Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Vitamine D

 

Laatste bijwerking : 2022.8.1

 

 

Calciferol. De zonnevitamine!

 

   Calciferol (D2)            Cholecalciferol (D3)

 

Heel belangrijke vetoplosbare vitamine voor de absorptie en het metabolisme van calcium en fosfor, voor de gezondheid van beenderen en tanden.

 

Lipofiel vitamine (kan zich dus opstapelen in de weefsels). Warmtelabiel (20 à 50% verlies bij koken van voedsel). Gevoelig aan UV-licht (vooral het UVB), basen, zuren en aan oxidantia.

 

    • orale vormen worden alleen in emulsievorm door de darmwand geresorbeerd

    • zij moeten in de lever/nieren geactiveerd worden in aanwezigheid van magnesium

 

Komt exogeen onder verschillende vormen voor :

    • vit D2 (ergocalciferol of calciferol uit planten, gisten) en

    • vit D3 (cholecalciferol via dierlijke voeding (visolie, melk, eieren en wolvet (lanoline))

 

Of endogeen uit cholesterol : endogeen wordt cholecalciferol (vit D3, inactief) gevormd uit cholesterol via het 25-OH-D3-mono-oxygenase + zonlicht (enkel UVB) + magnesium.

 

Cholesterol > UVB > cholecalciferol (D3 inactief)

> hydroxylatie (lever) > 25-OH-vit D3 (calcidiol of calcifediol)

> hydroxylatie (nier) > 1,25-diOH-vit D3 (vit D3, actief)

 

Vitamine D is geen echte vitamine (want we kunnen haar zelf aanmaken) maar een "steroïd" prohormoon (zoals cortisol, oestrogeen, progesteron en testosteron --> ook allen uit cholesterol) en meerdere actieve metabolieten van vitamine D gedragen zich ook als hormoon. Allen binden zich op nucleaire receptoren, wat hun belang aantoont op de genetische expressie. Vitamine D-receptoren worden in bijna elke cel van het organisme teruggevonden, wat hun belang onderstreept.

 

Vitamine D werkt vooral samen met vitamine A maar o.a. ook met omega3 vetzuren (DHA) die dezelfde receptoren gebruiken, met schildklierhormonen en met groeihormonen.

 

1mcg = 40 IE

1mg = 40.000 IE

1 IE = 0.025mcg

 

en 400 IE/dag = 10 mcg = 0.01 mg of 40 nmol/L is de Belgische norm

 

De reserves aan vitamine D worden bepaald door het doseren van 25-hydroxyvitamine D (25[OH]D), een vit D3-vorm (calcidiol) bekomen door hydroxylatie op C25 (lever). Maar zelfs experten geraken niet eens over een minimumdrempel: 20, 30, of zelfs 40ng/ml. Van alle Europese landen scoort België het slechts : meer dan 90% van de bevolking haalt de drempel van 20ng/ml niet (= 50nmol/l) Olivier Bruyère, Etienne Cavalier, Jean-Yves Reginster, Université de Liège (Univadis 22/10/2014)..

 

De Endocrine Society, die alle hormoonspecialisten verenigt, vindt dat spiegels lager dan 20ng/mL wijzen op een tekort, dat moet gestreefd worden naar minstens 30 ng/mL (of 75 nmol/L) vitamine D in het bloed. 

 

 

Wat men je ook vertelt : weet dat je huid aan de zon blootstellen veruit de beste manier is om je vitamine D-gehalte op peil te houden.

 

 

Overzicht inhoud :

 

Natuurlijke bronnen

 

Rol in het organisme

 

Werkingsmechanisme

 

Tekorten

 

Toxiciteit

 

Opletten

 

Nutritionele behoeften

 

Praktisch

Inhoud :

Natuurlijke bronnen :             

 

Uit de voeding (10% van de aanvoer): vitamine D2 of D3

 

    • in "vette" vis (D3) : (sardienen, zalm, tonijn (360IE/100g)), levertraan (1360IE/soeplepel),

    • in eigeel, lever (kalf, rund), vlees ...

    • weinig in melk of groenten (D2)

    • genetisch bijgestuurde tomaten (die sowieso veel zon nodig hebben)

 

De opname van vitamine D uit de voeding gebeurt in de dunne darm, na emulsievorming met galzouten. Een efficiënte lymfedoorstroming zorgt op zijn beurt voor een goede afgifte aan cellen en weefsels. Haar opname zou verminderen in aanwezigheid van fytosterolen doordat vitamine D qua structuur verwant is aan cholesterol (gezien bij muizen) .

 

Paddenstoelen bevatten ook vit D2. De wijze waarop paddenstoelen vit D aanmaken lijkt erg veel op de aanmaak van vit D in de huid. Met UV-licht bestraald paddenstoelenpoeder zou de 25(OH)D-niveau's even sterk verhogen als met 2000 IE vit D3-supplementen .

 

Noot :

Inuits, eskimo's van Groenland en Canada, en Yupiks van Siberië en Alaska, leven dik aangekleed in  uiterst koude gebieden met zwakke UVB-straling (zie verder). Hun huid is niet bleek maar koperkleurig. Dankzij de regelmatige consumptie van zeedieren, van robben- en walvisvet kennen zij geen vit D tekort.

 

Endogene synthese (resterende 90%) : vitamine D3

 

Uit het 7-dehydrocholesterol dekt de synthese van vitamine D in de huid onder invloed van vooral UVB-zonlicht een belangrijk deel van de behoeften, maar is zeer variabel (hoe bleker de huid, hoe hoger de productie van vit D). Elkeen heeft dus een andere capaciteit voor de aanmaak van vit D via de huid.

 

Een bepaald type UV-LED lamp (293 nm) zou 2.4x efficiënter helpen vit D aanmaken . Dat kan interessant lijken maar UVB-straling is ook onmisbaar voor het versterken van ons humeur en onze energie, als ondersteuning van de melatonine-regeling, om MS-symptomen te helpen onderdrukken en huidproblemen te behandelen... : zie "Zonlicht".

 

      • het dagelijks blootstelling van gelaat en armen gedurende 10 à 15 minuten middagzon is normaal in de zomer voldoende : niet langer (dat heeft geen zin), maar vaak (hoe groter het blootgestelde lichaamsoppervlak, hoe gemakkelijker en sneller vit D kan aangemaakt worden, en hoe minder lang de huid aan de zon dient blootgesteld ; het te snel bruin worden van de huid moet vermeden worden omdat deze verkleuring de vit D-synthese juist gaat afremmen).

 

Nochtans dient de verkleuring (melanine) van de huid in de eerste plaats niet om de vitamine D-productie af te remmen (daar het organisme zelf de synthese stopt bij voldoende absorptie), maar om folaten (vit B9) tegen vernietiging door UV-straling te beschermen. In onze streken met een winter- en zomerseizoen heeft de natuurlijke bevolking daarom geen donkere huid (want dan zouden ze in de zomer onvoldoende vit D aanmaken om de winterperiode te overbruggen) noch een bleke huid (die tijdens de zomer geen bescherming zou vormen voor de folaten), maar een huid die door verkleuring zich kan aanpassen zodat de vit D-aanmaak wordt verzekerd én de folaten worden beschermd. Folaten zijn UV-gevoelig en heel belangrijk bij celdeling en -herstel. Evolutionair zijn folaten daarom belangrijker voor de procreatie dan vit D...

 

Sunblockers verhinderen dus deze genetisch gestuurde beschermingsmechanismen.

 

      • een volle dag blootstelling aan de zon kan 10.000 IE (= 250mcg, 1000nmol) vitamine D3 opleveren; nochtans

        • halveert een bewolkte dag deze hoeveelheid

        • verhinderen zonnewerende middelen deze endogene synthese sterk (filteren vooral UVB)

        • houden moderne glasramen bijna alle UVB tegen

        • moeten donkere huidtypes langer aan de zon worden blootgesteld om dezelfde resultaten te bekomen.

          • primaten leven in de tropen. Het is niet normaal noch gezond onze huid (= vit D-fabriek) helemaal te bedekken met kleding. Zowel in Canada als in Noord-Europa lijden immigranten met een donkerder huid aan ziekten veroorzaakt door een tekort aan vitamine D (zoals bepaalde kankers) alhoewel die ziekten in hun vaderland niet voorkomen. Dankzij de kleur van hun huid kunnen zij in hun streek voldoende vit D aanmaken, maar onvoldoende op onze breedtegraad. Tijdens onze evolutie verbleekte onze huid in Europa zodat zij meer vitamine D kon aanmaken en zo rachitis kon helpen vermijden Prof. Reinhold Vieth (Université de Toronto) dans une interview avec Thierry Souccar - 02 okt 2013 .

           

      • de invalshoek van zonlicht bepaalt de hoeveelheid UV-straling die onze huid bereikt :

        1.  

    Gedurende de herfst-, winter- en lentemaanden wanneer de zon laag boven de horizon staat, wordt de golflengte van het zonlicht te lang voor vit D-productie (optimaal tussen 290 en 315 nm). Dwz voor onze streken van half oktober tot half april.

 

In de winter, wanneer de invalshoek van de zonnestraling kleiner is dan 50°, is de UV-straling dus laag, met een grotere portie schadelijke UVA (zie : "Bioritmen, Praktisch"). Teveel UVA kan vitamine D vernietigen door oxidatieve stress (zie ook verder : "Tekorten : oorzaken"). Het gebruik van zonnewerende middelen is in de winter dus sneller aangewezen.

 

---> Zich zelfs letterlijk volledig "bloot"stellen aan de zon in de winter (van oktober tot maart-april) in onze streken zal dus weinig veranderen aan je vit D-status.

 

Algemeen kan je stellen dat wanneer je schaduw korter is dan je lichaamslengte = UV index > 3 (zie verder).

 

 

      • zeker is dat vitamine D aangemaakt door contact met UVB-straling (en opgeslagen in het vetweefsel) geen overdosering kan veroorzaken daar het organisme de synthese stopt bij voldoende absorptie. Via de huid wordt "cholesterolsulfaat" en verder "vitamine D3 sulfaat" aangemaakt, beiden niet actieve vormen die zich vrij in het organisme via de bloedbaan kunnen verspreiden want.... wateroplosbaar!

        • door het fixeren van zonne-energie bij de omzetting van sulfiet in sulfaat (oxidatie), speelt cholesterolsulfaat de rol van zonne-batterij. De skelet- en hartspieren kunnen het cholesterolsulfaat terug omzetten in sulfiet, met glucose als reductans en met de aanmaak van ATP en zuurstof tijdens hetzelfde proces. Het gebruik van zonne-energie voor het vormen van ATP ontlast het werk van de mitochondria, terwijl het gevormde zuurstof nuttig kan gebruikt worden in de citroenzuurcyclus (mitochondria).

        • in tegenstelling tot de orale vit D3 vorm, die vetoplosbaar en niet gesulfateerd is en daarom LDLipoproteïne nodig heeft als transportdrager. Deze orale vorm kan in het organisme niet worden omgezet naar het wateroplosbare vit D3 sulfaat.

        • als zwavelbron gebruikt het organisme de zwavelhoudende aminozuren (homocysteïne, methionine, cysteïne... in dierlijke eiwitten) en taurine.

        • volgens noodzaak zal het organisme het wateroplosbare vit D3 sulfaat omzetten naar het vetoplosbare vit D3 (in aanwezigheid van Mg) : het sulfaat inactiveert dus vitamine D3 tot haar omzetting naar het actieve vetoplosbare vit D3.

        • het vrijgekomen sulfiet kan ingebouwd worden in het extracellulair matrixeiwitcomplex van alle cellen en houdt hen gezond : zwavel is een belangrijk onderdeel van sommige proteïnen en speelt een belangrijke rol in het metabolisme van eiwitten, spieren, bindweefsel, huid, kraakbeen, maar ook van haar. MSM is een goede zwavelbron.

        • naast vitamine D3-sulfaat maakt ons organisme onder invloed van UVB-straling 5 tot 10 andere "foto-producten" aan, waarvan nog weinig is geweten. Vit D in supplementen genereert deze zeker niet.

