Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Cardiovasculaire aandoeningen

 

           Laatste bijwerking : 2023-08-18

 

 

"Lachen is het beste medicijn voor het hart" (Gabriel Garcia Marquez).

 

Of : "Hart- en vaatziekten".

 

Het cardiovasculair stelsel bestaat uit het hart en de bloedvaten (slagaders en aders). Het verzekert de verdeling van zuurstof en van alle voor het organisme onontbeerlijke stoffen en verzorgt eveneens de evacuatie van alle afvalstoffen.

 

Het hart is een spier, weegt ongeveer 300g, slaat 120 keer per minuut bij de geboorte en 60 à 90 x bij een volwassen persoon. Het hart jaagt per dag 7200 liter bloed door een netwerk van 100.000 kilometer bloedvaten. Een ware topprestatie want geen enkele bestaande hydraulische  pomp zou gedurende gemiddeld 75 jaar meer dan 100.000 keer per dag kunnen pompen (gemiddeld 72 x 60 x 24 = 103680)!

 

De minste hapering in dit systeem heeft onvermijdelijk gevolgen voor het gehele organisme. Factoren die op zijn minst op een agressieve manier het cardiovasculaire risico bepalen zijn roken, hypertensie, teveel cholesterol, tekort aan beweging, overgewicht, diabetes type 2 en stress. Sommige kunnen optreden als onafhankelijk risicofactor : zo kan een plotse en intense emotionele stress alleen verantwoordelijk zijn voor een cardiovasculair probleem en zelfs voor een MI.

 

Cardiovasculaire aandoeningen worden nog teveel beschouwd als een "mannenziekte", alhoewel zij de voornaamste oorzaak van overlijden vormen bij vrouwen.

 

Wij lopen dus allemaal gevaar.

 

Het behandelen van cardiovasculaire ziekten is enorm geëvolueerd de laatste jaren. Toch zijn we de strijd aan het verliezen! Want wat we enerzijds winnen verliezen we anderzijds door de toenemende zwaarlijvigheid van de bevolking en door het verder oprukken van diabetes. Dit maakt dat cardiovasculaire ziekten de hoofddoodsoorzaak blijven in Europa, naast de toenemende morbiditeit en het verlies aan levenskwaliteit.

 

Het blootleggen van de risicofactoren en hun systematische correctie zijn dus absoluut noodzakelijk. In de eerste plaats op voedingsvlak.   

 

Naar aanleiding van de publicatie van een Zweedse studie , die het preventief belang van de levensstijl bij een initieel zonder hart- en vaatziekten of met risicofactoren bezwaarde mannelijke bevolkingsgroep bevestigde, maakte prof. Yves Juillière (Faculté de médecine de Nancy) een eenvoudige equatie op : een gezonde voeding + 1 - 3 glazen wijn per dag + niet roken + een fysische activiteit + geen buikvet = 80% myocardinfarcten vermeden. Geen enkel geneesmiddel kan zo'n resultaat voorleggen...

Overzicht inhoud :

Beginstadium : atherosclerose

 

Risicofactoren

 

Eindstadium : hartfalen

 

Symptomen van hartfalen

 

Preventie van cardiovasculaire aandoeningen

 

Nieuwe benaderingen

 

Cardiovasculaire voeding en nutriënten

 

Perifere veneuze insufficiëntie

 

Hemorroïden (aambeien)

 

Praktisch

 

Inhoud :

Beginstadium : atherosclerose             

 

Verscheidene cardiovasculaire ziekten kunnen zich ontwikkelen : coronaire insufficiëntie, arteriosclerose, arteritis, hartritme-stoornissen, auriculo-ventriculaire hartstoornissen, myocardinfarct (MI), cerebro-vasculair accident (CVA) en indirect erectie-stoornissen.

 

Zie ook : "Prediagnose, urgenties".

 

Algemeen wordt volgende stelling aanvaard :

 

    • Het endotheel (epithelium, vormt de gladde binnenkant van de aders) vervult normaal een endocriene werking. Zo is het betrokken bij de insulinevorming, de bloeddruk in de aders, bij stollingsprocessen, vochtuitwisseling en bij de reactie op ontstekingen. Door een misvorming van de binnenwand van de aders (stress, trauma, ontstekingen...) heeft er een wijziging plaats in de functies waarbij het endotheel betrokken is (endothele disfunctie).

 

Bv. bij een tekort aan bv. vitamine C treden defecten op in de opbouw van de vaatwand (collageen). Deze defecten worden voorlopig, als noodoplossing, hersteld met bloedplaatjes, LDL-cholesterol en lipoproteïne A (Lp(a)), een kleverige stof, waardoor de binnenkant van de aders minder glad en dikker wordt (vorming atheroom). Met calcium probeert het lichaam die plaats hard te maken (aderverkalking, verlies van elasticiteit van de darmwand : sclerose). LDL-cholesterol kan daar oxideren tot o-LDL, wat de tromboxaanproductie doet verhogen, met vasoconstrictie en activatie van de bloedplaatjes-aggregatie en de bloedstolling als gevolgen : typische reacties bij vaattrauma.

 

Cholesterol in het atheroom vertegenwoordigt maar 10% van de atherosclerose. Cholesterol is hier dus niet de oorzaak van de aderverkalking maar de noodoplossing waarop het organisme beroep doet om de defecten aan de slagaderwand te herstellen. De cholesterolspiegel verlagen vermindert dus niet het risico op atherosclerose.

 

De echte doder is de atherosclerose zelf, veroorzaakt door een chronische inflammatie die ertoe bijdraagt dat cholesterol wordt afgezet en plaque gevormd .

 

Men denkt inderdaad dat ontstekingscellen het herstelgedrag thv de vasculaire schade gaan controleren, wat de installatie en de ontwikkeling van plaque zouden toelaten. Daarnaast is het ook mogelijk dat het ontstekingsproces de plaque destabiliseert waardoor het risico op loskomen zou stijgen.

 

Cholesterol ligt dus niet aan de basis van het cardiovasculair risico, cholesterol is de natuurlijke oplossing.

 

Het heeft dan ook geen zin het cholesterolgehalte te beperken wanneer er zich geen cardiovasculair risico voordoet.

 

Doch, bij uitgesproken risico, wordt aangeraden de arteriële ontstekingstoestand tegen te gaan. Vooral door de suikerconsumptie te beperken... (--> daling van de glykemische lading van de voeding: zie verder)

 

LDL (Low Density Lipoproteins) worden volgens grootte ingedeeld in "small dense" LDL en "large buoyant" LDL. Bij de bepaling van LDL wordt dat onderscheid meestal niet gemaakt. Nochtans is er een belangrijk verschil : "large buoyant" LDL is niet schadelijk (want te groot om door het endotheel te geraken) in tegenstelling tot "small dense" LDL dat in de vaatwand kan penetreren, daar oxideren en schade en inflammatie veroorzaken. Het bepalen van LDL-partikels op basis van grootte en dichtheid moet, in de nabije toekomst, leiden tot een meer doelgerichte en efficiëntere therapeutische benadering.

