Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Astma

 

           Laatste bijwerking : 2023-10-24

 

 

Astma is een frequente chronische allergische aandoening (in 80% van de gevallen IgE afhankelijk) van de luchtwegen die zwaar doorweegt op de levenskwaliteit van de patiënt. De ziekte slaat meer toe bij kinderen dan bij volwassenen. De patiënten hebben last van ademtekort, met een piepende ademhaling en hoestbuien, tengevolge van een overgevoeligheid aan stimuli zoals mijten.

 

Astma is een allergische reactie, gekenmerkt door een ontstekingsreactie van de luchtwegen, die bijdraagt tot de hyperactiviteit van de bronchi. Deze inflammatie kan gevolgen hebben voor de structuur van de luchtwegen, wat kan leiden tot een belangrijke maar omkeerbare vernauwing van de diameter van de bronchi. Dit verhindert de luchtcirculatie en schaadt de ademhalingsfunctie (wheezing of piepende ademhaling door verstoorde in- en uitademing, kortademigheid, droge hoest 's nachts).

 

Astma zou ook een aanpassingsreactie zijn, wel bekend  in de evolutionaire geneeskunde. De "hygiëne-hypothese" zou verklaren waarom onze moderne maatschappij zo gevoelig is voor astma, allergieën en auto-immuunziekten. Onze maatschappij is veel gevoeliger dan minder ontwikkelde gemeenschappen die, door de heersende slechte hygiënische levensomstandigheden, "meer worden blootgesteld aan parasieten en aan microbiële infecties", en zo resistentie ontwikkelen. De hygiëne-hypothese zou zelfs verklaren waarom meer vrouwen dan mannen aan voornoemde aandoeningen lijden. Meisjes worden aangemaand netjes te blijven, dus binnenshuis onder het toezicht van de ouders. Hierdoor staan zij minder bloot aan ziektekiemen dan jongens.

 

In België zouden 10 à 13% van de kinderen astmatisch zijn, daar waar bij de volwassenen dit percentage ergens ligt tussen de 6 à 8%. Dit percentage variëert tussen de verschillende landen en haar ernst hangt af van diverse factoren, zoals de staat van verstedelijking en de pollutie. Toch zouden 1 op 3 volwassenen die astma als diagnose kregen, geen astma hebben....

 

Anderzijds krijgen 4 op de 10 zuigelingen medicatie tegen astma. Het gaat om ontstekingsremmers en luchtwegverwijders, die vaak worden voorgeschreven in de vorm van puffers of een aerosolbehandeling. Nergens in Europa ligt dat aantal zo hoog. Voor simpele luchtweginfecties wordt veel te snel medicatie voorgeschreven Kinderpneumoloog Kris De Boeck (UZ Leuven) in "De Morgen" van 19 maart 2013.

 

Noot :

In geval van COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease) treedt de vernauwing zelden op voor de leeftijd van 45 jaar, evolueert progressief en is niet volledig omkeerbaar. Daarbij, in tegenstelling met astma, speelt oxidatieve stress (bv. door roken) een rol in de pathogenese van COPD. Allergie is hier niet bij betrokken.

Overzicht inhoud :

De hygiëne-hypothese

 

De risicofactoren

 

De symptomen

 

De klassieke behandeling

 

Praktisch

 

Inhoud :

De hygiëne-hypothese :            

 

Deze hypothese verklaart de toename van astma door de verbeterde hygiënische omstandigheden, het toegenomen gebruik van antibiotica en de vaccinaties op jonge leeftijd. Zo zou het toedienen aan baby's van antibiotica gedurende de eerste 6 levensmaanden de kans op astma of allergie op latere leeftijd met 50% doen stijgen Yale university, Link between astma and antibiotic treatment in babys, American Journal of Epidemology, 7 01 2011 ..

 

Kinderen die opgroeien in een propere omgeving zullen minder in aanraking komen met lichaamsvreemde stoffen, zodat het immuunsysteem minder kansen krijgt tot ontwikkeling .