 

      • cholecalciferol wordt getransporteerd (op LDL) in het organisme, vooral naar de lever (maar ook naar andere lichaamsweefsels) voor een eerste hydroxylatie (+ OH-groep), met vorming van calcifediol. Om volledig actief te zijn moet dit calcifediol een tweede hydroxylatie ondergaan thv de nieren, met vorming van calcitriol, de actiefste vorm van vitamine D. Deze omzetting wordt geregeld/gestimuleerd door het bijschildklierhormoon (parathyroïdhormoon : zie : "Calcium"), door een hypofosfatemie, door de fibroblast growth factor 23 (FGF23) of door lage aanvoer van calcium.

 

7-dehydrocholesterol (huid) > cholesterol sulfaat (huid/bloed) > vitamine D3 sulfaat (huid/bloed) > cholecalciferol (bloed) > calcifediol (lever) > calcitriol (1α,25-di-OH-vitamine D, nieren)

 

        • men denkt dat bijna alle effecten van vit D in het organisme moeten toegeschreven worden aan de sulfaatvorm. Alleen bij het calciumtransport komt de sulfaatvorm niet tussen, hiervoor zorgt calcifediol, dat het calcium in het bloed sneller doet stijgen dan vit D.

        • hoe meer cholesterol in de sulfaatvorm, hoe minder de lever LDL-cholesterol moet aanmaken als drager. OF hoe meer zonlicht, hoe meer vit D, hoe lager het cardiovasculair risico!

          • daartegenover staat dat, alhoewel statines de biodisponibiliteit van cholesterol in de atheromateuze plaque verlagen, zij het risico op cardiovasculaire aandoeningen niet verlagen...

        • in moedermelk en in rauwe koemelk zit vitamine D als sulfaat. Pasteurisatie vernietigt haar.

 

Noot :

Moedermelk levert 5-136 IE vitamine D per liter, afhankelijk van de meetmethoden verschilt dat nogal. Dit is de biologische norm en niet per se onvoldoende omdat de mens zijn vitamine D ook zelf maakt, namelijk in de huid onder invloed van UVB-straling. Mensen zijn dus niet uitsluitend afhankelijk van de voeding voor een optimale beschikbaarheid van vitamine D. Naast de borstvoeding moet een baby dus ook naar buiten en zich blootstellen aan het daglicht (bij voorkeur tussen 10 uur 's morgens en 2 uur 's namiddags : tijdens deze uren met sterke UVB-straling zal dan een korte blootstelling aan zonlicht (UVA+UVB) volstaan om voldoende vitamine D aan te maken en terzelfdertijd de blootstelling beperken aan UVA-straling, die de ganse dag aanwezig is en de huid kan schaden).

 

Factoren die de endogene synthese beïnvloeden : UV straling (dus ook het seizoen!), cholesterol (in de huid), toxines (bij overbelaste ontgiftingsprocessen (MFO)), aanwezigheid van PTH, HGH (groeihormoon), cortisol, oestrogenen, Prolactine (PRL)... die het 25-OH-D3-mono-oxygenase activeren.

 

Maar ook magnesium : Mg is nodig voor de activatie van vit D in de nieren.

 

De verhouding vitamine A/vitamine D is uiterst belangrijk voor een goede werking van vitamine D : te hoge gehaltes vitamine A, in combinatie met te lage niveau's vitamine D, doen de positieve eigenschappen van vitamine D teniet. De ideale verhouding is 1/3 : 1000 IE vitamine A en 3.000 IE vitamine D (zie verder bij "Tekorten").

 

Vitamine D uit de voeding wordt tamelijk snel afgebroken in de lever (transport via chylomicronen zoals met cholesterol), terwijl UV-gevormde vitamine D traag wordt verwerkt. Vitamine D aanmaken via de zon is dus te verkiezen. Alleen bij het blootstellen van onze huid aan de zon wordt vitamine D3 sulfaat gevormd. OF : zich blootstellen aan de zon om kanker te voorkomen, in plaats van contact met de zon te ontvluchten om kanker te vermijden. Naar behoefte zal het organisme dan het wateroplosbare vit D3 sulfaat omzetten naar het actieve lipofiele 25-OH-cholecalciferol (calcidiol) in de lever en verder in de nieren tot het 1α,25-di-OH-vitamine D (calcitriol). Overdoseren met behulp van de zon is dus uitgesloten. Terwijl overmatige blootstelling aan de zon wel schadelijk is...

 

Opgelet :

 

De nachtschade-familie wordt beschouwd als bestaande uit "calcinogene" planten, dat komt omdat ze calcinose veroorzaken (calcificatie van zacht weefsel). Deze calcificatie treedt op omdat ze calcitriol bevatten (1,25 dihydroxy vitamine D), de meest actieve vorm van vitamine D.

 

De productie van calcitriol wordt zeer nauwsluitend gereguleerd door de nieren. Waarom moet die zo goed gereguleerd worden?

 

Calcitriol signaleert de ingewanden om calcium uit onze voeding te absorberen. Terwijl we absoluut calcitriol nodig hebben om onze stevigheid van de botten te kunnen behouden, leidt een te veel aan calcitriol van enigerlei bron tot hypercalcemia.  De snelste oplossing voor het lichaam is om deze surplus aan calcium in de zachte weefsels af te zetten. Elke hypercalcemie episode duurt waarschijnlijk maar zeer kort, alhoewel iedere episode een kleine afzetting achterlaat. Na verloop van langere tijd leiden deze afzettingen tot een toestand die calcinose heet.  Overconsumptie van calcitriol uit de nachtschade-familie kan het controlemechanisme van de nieren omzeilen en door de tijd heen leiden tot calciumafzettingen in de zachte weefsels zoals in de pezen, in de gewrichtsbanden, het kraakbeen, in de cardiovasculaire weefsels, de nieren en de huid.

 

Wat nu als onze gewrichten niet verslijten maar eerder langzaam verkalken ?

 

Rol in het organisme :             

 

Vitamine D wordt in het organisme omgezet in een weldoend hormoon. Bijna alle weefsels en cellen van het organisme bezitten vitamine D-receptoren, wat wijst op het belang van deze vitamine voor de optimale werking van elke cel of weefsel. Vitamine D bezit aldus een "breedspectrumwerking". Deze vitamine vertoont daarnaast een pleiotroop effect : het werkt in op door genen gereguleerde lichaamsfuncties. Het reguleert meer dan 1000 verschillende fysiologische processen en controleert ongeveer 5% van ons genoom door inwerking op vit D receptor complex (VDR) .

 

 

Vitamine D werkt in via 2 metabole pathways :

 

    • de endocriene communicatie (hormonale activiteit buiten de cel) : na activatie van vitamine D in de nieren (in aanwezigheid van Mg) vertoont deze vitamine een hormonale activiteit buiten de cel op het beheer van Calcium en Fosfor en op de regulatie van verschillende hormonen.

 

    • de para/autocriene communicatie (hormonale werking in of rond de cel), met, in bepaalde cellen, een eigen productie/activatie van calcitriol (de actieve vorm van vitamine D) via het 1-OH-ase enzym en de aanwezigheid van nucleaire vitamine D receptoren. Aangevoerd via het vitamine D-dragerproteïne kan calcitriol, na binding op deze nucleaire receptoren, sommige genen activeren of inactiveren (DNA-bindingen hebben altijd hierbij Zn nodig).

 

Zie ook : "Cel-cel communicatie".

 

      • de cellen van bepaalde weefsels (borst, prostaat, longen, huid, lymfeknopen, colon, pancreas, bijniermerg, hersenen...) bevatten het 1-OH-ase enzym en maken "voor lokaal gebruik"  zelf hun calcitriol aan uit vitamine D3 (voorzover voldoende hoeveelheden vit D3 beschikbaar zijn).

 

      • bepaalde cellen bezitten nucleaire vitamine D receptoren in het cytosol of op de membraan : eilandjes van Langerhans (pancreas), monocyten, lymfocyten B en T, neuronen, prostaatcellen, ovariumcellen, hypofyse-cellen, endotheelcellen thv aorta, schildklier, maag en darm, myeloid-stamcellen in het beenmerg...

 

De expressie van genen in witte bloedcellen onder invloed van supplementen vit D werd onderzocht : de expressie van 291 genen werd minstens met een factor 1.5 veranderd : 82 genen werden geremd en 209 geinduceerd. Deze genen komen tussen bij veel biologische processen, waaronder apoptose, immuunfunctie, gencontrole, stressrespons en celcyclus.

 

Parallel met deze directe genetische activatie, oefent vitamine D ook een invloed uit op het "epigenetische", dat er voor zorgt dat bepaalde genen blijvend ON of OFF staan, dankzij de methylatie.

 

---> vitamine D oefent dus een biologische werking uit op tal van metabole processen en ziektetoestanden en werkt in deze weefsels als autocriene factor die ook de eigen celdeling (proliferatie) gaat reguleren (belang in de preventie van prostaat- of borstkanker). Vitamine D vertraagt zo de celgroei : het doet het risico op de meeste kankers dalen met meer dan 50% & .

 

---> vitamine D is ook cruciaal voor de vruchtbaarheid, de glucose-controle, een verlaging van de bloeddruk en voor het verbeteren van de effecten van een seizoensgebonden humeurdipje. Vitamine D verhoogt het testosterongehalte Pilz S, Frisch S., Koertke H et al. Effect of vitamin D supplementation on testosterone levels in men. Horm Metab Res. 2010 dec 10 [Epub ahead of print].

 

---> vitamine D controleert de ontwikkeling van de hersenen bij de foetus, het vergemakkelijkt het leerproces door het stimuleren van groeifactoren, het treedt op als antioxidant in de hersenen van volwassen personen en beschermt de hersenen tegen beschadiging, het regelt het herstelproces bij schade met behulp van dezelfde groeifactoren die gebruikt worden bij de ontwikkeling van de hersenen.

 

---> vitamine D is essentieel voor de proliferatie van stamcellen naar enterocyten, darmwandcellen die constant worden vernieuwd. Bij een tekort aan vitamine D verloopt die proliferatie mank. Bij de meeste auto-immuunziekten zijn de darmwand en haar barrière deficiënt...

 

 

Vitamine D (calcitriol) :

 

    • is noodzakelijk voor

 

      • een snellere actieve absorptie van calcium (Ca)Toegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims en fosfor (P) Toegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims doorheen de intestinale mucosa (via het Ca-transport-proteïne) in samenwerking met vitamine K2. Vitamine D is dus niet onmisbaar voor de darmabsorptie van calcium maar verhoogt gevoelig het rendement ervan.

 

      • de expressie van het osteocalcine-gen, en vitamine K2 is nodig voor de correcte synthese van het bot-eiwit osteocalcine, welke een belangrijke rol speelt bij de calcificatie van het botweefsel : beiden zijn dus nodig.

 

      • voor de mobilisatie van calcium in de botmatrix :

 

        • tijdens de foetale periode en de kinderjaren beïnvloedt vitamine D (samen met sexhormonen) de groei van het skelet,

 

        • eenmaal volwassen reguleert vitamine D de balans tussen de beenvorming en haar afbraak ; zo zal geactiveerd vitamine D, wanneer calcium onvoldoende aanwezig is in het bloed (bv. door een te zuur terrein (zie : "Zuur-base profiel") of door een tekort aan vitamine D), de snelheid van het vrijkomen van Ca en P beïnvloeden door activatie van de osteoclasten (botresorptie) . Vit D draagt zo bij tot de instandhouding van normale bottenToegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims en tandenToegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims.

 

---> Vitamine D-suppletie steeds samen met calciumsupplementen/calciumrijke voeding (bv. gefermenteerde melkproducten). Het omgekeerde geldt ook! Zie : "Praktisch".

 

      • voor de reabsorptie/eliminatie van Ca en P thv de nieren.

 

Niet alleen vit D3 en calcium, maar ook Mg (zie hoger : nodig voor de activatie van vit D in de nieren) en vit K2 werken innig samen (synergie) en moeten daarom ook steeds samen beschouwd worden.

 

Een overmaat vit D3 leidt tot calciumoverabsorptie met mogelijke calciumafzetting in hart en nieren (er is echter geen bewijs gevonden voor de vorming van nierstenen noch van een verhoogde calciumbloedspiegel ). Maar meestal is niet een overmaat vit D3, maar een tekort aan vit K2 het gevaar. Vit K2 houdt calcium in de cel...