 

Een hoge cholesterol is op zich geen risicofactor voor hart- en vaatziekten. Geoxideerde klein dense LDL-cholesterol (o-LDL) is dat wel, samen met een hele reeks andere factoren zoals homocysteïne, Lp(a), gebrek aan vit C, gebrek aan antioxidanten en andere nutriënten, TRANS-vetten, een lage omega3-index (door teveel omega6-vetzuren), hoge ontstekingsmarkers (CRP...), hogere ijzerbloedwaarden, insuline-resistentie, leptine-resistentie (zie "Obesitas, het spel der hormonen")... ten gevolge van het verouderen, van roken, pollutie, verkeerde voeding en tekort aan beweging.

 

Noot :

Al onze celmembranen zijn opgebouwd uit vetten die functioneren als isolatoren verbonden met een geleider. Met gezonde vetten laat deze opstelling toe elektronen op te slaan zoals een condensator doet. Consumptie van verhitte (geoxideerde!) of gehydrogeneerde (trans!) vetten levert voor de celmembraan niet bruikbare vetzuren op, die geen elektronen (= elektrische lading) meer kunnen vasthouden.

 

Nochtans :

Is het van belang te begrijpen dat beiden lichaam en geest, zowel de fysische als psychische hygiëne vitaal belangrijk zijn ! Kwantumfysica heeft reeds duidelijk aangetoond dat een deeltje en energie (golf) eigenlijk hetzelfde zijn : materie als gecondenseerde energie (zoals Einstein ons leerde) ; hun (onweerlegbare) onderlinge verwisselbaarheid is al een aanwijzing hoe belangrijk de tandem materie en niet-materie (dus fysiek en psyche) voor onze gezondheid wel is.

 

 

Wat weten we nog?

      •    naast vitamine C kunnen ook supplementen lysine en proline helpen : zij binden met Lp(a) en vormen een afschermende laag rond het kleverige Lp(a) en voorkomen zo de neerslag ervan. Zij weken ook het Lp(a) los van de binnenwand van de slagaders (en worden vervolgens door de lever opgeruimd).

      •    vitamine B3 zou het Lp(a)-gehalte verlagen : een tekort aan vit B3 gaat meestal samen met een tekort aan de andere vitaminen van de B-groep.

 

Maar er zijn nog andere theorieën :

 

    • Voldoende zonlicht maakt dat cholesterolsulfaat in de huid wordt aangemaakt en in het bloed kan circuleren, zodat de lever minder LDL (drager) moet aanmaken. Wanneer echter een tekort aan cholesterolsulfaat optreedt doet het organisme beroep op een ander mechanisme om cholesterolsulfaat aan te maken (want absoluut nodig voor de hart- en hersenwerking). Het lichaam doet dit door LDL-cholesterol in atheromateuze plaque om te zetten : de bloedplaatjes scheiden cholesterol af en met homocysteïne als sulfaatbron wordt cholesterolsulfaat aangemaakt.

 

Tekort aan zonlicht > tekort aan cholesterolsulfaat > atheromateuze plaquevorming > cardiovasculaire aandoeningen.

  1.  

    • Sedert enkele jaren kennen we het belang van een goede mond- en tandhygiëne in de preventie van cardiovasculaire problemen . Een specifieke bacteriestam, Streptococcus mutans, betrokken bij het ontstaan van tandcariës, zou hier een rol in spelen. Deze bacteriën zouden in het bloed overgaan via kleine wondjes, zich bij voorkeur richten naar aangetaste vaatwandoppervlakken, en zich daarop vasthechten. Hierdoor zou het locale herstel van de vaatwand worden verhinderd, wat kan leiden tot bloedverlies en zelfs tot het plaatselijk onderlopen van weefselgedeelten (zoals bv.  hersenzones).

 

Cardiovasculaire nutriënten (zie verder) treden synergisch op voor het behoud of het herstel van de endotheelfunctie.

 

 

Cardiovasculaire ziekten zijn de voornaamste oorzaak van vroegtijdig dood : de onderliggende pathologie betreft meestal atherosclerose, een verraderlijke aandoening die zich gedurende jaren in stilte ontwikkeld, en zich reeds in een gevorderd stadium bevindt wanneer de eerste symptomen opduiken.

 

Atherosclerose (vorming atheroom + sclerose vaatwand) wordt gekenmerkt door de progressieve obstructie van de bloedvaten, door het brozer worden van de vaatwand en door de vorming van trombi. Gedurende hun vorming zullen de atheromateuze plaques vroeg of laat de bloedcirculatie hinderen, zelfs verhinderen en alzo aanleiding geven tot de ontwikkeling van atherotrombose. Gedurende hun vorming bedekken zij zich immers met een fibreuze deklaag (endothelial layer bestaande uit glycocalyx) welke met de tijd gaat eroderen en verder uiteen kan vallen onder invloed van allerhande factoren (bv. : COVID-virus geraakt in endotheelcellen via de ACE2-receptoren, vermenigvuldigt zich daar tot de cel barst = endotheel-erosie). Tengevolge van een volume-toename en/of door erosie wordt de bloedcirculatie steeds moeilijker thv de aangetaste ader, wat kan leiden tot een slechtere bevloeiing van de onderliggende weefsels. Tegen plaatjesaggregatie wordt preventief aspirine voorgeschreven (zie verder).

 

De meting van de diameter van de bloedvaatjes in de retina geldt tegenwoordig als maatstaf voor een cardiovasculaire risicobepaling : is de veneuze diameter verhoogd en/of is de verhouding arteriële diameter/veneuze diameter verlaagd, dan wordt het cardiovasculair risico hoger geschat.

 

Als je een doorsnede van de plaque zou maken, dan zie je iets zoals groeiringen van een boom. Je kan duidelijk zien dat steeds hetzelfde proces werd herhaald (plaque buildup) : plaque afzetting, reparatie (endothelial layer); plaque afzetting, reparatie; plaque afzetting, reparatie; plaque afzetting, reparatie; plaque afzetting, reparatie; ...

 

Hartfalen : na een tijd is het hart zo vermoeid dat het zijn pompfunctie niet meer naar behoren kan vervullen. Meestal kan het niet meer zo krachtig bloed in de slagaders pompen. Het probeert als compensatie sneller te pompen maar raakt hierdoor nog meer uitgeput. De toevoer van zuurstof naar de organen verloopt minder vlot, en omdat het bloed met minder kracht wordt gepompt, vloeit het ook minder vlot terug naar het hart. Hierdoor kan het zich ophopen in organen (zoals de longen) en de ademhaling bemoeilijken. Ook in de onderste ledematen hoopt bloed zich vaak op met gezwollen enkels als gevolg (zie verder).