 

Kinderen in landelijke streken of in dagverblijven hebben veel meer te maken met infecties en lopen later minder risico op allergische reacties zoals astma. De blootstelling aan allerhande microben tijdens het eerste levensjaar beïnvloedt immers de balans tussen de Th1 en Th2 lymfocyten.

 

T lymfocyten controleren de immunologische reacties in die zin dat de Th1 de antilichaamproductie afremmen, terwijl de Th2 deze stimuleren : deze interactie bepaalt de aard van de reactie (zie ook  "Allergische reactie"). Een herhaalde blootstelling aan lichaamsvreemde stoffen in het prille leven zou de balans doen overhellen in het voordeel van de Th1 lymfocyten : hierdoor wordt de antistofproductie meer in toom gehouden waardoor de kans op allergische reacties vermindert.

 

Vroeger droegen de meeste mensen parasieten (wormen) in hun lichaam. Ontwormingsmiddelen hebben daar een eind aangemaakt. Voor de tweede oorlog was 95% van de Belgen besmet met de tuberculosebacterie (Mycobacterium tuberculosis). Nu is dat amper 2%. Nochtans hield de chronische aanwezigheid van parasieten en bacteriën ons immuunsysteem alert (door de productie van regulatoire T-cellen te stimuleren : zie "Immuunrespons")), terwijl het niet meer weet wat doen nu er geen vijanden meer zijn. Terwijl je muizen die drager zijn van een parasitaire worm niet met astma kunt opzadelen! Er zijn ook nauwelijks allergieën in landen waar nog veel tbc voorkomt.

 

Studies bevestigen dat het risico op astma bij kinderen opgegroeid op een boerderij 30 à 50% lager ligt dan bij kinderen die niet op een boerderij opgroeien. Vooral het normaal contact op de boerderij met kleine hoevedieren en pluimvee, dragers van bacteriën en schimmels, traint het menselijk immuunsysteem zo dat het niet overreageert op exogene stoffen N Engl J Med 2010;364;701-709,769-770..

 

Waarschijnlijk neutraliseren bepaalde bestanddelen van stalstof de productie door longwandcellen van pro-inflammatoire signalisatiemoleculen, zoals IL-5 of IL-13, na contact met huismijten bv.. Daarnaast produceert ons organisme bij blootstelling aan boerderijstof meer enzyme A20. Dit eiwit A20 is eigenlijk een "zinc finger"-proteïne dat ontstekingsreacties blokkeert door te interfereren met de kettingreactie NF-kappa B (NF-kB). Deze laatste ligt aan de basis van chemische reacties waarmee het organisme zich verdedigt tegen verwondingen, infecties en giftige stoffen. Maar wanneer het organisme de controle over die kettingreactie NF-kB verliest, kunnen auto-immuunziekten, allergie en astma... zich ontwikkelen.

 

Ook schimmels zouden een belangrijke rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van allergieën en de drijvende factor kunnen zijn achter de ontwikkeling van alle soorten allergieën. Antischimmel-behandelingen zouden de ademhalingsklachten verminderen....

 

Een tekort aan vitamine D, een immuunmodulator, zou ook een rol spelen : vitamine D insufficiëntie werd gelinkt met een 50% verhoging van het risico op ernstige astma-aanvallen bij kinderen Journal of Allergy and Clinical Immunology June 8, 2010 .. Ook vermindert extra vitamine D het risico op ernstige astma-aanvallen . Veel moeders vertonen ook een vitamine D-tekort (het zijn de vitamine D reserves bij de moeder die op het einde van de zwangerschap de reserves bij de baby gaan vormen), wat bijdraagt tot het later ontstaan van astma bij jonge kinderen (meestal rond de 3 - 5 jaar) . Moeders én jonge kinderen moeten gecontroleerd worden. Vitamine D zou tussen komen bij de activatie van een specifiek gen dat in staat voor de productie van 200 anti-microbiële peptiden (AMP : Anti Microbial Peptide), waarvan sommige werken als een breed-spectrum antibioticum. Studieresultaten tonen immers een lager voorkomen van AMP in de nasale secreties van allergische astmapatiënten tegenover bij gezonde controle-personen. In bepaalde gevallen kan dit tekort genormaliseerd worden met vitamine D-suppletie Thijs W et al. ERS 2011 abstract 4888..