 

Magnesium en vit K2 spelen daarnaast ook samen een rol in het verlagen van de bloeddruk.

 

Daarnaast werd ook een verstoring van de balans van vit D3, vit K2, Mg en Ca in verband gebracht met een verhoogd risico op hartaanval en beroerte.

 

Suggestie voor optimale verhouding vit D3/K2 : voor elke 1000 IE vit D3 / 100 tot 200 mcg vit K2.

Suggestie voor optimale verhouding Calcium/Magnesium : 1/1

 

 

    • speelt een rol in verschillende immuunprocessen (infectie, ontstekingsreactie, auto-immuniteit...)Toegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims :

 

      • hoe hoger de vitamine D reserves in het organisme, hoe meer het organisme in staat is natuurlijke antibiotica (AMP : anti-microbial peptides) aan te maken. Zo zullen de lichaamscellen bij een virale aanval actief het circulerende vitamine D3 omzetten naar het actieve 1,25-diOH-cholecalciferol. Het is deze vitamine D-vorm die de productie van AMP lanceert. Daarnaast oefent vitamine D een duidelijk immuno-modulerend effect uit op CD8 T-cellen .

 

      • een tekort aan vitamine D zou dan de gevoeligheid voor bv. bacteriële (tuberculose, luchtwegeninfecties (bejaarden!) ...) of virale infecties (griep, Covid-19...) verhogen.

        • vitamine D zou een belangrijke rol kunnen spelen in de preventie van acute virusinfecties  bv. griep, seizoensgebonden luchtwegeninfecties . Bij personen met vitamine D-tekort is suppletie efficiënter in het voorkomen van griep bv. dan een griepvaccin (om 1 griepgeval te vermijden moeten 40 personen gevaccineerd worden tegenover 33 personen met vitamine D suppletie...) .

        • zwakke vitamine D waarden werden in verband gebracht met het ontstaan van bacteriële vaginose (vaginitis), oorzaak van complicaties tijdens de zwangerschap. Daarnaast verergert een tekort aan zonlicht en aan vit D op grote hoogte een CD8-T celdeficiëntie .

        • bij patiënten met tekorten aan vit D zorgt een blootstelling aan UVB voor een verbetering van het microbioot door een verhoging van Firmicutes en van proteobacteriën en met een verlaging van Bacteroïdes, tot waarden die gezien worden bij patiënten zonder vit D-tekort .

        • ...

 

Tijdens een studie Science Translational Medicine, 12 oktober 2011 – CNRS, site bezocht op 12 oktober 2011 (Destination Santé). vonden Amerikaanse onderzoekers dat vitamine D een verzwakt immuunsysteem zou kunnen versterken Peter Bergman, Anna-Carin Norlin, Susanne Hansen, Rokeya Sultana Rekha, Birgitta Agerberth, Linda Björkhem-Bergman, Lena Ekström, Jonatan D Lindh, Jan Andersson. Vitamin D3 supplementation in patients with frequent respiratory tract infections: a randomised and double-blind intervention study. BMJ Open 2012;2:6 e001663 doi:10.1136/bmjopen-2012-001663.. Beter nog, vitamine D zou inwerken op de 2 reactieniveaus van het immuunsysteem :
 

        • de aangeboren immuniteit, die geen herkenning van de indringer omvat ;

        • maar ook de verworven immuniteit die wordt ingeschakeld wanneer de aangeboren immuniteit er niet in slaagt het hoofd te bieden aan de indringer. Deze reacties steunen op het herkennen van een bepaald antigeen (Ag), door de 3 grote soorten lymfocyten : B, T8 et T4.

 

De onderzoekers vonden ook dat vitamine D de T-lymfocyten (verworven immuniteit) zou stimuleren een bepaalde molecule vrij te stellen - interferon gamma (IFN γ) - die op zijn beurt de cellen, betrokken bij de aangeboren immuniteit, gaat activeren. En deze laatsten – de macrofagen –vallen de verantwoordelijke bacterie aan (zie ook "Fagocytose").

 

Daarnaast stimuleert het thv het epidermis gevormde vitamine D de genetische expressie van cathelicidine, dat een breedspectrum antimicrobiële activiteit ten toon spreidt tegen bacteriën, schimmels en virussen. Cathelicidine breekt de lipoproteïne-membraan van microben af in de fagosomen na fusie met lysosomen (macrofagen).

 

      • een voldoende aanwezigheid van vitamine D voorkomt een overreactie zoals een ontstekingsreactie. Een ontstekingsreactie ligt aan de basis van de meeste auto-immuunziekten (MS, diabetes...), ontstekingsziekten van de darm (Crohn...) Nicholson I, Dalzell AM, El-Matary W. Vitamin D as a therapy for colitis: a systematic review. J Crohns Colitis. 2012 May;6(4):405-11., van de lever en van de bloedvaten (arteriosclerose), van de huid (psoriasis) en van Alzheimer.

 

Opgelet :

Andere studies toonden aan dat patiënten met ontstekingsziekten in de darm moeilijker vitamine D absorberen, ook onder vorm van supplementen. Bij deze patiënten moeten de serumwaarden van vitamine D dan ook extra opgevolgd worden.

 

Met de hulp van het tryptofaan dioxygenase, kan tryptofaan worden omgezet in kynurenine, een metaboliet die tussenkomt in de regulatie van de (auto)immuunrespons (door aanmaak Treg cellen), en verder wordt gebruikt in de synthese van niacine. De omzetting naar kynurenine wordt gestimuleerd door vitamine D : onvoldoende vit D laat een grotere omzetting toe van tryptofaan naar serotonine (verhoogd risico op inflammatie) en remt de aanmaak van Treg-cellen (verhoogd risico op auto-immuunrespons).

 

Voldoende hoge vitamine D (en K2) spiegels zorgen zowel voor voldoende serotonine als voor de synthese van kynurenine (en van Treg-cellen ). Regulerende T-cellen (Treg) zorgen voor een evenwicht tussen de 2 immuunsystemen en temperen de activiteit van zowel Th1 als Th2 (zie : "Immuunrespons"). Een verstoring van dit evenwicht, vooral gedurende de zwangerschap, verhoogt de latere kans op allergie, intolerantie en auto-immuniteit. En natuurlijk op hersenstoornissen zoals autisme , ADHD, schizofrenie...

 

Een ontstekingsreactie ligt ook aan de basis van zonnebrand. Vitamine D verhoogt in de huid het ontstekingsremmend enzym arginase-1, dat helpt de schade aan huidweefsel te herstellen en activeert op zijn beurt ook andere ontstekingsremmende eiwitten. Terwijl lage bloedwaarden vitamine D juist zorgen voor activatie van ontstekingsbevorderende genen. Voldoende hoge vitamine D-spiegels of hoge doses vitamine D bij een tekort verhogen, zijn in staat om deze ontstekingsreactie te remmen .

 

 

    • is onmisbaar voor

 

      • de ontwikkeling van spiermassa en spierkrachtToegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims en voor de coördinatie : de intrede van calcium in de cel voor het samentrekken, de uittrede voor de ontspanning : een ernstig tekort aan vitamine D kan deze werking van calcium verstoren met krampen en zenuwtrekkingen als gevolg ;

 

      • daarnaast werkt vitamine D in op type 2-spiervezels (de snelle) die bij het voorkomen van een val in actie treden : een tekort aan vit D zorgt dan voor spierzwakte en voor spierpijnen ;

 

      • daarenboven zal het organisme bij een uitgesproken tekort aan vitamine D samen met een metabole acidose (en dikwijls samen met hoge PTH en lage calciumspiegels) het spierweefsel afbreken om zo het zuur-base onevenwicht te bufferen, met spierzwakte en coördinatiestoornissen als gevolg :

 

---> de correctie hiervan met vitamine-D en calciumsupplementen is belangrijk voor de valpreventie bij oudere personen. Bij hen is niet de leeftijd de grote oorzaak van spierzwakte en coördinatiestoornissen maar wel een niet aangepaste voeding (vooral bij de bejaarde vrouw) met een tekort aan proteïnen en te weinig verse groenten (= mineralen).

 

      • op termijn verzwakken tekorten aan vitamine D het metabolisme, en dus ook de capaciteit en de motivatie om fysisch te bewegen. Het dagelijks energieverbruik wordt hierdoor onvoldoende, wat leidt tot toename van het lichaamsgewicht. Supplementen vitamine D kunnen deze ongemakken die optreden in de menopauze verhelpen. Daarnaast speelt vit D ook een beschermende rol tegen de leeftijdsgebonden progressieve degeneratie van spiervezels (sarcopenie) .

       

      • de normale groei en behoud van beenderen en tanden : zie ook "Osteoporose".

 

      • de vorming van bloedplaatjes en beschermt tegen stijve bloedvaten (frequent bij bejaarden en oorzaak van hypertensie), door de ontstekingstoestand te verminderen, de spieren rond de bloedvaten te versterken Annual Conference of American College of Cardiology: ACC 2011, 2 - 5 april 2011 en de LDL- en HDL- cholesterolniveau te normaliseren ( :gezien bij vrouwen in de menopauze).

 

      • de gezondheid van de ogen : er zou een verband bestaan tussen een tekort aan vit D en een verhoogd risico op LMD (volgens een nog onbekend mechanisme) University of Buffalo (E.U.) in JAMA, 11 avril 2011 .

 

      • de cognitieve capaciteit, vooral bij ouderen. Bij ouderen van verschillende etnische afkomst werd een lage vit D-status met een versnelde achteruitgang van de cognitieve functies in verband gebracht ; vooral bij oudere Afro-Amerikanen en van Spaanse afkomst kwamen meer tekorten aan vit D voor. Ook werd, in vitro et in vivo, bij ratten aangetoond dat vitamine D neurotrofische en neurobeschermende effecten vertoont, waardoor de veroudering van de hippocampus wordt vertraagd.

 

    • blijkt de neurotransmitter/neurologische functie te moduleren door een gunstige anti-depressie en anti-convulsie werking (stemmingsverbetering door zonlicht, depressie, ADHD...) . Bij niet-optimale vit D-waarden kunnen de bijnieren het eiwit nodig voor de productie van bepaalde neurotransmitters (dopamine, noradrenaline, serotonine... die humeur, stress en tonus regelen) niet voldoende aansturen.

 

Een van de genen dat vit D reguleert, codeert voor het enzym Tryptofaan hydroxylase (TPH). Dit enzym is nodig voor de omzetting van tryptofaan naar serotonine.

 

Twee verschillende genen coderen voor TPH : TPH1 (> 90% in de darm, en tijdens de zwangerschap in de placenta) en TPH2 (in de hersenen). Beide systemen werken volledig onafhankelijk omdat het serotonine uit de darm niet door de hersenbarrière kan (maar wel door de placenta van de moeder naar de foetus).

 

Het darmserotonine wordt door trombocyten opgenomen (ze kunnen het zelf niet aanmaken). In deze bloedplaatjes speelt serotonine een belangrijke rol in de coagulatie. Teveel serotonine in de darm veroorzaakt echter inflammatie (activatie van T-cellen met vrijstelling van pro-inflammatoire cytokines). Vitamine D remt of schakelt in de darm het gen uit dat codeert voor TPH1. Vitamine D bezit dus ook erkende ontstekingswerende effecten...

 

In de hersenen echter activeert vitamine D het gen dat codeert voor TPH2, waardoor serotoninespiegels stijgen wat gedragingen zoals humeur, geheugen, welbevinden,  angst, impulsen... zal ten goede komen . Een tekort aan vit D bij zwangere vrouwen zal gevolgen hebben voor de vroege ontwikkeling van het foetusbrein (autisme?).

 

    • moduleert de transcriptie van verscheidene genen en beïnvloeden het celdelingsprocesToegelaten claim (EFSA, European Food Safety Authority) - Zie : Lijst toegelaten claims : de differentiatie en de proliferatie (woekering) van bepaalde cellen

 

      • differentiatie : keratinocyten in de opperhuidcellen die keratine vormen in de huid, kanker... 

      • antiproliferatie : keratinocyten, T-lymfocyten, kanker... 

      • groeifactor : van alveolaire epitheelcellen (bronchioli of longblaasjes, pneumocyten, monocyten...)