 

Met de leeftijd (> 40j) treden ook meer en meer hartritmestoornissen op, meestal voorkamerfibrillatie. Hierbij begint het hart op een onregelmatige wijze te kloppen, waardoor in de voorkamers van het hart stilstaand bloed kan voorkomen en zich bloedklonters kunnen vormen door spontane coagulatie. Mogelijke symptomen : hartkloppingen, hartslag < 40 of > 120 slagen/minuut, kortademig, duizelig, ongewone vermoeid, flauw vallen en pijn in de borst. 1 op 3 patiënten merkt echter helemaal niets van de stoornis. Bepaalde factoren kunnen de stoornis in de hand werken : familiale antecedenten, leeftijd > 40j, hypertensie, diabetes, slaapapneu, overgewicht, schilklierproblemen, alcoholmisbruik. Komen deze bloedklonters in de bloedcirculatie terecht, dan kunnen zij een beroerte (TIA of CVA) veroorzaken, met risico op verlamming, spraak- en gezichtsstoornissen en dementie. Tegen TIA en CVA worden preventief bloedverdunners of antistollingsmiddelen (heparine, antivit K) voorgeschreven. Zie ook : "Prediagnose, Urgenties".

 

Noot : 

Onderzoekers namen een scan van de aders van 137 mummies die leefden over een periode van 40 eeuwen. Zij vonden zekere of waarschijnlijke tekenen van aderverkalking bij 1/3 van de mummies . Uit de studie bleek dat atherosclerose frequent voorkwam bij de verschillende bevolkingsgroepen. De mummies leefden in een periode lopende van het neolithicum (ongeveer 10.000 jaar geleden) tot de 19de eeuw. Men denkt dat al deze mannen en vrouwen zich voornamelijk voedden met granen rijk aan antinutriënten (fytinezuur, gluten...) en aan pro-inflammatoire omega6-vetzuren (zoals LA).

 

We moeten echter oppassen ons niet te vergissen tussen "plaque-vorming" en de ziekte "atheromathose" : de aderverkalking die tijdens de studie werd opgemerkt, vormt niet noodzakelijk het bewijs dat al die mensen kandidaat hartpatiënt waren, of stierven tengevolge van een CVA. De plaque geeft immers pas klinische symptomen (hartvang, inspanningsangor) wanneer de ader reeds voor minstens 70% is verstopt.

 

Het veelvuldig voorkomen van cardiovasculaire ziekten is sterk gebonden aan de levensstijl en aan beïnvloedbare risicofactoren : op een onbetwistbare wijze kan het beïnvloeden van die risicofactoren de mortaliteit en het aantal ziekten (morbiditeit) verlagen.

 

Risicofactoren             

 

Tot enkele jaren geleden werd gedacht dat vet de belangrijkste oorzaak was van hart- en vaatziekten. Vandaag weten we echter dat suiker een grotere risicofactor vormt voor het probleem. Na een publicatie (2016) is de fout wel te begrijpen: de voedingsindustrie manipuleerde het wetenschappelijk onderzoek op grote schaal .

 

Uit een meta-analyse (76 studies met meer dan een half miljoen personen) uit 2014, gepubliceerd in The Annals of Internal Medicine, bleek dat de mensen die het meeste verzadigd vet gebruikten geen hoger risico op hartaandoeningen vertoonden. Meer nog, bij de grootste gebruikers van onverzadigde vetten (waaronder zowel olijfolie (gezond) als maïsolie (ongezond)) kwamen hartaandoeningen niet minder voor .

 

Een andere meta-analyse uit 2015 gepubliceerd in The BMJ vond ook geen verband tussen de hoge consumptie van verzadigde vetten en het ontstaan van hartlijden, CVA of diabetes .

 

Op basis van tal van artikelen, zowel reviews als meta-analyses, laten onderzoekers in 2017 zien dat er geen verband bestaat tussen verzadigd vet en een verhoogd cardiovasculair risico, diabetes of zelfs de dood . Volgens de auteurs zou een  hoog HDL een betere voorspeller van cardiovasculair risico zijn dan LDL. Het is de verhouding tussen de twee waarmee rekening moet worden gehouden, en het is mogelijk om dit te verbeteren door een gezondere voeding en door meer te bewegen: slechts 30 minuten van matige lichaamsbeweging twee tot drie keer per week. Een ander belangrijk punt, aldus de auteurs, is stress.

 

Anderzijds heb je aardappelen, wit brood, gebak, corn flakes, pizza's, rijstwafels, sterk bewerkte voedingsmiddelen, suikergoed, gesuikerde frisdranken : al deze voedingsmiddelen met hoge GI belasten de lever met vetten. De accumulatie  van vetten in de lever (leververvetting of -steatose) maar ook in de spieren is een veelvoorkomend fenomeen in onze Westerse moderne maatschappij. Deze accumulatie stijgt met de leeftijd, en bevordert de ontwikkeling van insulineresistentie, diabetes en natuurlijk ook overgewicht.

 

In detail :

 

Primaire risicofactoren : insulineresistentie/hyperinsulinemie promoot dyslipidemie (cholesterol ↑, teveel TAG), leververvetting, hyperglykemie, hypertensie (BD ↑) en inflammatie (cytokines ↑) van de vaatwand.

 

Zie ook : Primary causes of heart disease - Framingham and the Muddy Waters.

 

Suiker ↑ > hyperglykemie > insulineresistentie ↑ > inflammatie ↑ > atherosclerose > hartlijden > MI

 

Andere primaire factoren zijn hoge hartfrequentie (tachycardie), hypertensie, stress, angst (catecholaminen ↑), roken (CO ↑), tekort aan vit D (UVB), tekort aan UVA (zonlicht)...:

 

    • het effect van zonlicht op de bloeddruk lijkt groter bij oudere mensen.

    • een tekort aan zonlicht vervangen door enkel vit D-suppletie verandert niets aan de incidentie van cardiovasculaire aandoeningen (hypertensie, hartfalen...) want voor hart en bloedvaten draagt vooral het stikstofmonoxide (NO) bij dat o.a. ook thv de huid onder invloed van zonlicht (UVA) wordt gevormd uit nitraten . Zonlicht is dus goed voor je hart en brein : zie cholesterol en heparan (proteoglycanen). Maar opgelet, teveel is echter schadelijk : te grote UVA-blootstelling schaadt de huid, te grote blootstelling aan zonnewarmte (IR) veroorzaakt een belasting voor het hart om het lichaam te koelen...

    • de invalshoek van zonlicht bepaalt de hoeveelheid UV-straling die onze huid bereikt : in de winter, wanneer de invalshoek van de zonnestraling kleiner is dan 50°, is deze dus laag, met een grotere portie schadelijke UVA...

      • het gebruik van zonnewerende middelen is in de winter dus sneller aangewezen.