 

Tegenover stadskinderen brengen kinderen die opgroeien op een boerderij ook een groter gedeelte van de dag buiten door, in contact met zonlicht...

 

De risico-factoren :            

 

De toename van astma kan niet toegeschreven worden aan genetische wijzigingen of mutaties in de bevolking : daarvoor is de periode waarin de stijging voorkomt veel te kort.

 

Omgevingsfactoren zijn de eerste verdachten voor de toename : naast de hygiëne-hypothese, kunnen vele diverse veranderingen in het leefmilieu en in de levenswijze betrokken zijn.

 

Wij leven immers meer en meer binnen, dikwijls nog met een airco-systeem, dat de verspreiding van allergenen en vervuilende stoffen bevordert.

 

Anderzijds bevorderen ook de algemene klimaatsveranderingen de groei van planten, dragers van hyperallergene pollen, welke door de pollutie nog agressiever worden. Zelfs de ontbossing draagt er toe bij, door de verspreiding van grassen over het ontstane woeste gebied te bevorderen. Ook het verdwijnen van planten- en diersoorten (lagere biodiversiteit) verstoort onze verdedigingssystemen, die hierdoor minder tolerant worden.

 

 

Allergenen :

 

Bekende allergenen zijn :

 

    • huisstof

    • huisstofmijten

    • haar van huisdieren

    • schimmels

    • roken (actief én passief) : erger nog, een vader die rookt kan het risico op astma bij zijn nakomelingen verhogen!

    • koken op gas : koken op gas produceert koolmonoxide, fijnstof en andere schadelijke stoffen die voor ernstige gezondheidsklachten kunnen zorgen .

    • luchtvervuiling (industriële, dieselmotoren, fijn stof (deeltjes < 2.5 micron), ftalaten (in plastic-verpakkingen, in PVC, in medisch materiaal...)) : zouden vooral schadelijk zijn voor de foetale longontwikkeling tijdens het tweede trimester

    • pollen : stuifmeelpollen zijn "vliegende spermatozoïden" uit planten, op zoek naar een "eitje" (stamper)

      • opgelet : stuifmeelpollen van bijen hebben niets te maken met pollen van bloemen die door de wind worden meegevoerd en allergische luchtwegenreacties kunnen uitlokken.

 

Daarbij bevordert het samenspel van pollen + pollutie een toename in het voorkomen van allergische of seizoengebonden rhinitis. Niet verzorgde rhinitis wordt chronisch en kan leiden tot de ontwikkeling van astma. De co-morbiditeit met astma is heel hoog en bereikt 20 à 60% naargelang de studie (zie ook : "Allergische aandoeningen").

 

Noot :

1. Baby's die thuis worden geboren hebben minder kans op allergie en astma dan kinderen die in het ziekenhuis ter wereld komen (komt door de bacterie Clostridium difficile, die vooral in de darmen bij ziekenhuisbaby's wordt aangetroffen) John Penders, Universiteit Maastricht (UM), in MediQuality 02/11/2011 (KOALA-studie).. Het verband tussen keizersnede en een verhoogd risico op astma werd al in eerdere studies aangetoond .

 

2. Daarnaast zou een tekort aan bepaalde darmbacteriën (volgens een studie : Faecalibacterium, Lachnospira, Rothia en Veillonella) tijdens de eerste levensmaanden, dus op het moment dat het immuunsysteem zich bij de pasgeborene ontwikkelt, allergische astma kunnen veroorzaken. Het geven van probiotica zou hieraan kunnen verhelpen .

 

3. Het niet kunnen verteren door zuigelingen van eiwitten uit koemelk, soja of rijst (Food protein-induced enterocolitis syndrome (FPIES)) leidt tot ontstekingen en tot een verhoogde doorlaadbaarheid van de darmmucosa. De eerste symptomen treden meestal al gedurende de eerste levensmaand op. Verteringsproblemen (braken, herhaalde diarree met bloedverlies) zijn kenmerkende tekenen van FPIES. Dikwijls samen met lethargie en dehydratie. Al deze symptomen verdwijnen wanneer de uitlokkende eiwitten uit voeding worden geweerd.

