zelfs zonder suikerinname kan aspartaam de insuline en leptine gehalten doen stijgen... Chronische blootstelling aan teveel insuline leidt tot insuline-resistentie en bij teveel leptine tot leptine-resistentie. Waardoor de hormonale antwoorden die aangeven te stoppen met eten, vet te verbranden... niet meer worden doorgegeven.

 

In elk geval doet aspartaam of een andere vervangmiddel niet vermageren. Intensieve zoetmiddelen zoals aspartaam stellen immers ook een volumeprobleem : zij zijn zo krachtig dat de bereiding meestal moet aangevuld worden met een product dat volume geeft. Soms is dat zetmeel, wat vaak betekent dat het aantal calorieën bespaard met de zoetstof weer wordt toegevoegd.

 

Niet-nutritieve zoetstoffen zijn niet inert of ongevaarlijk. Dierstudies (2022) tonen aan dat zij het microbioom beïnvloeden en de metabolische respons op bloedglucose aantasten .

 

In een nieuw rapport (2023) spreekt de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) klare taal : de keuze voor vervangsuikers in plaats van vrije echte suikers is niet per se een gezonder alternatief en zal je op lange termijn niet slanker, en al zeker niet gezonder maken. In hun nieuwe aanbeveling stelt de WHO dat ze na systematisch onderzoek kunnen besluiten dat vervangsuikers op lange termijn het vetpercentage in je lichaam niet naar beneden halen én dat de langdurige consumptie van dit soort kunstmatige zoetstoffen ook nog eens de kans op type 2-diabetes, hart- en vaatziekten en (vroegtijdige) sterfte verhoogt .

 

De aroma's, een aparte groep :             

 

Aroma's zijn eigenlijk geuren (neus). De rol van synthetische aroma's is cruciaal want zij kosten minder dan de natuurlijke vormen. Doch het aroma vormt maar 1 van de 2 componenten van smaak, naast de smaakbeleving op de tong (mond). Zij zijn onafscheidelijk : een yoghurt met aardbeismaak zorgt niet alleen voor een gesuikerde aardbeismaak op de tong, maar zal eenmaal in de mond zijn vluchtige aroma's vrijstellen die de neus bereiken via de retro-nasale wegen (via het strottenhoofd naar de geurreceptoren in de neusholte).

 

De wetgeving betreffende de natuurlijke en kunstmatige aroma's is veel minder streng dan deze voor additieven. Nochtans worden aroma's dikwijls gebruikt voor een tekort aan smaak te verdoezelen.

 

De aroma's kunnen worden ingedeeld in 3 categorieën : de natuurlijke, de natuurlijk identieke, en de synthetische.

 

Bv. vanille :

 

Natuurlijk vanille komt overeen met het  4-hydroxy-3-methoxybenzaldehyde, een natuurlijk bestanddeel geïsoleerd uit een tropische orchidee uit Mexico (Vanilla planifolia). Aangezien echter de natuurlijke cultuur van deze bloem niet kan voldoen aan de wereldvraag naar vanille, wordt deze laatste ook synthetisch geproduceerd uit gaiacol of uit lignine, een bijproduct uit de papierindustrie (of door fermentatie van ferulinezuur, bekomen uit rijstzemelen). Het bekomen product, vanilline, is identiek aan het natuurlijk product (dezelfde chemische structuur), maar synthetisch aangemaakt. Op de verpakking mag de vermelding "natuurlijk aroma" ook gebruikt worden voor de synthetische vorm.

 

Vervolgens werden derivaten van het natuurlijk identiek product maar met een sterker aromatisch vermogen ontwikkeld (bv. het ethylvanilline) : het betreft hier een synthetisch product dat niet als dusdanig voorkomt in de natuur.

 

Gezien hun aantal (> 3000 opgenomen stoffen), zullen de evaluatie-resultaten nog enigszins op zich laten wachten.

 

Het ergste : de endocriene disruptors             

 

In onze leefomgeving komen veel natuurlijke of synthetische endocriene disruptors (EDs) of hormoonontregelende chemische stoffen (HCS's) voor : in voedingsmiddelen, lucht, bodem, synthetische producten... : bisfenol A (BPA), ftalaten (DEP, DHP, DCHP), PCB, dioxines, pesticiden, in medisch materiaal in plastic, tandcement, bepaalde farmaca op basis van soja (fyto-oestrogenen), voeding op basis van soja, oestrogenen (anticonceptie-pil), zelfs in (goedkope?) cosmetica... Zij interfereren op een of andere manier de regelsystemen voor hormonen en verstoren dus de homeostase. Met eventueel een impact op de nakomelingen...

 

Dit "exposoom" (of geheel van vreemde stoffen waaraan iemand in zijn leven blootstaat) bepaalt verrassend veel het risico op ziekte en zou doorslaggevender zijn dan het genoom (het geheel van erfelijke kenmerken) Dr. Lode Godderis, Arbeidsgeneeskunde KULeuven in Karakter 2012 nr 37 (Academische stichting Leuven).