 

Chronische stress, chronisch tekort aan slaap, dieet rijk aan koolhydraten, lage mitochondriale functie ... leiden tot lage sympathische spanning (Autonoom ZS). Een sterke sympathische stresstrigger is dan voldoende om een MI uit te lokken. Angina is een symptoom van lage mitochondriale functie, ten gevolge van de opstapeling van melkzuur (glycolytische fermentatie), wat leidt tot krampen en pijn. Teveel melkzuur verhindert de opname van calcium door de hartspiercellen, zodat zij niet meer kunnen samentrekken. Waarna necrose ontstaat...

 

 

Secundaire risicofactoren : diabetes, obesitas, metaboolsyndroom, familiale anamnese, geslacht, leeftijd, te weinig bewegen, roken, verstoring van het lipidenmetabolisme (cholesterol ↑, teveel TAG), systemische inflammatie-toestanden (jicht, RA, Lupus, Crohn...) : zij zorgen ervoor dat de microcirculatie een (partiële) aderverstopping niet voldoende kan opvangen. Diabetes of chronische ontsteking zorgt juist voor de vernietiging van capillairen.

 

 

Onderliggende risicofactoren :

 

 

      • homocysteïne is :

        • toxisch doch nodig : zorgen voor voldoende recycleren in de methylcyclus met de hulp van vitaminen B6, B9 en B12.

        • teveel homocysteïne maakt het aminozuur lysine kapot wat leidt tot beschadiging van de intima (endothelium).

 

      • cholesterol : onmisbare component van o.a. de celmembraan

        • antioxidanten kunnen hier verhinderen dat cholesterol wordt gebruikt als antioxidant en zelf wordt geoxideerd tot oxycholesterol.

 

      • vrije elektronen : aarding (het lopen op blote voeten in contact met de grond) laat de transfer toe van vrije negatieve elektronen van de aarde naar ons lichaam. Deze vrije elektronen zijn sterke antioxidantia die ontstekingstoestanden helpen verzachten (de onderliggende oorzaak van de meeste chronische ziekten), en het hartritme en de bloeddruk doen dalen . Zij zorgen voor een betere doorbloeding van de huid en weefsels door de bloedviscositeit te verlagen (bloedverdunnend en anti-klontervorming). Aarding creëert ook meer positieve ionen en vergemakkelijkt de opwaartse bloedstroom, tegen de zwaartekracht in. Zie ook "Stress, Praktisch".

 

 

    • systemische inflammatietoestand (marker : CRP) : PGE1 met auto-immuunreactie en T-cell failure

 

 

      • de cholesterolsynthese wordt beheerst door de synthese van PGE1, de "thermostaat" in de cholesterolsynthese.

 

 Opgelet met megadosissen MOVZ : verhoogd risico op auto-oxidatie met remming van de PGI2 aanmaak in de vaatwand en een stijging van TXA2 (tromboxanen) in de bloedplaatjes, zodat de rode bloedcellen blijven kleven aan de bloedvatwand (plaquevorming) (zie : "Bloedstolling").

 

      • meestal wordt er ook een tekort aan linolzuur (LA, omega6) vastgesteld in de vetdepots en hierdoor ook een tekort aan linoleenzuur (ALA, omega3) ---> cardiovasculaire risicofactor (zie ook : "Nutribalans" en "Essentiële vetzuren").

 

 

    • onvoldoende doorbloeding van het hart : alhoewel meestal zo voorgesteld, is het dichtslibben van de aders niet de oorzaak van het zuurstoftekort. Zoals bij tumorgroei zorgt angiogenese, indien nodig, ook hier voor de aanmaak van nieuwe bloedvaten. Daarnaast echter remmen stress, tachycardie, zorgen, angst, emoties, spanningen, hypertensie,  extreme inspanningen (hypertonie) maar ook lang stilzitten (hypotonie), obesitas, stofwisselingsziekten zoals hyperglykemie , uricemie (jicht)... de bloedcirculatie af en zorgen voor een zuurstoftekort (terwijl vitaliteit juist wijst op een goede bloedcirculatie) :

      • waardoor de aerobe verbranding verschuift naar de anaerobe richting

        • hierdoor wordt er teveel melkzuur gevormd in o.a. het hartweefsel

          • verzuring (acidose) van de weefsels en in het bijzonder van het hartspierweefsel

            • deze verzuring werkt in op de zenuwuiteinden en daardoor ontstaat de pijn (angina pectoris of hartvang). Medische boeken vertellen dat de klassieke angina pectoris zich manifesteert via een drukkend gevoel op de borst die uitstraalt naar de linkerarm. Dat is inderdaad het geval bij mannen. Vrouwen ervaren eerder een brandende of stekende pijn op de borst, thv de bovenbuik, maar ook soms pijn tussen de schouderbladen of tandpijn.

              • door het zuurstofgebrek ontstaan in de hartspier bindweefselcellen rijk aan lysosomen ; in een zure omgeving stellen deze lysosomen enzymen vrij die het weefsel aantasten

                • door de activiteit van de lysosomen ontstaat er een verdichting van de kleine bloedvaten met vochtophoping (oedeemvorming, een begin van ontstekingsreactie) en vertraging van de bloedsomloop

                  • vorming van nieuwe zuurhaarden (vicieuze cirkel)

                    • het trager stromend bloed betekent een verhoogd gevaar op trombose, plaatselijk hartinfarct met littekenvorming (afsterven van weefseldeeltjes : necrosen meestal samen met een ontstekingsreactie)...

                    • deze kettingreactie gaat door tot hij hogerop stuit op minder zuur weefsel

                      • als de afgestorven plekken een zodanige omvang hebben aangenomen dat de hartspier in zijn geheel niet meer goed functioneert : algemeen hartinfarct.

          • erytrocyten zouden bij een lagere pH (zuurder milieu) niet meer van vorm kunnen veranderen :

            • hierdoor geraken zij niet meer door de smalle bloedvaten

              • waardoor minder zuurstof kan worden aangevoerd naar de weefsels

                • verzuring

                  • necrose

 

De verzuring van de weefsels kan o.a. worden voorkomen met voldoende beweging, magnesium (neutralisator) en ontspanningstechnieken (zuchten, lachen, roepen, yoga...).

 

 

 

    • tekort aan collageen : bij collageen-tekort wordt Lp(a) gebruikt voor het herstellen van het endotheel.

      • indien de gebruikte Lp(a) niet op tijd wordt vervangen door nieuw collageenweefsel (hiervoor vitamine C nodig) :

        • treedt littekenvorming op met verlies aan elasticiteit van de vaatwand.

        • treedt gemakkelijker neerslag op van Ca en o-LDL in de plaque.

 

 

    • tekorten aan mineralen :

      • Mg2+ : reguleert de intracellulaire Na/K pompen (Mg2+ houdt K+ vast in de cellen via de Na/K pomp), is vaatverwijdend en voorkomt hartinfarct.