 

In de meeste gevallen verdwijnt deze "allergie" voor de leeftijd van 3 jaar. Meestal zonder gevolgen. Alleen blijft de darmovergevoeligheid, gevolg van een kwetsbaar immuunsysteem. Zo lopen die kinderen, met de leeftijd, een hoger risico op atopische aandoeningen zoals astma en eczeem.

 

Paracetamol tegen koorts gegeven aan kinderen in het eerste levensjaar zou het risico dat het kind rond zes-zeven jaar astma krijgt met 46% verhogen. Paracetamol zou het gehalte aan glutathion in het longepithelium verlagen. Glutathion is een antioxidant die in dit geval de luchtwegen beschermt tegen ingeademde vervuilende stoffen, zoals tabaksrook The Lancet 2008; 372:1039-1048 . Zie ook de resultaten van andere studies. Een duidelijk causaal verband werd echter niet aangetoond.

 

Ook werd gevonden dat abnormale stoornissen in de mineralen Se, Zn en Cu aanleiding gaven tot oxidatieve stress en ontstekingen, verhoogde CRP en CD4/CD8 lymfocytenratio, en tot een verlaagde longfunctie. Daarnaast werden in het bloed lagere gehaltes glutathion en catalase gemeten Guo CH. et al. Role of certain trace minerals in oxidative stress, inflammation, CD4/CD8 lymphocyte ratios and lung function in asthmatic patients. Ann. Clin Biochem. 2011 May 5..

 

Dieet :

 

De consumptie van vis, fruit en groenten blijkt te beschermen tegen astma, ook tegen een astma waarvoor een medische behandeling vereist is. Een vet-, suiker- en zoutrijke voeding daarentegen blijkt de prevalentie van astma en van ernstig astma te verhogen, los van de rest van de levenswijze en sociaal-economische factoren. Zo werden geprepareerde vleeswaren (charcuterie) gekoppeld aan een verergering van astmasymptomen ....

 

De gunstige effecten op astma zouden te danken zijn aan het feit dat vis, fruit en groenten omega-3-vetzuren, vitamines, minerale en methylgroepen bevatten. Die hebben antioxiderende, ontstekingsremmende en immunomodulerende eigenschappen. Ook voedingsvezels zouden een rol kunnen spelen via een effect op de samenstelling van de microbiota en de productie van korteketenvetzuren door de intestinale microbiota. Het is immers bekend dat korteketenvetzuren de ernst van de allergische ontsteking van de luchtwegen verminderen .

 

De symptomen :            

 

De symptomen worden dikwijls verergerd door een fysische inspanning.

 

    • ademhalingsproblemen (dyspneu)

    • piepende ademhaling

    • hoesten (irritatie hoest met slijmen)

    • borstbeklemming

    • ...

 

Bij crisis :

 

    • hoesten

    • paniekaanvallen

    • ademtekorten

    • angstgevoelens

    • ...

 

en

 

    • slaapproblemen, verminderde levenskwaliteit...

    • angst voor de dood (verstikking, ademnood...)

    • sociale isolatie...

 

Acute astma-crisissen kunnen worden uitgelokt door :

 

    • droge of koude lucht

    • fysische inspanning :

      • vooral bij duursporten verhoogt het ademhalingsritme (hyperventilatie) en wordt dieper ingeademd : hierdoor wordt een ontstekingstoestand van de luchtwegen bevorderd.

        • want ipv van de neuswand worden hier de bronchioli en de alveolen gebruikt voor de opwarming en de bevochtiging van de ingeademde lucht, met hun uitdroging en afkoeling als gevolg.

          • bij sporters treedt dan als verdedigingsreactie een soort "astma"-aanval op tijdens de inspanning, terwijl bij een niet-sportieve echte astmalijder de astma-aanval optreedt na de inspanning...

    • sigarettenrook (zelfs bij passieve blootstelling)

    • luchtvervuiling : bv. teveel fijn stof (dieselmotoren, laserprinters, sigaretten...), teveel ozon (ozon is een gas dat natuurlijk en noodzakelijk deel uit maakt van onze atmosfeer : de natuur zorgt met ozon voor de reiniging van de lucht die wij inademen)

    • belangrijke stress

    • infectie van de luchtwegen

    • ...