 
. Je bent dus niet alleen wat je eet, maar ook wat je drinkt en inademt... Zelfs wat je op je huid smeert : let vooral op met cosmetica die op de huid blijven of in de huid dringen (huidcrème, huidmelk, zonnecrème... ; zeep, douchegel en dergelijke zouden niet direct verontrusten). Raadpleeg op de verpakking de ingrediëntenlijst en zoek naar stoffen zoals propylparaben, butylparaben, ethylhexylmethoxycinnamaat, benzofenon (UV-filter) ...

 

Deze EDs beïnvloeden de ontwikkeling en de functie van het reproductieapparaat en leiden tot bv. seksuele afwijkingen bij kaaimannen, bepaalde weekdieren en zeehonden. Bij de mens steeg, de laatste 20 jaar, het aantal genitale afwijkingen fors (de testes die niet migreren naar de balzak tijdens de puberteit, afwijkingen thv de urineleider (hypospadia),  micropenis...), terwijl de spermaproductie daalde. Stoffen als ftalaten, pesticiden, PCB's, dioxines, nanopartikels van TiO , Ag (gebruikt op voedingsmiddelen (groenten, fruit...) en in bewerkt voedsel, voedingssupplementen, voedingsingrediënten en cosmetica...) worden hier met de vinger gewezen.

 

Ook veelgebruikte geneesmiddelen zoals pijnstillers (paracetamol) en NSAID zouden de productie van testosteron en van prostaglandinen Pg remmen .

 

Daarnaast komen meer en meer hormoonafhankelijke kankers voor (borst-, prostaat-, testes-). Worden beschuldigd, stoffen als PCB's, dioxine, organische oplosmiddelen, parabenen... Een studie van het Franse INSERM wees ook op de schadelijkheid voor de baby in utero van fenolderivaten zoals 3-benzophenone parabenen die men terugvindt in bepaalde zonnecrèmes, cosmetica en zepen .

 

Zij bootsen de effecten van een natuurlijk hormoon na. Vooral de vrucht en de foetus zijn er erg gevoelig aan, gezien hun intense hormonale activiteit. Maar ook de eerste levensmaanden, zelfs de eerste 2 levensjaren, wanneer de organen zich volop ontwikkelen, zijn risicoperioden. De effecten op de gezondheid uiten zich later, soms veel later : bij de geboorte, maar ook later in de kindertijd, als volwassene, en zelfs generaties later...

 

Lees ook : "Hormonen : natuurlijke, synthetische en antropogene stoffen".

 

De Europese commissie stelt voor een gegevensbank op te richten met al de chemische stoffen waarvan de ED-activiteit werd bewezen (ongeveer 550 stoffen). De VS staan wat verder : "National Report on Human Exposure to Environmental Chemicals" zie op : "Centers for Disease Control and Prevention (CDC)".

 

In een overzichtsrapport van de VN-organisatie, gepubliceerd in 2013, wordt gesteld dat bewijs ondersteunt dat chemicaliën een rol spelen bij de toename van voortplantingsproblemen, hormoongerelateerde kankers, gedrags- en leerproblemen inclusief ADHD, dyslexie, lager IQ en autisme, infecties, astma, en mogelijk obesitas en diabetes. De WHO noemt hormoonverstorende stoffen daarom in haar vuistdikke rapport (State of the Science of Endocrine Disrupting Chemicals 2012) ook een 'mondiale dreiging'. De organisatie adviseert om uit voorzorg nu al stoffen te verbieden, om te voorkomen dat mensen ziek worden.

 

 

Praktisch :             

 

Uit een studie (2019) blijkt duidelijk dat er steeds meer aanwijzingen zijn dat er een link is tussen een ultrabewerkt eetpatroon en diabetes type 2, hart- en vaataandoeningen, darmziekten, kanker, dementie en vroegtijdig overlijden. Waar voedingswetenschappers het ondertussen over eens zijn, is dat ultrabewerkt voedsel overgewicht en obesitas in de hand werkt.

 

Fabrieksvoeding vult ons lichaam, maar met wat precies? Je moet al een halve biochemicus zijn om te begrijpen waarvoor de meeste ingrediënten staan en wat ze doen. Dat ze niet meteen ‘recht uit grootmoeders keuken’ komen, is ondertussen wel duidelijk.

 

Bepaalde voedingsadditieven zijn absoluut noodzakelijk opdat voedingswaren aan de actuele eisen op gebied van hygiëne en voedselveiligheid zouden voldoen. Het compleet verwijderen uit onze voeding is dus helemaal niet realistisch. Het maximaal vermijden van verdachte of allergiserende additieven is doenbaar.