      • K+ : BD-regeling, regeling vasculaire calcificatie --> steeds samen met Mg2+ innemen.

      • Se : voldoende selenium remt o.a. de plaatjesaggregatie door in te werken op de activiteit van het GSH peroxidase in de bloedplaatjes ---> status controleren van : GSH, Se, Cysteïne...

      • Zn2+ : er zou een verband bestaan tussen cardiovasculaire ziekten en de zink/koper-ratio... (zie ook koper).

 

 

    • tekorten aan de vitaminen

      • vitamine C : vitamine C komt tussen bij het herstel van collageen en bij de wondheling. Bij een tekort aan deze vitamine maakt de lever meer cholesterol aan als bouwstof voor het genezingsproces. Dit zou de reden zijn dat bij mensen met beschadigde bloedvaten (zoals bij atherosclerose) of longen (tuberculose) behalve calcium, collageen en een aantal andere stoffen, cholesterol wordt aangetroffen in het "littekenweefsel".

      • vitamine B3 : nodig voor de omzetting van DGLA naar PGE1 (zie : "Inflammatierespons"), voor de vorming van galzouten, doet het aantal LDL receptoren dalen en de HDL-stijgen (en veroorzaakt aldus een daling van de cholesterolopname en van de Lp(a) en triglyceridenconcentratie), om de oxidatie naar o-LDL te verhinderen...

      • vitamine B6 : beschermt de vaatwand, is nodig bij de omzetting van homocysteïne naar taurine.

 

---> Hoge bloedwaarden aan vitaminen B werden geassocieerd met een lager risico op hartinfarct Morrison H : Serum folate and risk of fatal coronary heart disease. JAMA 1996, 275 (24) : 1893-1896.

 

      • vitamine E : eersterangs oxidant, samen met CoQ10 en taurine (ook nodig voor de vorming van galzouten).

      • vitamine K en vitamine D : hun tekort versterken de aderverkalking.

        • mensen met te lage vitamine D spiegels lopen meer dan dubbel zoveel risico hadden om diabetes te ontwikkelen, 40% meer risico op hoge bloeddruk en ongeveer 30% meer risico om te lijden aan cardiomyopathie dan mensen zonder vitamine D tekort Kimberly Hayes Taylor in MediQuality 29/11/2011 Bron : American Journal of Cardiology, 2011 .

        • bij patiënten met vit D-niveaus lager dan 10 ng/mL werd 2x meer atherosclerose vastgesteld dan bij patiënten met normale vit D-waarden .

        • een lage vit K status zorgt ervoor dat minder MGP wordt geactiveerd waardoor meer aderverkalking optreedt : het eiwit matrix-Gla (MGP) kan immers in zijn actieve vorm aderverkalking remmen.

 

 

    • CoQ10 : wordt gevormd "tijdens" de cholesterolsynthese : teveel voedingscholesterol zal haar vorming remmen. Doch bij de meeste mensen is juist een tekort aan CoQ10 de hoofdoorzaak van de oxidatie van LDL-cholesterol naar o-LDL.

 

    • te veel P, Na+, Ca2+ : met calciumshift naar de weefsels. Calcificatie  van de aders (een cardiovasculaire risicofactor) ligt aan de basis van de hypothese die stelt dat calciumsupplementen een schadelijk effect kunnen hebben op hart en -vaten.

 

 

    • te hoge CRP us (ultra sensitive) waarden.

 

    • bloedgroep : bij personen met de bloedgroep A, B of AB zijn het gehalte aan von Willebrand factor in het bloed ongeveer 25% hoger dan bij personen met groep O. Een hoog niveau van deze factor wordt beschouwd als een risicofactor op cardiovasculaire aandoeningen. De von Willebrand factor speelt een belangrijke rol bij de bloedklontering, vooral bij stresssituaties. Met fibrinogeen is de 'von Willebrand factor' ook betrokken bij de ontwikkeling van atherosclerose He M, Wolpin B, Rexrode K, et al. ABO blood group and risk of coronary heart disease in two prospective cohort studies. Arterioscler Thromb Vasc Biol 2012; 32:2314-2320. . Enkel door te letten op onze voeding en leefstijl kunnen we dit verhoogd risico beperken.

 

    • lood (Pb)- en kwik- (Hg) intoxicatie.

 

 

Samengevat :

 

De 3 onvermijdelijke :

    • de leeftijd : hoe beter men zijn risicofactoren beheerst, hoe minder de leeftijd doorweegt

    • het geslacht : vrouwen zijn beschermd tot na de menopauze, maar daarna slaat de situatie om

    • de familiale voorgeschiedenis : opgelet indien lid van een "infarct"-familie

 

De 3 slechte gewoonten :

    • roken

    • een zittend leven

    • een overmatig gebruik van alcohol/geraffineerde suiker

 

De 3 "hyper" :

 

Les 3 ziekten van de eeuw

 

 

Een recente case-studie bracht aan het licht dat een hoge verhouding TAG/HDL-cholesterol verwees naar een 50% verhoging van het risico op een eerste coronair accident, terwijl een hoog LDL-cholesterol niveau maar met een verwaarloosbare verhoging werd geassocieerd. Hypertensie en het metaboolsyndroom gaven helemaal geen significant verband Cordero A et coll. : Usefulness of triglycerides-to-high-density lipoprotein cholesterol ratio for predicting the first coronary event in men. Am J Cardiol 2009; 104: 1393-7 . De verhouding TAG/HDL-c kan dus een voorspellende marker zijn voor een eerste coronair accident, en dit onafhankelijk van de BMI (obesitas).

 

Eindstadium : hartfalen             

 

Verschillende cardiopathieën veroorzaken op termijn het slecht functioneren van de hartpomp. Sommige geven al snel aanleiding tot hartfalen (hartinsufficiëntie), andere evolueren eerder progressief.

 

    • ischemische cardiopathie : generische term voor alle aandoeningen die hun oorzaak vinden in een verminderde aanvoer van bloed naar de hartspier, tengevolge van een vernauwing van de coronaire vaten.

 

    • hypertensie : hoofdoorzaak van hartfalen.

 

    • valvulopathie (hartklepafwijkingen) : om alsnog een voldoende debiet te handhaven moet het hart meer inspanningen leveren.

 

    • aandoeningen van het pericard : meestal tengevolge van een ontsteking, dikwijls veroorzaakt door een virale besmetting.

 

    • hartritmestoornissen : het hart vult en ledigt zich niet naar behoren.

 

    • andere ziekten : ernstige anemie, schildklier- en nieraandoeningen.

 

Symptomen van hartfalen             

 

Daar het bloed niet meer vrij kan circuleren kan een vochtopstapeling zich voordoen thv de longen en thv andere delen van het organisme.