 

Het kritieke uur, dus het moment waarop de ademhalingsfuncties het meest verstoord zijn, situeert zich rond 4 uur 's morgens. Een behandeling aangepast aan deze bioritmen (chronotherapie) zou moeten aangemoedigd worden om astma beter te kunnen controleren Medscape Medical News, 6/10/ 2008 .

 

Noot :

Astma bij zwangere vrouwen zou leiden tot een verhoogd risico op de meest voorkomende complicaties tijdens de zwangerschap en de bevalling. De actuele rechtlijnen wijzen op het belang van de behandeling en opvolging van astma tijdens de zwangerschap .

 

De klassieke behandeling :            

 

Daar een groot gedeelte van de symptomen gelinkt is aan de slijmvliesontsteking is het topisch gebruik van  corticosteroïden aangewezen :

 

Bij allergische rhinitis, als de neus verstopt is :

    • locale corticosteroïden

    • een antihistaminicum in geval van neusloop en van frequent niezen

 

Bij astma zal de basisbehandeling bestaan uit

    • inhalatie-corticosteroïden (met de laagst nog werkzame dosis)

    • bèta-2-mimetica met lange werking voor hun longbeschermend effect

    • bij associatie met rhinitis kan het gebruik van antileukotrieënen nuttig zijn

 

Het uiteindelijk doel van de behandeling is het verschaffen van een quasi normaal leven, zoveel mogelijk vrij van symptomen (zowel overdag als 's nachts) en van acute astma-aanvallen. Dit alles, conform de GINA richtlijnen (Global Initiative for Asthma) welke internationaal werden gevalideerd.

 

Noot :

    • sommige symptomen (dyspnoe, oesofageale reflux...) worden bij obese kinderen met astma verkeerdelijk gelinkt aan astma, met overmedicatie als mogelijk gevolg. Alternatieve oorzaken van deze symptomen moeten steeds onderzocht worden .

    • wanneer het verlagen van de dosis wenselijk is, dient dit met de nodige omzichtigheid te gebeuren bij kinderen met allergisch astma, wegens risico op verergering van de symptomen.

    • zuurremmers (PPI, H2-antihistaminica...) veranderen het microbioom van de luchtwegen bij astma en kunnen de corticosteroïdrespons beïnvloeden .

    • vitamine D-supplementen zouden het risico op astma-aanvallen die voldoende ernstig zijn om het gebruik van steroïden of een ziekenhuisopname te vereisen, verlagen .

 

Praktisch :            

 

Therapeutische aanbevelingen (arts) :

 

    • opleiden van de patiënt zodat hij actief deelneemt aan het beheren van zijn astma

    • regelmatig opvolgen met monitoring van de ernst van astma (symptomen, metingen van de longfunctie door spirometrie)

    • vermijden van blootstelling aan risicofactoren

    • opstellen van individuele medicatieschema's voor de onderhoudsbehandeling

    • opstellen van individuele medicatieschema's voor de aanpak van acute astma-opstoten

 

 

Preventie-maatregelen (patiënt) :

 

    • bepalen van de longfunctie met behulp van het piekdebiet ("peak expiratory flow of PEF) : de bekomen waarden (elke morgen en avond) vóór inhalatie van farmaca, zijn een bijkomende objectieve informatiebron betreffende de staat van de longen.

    • het oefenen met een spirometer met visualisatie van de bekomen vooruitgang stimuleert de patiënt de inspanningen vol te houden : het apparaat meet het maximaal debiet na 1 seconde en na 6 seconden, en berekent de verhouding tussen de beide waarden, wat de kwaliteit van de ademhaling gaat bepalen :

      • na een goede uitademhaling, ademt men diep in en vervolgens uit in het mondstuk van de spirometer

        • een verhouding hoger dan 0.8 is OK,

        • tussen 0.7 à 0.8 is de ademhaling niet ideaal en dienen bijkomende examens uitgevoerd,

        • onder 0.7 is een longobstructie mogelijk.