 

Het idee is dus niet het tegen elke prijs zoeken naar mogelijke additieven, maar eerder hun consumptie te verminderen door het grondig lezen van de etiketten en door te kiezen voor producten "gegarandeerd zonder".

 

Europa pakt ook de voedseletiketten aan : lees verordening 1169/2011 die ingaat op 13 dec 2014. Zie ook deze praktische info. Een revisie van de verordering ligt ter studie (2021).

 

De beste manier om ontstekingsreacties door de voeding te voorkomen, is helemaal geen ultrabewerkt voedsel te eten. Van sommige plantaardige diëten met veel natuurlijke, onbewerkte voedingsmiddelen (zoals het mediterrane dieet) is ook aangetoond dat ze ontstekingsremmend werken. Dit kan ook verklaren waarom plantaardige diëten zonder ultrabewerkte voedingsmiddelen chronische ziekten kunnen helpen voorkomen...

 

 

Dus :

 

    • Lees grondig de product-etiketten en kies voor producten met geen of weinig additieven (zie ook "Feingold dieet").

    • Verkies simpele voedingswaren, zo min mogelijk bewerkt.

    • Matig het eten van gezouten en gerookte vleeswaren (gerookte producten bevatten polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). PAK’s worden ingedeeld bij de kankerverwekkende stoffen).

    • Kies voor ter plaatse gesneden eetwaren dan voor luchtdicht voorverpakte vormen.

    • Vermijd de zogenaamde "light" producten! (zie ook : "Functionele voeding").

    • Mijd producten waarvan de toevoeging van kleurstoffen klaar en duidelijk is (te helle kleuren...).

 

Opgelet : sommige kleurstoffen werden in verband gebracht met hyperactiviteit bij kinderen, zie : "ADHD".

 

 

Vermijd EDs :

 

    • Was zorgvuldig alle fruit en groenten, vooral indien niet biologisch geteeld.

    • Vermijd bij kinderen jonger dan 3 jaar (aanbeveling van AFSSA 2009) de consumptie van producten op basis van niet gefermenteerde soja (volwassenen zijn minder gevoelig aan fyto-oestrogenen), wetende dat deze natuurlijke ED een "anti-jood" activiteit bezit (schildklier!).

    • Gebruik pannen uit inox of met een keramische antibaklaag (dus geen Teflon PFOA, PFOS), en inerte recipiënten (in glas, inox, keramiek...).

    • Vermijd blikconserven, frisdrank in blik (de binnenfilm bevat bisfenol A).

    • Gebruik glas of keramiek in de microgolfoven : BPA uit plastiek (ook speciaal voor microgolf) kan in het voedsel lekken.

    • Vermijd het gebruik van plastiek recipiënten (in contact met voedsel of drank) met de vermelding PC (polycarbonaat) of met nummer 7 op de bodem in of onder het recyclagesymbool (aanduiding voor BPA in plastiek). Type 3 (PVC) kan ook BPA bevatten als antioxidant voor plastics.

 

en  

    • Verwijder de rekbare film boven een verpakking met vette voedingsmiddelen vooraleer het gebruik in een microgolfoven (vrijstelling van ftalaten).

    • Vermijd voedingsadditieven met de code E320 (BHA) en de serie E214-219 (parabenen).

    • Beperk zoveel mogelijk het gebruik van lichaamsverzorgingsproducten, vooral tijdens de zwangerschap. Sommige producten bevatten ftalaten, parabenen, BHA, benzofenon (UV-filter)... (controleer de lijst van de inhoudsstoffen op de verpakking).

    • Controleer de afkomst van drinkwater : waterzuiveringsstations zijn niet in staat EDs eruit te filteren (bronnen : hospitaalafval, urine van vrouwen behandeld met hormonen (pil, HST...), pesticiden, kunstmest...) ; de plaatselijke intercommunale voor waterdistributie en sanering moet deze informatie kunnen verschaffen op eenvoudige aanvraag...

    • ...

 

 

Noot :

En in schoonheidsproducten (parfum, deo, maquillage, shampoo, zeep...) ? : zo werden triclosan en triclocarban, 2 antibacteriêle stoffen in tal van courante verzorgingsproducten, terug gevonden in het organisme van zwangere vrouwen vanwaar zij kunnen overgaan naar de foetus...

 

Laat ons bovendien niet vergeten dat het om veel meer redenen nuttig is om te praten over ultrabewerkt voedsel dan enkel om de eventuele impact op onze gezondheid. Al het ultrabewerkt voedsel is verpakt, vaak in plastic dat maar een keer gebruikt kan worden. Ultrabewerkt voedsel vergroot de kloof tussen consument en producent. Al die verschillende ultrabewerkte producten bevatten vaak ingrediënten die afkomstig zijn van een handvol planten, waardoor industriële monocultuur aangemoedigd wordt...

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 13-sep-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.