 

 

De volgende symptomen duiken op :

 

    • zwakke en vermoeide patiënt (ook eventueel verwardheid)

 

    • vochtopstapeling (oedeem) thv de voeten, de enkels, de benen, de lever en de onderbuik

      • het aanwezige vocht thv de lever en de onderbuik kan nausea en verlies van eetlust veroorzaken.

---> vermagering met verlies van spiermassa

 

    • hoest, kortademigheid : door het aanwezige vocht in de longen

 

    • snelle hartslag

 

Elk jaar komen er in België 15000 nieuwe gevallen van hartfalen bij. Een kwart van deze patiënten sterft binnen het jaar na de diagnose omdat deze te laat werd gesteld. Het is belangrijk deze signalen zo snel mogelijk op te merken : met een aanpassing van de levensstijl en geneesmiddelen kan de uitkomst van deze ziekte gunstig beïnvloed worden Alfa-linoleenzuur (omega3).

 

 

Een toestand van hartinsufficiëntie kan plots de kop op steken :

 

    • een bruuske verhoging van de hoeveelheid vocht in de longen kan aanleiding geven tot het optreden van verschillende effecten : ademnood, hoest, blauwe verkleuring van de huid, agitatie, angst, verstikking...

 

    • dit kan aan de basis liggen van een nieuwe hartaandoening welke de reeds bestaande hartinsufficiëntie gaat verergeren zoals bv. een hartinfarct...

 

 

Verschillende symptomen wijzen op een verergering van de hartinsufficiëntie :

 

    • plotse ademnood, onverwachte gewichtstoename (> 1kg/week), hoest, gezwollen enkels, nog rapper vermoeid, verandering van het hartritme, palpitaties, vertigo, gezwollen buik, verstoorde slaap, verminderde urine-productie, diarree en koorts...

 

In alle gevallen is onmiddellijke medische hulp vereist.

 

Er bestaat een bloedtest die chronisch hartfalen kan opsporen : NT-pro-BNP.

 

 

Preventie van cardiovasculaire ziekten             

 

Cijfers uit de USA blijkt dat tussen 1970 en 2000 de totale levensduur er steeg met 6 jaar en 65% hiervan of ongeveer 4 jaar werd bereikt door het terugdrijven van de cardiovasculaire mortaliteit. Kankerbestrijding leverde in die periode een levensduurverlenging op van 3 maanden !

 

 

 

 

Het beheren van het cardiovasculair risico bestrijkt meerdere domeinen :

 

Voedingsrisicofactoren :

 

Vóór 1920 was hartziekte (en kanker) in Amerika zeldzaam. Gedurende de volgende 40 jaar steeg het aantal hartziektes echter dramatisch, zelfs zo veel dat het in de midden 1950er jaren in Amerika de overlijdensoorzaak nummer 1 was.

 

Tegenwoordig veroorzaakt hartziekte in de VS minstens 40 procent van alle overlijdensgevallen. Zoals ons wordt verteld, wordt hartziekte veroorzaakt door de consumptie van verzadigde vetten, en zo zou men eigenlijk een overeenkomstige lijn moeten kunnen zien met een gelijk opgaande stijging van het dierlijke vet in het Amerikaanse dieet. Het tegenovergestelde is echter waar. Gedurende de 50-jarige periode van 1920 tot 1970 daalde het percentage van het dierlijke vet in het Amerikaanse dieet van 83 naar 62 procent, en de boterconsumptie daalde van ongeveer 8kg per persoon per jaar naar bijna 2kg. Gedurende de laatste 80 jaar, steeg het cholesterol in de voeding met maar 1 procent. Gedurende dezelfde periode steeg het percentage plantaardige olie in de vorm van margarine en geraffineerde olie met ongeveer 400 procent terwijl de consumptie van suiker en verwerkt voedsel steeg met ongeveer 60 procent Enig, Mary G, PhD, Trans Fatty Acids in the Food Supply: A Comprehensive Report Covering 60 Years of Research, 2nd Edition, Enig Associates, Inc., Silver Spring, MD, 1995,4-8..

 

Ook de Franse voedingswijze zit vol verzadigd vet in de vorm van boter, kaas, room, vleessoorten en rijke patés. Toch hebben de Fransen een lagere percentage coronaire hartziekte dan vele andere westerse landen. In de Verenigde Staten overlijden er per jaar 315 van iedere 100.000 mensen op middelbare leeftijd aan hartaanvallen; in Frankrijk is het aantal 145 per 100.000. In de regio van Gascogne waar ganzen- en eendenlever een groot deel van het dieet uitmaken is dit percentage opmerkelijk laag met 80 per 100.000 O'Neill, Molly, New York Times, Nov 17, 1991. Dit fenomeen kreeg internationale aandacht en werd betiteld als de Franse Paradox (de Fransen lijden echter onder vele degeneratieve ziektes omdat ze grote hoeveelheden suiker en witte bloem en tijdsparende industrieel verwerkt voedsel eten).

 

Vetten van dierlijke en plantaardige afkomst voorzien de voeding van een geconcentreerde bron van energie (zie ook "Ketogeen dieet"). Ze voorzien ook in de bouwstenen voor celmembranen en voor verschillende hormonen en hormoonachtige substanties. Vetten als deel van een maaltijd vertragen de opname van de voeding zodat we minder rap terug honger hebben. Daarbij treden ze op als dragers voor de belangrijke vetoplosbare vitamines A, D, E en K. Vetten zijn nodig in het dieet voor de omzetting van caroteen tot vitamine A, voor de absorptie van mineralen, een aantal andere processen.

 

 

Gedragsgebonden risicofactoren :

 

 

Het doel is het veranderen van de eventuele slechte gewoontes.

 

Aanpassingen in hun individueel gedrag zijn nodig bij het merendeel van de patiënten met een bewezen cardiovasculaire aandoening of in geval van verhoogd risico.  

 

De strategische maatregelen welke kunnen bijdragen tot een verbetering van de impact van een gedragsaanpassing, zijn o.a. voor de patiënt :

 

      • bekomen van een persoonlijk engagement voor het veranderen van hun gedrag

      • er zich ervan verzekeren dat de patiënt de relatie tussen levenswijze en ziekte duidelijk inziet

      • helpen bij het slopen van de laatste obstakels welke zijn gedragsverandering in de weg staan

      • betrekken van de patiënt bij de identificatie van de aan te passen risicofactoren

      • samen uitwerken van een stappenplan tot een verandering van levenswijze

      • gebruiken van strategieën die het aanpassingsvermogen van de patiënt  aan de verandering gaan versterken

      • zoveel mogelijk betrekken van andere zorgverstrekkers, wanneer nodig

 

Soms is het moeilijk zijn levenswijze te veranderen (eenzaamheid, sociale afzondering...) : negatieve emoties zoals depressie, woede en haat, kunnen obstakels vormen voor het toepassen van preventieve inspanningen, zowel bij de patiënten als bij de gevallen met hoog risico. Het raadplegen van een specialist kan aangewezen zijn.