    • elke fysische inspanning kan een astmacrisis uitlokken : dat wil echter niet zeggen dat een astmalijder niet mag sporten ; niet bewegen kan leiden tot overgewicht en kan astma verergeren.

    • de astmapatiënt die zich goed verzorgt mag aan sport doen (regelmatige aerobe lichaamsbeweging) : zie verder.

    • vermijd fijn stof (pollutie vooral door (diesel)verkeer) : ongezond voor iedereen, levensgevaarlijk voor onze kinderen, bejaarden en zieken. Zie ook www.ademloos.be.

 

 

Supplementen :

 

    • MSM : meestal is 5g/dag nodig.

 

    • Omega3 VZ :

      • meervoudige onverzadigde vetzuren zijn vloeibaarder bij lage temperatuur en houden de celmembraan (ook die van de longblaasjes) soepel

      • vooral nuttig om vertraagde allergie te beperken

      • te gebruiken gedurende lange periode.

 

    • vitamine D : de vitamine D-spiegels optimaliseren ter versterking van de immuunfunctie.

 

    • vit B6 en B12 zijn meestal onvoldoende aanwezig bij astma.

 

    • vit C en E zijn antioxidantia die de vorming van infectieuze verbindingen tegengaan.

 

 

    • magnesium : is rechtstreeks betrokken bij de 'samentrekbaarheid' van gladde spiercellen. Te weinig magnesium in gladde spiercellen leidt tot samentrekking, te veel magnesium leidt tot ontspanning. Vele celbiochemische processen kunnen dat fenomeen verklaren. Onder andere treedt magnesium op als tegenspeler van calcium, dat - nadat een spiercel een binnenkomende zenuwsignaal ontvangt - in het cytoplasma stroomt om de spiercontractie op te starten. Magnesium helpt onder meer het calcium terug uit het cytoplasma te krijgen en de spiercontractie ongedaan te maken. Minder magnesium in rode bloedcellen is gerelateerd met een hogere reactiviteit van de luchtwegen Song WJ, Chang YS. Magnesium sulfate for acute asthma in adults: a systematic literature review. Asia Pac Allergy. 2012 Jan;2(1):76-85. Epub 2012 Jan 31 .

      • magnesiumsupplementen zorgden voor een betere symptoombeheersing van matig astma bij kinderen behandeld met geïnhaleerde fluticason (corticotherapie) ‘Oral magnesium supplementation in asthmatic children: a double-blind randomized placebo-controlled trial’. Gontijo-Amaral C, Ribeiro MA, et al, Eur J Clin Nutr, 2007 Jan;61(1):54-60..

      • zou ontstekingswerende eigenschappen bezitten, wat kan nuttig zijn bij astmalijders Kazaks A. G. et al. Effect of oral magnesium supplementation on measures of airway resistance and subjective assessment of asthma control and quality of life in men and women with mild to moderate asthma: a randomized placebo controlled trial. Journal of Asthma. 2010; 47(1):83–92..

 

 

Noot :

Een tekort aan vit D (zon!) en magnesium versterken het risico op osteoporose bij astmapatiënten behandeld met (inhalatie)corticosteroïden.

 

 

Eet veel groenten en fruit : die bevatten veel stoffen die het immuunsysteem stimuleren :

 

    • wortelen, tomaten, paprika's en sinaasappelen (carotenoïden)

    • peulvruchten (saponinen)

    • appels, kool en citrusvruchten (polyfenolen)

    • uien, prei en knoflook (allylsulfiden)

    • yoghurt (melkzuurfermentaties: melk werkt slijmvormend, melkfermenten niet), zuurkool...

    • vezels (ballaststoffen) : een voeding rijk aan vezels beschermt tegen astma

 

---> dit voedingspatroon is ook rijk aan antioxidantia en magnesium, eveneens belangrijke stoffen als de luchtwegen snel geïrriteerd of ontstoken geraken.

 

---> het Mediterraan dieet werd in verband gebracht met minder astma en rhinitis bij mexicaanse kinderen Allergie, 2008 Oct; 63(10): 1310-6 .