      • apoptose : van borst- en darmcellen, gliomacellen (hersenen)...

      • insulinesecretie en de insulinegevoeligheid van spieren en lever : de vitamine D status zou dan een bepalende rol spelen bij de ontwikkeling/controle van type 2-diabetes

      • oestrogeen-metabolisme : vooral van belang na de menopauze

      • secretie van prolactine : bevordert de groei van het borstklierweefsel en de melkproductie

      • secretie van groeihormoon (groei) : groeipijnen zijn dikwijls symptomen van vitamine D tekort

      • secretie van TSH (hypofyse) voor een normale schildklierwerking

      • spierwerking (calciumfluxen) : is verstoord bij krampen, zenuwtrekken...

      • expressie van renine : vitamine D onderdrukt de expressie van renine, zonder vitamine D stijgt het renine-gehalte, en vervolgens het angiotensine en aldosteron en uiteindelijk de bloeddruk.

 

    • en speelt, in combinatie met sommige van zijn metabolieten, een rol in talrijke andere weefsels waaronder vooral het epidermis.

 

    • activeert het ontgiftingssysteem in de lever door het verhogen van het P450- enzym CYP3A4 dat instaat voor de afbraak van een groot aantal geneesmiddelen en toxische stoffen Kutuzova G.D., Deluca H.F., Department of Biochemistry, University of Wisconsin-Madison, 433 Babcock Drive, Madison, WI 53706-1544, ETATS-UNIS: 1,25 -Dihydroxyvitamin D3 regulates genes responsible for detoxification in intestine. Toxicologie and applied pharmacology, 2007, vol. 218, no1, pp. 37-44 [8 page(s) (article)] (1 p.1/4). Een grotere aanmaak van vitamine D, in de zomer bv., zou dan bepaalde geneesmiddelen sneller afbreken, terwijl, in de winter bij lage vitamine D synthese via het zonlicht, de afbraak van diezelfde geneesmiddelen zou vertragen, met een hoger risico op bijwerkingen.

 

 

De voordelen van een voldoende hoog gehalte vitamine D (tussen 50 en 70)

 

    • van de conceptie tot de geboorte (moeder) bieden aan het kind :

 

      • een bescherming tegen vroeggeboorte , tegen infecties (vooral van de luchtwegen)

      • een lager risico op obesitas, diabetes, cholesterolproblemen (---> metaboolsyndroom ), en zenuwaandoeningen (pijn, depressie, slaapstoornissen , fibromyalgie, PDS (IBS)...)...

      • een lagere mortaliteit door hartaandoeningen en kanker : hogere vitamine D-spiegels werden in verband gebracht met een aanzienlijk verlaagde mortaliteit en morbiditeit bij gehospitaliseerde patiënten met een hele reeks van niet-neoplastische aandoeningen, alsook met kanker & .

      • een tekort aan zonlicht vervangen door enkel vit D-suppletie verandert echter niets aan de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen (hypertensie, hartfalen...) want voor hart en bloedvaten draagt vooral het stikstofmonoxide (NO) bij dat o.a. ook thv de huid onder invloed van zonlicht (UVA) wordt gevormd uit nitraten . Zonlicht is dus goed voor je hart. Teveel is echter schadelijk : teveel UVA-blootstelling, te grote hartbelasting om het lichaam te koelen...

        • de invalshoek van zonlicht bepaalt de hoeveelheid UV-straling die onze huid bereikt : in de winter, wanneer de invalshoek van de zonnestraling kleiner is dan 50°, is deze dus laag, met een grotere portie schadelijke UVA...

          • het gebruik van zonnewerende middelen is in de winter dus sneller aangewezen.

 

    • gedurende de eerste 20 levensjaren uit zich bij het individu door :

 

      • een gezonder immuunsysteem, en dus in een lager risico op auto-immuunziekten zoals schildklieraandoeningen, MS, type 1-diabetes, lupus en reumatoïde artritis. Een sterk immuunsysteem helpt bij de strijd en de preventie van kanker.

      • sterkere beenderen met later minder osteoporose, minder breuken in de laatste 20 levensjaren.

      • een duidelijk lagere mortaliteit .

      • ...

 

 

Alle gezondheidsproblemen staan dus in verband met elkaar : hypertensie en diabetes maken nu deel uit van dezelfde aandoening die ook artritis en osteoporose veroorzaakt. Een familiale historiek van diabetes, hoge bloeddruk en hartaandoeningen wijst dus op mogelijke vitamine D deficiëntie en onevenwichtig dieet. Een voorgeschiedenis van infecties, kwaadaardige aandoeningen, borstvoeding, tandproblemen, gewrichtspijnen, nierstenen... worden nu stukken van eenzelfde puzzel.

 

Werkingsmechanisme :             

 

Om actief op te treden dienen de 2 vormen van vitamine D (D2 en D3) omgezet worden in actieve metabolieten : eerst het 25-OH-cholecalciferol (calcidiol) in de lever en verder in de nieren tot het 1α,25-di-OH-vitamine D (calcitriol), hun voornaamste actieve metaboliet, en in de lever tot 24,25-diOH-cholecalciferol (minder actief, minder toxisch).

 

Het gebruikte enzym in de laatste omzetting (1-α-hydroxylase) behoort tot het Mixed-Function-Oxygenase-systeem (MFO) aanwezig in de mitochondria van de niercellen en vereist de aanwezigheid van zuurstof en NADPH (vit B3). Deze omzetting kan ook plaats hebben in de prostaatklier, de borstklier, de karteldarm (colon) en in de immuuncellen.

 

    • het inactieve 25-OH-cholecalciferol kan beperkt worden opgeslagen in de lever en de spieren. Een dagelijkse aanvoer van 800 IE vitamine D is dan ook noodzakelijk.

 

    • het weinig actieve 24,25-diOH-cholecalciferol is minder toxisch maar ook minder actief. Het vervult de rol van "reserve" en van "buffersysteem" om de te hoge concentraties van de andere vormen (actievere en meer toxisch) te voorkomen.

 

    • het actieve 1,25-diOH-cholecalciferol verzorgt het evenwicht tussen de bot opbouw-afbraak balans en de kwaliteit van de darmmucosa. Deze homeostase wordt bepaald door de concentratie aan Ca, PTH (parathormoon) en vit D3. Verstoring van de opbouw-afbraak balans leidt tot osteoporose.

 

De omzetting naar het actieve 1α,25-diOH-vit D wordt geactiveerd door het parathormoon PTH (door het stimuleren van de genetische expressie van het enzym 1-α-hydroxylase), en tegengewerkt door calcitonine (zoals zij ook de calciumhuishouding in het bloed regelen). Vanadium en boor versterken deze omzetting, cadmium, strontium en aluminium blokkeren haar.

 

De gal is de excretieweg voor vitamine D en haar metabolieten. Worden te weinig galzouten gevormd dan kunnen de schadelijke afbraakmetabolieten onvoldoende verwijderd worden.

 

Werkingsmechanisme :

 

Het 1α,25-diOH-vit D

 

    • bevordert de rijping van de darmmucosacellen : langere villi  --> meer oppervlakte ---> meer absorptie

 

    • bindt zich op de nucleaire vit D-receptoren in darm-, bot- en niercellen,

      • stimulatie van de aanmaak van Ca-bindingsproteïnen

        • maken de absorptie uit de darm mogelijk van Ca en P

        • maken de reabsorptie uit de nieren mogelijk van Ca en P

      • bevordert de expressie van het osteocalcine-gen (voornaamste marker voor de botvorming, samen met het alkalische fosfatase)

        • induceren de maturatie van de osteoclasten voor remodulering van de botten

          • bevorderen de calciumafzetting in het bot (in samenwerking met vitamine K2)

 

    • reduceert de aanmaak van het PTH :

      • relatief lage PTH niveau's bevorderen en ondersteunen de gezondheid

      • hogere PTH waarden correleren met verhoogde risico's op MI, CVA en hypertensie

 

 

De calcium-inbouw in het bot of -vrijstelling uit het bot naar de cel (= de calciumdistributie) wordt hormonaal geregeld door calcitonine, PTH en het actieve 1α,25-di-OH-vit D.

 

De regulatiekwaliteit :

 

      • hangt enerzijds sterk af van de adrenalinesecretie (stress), die zelf afhankelijk is van de productie van SAM en homocysteïne. Ook inositol speelt daarbij een bijzondere rol (geen calcium in de cel zonder inositol).

      • en wordt anderzijds bepaald door de vitamine D-status via het PTH mechanisme. Dit regelingsmechanisme bepaalt of een optimale hoeveelheid calcium in de cel binnen kan en dat niet teveel calcium in omloop of in de cel blijft.

 

Dit regelingsmechanisme zelf is afhankelijk van een aantal factoren :

 

 

Homeostase :

 

      • een laag plasma calciumconcentratie verhoogt de secretiesnelheid van PTH

        • PTH doet de activiteit van het 25-OH-D3-mono-oxygenase stijgen, dat is betrokken bij de omzetting van cholesterol ---> cholecalciferol (D3)

          • verhoging van de productie van 1,25-diOH-cholecalciferol

            • verhoging van de darmabsorptie van calcium (en van de renale excretie van P)

 

              • bij stijging van de calcium bloedspiegels

                • vertraging van secretiesnelheid van PTH

                  • productievermindering van 1,25-diOH-cholécalciférol (feedback van calcium)

 

              • bij abnormale stijging van de calciumbloedspiegels

                • verhoogde productie van calcitonine (schildklier)

                  • inhibitie van de mobilisatie van calcium uit de botten

                    • verhoging van de Ca en P secretie via de nieren.

 

 

1. Het beheer "op korte termijn" wordt verzekerd door het PTH dat, in aanwezigheid van een normale concentratie 1,25-diOH-cholecalciferol, de mobilisatie van calcium uit de beenderen gaat bepalen.

 

2. PTH, 1,25-diOH-cholécalciférol en calcitonine zijn allen betrokken bij het "lange termijn" beheer van de calciumconcentratie in het bloed.

 

Zie ook : "De calciumparadox".

 

Tekorten :             

 

De beste maatstaf voor de nutritionele status van vitamine D is de plasmaconcentratie van de inactieve metaboliet 25-OH-vitamine D (D3) : deze is een goede indicator voor de beschikbaarheid van vitamine D voor omzetting tot haar actieve metabolieten (vooral 1α,25-di-OH-vit D).

 

De normale range van 25-OH-vit D is tussen 50 en 100nmol/L (20 et 40ng/ml). De halfwaarde-tijd van 25-OH-vit D is ongeveer 3 weken terwijl deze van het actieve 1α,25-di-OH-vit D in de circulatie gelegen is tussen 4 - 6 uur, wat niet stabiel genoeg is voor een bloedanalyse. Omdat de plasmaconcentratie van het 25-OH-vit D 1000x hoger is dan deze van het 1α,25-di-OH-vit D, kunnen zelfs zeer lage 25-OH-vit D concentraties een voldoende substraat vormen voor het genereren van normale hoeveelheden 1α,25-di-OH-vit D (haar bepaling reflecteert eigenlijk de vit D status niet, uitgezonderd bij zware vit D deficiëntie zoals bv. bij nierziekten).

 

De reserve wordt dus gemeten : het bloed zal volgens de vraag bufferen.

 

Volgens een studie gevoerd door Dr. Moreno-Reyes van het Erasmus hospitaal in Brussel (ULB) en gepubliceerd in het European Journal of Nutrition 2008, is het risico op een tekort aan vitamine D bij de inwoners van Brussel 77%. Op basis van etniciteit : 60% (Belgen), 76% (Congolezen), 90% (Marokkanen) en 79.2% (Turken). In het rapport van de "Académie Nationale de Médecine" van 20 juni 2012 worden tekorten aan vitamine D bij 80% van de Franse bevolking aangenomen.

 

Risicogroepen zijn :

 

 

...

 

Oorzaken :

 

    • gebrekkige aanvoer : onevenwichtige voeding, vegetarische voeding (geen eieren, melk, vis)...