 

Buiten het stoppen met roken en met alcohol, en het verhogen van de fysische activiteit maakt ook een aanpassing van het voedingsgedrag deel uit van het totaal beheer. Aan de patiënten moet worden uitgelegd dat we, in een tijdsspanne van 10 jaar, steeds meer eten zonder het te beseffen. Voordien woog een klein zakje chips 70g, nu 150 tot 170g. De porties worden steeds groter.  

 

 

"Hyper" risicofactoren :

 

 

Bij asymptomatische personen gaat men in de eerste plaats het cardiovasculair risico bepalen en de te veranderen risico-gedragingen.

 

Indien geen hypertensie, diabetes of obesitas werd vastgesteld, is het cardiovasculaire risico zwak. Nochtans kan het globaal risico op het ontwikkelen van cardiovasculaire ziekten hoger zijn bij asymptomatische patiënten met tekenen van atherosclerose, bij duidelijke familiale antecedenten van vroegtijding cardiovasculair lijden en bij patiënten met hogere concentraties aan triglyceriden, of aan het reactieve proteïne C (CRP), aan fibrinogeen, aan homocysteïne, of aan Lp(a). Ook personen met een zittend leven en veel stress mogen hierbij gerekend worden.

 

De analyse van studieresultaten toont aan dat patiënten met een slechte tandhygiëne, die praktisch nooit hun tanden poetsen, een met 70% verhoogd risico vertonen voor een cardiovasculair accident ten opzichte van deze die hun tanden 2x per dag poetsen (resultaat rekening houdend met leeftijd, geslacht, socio-economische leefomstandigheden, roken, tandartsbezoek, diabetes of hypertensie). Maar te weinig tandverzorging is gelinkt aan verhoogde CRP en fibrinogeenwaarden. Parodontopathie, meestal door een slechte mondhygiëne, ligt zonder twijfel aan de basis van dit ontstekingssyndroom De Oliveira C et coll.: Toothbrushing, inflammation, and risk of cardiovascular disease: results from Scottish Health Survey. BMJ 2010;340:c2451 .

 

Bij symptomatische patiënten is een medische aanpak altijd noodzakelijk.

 

 

"Ziekten" risicofactoren :

 

 

De hoger vermelde ziekten (obesitas, diabetes, stress) hebben naast een gedragsverandering ook nood aan een specifieke medische begeleiding.  

 

 

Zie ook : "Nutribalans"!

 

Het systematisch opsporen van 3 vasculaire aandoeningen (abdominaal aorta-aneurysma, perifere arteriopathie, hypertensie) bij alle mannen tussen 65 en 74 jaar oud, zou hun overlijdingsrisico sterk doen dalen (- 7%) .

 

Nieuwe benaderingen :           

 

Resultaten met verbeterde hartcoherentie tonen zich vooral op het vlak van de controle van angst en depressie, van de arteriële bloeddruk en van de stimulatie van het immuunsysteem.

 

Ook wijzen resultaten van recente onderzoeken ivm hartcoherentie Ned Tijdschrift Geneeskd 2009; 153:C51 op :

 

      • een verband tussen een hyperactiviteit van het sympathisch zenuwstelsel en de ontwikkeling van het metaboolsyndroom,

      • een lineair verband tussen de hartfrequentie en metabole risicofactoren zoals bloeddruk, vrije vetzuurconcentratie, glucose-waarden in het plasma en insulinegevoeligheid.

 

Hartcoherentie-oefeningen ondersteunen de inspanning van het organisme en van de hersenen voor het herstellen van de harmonie (homeostase, een systeem van zelfgenezing).

 

Wanneer je onder druk komt te staan of wanneer je kwaad bent, dan gaat je hart sneller kloppen en wordt je ademhaling korter. Omgekeerd, wanneer je rustig bent, wordt je hartslag traag en vertraagt je ademhaling (tot 6x in/uit ademen/min). De emotiestaat beïnvloedt dus rechtstreeks het hart- en ademhalingsritme. En het omgekeerde is ook waar : hierop steunt het principe van "hartcoherentie".

 

De hartspier oefenen opdat die trager en regelmatiger slaat, induceert in ons organisme tal van biochemische reacties die de ontspanning bevorderen : het cortisolniveau (stresshormoon) verlaagt, terwijl het niveau van andere neurotransmitters (dopamine, serotonine, oxytocine) stijgt.

 

 

Daarbij treedt deze nieuwe benadering op in synergie via een cerebro-cardiale as :

 

 

Van de hersenen naar het hart :

 

    • Het autonoom zenuwstelsel speelt, onder de verschillende mechanismen die het hart met de hersenen verbinden, een zeer belangrijke rol. Dit zenuwstelsel bestaat uit drie takken die elk een groep organen bezenuwen vanuit het emotioneel brein :

 

      • de "sympathische" tak stelt adrenaline en noradrenaline vrij : deze neurotransmitters versnellen het hartritme, activeren het emotioneel brein en controleren de reacties van vluchten/vechten (actie). Al de symptomen van bv angstgevoelens vinden hun oorsprong in de overmatige activatie van de sympathische tak : droge mond, versnelling van het hartritme, zweten, beven, verhoging van de bloeddruk..

 

      • de andere tak, de "parasympathische", stelt acetylcholine vrij : deze neurotransmitter leidt toestanden van kalmte in (relaxatie, regeneratie). Chemische signaalstoffen die de parasympathische activiteit vertegenwoordigen, zijn acetylcholine, stikstofmonoxide (NO) en cGMP. Roken, hoge bloeddruk en diabetes verzwakken de parasympathische activiteit, waardoor het hart minder ruimte krijgt om zich te herstellen en te voeden. Dragen daar ook toe bij : tekort aan fysische activiteit, de ervaren moeilijkheden in het leven (familiaal, professioneel), voedingsadditieven, geneesmiddelen... Bewegen (tai-chi, yoga ...), buikademhalen, dansen , lachen, ontspannen, ontstressen, gezondheid, goede voeding, emotioneel evenwicht... versterken deze tak.

 

---> Deze twee takken worden constant in een subtiel evenwicht gehouden. De zenuwimpulsen door de 2 takken zijn constant bezig het hartritme te versnellen of af te remmen (actie/relaxatie). Hierdoor is de interval tussen 2 hartslagen nooit identiek...  Het sympathische systeem is actief bij stress (fight or flight), terwijl de parasympathische tak rust brengt. De hartritmevariabiliteit geeft een beeld van de balans tussen de twee zenuwsystemen.

 

---> Significante variaties in de hartslag zijn synoniem met de balans en het aanpassingsvermogen van het autonome zenuwstelsel, en in het bijzonder van het sympathische (dat het lichaam voorbereidt om te reageren op stress) en parasympathische (dat de lichaamsfuncties vertraagt om ontspanning te bevorderen) systeem. Een lage variatie in de hartslag is een indicator van de moeite die het lichaam heeft om zich aan te passen, vooral aan stress. 