 

 

Eet meer vis :

 

    • hoe vroeger vis wordt toegevoegd aan de voeding van jonge kinderen hoe minder astma bij hen optreedt .

 

 

Vermijd fastfood : Volgens een studie bij tieners die meer dan 3 porties fastfood per week aten, lag het risico op ernstige astma 39% hoger, bij kinderen was dat 27%. Deze studie stelde ook vast dat ze meer risico liepen op allergische rhinitis of atopisch eczeem. Dezelfde studie stelde ook vast dat meer dan 3 porties fruit per week de kans op allergische symptomen met 11% bij tieners en met 14% bij kinderen verkleinde.

 

Vermijd charcuterie : Charcuterie bevat nitrieten voor bewaring en kleur. Nitrieten zouden betrokken zijn bij het ontstaan van bepaalde kankers en betrokken zijn bij de ontstekingsreactie van de luchtwegen .

 

Vermijd de consumptie van fructose : Schoolgaande kinderen zouden meer geneigd zijn om astma te ontwikkelen als ze veel frisdranken en glucose-fructosestroop drinken of als hun moeder deze vaak heeft gedronken tijdens de zwangerschap, volgens een recente studie .

 

Bewegen :

 

Met de actuele behandelingsmethoden is bewegen mogelijk en zelfs aanbevolen : het helpt zelfs zijn ziekte onder controle te houden ; op korte termijn verbeteren inspanningstolerantie, levenskwaliteit, angst, depressie en bronchoconstrictie door inspanning. Intussen is de astma beter onder controle en dat leidt tot minder exacerbaties, vooral bij intensieve inspanningen, en minder dagen met symptomen .

 

      • sport, zelfs zwemmen en duursporten, is een belangrijke hulp.

      • zelfs bij inspanningsastma is sport positief.

        • inspanningsastma treedt immers alleen op bij personen met een normale ademhaling in rust : zij zijn dus geen "echte" astmalijders daar enkel een fysische inspanning een bronchospasme uitlokt. Het is de hyperventilatie die bij inspanning optreedt die de bronchi uitdroogt en hierdoor irritatie en reactiviteit opwekt... Bij het einde van de fysische activiteit gaan de bronchi zich opwarmen door vasodilatatie (aanvoer van bloed), wat hun diameter vermindert (vooral in de winter) en mucus vormen om zich te hydrateren, wat de luchtcirculatie kan bemoeilijken... : allemaal ingrediënten voor een astmacrisis.

          • vandaar het belang van het ademen via de neus om de lucht op te waremen en te bevochtigen vooraleer hij de bronchi bereikt.

            • vandaar de noodzaak een eventuele poliep, een scheefgroeiing in de neus of een allergische rhinitis te behandelen.

        • een intense fysische activiteit kan enkel met een aangepaste opwarming en binnen een individueel trainingsschema :

          • de opwarming moet trager en langer : minstens 20'

          • regelmatig trainen laat toe het moment van optreden van ademhalingsproblemen terug te dringen door het bevorderen van de bronchodilatatie gedurende de oefening en door de hyperventilatie te verminderen.

      • sommige astmacrisissen worden echter niet uitgelokt door de inspanning maar door een allergeen uit de omgeving : mijten (judotapijt/turntapijt), chloor (zwembaden), haren (paard), hooi (paard)...

      • in het algemeen ontwikkelen allergieën zich gemakkelijker bij kinderen die weinig bewegen.

 

 

Beheersen van de ademhaling : een correcte ademhalingstechniek is onmisbaar : de uitademingsduur dient 2 x langer te zijn dan de tijd voor het inademen. Uitademen zorgt mee voor het elimineren van (vluchtige) toxines.

 

 

Beheersen van stress en angstgevoelens :

 

    • stress vermindert de immuunweerstand

    • angst bevordert rechtstreeks de ontwikkeling van allergische reacties zoals astma

      • een opstoot van dyspneu kan een angstreactie uitlokken, die op zijn beurt de ademnood gaat verergeren

      • omgekeerd kan het psyché invloed uitoefenen op de longfunctie en op astma

 

 

            

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 17-mrt-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.