 

      • studies bij dieren tonen dat een onaangepaste foetale voeding de ontwikkeling van de lever, de pancreas, de hersenen, de nieren, de beenderen en de spieren schaadt. De aanpassing van de foetus aan de voedingsomgeving maakt de baby voorbestemd om als volwassene problemen te ontwikkelen op het gebied van verhoogde bloeddruk en diabetes of verhoogde cholesterolspiegels. De voeding bij de conceptie (en niet vanaf de geboorte) is dus het belangrijkste.

 

      • naast vitamine D worden ook tekorten aan omega3 vetzuren en magnesium in verband gebracht met verhoogde risico's op o.a. het metaboolsyndroom.

 

    • gebrekkige synthese :

 

      • onvoldoende blootstelling aan het zonlicht : winterseizoen, klimaat (bewolking reduceert de synthese van vitamine D met 50%), breedtegraad, werken onder kunstlicht (bureau, shift, nacht, horeca), chronische zieken, leeftijd, dragen van sluier... Zelf in een zonrijke streek is de toevallige blootstelling aan de zon onvoldoende om de nodige hoeveelheden vitamine D te produceren. Luchtvervuiling in en rond de steden (smog) vermindert ook de vitamine D productie tegenover deze in landelijke streken gelegen in dezelfde breedtegraad. Ook de leeftijd speelt een rol : waar jonge volwassenen met een dagelijkse blootstelling aan de middagzon van het gelaat en de armen gedurende 15 minuten, zomer en winter, genoeg vitamine D zouden aanmaken ligt dat anders bij bejaarden : zij zouden zelfs anderhalf uur per dag blootstelling nodig hebben.

 

De UV-index is een maat voor de intensiteit van de UV straling volgens een schaal van 0 (nacht) tot 16 (middaguur tropen): het is een bruikbare hulp voor de inschatting van de capaciteit voor de endogene synthese van vitamine D op een bepaalde plaats op de aardbol (breedtegraad). Om vitamine D te kunnen aanmaken is een UV index van minstens 3 nodig. Hoe hoger de index hoe minder blootstellingstijd nodig voor de voldoende aanmaak van vitamine D. Voor België en Nederland bestaan UV index dagwaarden. Een grafische voorstelling van de UV index waarden op jaarbasis voor België werd niet gevonden.

 

Enkele voorbeelden uit de VS : voor Detroit bv. kan enkel vitamine D worden aangemaakt van half april tot eind september (UV index > 3) ; daar we 5 dagen per week binnen werken blijven enkel de 18 WE over, wat betekent dat er juist 36 dagen overblijven op een jaar voor de aanmaak van vitamine D (moderne glasramen houden het grootste deel van de UVB straling tegen!). De hoogste bloedwaarden van vitamine D worden gemeten op het einde van de zomer, de laagste op het einde van de winter. Hoe verder van de equator, hoe belangrijker de schommelingen.

 

Algemeen kan je stellen dat wanneer je schaduw korter is dan je lichaamslengte = UV index > 3.

 

Opdat we voldoende vit D zouden aanmaken moet UVB-straling ons dus door de aardatmosfeer kunnen bereiken. Geraakt UVB-straling er niet goed door dan staan we vooral bloot aan UVA-straling dat een grotere penetratiecapaciteit heeft (en kankerverwekkend inwerkt). Opdat UVB-straling ons kan bereiken moet de zon hoger dan 50° boven de horizon staan (bij te lage zonnestand reflecteert de ozonlaag de korte UVB-golven en laat de langere UVA-golven door). Wanneer de zon hoger dan 50° boven de horizon staat kan je testen op "Sun or Moon Altitude/Azimuth Table" : kies voor Form B, Longitude = E 4° 22', Latitude = N 50°22' (voor Brussel), Time zone : 1(winteruur) of 2 (zomeruur) hours East of GW. Laat voor vandaag (of een dag naar keuze) de hoogte van de zon boven de horizon berekenen (per 60 minuten bv.).

 

---> De middagzon moet je dus niet volledig mijden : wij hebben haar nodig! Maar "trop is teveel" ...

 

Ook glasramen houden vooral UVB tegen waardoor de huid vooral bloot staat aan UVA. Dat verhoogt het risico op huidkanker omdat UVA, zonder UVB, juist vitamine D vernietigt (zie hoger). Indoor-werkers lopen een hoger risico op melanomen, wat suggereert dat een chronische blootstelling aan de zon eerder een beschermend effect uitoefent .

 

      • zonnecrème : een zonnecrème met beschermingsfactor 30 absorbeert ongeveer 99% van de UVB straling van de huid. Deze UVB straling is juist nodig voor de aanmaak van vit D en vermindert bijgevolg de mogelijkheid van de huid om vit D aan te maken met 99% AFT 09 - 12/2010 pg 4 . Het gebruik van een zonnecrème tegen UVA zou anderzijds zinvol zijn om huidkanker te vermijden bij blootstelling aan zonnestraling achter glas en in de winter wanneer de zon te laag staat (< 50°). Elk jaar worden immers meer gevallen van huidkanker vastgesteld...

 

Vermijd vooral zonnebrand : hoe bleker de huid, hoe gevoeliger. Hoe donkerder, hoe langer de huid zonlicht kan verdragen. Blijf in ieder geval niet langer dan 30 minuten in volle zon onder de middag. Blijf de rest van de dag uit de zon in de schaduw, doe wat kledij aan en gebruik een zonnecrème met lage protectiefactor (15) op de onbedekte lichaamsdelen, want dan sta je het meest bloot aan UVA....

 

      • gepigmenteerde huid : melanine, als natuurlijke zonnefilter, is een zeer sterke UV absorber en belet dus de synthese van vitamine D thv de huid ; hoe donkerder de huid, hoe minder vitamine D aanmaak in de huid. Zonnekloppers lopen zoals mensen met een donkere huid, een hoger risico op vitamine D tekort.

 

M. Luxwolda et al. voerden in 2012 een studie uit bij de Massai een bevolkingsgroep uit Kenya en Tanzania. Dank zij een natuurlijk dieet, een fototype IV en een goede blootstelling aan de zon bedroeg hun gemiddelde 25(OH)D concentratie 47,6 ng/ml (23,2-66,8) . In onze streken lopen dezelfde mensen steevast met een ernstig tekort.

 

      • leverinsufficiëntie : gebrekkige omzetting van vit D naar 25-OH-vit D (calcidiol) in de lever of naar 1α,25-(OH)2-vit D (calcidriol, de actieve vorm) in de nieren met Mg en boor als cofactoren : bv. bij chronisch alcoholisme (met defecte 25-hydroxylatie-stap in de lever).

 

      • hoge leeftijd :

        • met verlies van de capaciteit cholesterol om te zetten in vitamine D thv de huid met zonlicht,

        • met optreden van gebrekkige vit D absorptie uit de voeding thv de darmen,

        • met stijging van de productie van PTH door overstimulering als gevolg van een verhoogd gebruik van keukenzout, suiker en fosfaten via fastfood, koffie, cola, alcohol, hoge eiwitconsumptie en het gebruik van aluminiumbevattende middelen (farmaca, schoonheidsmiddelen). Het teveel PTH stimuleert de calciumresorptie in de tubulus en in de darm, maakt calcium vrij uit het bot en stimuleert de fosforuitscheiding ---> daling calciumdichtheid in het bot ---> osteoporose.

 

---> deficiëntie van vit D-aanvoer of van de omzetting in de actieve vorm is de belangrijkste oorzaak van osteoporose.

 

    • gebrekkige vetabsorptie : intestinale malabsorptie, galpathologie (galobstructie), ernstige lever- en nierstoornissen (insufficiëntie), (eventueel met hyperparathyroïdie), farmaca als orlistat (Xenocal°, Alli°)...

 

    • verhoogde afbraak :

 

      • door anti-epileptica (barbituraten, hydantoïnes), spasmolytica... : door een versnelde eliminatie van vitamine D, met lage serumcalcium en fosfor en abnormale hoge serum alkalische fosfatase (verhoogde marker bij verhoogde botafbraak).

 

      • door corticotherapie : door stimulatie van de omzetting van vitamine D tot inactieve metabolieten wat op termijn leidt tot vitamine D-tekort en verder tot bv. botdemineralisatie... (zoals met alcohol).

 

    • toegenomen verlies : door dialyse, nefrotisch syndroom.

 

    • andere :

 

      • retinol (de actieve vorm van vitamine A) is een vitamine D-antagonist :

 

Normaal werken de receptoren van vit D (VDR) en van vit A (RXR : retinoïde X receptor) samen in het cytosol. Zij kunnen onderling heterodimeren (VDR-RXR) of homodimeren (RXR-RXR) vormen.

 

          • de heteromeren (VDR-RXR) vormen een receptor voor DNA en activeren de genexpressie van specifieke proteïnen die de celproliferatie gaan remmen  (kanker...) en de celdifferentiatie gaan stimuleren (een kankercel heeft haar gedifferentieerd karakter verloren, door verstoring van het specifiek genetisch programma dat zij kreeg).

 

          • de homodimeren (RXR-RXR) vormen ook een receptor voor DNA maar activeren de genexpressie van andere specifieke proteïnen die de celdeling gaan activeren of reguleren en die bepaalde andere cellen differentiëren (groei, wondheling, botvorming...).

 

Een overmaat vitamine A of een tekort aan vitamine D verhindert de vorming van heterodimeren : er worden dan vooral homodimeren gevormd (RXR-RXR) en de VDR blijven onbezet en werkloos.

 

De verhouding vitamine A/vitamine D is uiterst belangrijk voor een goede werking van vitamine D : te hoge gehaltes vitamine A, in combinatie met te lage niveau's vitamine D, doen de positieve eigenschappen van vitamine D teniet. De ideale verhouding is 1/3 : 1000 IE vitamine A en 3.000 IE vitamine D.

 

      • BMI > 25 (Obesitas)

 

        • minder vitamine D zal beschikbaar zijn omdat het teveel opgeslagen zit in het vetweefsel waaruit het moeilijk vrij komt .

 

        • de vetcellen maken ook ontstekingsstoffen aan die het organisme resistenter maken aan insuline en leptine (leidt het verzadigingsgevoel in, zie ook : "Darmhormonen"). Een tekort aan vitamine D put ook de spieren uit, wat de vetverbranding schaadt en de insulineresistentie verslechtert.

 

      • een verhoogde glycemische index veroorzaakt een verstoring van de calciumopname, welke mede de concentratie aan 1α,25 diOH-vorm bepaalt.

 

 

Een te zure omgeving vertegenwoordigt een stress voor het organisme : haar antwoord op deze stress (het zuur-base onevenwicht neutraliseren) verhoogt de spiegels van cortisol, aldosteron, renine en angiotensine  en verlaagt deze van het groeihormoon. Deze veranderingen doen het organisme geen deugd : zij veroorzaken een verlies van bot- en spiermassa (door een verlies aan mineralen en proteïnen), een verhoging van de resistentie aan insuline en een aangroei van abdominale vetreserves, waardoor de beschikbaarheid van vitamine D vermindert en meer ontstekingsmediatoren worden aangemaakt. Op termijn leiden deze veranderingen tot een verhoging van de bloeddruk en tot de ontwikkeling van het metaboolsyndroom gekenmerkt door een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, obesitas, CVA en diabetes.

 

Een tekort aan vitamine D et een verstoring van het zuur-base evenwicht veroorzaken aldus obesitas, en eenmaal geïnstalleerd vermindert obesitas de biologische beschikbaarheid van de resterende vitamine D. Om uit deze negatieve cyclus te geraken moet het vitamine D in het organisme genormaliseerd worden en moet de verzuring ervan bestreden worden. 

 

Pathogenen : gaan in competitie voor de Vit D-receptor (VDR) om het immuunsysteem te neutraliseren en zo hun overlevingskans te vergroten (Borrelia (Lyme), Epstein Barr (klierkoorts), Aspergillus (schimmel), salmonella... Bacteriën infiltreren zo (endotoxemie) en veroorzaken dieper chronische lage-graad-ontsteking. De door bacteriën geïnduceerde VDR-disfunctie zou wel eens aan de basis kunnen liggen van auto-immuunziekten , hart- en vaatziekten, diabetes...

 

In het bloedbeeld bij een infectious pathogenesis zien we dikwijls een verlaagde status van 25-OH-vitamine D, maar deze wordt veroorzaakt door een omzetting van 25-OH-vitamine D naar (de niet te meten) 1α,25-di-OH-vitamine D. De lage bloedwaarden worden dus niet veroorzaakt door een primair tekort aan zon. 1α,25-di-OH-vitamine D is zelfs verhoogd aanwezig (doch niet registreerbaar).

 

Vitamine D-suppletie is dus geen succesvolle strategie om bv. rugpijn te bestrijden, maar misschien wel al je het combineert met een strategie om pathogenen uit te schakelen (met bv. het natuurlijk antibioticum lactoferrine ).

 

 

 

Symptomen :

 

    • chronische inflammatietoestand met verhoogde waarden van TNF-alfa en IL-6, ontstekingsmarkers Yong Zhang, Donald Y. M. Leung, Brittany N. Richers, Yusen Liu, Linda K. Remigio, David W. Riches, And Elena Goleva. Vitamin D Inhibits Monocyte/Macrophage Proinflammatory Cytokine Production by Targeting MAPK Phosphatase-1. The Journal of Immunology, March 1, 2012.

    • drogere huid

    • vermoeidheid , seizoensgebonden depressieve gevoelens, depressieve symptomen , slaapproblemen, verlies aan motivatie, vooral voor fysische inspanningen...

    • krampen en chronische spier-, bot-, rug- en gewichtspijnen... : vit D-tekort kan de oorzaak zijn van de epidemie aan chronische pijnen !

    • gewichtstoename : wanneer het lichaamsgewicht toeneemt, vermindert het vitamine D gehalte

      • en omgekeerd : een laag vit D-gehalte bij de moeder tijdens de zwangerschap verhoogt de vetmassa bij de baby Medical Research Council Lifecourse Epidemiology Unit (University of Southampton) : De Apotheker, 4 juni 2012, n° 114, p 11.

    • botpijn en botvervorming

    • zwakte, gangstoornissen, tetanie...

    • gestoorde absorptie van calcium en fosfor : rachitis bij jongeren, osteomalacie bij volwassenen

    • hypocalciëmie, hypofosfatemie, hypocalciurie, hypochrome anemie, verhoging alkalische fosfatasen...

 

(nierstenen zijn het gevolg van een calciumrijke verzurende voeding : wat leidt tot zure urine en met calcium tot niersteenvorming ; meestal is een de voeding te arm aan kalium en magnesium)

 

Het weldoend effect van een normalisatie van het vitamine D gehalte op de vermoeidheid, de pijngevoelens en het lichaamsgewicht  kan verbluffend zijn. Vitamine D suppletie onderdrukt echter niet alleen de symptomen, het richt zich ook naar de oorzaak van de symptomen.

 

 

Er bestaan aanwijzingen dat een tekort aan vitamine D een rol speelt in de ontwikkeling van een reeks ziekten, zoals :

 

    • Kanker : vitamine D zou de progressie van kanker (o.a. colorectale en borst ) stoppen, daar het optreedt als regulator van de celgroei en alzo de ongecontroleerde proliferatie van cellen gaat verhinderen. Ook zou vit D het risico op pancreaskanker sterk verminderen Skinner HG, Michaud DS, Giovannucci E, Willett WC, Colditz GA, Fuchs CS. Vitamin D intake and the risk for pancreatic cancer in two cohort studies. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2006 Sep;15(9):1688-95.. Daarnaast zou vit D apoptose van kankercellen bevorderen (zie hoger) en de angiogenese remmen (vorming van nieuwe bloedvaten naar toekomstige tumor). Eind 2022 wees een Fins onderzoek onder bijna 500 patiënten, gepubliceerd in het tijdschrift Melanoma Research, zelfs uit dat mensen die regelmatig vitamine D-supplementen innamen, de helft minder kans hadden om melanoom te ontwikkelen .

 

    • Obesitas : hoge vit D-waarden waren gelinkt aan een lagere verhouding taille/heupomtrek .

 

    • Hartaandoeningen : vitamine D suppletie zou de spiegels van het reactieve proteïne C (CRP) doen dalen, met een vermindering van ontstekingsverschijnselen ter hoogte van de arteriën als gevolg ; verder laat een combinatie vitamine D en calcium toe de bloeddruk te doen dalen.

 

    • Multiple sclerose (MS) (een auto-immuunziekte) : vitamine D supplementen doet het risico op het ontwikkelen van MS significant dalen. Tijdens de zwangerschap kunnen de supplementen in 80 procent van de gevallen multiple sclerose bestrijden Research/Clinical Update, National Multiple Sclerosis Society. Baby's geboren in mei hebben een hoger risico op MS dan baby's geboren in november : uit onderzoek van het navelstrengbloed bleek het bloed van meibaby's ongeveer 20% minder vit D en dubbel zoveel autoreactieve lymfocyt T-cellen (zie : "Auto-immuniteit") te bevatten dan dat van novemberbaby's . Bij volwassen patiënten met MS zouden hoge doses vit D een immunomodulerend effect uitoefenen door een positieve impact op IL-17 T-lymfocyten (Th17) met reductie van Th17 en verhoging van CD4+ T-cellen (Th17 wordt beschouwd als de voornaamste betrokkene bij de immunopathogenese van MS) . Testen met doses tot 10.000IE per dag zijn lopend.

 

    • Diabetes (een auto-immuunziekte) : voldoende vitamine D aanvoer in de jonge jaren vermindert duidelijk het risico (-33%) op de latere ontwikkeling van diabetes, tegenover andere kinderen (EURODIAB studie).

 

    • Gingivitis (tandvleesontsteking) : minder bloedingen en ontstekingen werden gezien bij voldoende hoge vitamine D titers in het organisme.

 

    • Depressie : te lage vitamine D spiegels in het bloed zijn in verband gebracht met de ontwikkeling van depressie.

 

 

    • Autisme : een tekort aan vitamine D tijdens de zwangerschap vertegenwoordigt een potentiële risicofactor op autisme. Optimale concentraties vitamine D zijn immers nodig voor de hersenfunctie.

     

    • LMD : er zou een verband bestaan tussen een tekort aan vit D en een verhoogd risico op LMD (volgens een nog onbekend mechanisme) University of Buffalo (E.U.) in JAMA, 11 avril 2011 .

 

    • Verhoogd valrisico, minder spierenergie, meer vetopslag.

 

    • ...

 

 

Vitamine D-tekort speelt een causale rol in de systemische inflammatie die er meestal mee gepaard gaat, waarbij de inflammatie afneemt, zoals blijkt uit een daling van verhoogd C-reactive protein (CRP), naarmate de vitamine D-spiegels stijgen tot normale waarden .

 

De bepaling van het vitamine D-niveau in het bloed is dus een krachtig middel bij de preventie van veel ziekten (de lijst hierboven is niet volledig...). Het is ook een middel om geld te besparen op de uitgaven van de sociale zekerheid, én om mensen veel leed te besparen, wat toch het doel is van ons gezondheidssysteem (of het toch zou moeten zijn).

 

Toxiciteit :              

 

Vitamine D is een vetoplosbare vitamine (zoals de vitaminen A, E en K) en kan zich dus opstapelen in het lichaam.

 

Een vitamine D-niveau (25-OH-cholecalciferol) in het bloed lager dan 50 of hoger dan 100 nmol/l zou het risico op cardiovasculair overlijden verhogen. In een grote observationele Deense studie werd boven 100 nmol/l een verhoogd risico op overlijden door beroerte of door een coronair accident gezien. Het vit D-gehalte zou dus best niet te laag noch te hoog zijn. Volgens hen bij voorkeur tussen 50 en 100 nanomol per liter, en idealiter rond 70 nmol/l . Dus opletten met vitamine D- supplementen!

 

    • ernstige hypervitaminose D (vooral bij zuigelingen/kinderen) : irreversibele nierletsels, groeiachterstand, hypercalciëmie, calcificatie van de weke delen en tenslotte overlijden.

 

    • matige hypervitaminose D : nausea, prikkelbaarheid, asthenie, constipatie...

 

    • voortgezette intoxicatie D : hypercalcemie : veralgemeende vasculaire calcificatie, nefrolithiase, irreversibele nierinsufficiëntie...

 

    • zwangerschap : potentieel risico op teratogene effecten.

 

Niet enkel de balans tussen vit D en calcium, maar ook met andere nutriënten zoals magnesium en vit K2, is belangrijk. Zo zou een vitamine K2-tekort de toxiciteit van vitamine D verhogen.

 

Opletten :             

 

Bij patiënten met :

 

    • hypercalciëmie

    • renale osteodystrofie met hyperfosfatemie

    • obesitas : zware mensen hebben meer kans op vitamine D-tekort

    • ....

 

Zwangerschap/Borstvoeding :

 

    • geen problemen werden vastgesteld met normale dosissen (400 IE/dag) gedurende de zwangerschap en de lactatieperiode ; moedermelk is arm aan vitamine D :

      • een eventuele hypercalciëmie bij de moeder uit zich bij de foetus door de opheffing van de schildklierwerking met hypocalciëmie, tetanie en shock als gevolg,

      • het gebruik van hogere dosissen tijdens de borstvoeding door de moeder kan hypercalciëmie veroorzaken bij de zuigeling.

 

Mogelijke interacties met :

 

Medicamenten :

    • anticonvulsiva (fenobarbital, fenytoïne...) : kunnen het metabolisme van vitamine D versnellen

    • glucocorticoïden : kunnen het metabolisme van vitamine D wijzigen

    • corticosteroïden : vitamine D kan de door corticosteroïden geïnduceerde osteoporose remmen (NMCDatabase)

    • digitalis : verhoogde kans op hypercalciëmie door hypervitaminose D bij gedigitaliseerde patiënten, waardoor verhoogde toxische effecten van digitalis

    • colestyramine, colestipol : kunnen de intestinale absorptie van vit D verminderen

    • paraffine-olie : kan de intestinale absorptie van vit D verminderen... ; het beperkt ook de opname van de andere vetoplosbare vitaminen A en E

    • sucralfaat : kan de intestinale absorptie van vit D verminderen

    • thiazide diuretica : kunnen het risico op hypercalciëmie verhogen

    • vitamine D-analogen : verhoogd risico op toxiciteit met vit D supplementen

    • ...

 

Nutriënten :

    • calcium : kan het risico op hypercalciëmie verhogen

 

Te verwachten neveneffecten :

 

    • met hogere dosissen treedt bij kinderen groeivertraging en hyperactiviteit op. Enkel bij rachitis en osteomalacie zijn hogere dosissen vereist. Hogere dosissen vitamine D bij gezonde volwassenen die geen vitamine D-tekort hebben, verbeteren de botgezondheid niet en kunnen eerder schadelijk zijn .

 

    • zelden treedt hypervitaminose D op : deze veroorzaakt een verstoring van het calciummetabolisme met zwakte, vermoeidheid, hoofdpijn, misselijkheid, braken, diarree, polyurie, calciurie, polydypsie, nocturie, proteïnurie, hevige dorst, anorexie, vertigo... ; door langdurige hypercalciëmie kan zich calciumafzetting voordoen t.h.v. de zachte weefsels zoals de nieren, waar zij een nefrolithiasis en de calcificatie van de nefronen veroorzaakt, maar ook t.h.v. de bloedvaten, het hart, de longen en de huid.

 

Nutritionele behoeften :             

 

1mcg = 40 IE

en 400 IE/dag = 10 mcg = 0.01 mg of 40 nmol/L is de Belgische norm

 

 

Vit D3 - Cholecalciferol :

 

Leeftijd

ADH (mcg)

ODD (IE)

0 - 6 maanden

10

 

7 - 11 maanden

10

 

1 - 3 jaar

10

 

4 - 6 jaar

10

 

7 - 10 jaar

10

 

11 - 14 jaar

10 - 15

 

15 - 18 jaar   M

10 - 15

 

                       V

10 - 15

 

Volwassene M

10 - 15 (400-600IE)

1000-5000 IE

                      V

10 - 15

 

+ 70 jaar       M

20

 

                      V

20

 

Zwangerschap

20*

 

Borstvoeding

20

 

Andere :

-

 

 

 

 

 

 

ADH : Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (Bron : Voedingsaanbevelingen voor België (Hoge Gezondheidsraad)).

 

* : Zwangerschap : dit geldt ook voor vrouwen na de menopauze

 

ODD : Orthomoleculaire Dagelijkse Dosis.

 

    • voor zuigelingen en jonge kinderen is suppletie aangewezen. Boven de 4 jaar ook, maar dan enkel in de winter.

 

    • voor volwassenen zorgt voldoende zonlicht voor de aanmaak van vitamine D. Bij zwangerschap, borstvoeding en hogere leeftijd is echter suppletie wenselijk.

 

    • het risico op overdosering is miniem. Sommige onderzoekers voorzien aanbevolen dosissen van 1200 - 2000 IE (30 - 50mcg) per dag waarvan de onschadelijkheid in het algemeen wordt aanvaard. Het komt frequent voor dat patiënten meer vit D3 nodig hebben (5000 tot 10000 IE/d) om een optimaal serumgehalte te bereiken van 75-100nmol/L.

 

    • In de literatuur AFT 09 - 12/2010 pg 8 worden de volgende aanbevelingen vermeld :

      • 400-1000 IE/dag voor kinderen < 1 jaar

      • 1000-1500 IE/dag voor kinderen van 1 tot 10 jaar

      • 1500 - 2000 IE (= 50mcg)/dag voor tieners en volwassenen (reeds algemeen aanbevolen in Canada)

 

    • de serumconcentratiegrens zonder geobserveerde ongewenste effecten (NOAEL : no observed adverse effect level) is vastgelegd op 140 nmol/L . Een Deense studie stelt de grens op 100nmol/l . Dus opletten met supplementen!

      Chatterjee M, 2001

 

Praktisch :             

 

Alleen vitamine D3 (25-OH-cholecalciferol) supplementen. Geen vitamine D2 (ergocalciferol of calciferol) gebruiken.

 

Vitamine D2 verhoogt duidelijk minder gemakkelijk het gehalte 25-OH-vitamine D dan vitamine D3 : personen die vitamine D3 opnemen via vis, eieren of supplementen met vitamine D3, verhogen hun vitamine D-gehalte 2x sneller dan deze die vitamine D2 opnemen via het eten van paddenstoelen, met vit D2-aangerijkt brood of met vitamine D2-supplementen.

 

Vitamine D2 kan voor de gezondheid gevaarlijk zijn. Uit een studie met 94.000 deelnemers bleek dat vitamine D3 het overlijdingsrisico met 6% verminderde, terwijl het overlijdingsrisico met 2% steeg bij gebruikers van vitamine D2

 

Noorse onderzoekers vonden ook dat bij de patiënten die 2000 IE vitamine D2 per dag kregen, het gehalte actief vitamine D3 met 50% zakte in 8 weken .

 

Gebruikelijke dagdosis in voedingssupplementen : 400 - 2000 IE D3 (10 - 50mcg).

 

Vooral vanaf de maand november, gedurende 5 tot 6 maanden, wordt meestal 25.000 IE D3 per maand  (= 1 ampul D-CURE°) gegeven, vooral aan risicopopulaties en zelfs aan jongeren. De consensus (2023) van Franse experts is voor systematische en in de regel continue suppletie (400-800 00 IE per dag) tussen 0 en 18 jaar.

 

---> bij tekorten zijn deze hoeveelheden echter onvoldoende om terug normale vitamine D waarden te bereiken  . Hier is een suppletie nodig van minstens 1500 tot 4000IE vit D3 per dag  (= 1 ampul D-CURE°/week) AFT 09 - 12/2010 pg 7 .

 

---> dagelijkse kleine dosissen zijn efficiënter dan 1 week- of 1 maand-dosis : dagelijks 1500 tot 4000 IE D3 komt overeen met de hoeveelheid vit D3 gevormd tijdens een normale blootstelling aan de middagzon.

 

---> wegens het risico op overdosering wordt steeds een controlebepaling in het bloed aangeraden. Een Deense studie stelt de grens op 100nmol/l . Dus opletten met supplementen!

 

Toxische dagdosis : > 25.000 IE D3

 

    • nochtans blijkt overdoseren moeilijk : het is weinig waarschijnlijk met dosissen lager dan 130 IE/kg/dag of 10.000 IE/d. Zodra een toereikende concentratie is bereikt, zou verdere inname geen effect hebben Bischoff-Ferrari H.A., Willett W.C., Orav E.J., et al. A Pooled Analysis of Vitamin D Dose Requirements for Fracture Prevention N Engl J Med 2012; 367:40-49..

     

    • een voldoende zonneblootstelling gedurende de zomermaanden laat ons toe tot 10 000 IE vitamine D per dag te produceren en op te slaan.

      Een IE komt overeen met 0,025 mcg calciferol. En ons lichaam verbruikt er ongeveer 5000 IE per dag. De reserves opgebouwd gedurende de zomermaanden worden echter al aangesproken vanaf oktober-november in het noordelijk halfrond.

 

    • vit D steeds met vit K2, doch wel opletten voor vit D + calcium

 

 

Bloedwaarden voor :

 

    • vitamine D3 (25-OH-cholecalciferol) : met stabiele bloedwaarden dankzij een plasma-halfwaardetijd van ongeveer 2 weken

      • 50 à 75 nmol/l (Europese normen) voor een weldoende invloed op het been ; zelfs tussen 75 en 150 nmol/l om te kunnen genieten van de niet Ca-P gebonden voordelen van vitamine D (bij kanker, inflammatie, hart-en vaatziekten, multiple sclerose...) :

        • bij suppletie moet iedere 3 maanden de vitamine D-staat terug gemeten worden

        • suppletie is nodig tot de fluctuaties zich bevinden tussen 75  en 100

        • waarden lager dan 50 moeten vermeden worden

        • indien nodig : omrekenen van nmol/l naar ng/ml door de waarden nmol/l te delen door 2.5 : bv. 75 nmol/l = 30 ng/ml

       

      • er bestaat geen internationale consensus over de optimale concentratie van 25-OH-vitamine D. Het Amerikaanse Institute of Medicine (IOM) vindt dat serumwaarden gelijk van 50nmol/l voldoen. De Endocrine Society omschrijft een tekort aan vit D wanneer haar serumwaarden lager zijn dan 50nmol/l. Zij spreken over deficiëntie wanneer de serumwaarden lager liggen dan 75nmol/l. Er bestaat echter geen eensgezindheid over de serumwaarden aan vit D voor een goede algemene gezondheidsstatus.

       

      1. Noot :

      2. De berekening van de Amerikaanse ADH (RDA - recommended dietary allowance) door het Amerikaanse Institute of Medicine (IOM) voor vit D (600IE/d) zou berusten op een rekenfout. Andere bronnen kwamen op 7000 à 8000IE/d uit... . Komt er een aanpassing van de Amerikaanse en Europese aanbevelingen?

     

    1.  

      • studies tonen weldoende effecten van vit D met bloedwaarden van 75 tot 150nmol/l 25-OH-vitamine D (40 - 60 ng/ml) .

       

      • de keuze van 25-OH-vitamine D als biomarker voor de bepaling van vit D-waarden in het bloed staat ter discussie : zwarte Noord-Amerikanen vertonen immers lagere vit D bloedwaarden dan blanke, maar bezitten ook minder van het eiwit dat vit D bindt, zodat beide bevolkingsgroepen toch vergelijkbare concentraties bezitten van biologisch beschikbaar 25-OH-vitamine D. Misschien moet de concentratie van het vit D-bindingseiwit ook mee bepaald worden...

       

      • de vitamine D-status is lager bij obese personen. Mogelijk als gevolg van neerwaartse regulatie van de vitamine D-receptor en 50% afgenomen biologische beschikbaarheid van serum 25 (OH) D in het vetweefsel.

 

    • intact PTH : normaal tussen 10 en 65, doch best onder 40 want hogere waarden leiden tot Ca en P vrijstelling uit de beenderen in de bloedbaan

      • calciumtekort en onvoldoende proteïneaanvoer via de voeding kan de PTH productie stimuleren

        • chronisch dagelijkse acidose en vitamine D-deficiëntie onttrekken Mg en Ca uit de reserves (beenderen)

        • slechte aanvoer van proteïnen haalt P uit de beenderen en de spieren

          • deze voortdurende onevenwichten veroorzaken een aanhoudende verhoogde PTH-waarde, die maanden nodig heeft om zich te herstellen, zelfs met vitamine D supplementen

            • deze aanhoudende verhoogde PTH-waarde is dikwijls vergezeld met normale Ca-waarden in het bloed

        • de verhoogde PTH-waarde kan terug normaal worden door :

          • correctie van het vitamine D gehalte

          • correctie van het zuur-base evenwicht via een aangepaste voeding

          • correctie door suppletie van de proteïnen-, Mg en Ca-spiegels.

 

      • magnesiumtekort kan de PTH productie remmen

        • Mg is nodig voor de synthese van PTH : bij een Mg-tekort kan het voorkomen dat de PTH-spiegels niet stijgen bij vitamine D deficiëntie

          • daar Mg ook nodig is voor de activatie van vitamine D3, zijn deze personen ook meestal vitamine D-resistent.

 

    • magnesium (Mg) : 17 - 24 mg/l (0.7 - 1.06mmol/l) : Mg is nodig voor de absorptie en de activatie van vit D, en voor alle enzymen die vit D metaboliseren.

 

    • calcium (Ca) : 90 - 105 mg/l (2.2 - 2.6mmol/l) : Mg stimuleert de aanmaak van calcitonine, dat calcium uit het bloed en de zachte weefsels haalt en het naar de botten brengt.

 

    • fosfor (P) : 360 - 440mg/l (komt vooral uit proteïnen)

      • bij dalende Ca- of vitamine D-spiegels stijgt het fosfor- en PTH-niveau

        • stijgende P-niveaus samen met dalende Ca-gehaltes zijn typisch geassocieerd bij nierinsufficiëntie

        • proteïne-dieet zonder consumptie van vers fruit en groenten kan theoretisch leiden tot het verlies van grotere hoeveelheden calcium via de urine, wat het gehalte PTH doet stijgen, vooral bij personen met nierinsufficiëntie

      • algemeen wordt eerder een tekort in de dagelijkse consumptie van proteïnen (vlees, melkproducten, bepaalde granen en bonen) gezien, wat bepaalde hormonen aanzet fosfor en calcium uit de beenderen en spieren te halen, wat op zijn beurt de PTH-spiegel doet stijgen.

 

 

Vitamine D aanvoer :

 

Een vetarm (mager) dieet hindert de opname van het lipofiele vit D uit de voeding. Vit D-supplementen daarom best innemen met vetrijke maaltijd!

 

Baby's, jongeren, zwangere vrouwen, zogende moeders (moedermelk bevat weinig of geen vit D, maar wel het niet-actieve vitamine D sulfaat), vrouwen die de sluier dragen en ouderen hebben meer vitamine D nodig : de eerste groep voor de opbouw van hun "botkapitaal", de laatste groep voor het behoud van hun calciumreserves. Deze personen lopen dan ook een groter risico op vitamine D deficiëntie. Vooral gedurende de zwangerschap en de vroege kinderjaren is een voldoende hoge vitamine D spiegel uiterst belangrijk voor het vermijden van infecties, osteoporose, auto-immuun ziekten en kanker.

 

    • Vit K en D samen toedienen bij zwangerschap om zo een optimale botcalcificatie te verzekeren van het embryonaal beenweefsel.

 

Vette vis, 3 à 4 x per week, is nodig voor een voldoende aanvoer van vitamine D (en van omega3-vetzuren) via de voeding.

 

Noot :

Vermijd levertraan : bevat teveel vit A, en een overmaat vit A werkt vit D tegen.

 

Vroeger bedroeg in levertraan de verhouding vitamine D/A = 1/10 (10x meer vit A dan vit D). Met de recente industriële technieken kan de verhouding D/A oplopen tot 1/1000 !

 

Zwaarlijvige personen (obesitas) maken minder efficiënt vitamine D aan via de huid/zon tegenover mensen met een normaal gewicht. Ook daalt bij hen de biobeschikbaarheid van vit D door insluiting ervan in het lichaamsvet. Hoe dikker, hoe meer het organisme vitamine D nodig heeft. De benodigde vit D-suppletie hangt dus af van het lichaamsgewicht en de lengte van de persoon . Ten opzichte van patiënten met een normaal lichaamsgewicht wordt bij overgewicht een 1.5x hogere dosis vit D aanbevolen, bij obese patiënten een 3x hogere dosis.

 

Meer nog, uit een nieuwe analyse van een gerandomiseerde trial blijkt dat mensen met overgewicht of obesitas minder goed reageren op vitamine D-suppletie dan mensen met een normaal gewicht .

 

Mensen die regelmatig zonnebanken hebben minder kans op vit D-deficiëntie. We weten echter niet of het bekomen voordeel op weegt tegen de eventuele schadelijke gevolgen van UVA/UVC straling op de huid en op het immuunsysteem. Enkel UVB straling stimuleert de endogene vit D-productie via de huid, maar  zonnebanken geven weinig of geen UVB. Met smalband UVB fototherapie zou men in bepaalde gevallen het vit D-niveau kunnen boosten . Maar nogal wat zonnebanken produceren helemaal geen UVB meer...

 

Zon is nodig voor de aanmaak van 90% van de vitamine D in het organisme, doch teveel zon is slecht voor de huid en voor het immuunsysteem. Waar ligt de grens? Voor de aanmaak van de nodige vitamine D is een dagelijkse blootstelling van het huidoppervlak aan de middagzon, buiten en gedurende max. 15 minuten, voldoende : niet te lang maar wel vaak (een voldoende korte blootstelling om zonnebrand te vermijden).

 

Doch opgelet :

 

    • zonnefilters verhinderen de synthese van vitamine D onder de invloed van de zon AFT 09 - 12/2010 pg 4

    • een donkere huidskleur of een gebruinde huid verhindert ook deze synthese

 

In de loop van 2014 zou een met vitamine D verrijkte gist op Europese markt komen. Deze gist (Saccharomyces cerevisae) werd behandeld met UV-stralen om ergosterol om te zetten in vit D2 (in bakkersgist, voedingssupplementen). De maximale toegelaten concentratie is 5mcg vit D2/100g voedsel .

 

 

Risicogroepen :

 

    • tekort bij zwangere vrouwen en vrouwen na de menopauze (bij 52% van de Europese vrouwen in de menopauze Dr Salomon Epstein (New York) 2nd Joint Meeting of the European Calcified Tissue Society and the International Bone and Mineral Society, Genève, 25-29 juin 2005 ), bejaarden, nachtwerkers...

    • bij rachitis, bij tetanie door hypocalciëmie

    • bij spasmofilie door hypocalciëmie

    • personen die bepaalde farmaca gebruiken of lijden aan bepaalde aandoeningen (lupus...)

    • alcoholverslaafden

    • parathyroïdproblemen (hyper of hypo), osteoporose

    • chronische nierpathologie

    • ontstekingsziekten van de darm (Crohn), darmbypass

    • personen behandeld met : antiepileptica, ketoconazol, VIH inhibitoren, aromatase-inhibitoren...

    • ...

 

 

Vitamine D supplementen :

 

Supplementen bestaan uit :

 

    • cholecalciferol (D3) dat nog 2 hydroxylaties thv de lever en de nieren nodig heeft voor het vormen van de actieve vorm, het calcitriol (1,25 diOH cholecalciferol). Deze vorm wordt aangemaakt uit wolvet (lanoline, rijk aan sterolen) blootgesteld aan UVB-straling.

 

    • calcifediol (25-OH-cholecalciferol) dat normaal in de lever gevormd wordt en nog gehydrolyseerd moet worden in de nieren tot de actieve vorm, het calcitriol ; vooral gebruikt bij ernstige deficiëntie, bij leveraandoeningen of bij een verstoring van de 25-hydroxylatie in de lever (bv. door anti-epileptica).

 

    • alfacalcidiol (1-OH-cholecalciferol) een synthetisch derivaat dat in de lever omgezet wordt tot calcitriol ; gebruikt bij verminderde renale hydroxylatie/nierinsufficiëntie, omdat zo de noodzaak voor renale metabolisatie wegvalt.

 

    • calcitriol (1,25-diOH-cholecalciferol) : de actieve vorm ; bij verstoring van de lever- en nierhydroxylatie.

 

 

Onderstaande tabel laat toe voor kinderen en volwassenen het aantal IE vitamine D suppletie te berekenen :

 

 

 

 

 

Te

bereiken

vitamine D

spiegel

 

 

 

Gemeten vit D status

 

Benodigde hoeveelheid toe te dienen vitamine D in IE/kg lichaamsgewicht

 

70

101

93

84

75

66

57

51

42

0

60

84

75

66

57

51

42

33

24

0

50

66

57

51

42

33

24

18

9

0

40

51

42

33

24

18

9

0

-9

0

 

 

10

15

20

25

30

35

40

45

50 - 70

 

(bron : VitD Cure)

 

Bv. : wanneer op het einde van de winter (einde maart) een 25-OH-cholecalciferol bloedwaarde wordt gemeten van 15 en men de waarde 60 wil bereiken, dan zal een supplement van 75 IE vitamine D3 / kg lichaamsgewicht nodig zijn.

 

    • iemand met een lichaamsgewicht van 77kg heeft dan 5775 IE vitamine D3 / per dag nodig : afgerond op 6000 IE / dag met een bloedcontrole na 3 maanden. Het gaat hier waarschijnlijk over hoeveelheden die 7 tot 10 x hoger liggen dan de ADH, maar zij zijn nodig voor het bereiken van een voldoende hoge bloedconcentratie.

 

    • eventuele extra inname van vitamine D3 via vitamine- en mineraalsupplementen moet wel worden afgetrokken van de berekende dagelijkse dosis vitamine D3 supplement.

 

    • het supplement vitamine D3 kan per dag, gespreid over de week of per week worden toegediend.

 

    • bij ernstige deficiëntie worden door een arts soms hoge dosissen vitamine D2 voorgeschreven gedurende 2 maanden voor een snellere correctie. Lange termijn therapie is echter beter af met vitamine D3.

 

    • blootstelling aan de zon juist voor de bepaling van het vitamine D3-gehalte op het einde van de winter of juist voor de controle na 3 maanden kan het resultaat beïnvloeden met risico op overschatting van de werkelijke behoeften.

 

    • opgelet bij zwaar obese patiënten (BMI > 35) : hun vitamine D metabolisme is verstoord : suppletie is enkel toegestaan onder medisch toezicht.

 

    • de American Academy of Pediatrics beveelt een supplement van 200IE vitamine D per dag aan voor een baby tot 2 maanden oud : wat overeen komt met een gift van 9 à 11.5 IE per kg en per dag, en voor een pasgeborene van gemiddeld 3.6kg, met 160 à 200 IE vitamine D per dag.

 

 

Vervolgens zullen vit D supplementen minstens gedurende de volgende winter nodig zijn!

 

    • steeds extra vitamine D samen met extra zink (30mg elementair zink per dag) en vit K2 (menachinon-7 (MK-7)).

 

    • ook te combineren met astaxanthine, een antioxidant die van binnenuit beschermd tegen straling (UV-zon, radiotherapie...). Andere goede pigmenten vind je in tomaten(puree), bessen, eigeel...

 

    • vermijd de inname van vitamine D + A zoals in levertraan, elke theelepel bevat 450IE vitamine D en 4500IE vitamine A. Het risico op vitamine A overdosering is reëel : één theelepel levertraanolie overschrijdt reeds de ADH voor vitamine A.

 

    • extra boor en Mg zijn noodzakelijk om osteoporose te voorkomen :

      • Mg is onmisbaar bij de activatie van vitamine D

      • zwakke Mg spiegels onderdrukken de vrijstelling van PTH en calcitonine, hormonen die het metabolisme van calcium en magnesium helpen regelen

      • Mg is ook een basenvormend element

 

    • calciumsupplementen zijn niet nodig bij een evenwichtig zuur-base regime en bij 25-OH-cholecalciferol bloedwaarden gelegen tussen 50 en 70.

 

 

Vitamine D steeds samen met zink, (calcium) en magnesium geven.

 

Magnesium is een Ca-antagonist : steeds gescheiden van calcium toedienen (Mg 's morgens, Ca 's avonds).

 

Vitamine A is een vitamine D-antagonist : vermijd vit A-supplementen bij vit D-tekort.

 

 

Bij tekort aan galzouten : taurine, essentiële vetzuren, lipotrope leverstoffen, bittere kruiden ---> verbeteren de galproductie.

 

 

Bewegen : bewegen maakt dat het vitamine D geactiveerd wordt door de metabole veranderingen die bewegen met zich meebrengt en door de verhoogde blootstelling aan de zon ; bewegen stimuleert de flux van nutriënten in het been en in de spieren in plaats van in de vetmassa : bewegen bevordert korte termijn (spieren) en lange termijn (beenderen) opslag van mineralen en proteïnen voor later gebruik  (bv. tijdens zwangerschap, ziekte, leeftijd, of hongersnood...). Vitamine D3 verbetert de sportieve prestaties met gemiddeld 7.4% en maakt mannen en vrouwen minder blessuregevoelig Cannell JJ, Hollis BW et al. Athletic Performance and Vitamin D. Med Sci Sports Exerc. 2009 Apr 3 .

 

Zie ook : "Start to run" voor de absolute beginners.

 

 

Correctie van een verzurende voeding :

 

Hoe meer zuur in het organisme wordt geproduceerd, hoe meer K, Mg en calcium nodig zijn om het zuur te bufferen. Eten wij niet genoeg base vormende voeding rijk aan deze mineralen kan moet het organisme de mineralen en de proteïnen gaan putten in de reserves : de beenderen, de spieren en de gewrichten.

 

zie ook : "Zure, verzurende en basevormende voedingsmiddelen".

zie ook : "Zuur-base profiel".

 

 

Het dieet aanpassen : vitamine D alleen kan niets, maar wel samen met een aangepast dieet.

 

De voedingsmiddelen die we regelmatig eten bepalen de manier waarop vitamine D functioneert in onze beenderen :

 

    • een dieet rijk aan suikers, kalium, magnesium en calcium en arm aan verzadigde vetten (DASH - Dietary Approach to Stop Hypertension) bood niet alleen de grootste verlaging van de arteriële bloeddruk (vergelijkbaar met het resultaat verkregen met farmaca), maar verhoogde ook de gevoeligheid voor insuline met 50%, verhoogde de HDL-cholesterol, leidde tot gewichtsverlies, verminderde de triglyceriden en verlaagde sneller de glykemie.

 

    • vergelijkbare resultaten werden bereikt met het Mediterraan dieet : de consumptie van enkelvoudige onverzadigde vetzuren en van essentiële vetzuren type omega3 verlaagden daarbij ook de productie van ontstekingsstoffen, verantwoordelijk voor de degradatie van de vaatwand en de plaatjes-aggregatie.

 

    • de beste resultaten werden bereikt met een mediterraan dieet, maar zonder melkproducten en granen : deze 2 voedingsmiddelen zijn verantwoordelijk voor de meeste intolerantie-reacties (lactose, gluten). Waarom hen niet vervangen door mager vlees/vette vis, door meer groenten en door vitamine D?

 

      • door het neutraliseren van het zuur-base onevenwicht door meer groenten en magere proteïnen (in een verhouding 3:1) dalen de calciumbehoeften en wordt een voldoende aanvoer van kalium en magnesium verzekerd.

 

      • door het mijden van granen wordt het risico op intolerantiereacties sterk verminderd en wordt de inname van een pak extra calorieën vermeden ; ten opzichte van granen verschaft de consumptie van meer groenten veel meer vezels en nutriënten, die onmisbaar zijn voor het behoud van een goede gezondheid.

 

      • door het corrigeren van de omega6/omega3 balans (lager of gelijk aan 5:1), verminderen de ontstekingsstatus van het organisme en haar negatieve gevolgen op de vaatwand ; omega3 VZ (en Mg) vertragen ook de bot-turnover.

 

    • bewegen : maakt dat het vitamine D geactiveerd wordt door de metabole veranderingen die bewegen met zich meebrengt en door de verhoogde blootstelling aan de zon ; bewegen stimuleert de flux van nutriënten in het been en in de spieren in plaats van in de vetmassa.

 

 

             

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 17-mrt-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.