 

Noot :

Het parasympathisch zenuwstelsel wordt ook vagaal zenuwstelsel genoemd, omdat dit systeem vooral door de vagale zenuw (10de hersenzenuw) wordt aangestuurd. Via de vagale zenuw slaagt het lichaam erin zich te ontspannen, het hartritme te verlagen en de vertering en slaap te sturen. Vagale overactivatie kan leiden tot een vasovagale syncope (flauw vallen of bewustzijnsverlies, meestal zonder erg).

 

 

Een disbalans tussen het parasympathische en sympathische zenuwstelsel zou de primaire oorzaak vormen van hartinfarct, en de trombose eerder het gevolg....

 

Scenario van een hartaanval :

 

Wat er aan vooraf ging :

 

        • een overactivatie van de sympathische tak dwingt het hart om meer suikers te gaan gebruiken, een minder geschikte energiebron voor het hart. Slechte verbranding van suikers kan in acute stresssituaties een piek geven in de melkzuurproductie, die plaatselijk het hartweefsel gaan verzuren en verzwakken (zie hoger).

 

 

        • een onderdrukking van de activiteit van parasympathisch systeem leidt tot minder helen, minder regeneratie. Denk aan de persoon die de lat voor zichzelf altijd hoog legt,  nooit eens de riem aflegt, geen hobby's heeft, die constant zijn adrenale cortex stimuleert met cafeïne en suiker, die rookt, die zichzelf praktisch nooit voedt met vers eten en gezonde vetten, die geen regelmatig  eet- en slaapritme respecteert...

 

Het moment :

 

De uitlokker : stel plots een verhoging van de sympathische zenuwactiviteit, meestal door fysische of emotionele stressoren.

 

De aanval : chronische parasympathische onderdrukking zal beletten dat deze plotse sympathische activiteitsstijging wordt gecompenseerd. Het gevolg is een ongecontroleerde adrenalinevrijstelling die de hartcellen verplichten glucose via de anaerobe glycolyse te verbranden (zie hoger), in plaats van gebruikt te maken van ketonen en vrije vetzuren (vandaar het belang van een gezonde voeding met veel vet en weinig suiker : zie ook "Ketogeen dieet"). Dit leidt onvermijdelijk tot excessieve vorming van melkzuur, tot lokale verzuring (acidose) wat de cellulaire calcium-entry  belet en hierdoor hun contractievermogen beperkt. Dit leidt tot lokaal oedeem (zwelling), hypokinesie en eventueel weefselnecrose. Het myocardinfarct.

 

 

      • de derde tak, (het enterisch zenuwstelsel (EZS), controleert het verteringssysteem (de peristaltiek en de secreties). Alhoewel deze derde tak in relatie staat met de andere takken van het AZS, treedt het EZS (of buikbrein) nogal onafhankelijk op.

 

 

Van het hart naar de hersenen :

 

    • Het hart beschikt over zijn eigen netwerk neuronen en stelt ook adrenaline vrij, indien maximale hartcapaciteit is vereist. Het scheidt ook andere hormonen af, zoals ANF (de Atrial Natriuretic Factor, dat de bloeddruk regelt) en ocytocine (hormoon dat o.a. tussen komt bij de gehechtheid van de moeder en haar kind na de geboorte). Al deze hormonen ageren rechtstreeks op het emotioneel brein (= limbisch systeem, zie : "Autonome regelsystemen").

 

    • Wanneer het hart ontregeld geraakt, sleurt het onvermijdelijk ook het emotioneel brein met zich mee, en omgekeerd.

 

 

In toestanden van stress, angst, depressie, woede, verdriet... , wordt de variatie tussen 2 hartslagen onregelmatig. In toestanden van goed gevoel, van medeleven... , wordt de afwisseling tussen versnellingen en vertragingen van het hartritme regelmatig.

 

    • Meestal zijn de variaties zwak en chaotisch. Nochtans, wanneer de variatie van de hartslagen fors en gezond is, tonen de opeenvolgende fasen van versnelling en vertraging een snelle en regelmatige wisseling. Een hogere variabiliteit in hartritme is gezond voor je hart. Je kan het beschouwen als een vorm van training van de hartspier. Een daling van de bestendigheid (variabiliteit) wordt geassocieerd met een geheel van problemen die gelinkt zijn aan stress en veroudering : hypertensie, hartfalen, myocard infarct, plotse dood... en zelfs kanker .

 

    • Verschillende studies toonden aan dat het juist de negatieve emoties zijn zoals woede, angst, verdriet, die de cardiale variabiliteit het meest doen verminderen en aldus chaos veroorzaken ; de opstapeling van chaotische passages verstoren uiteindelijk het emotioneel evenwicht ; anderzijds versterken positieve emoties de coherentie.  

 

Daarbij oefent de toestand van hartcoherentie ook invloed uit op de andere fysiologische ritmen. De natuurlijke variabiliteit van de bloeddruk en van de ademhaling conformeren zich en gaan zich snel synchroniseren. De totale coherentie van deze 3 systemen betekent voor het organisme een echte besparing op energetisch vlak : wij voelen dat aan als een toestand waarbij onze ideeën vanzelf en zonder inspanning ontstaan, omdat onze fysiologie zich in een optimale evenwichtstoestand bevindt. Zelfs het immuunsysteem profiteert mee van deze hartcoherentie en wordt aldus versterkt.

 

Het versterken van de hartcoherentie :

 

Het eenvoudig oproepen van een positieve emotie (herinnering, glimlach, tederheid...) induceert zeer snel een verschuiving van de hartvariabiliteit in de richting van coherentie.  

 

      • deze verbeterde coherentie van het hartritme laat zich rap gevoelen in het emotioneel brein, waar het de stabiliteit verhoogt.

      • het emotioneel brein beantwoordt deze positieve beïnvloeding door het verder versterken van de hartcoherentie.

 

Met een beetje oefening is het mogelijk deze staat van coherentie even te bestendigen, zodat ook het autonoom zenuwstelsel tot rust komt (sympathische =  parasympathische invloed) met simultane toegang tot intuïtie (emotioneel brein) en tot reflectie en planning (cognitief brein). Hartcoherentie is een techniek afgeleid van yoga-technieken.

 

Sommige patiënten hebben hiervoor iemand naast hun nodig die een gevoel van stabiliteit en veiligheid geeft. Iemand met een positieve ingesteldheid die als voorbeeld kan dienen. Iemand op wie ze kunnen rekenen. Alhoewel zo'n situatie hard kan zijn en een sterke morele ingesteldheid vereist van de helpende persoon. Vermijden dat de depressie overgaat op de andere persoon. Het is een strijd van elke dag, die veel energie opeist...

 

Alhoewel coherentie innerlijke rust inleidt, is het geen relaxatie-methode : integendeel, het is eerder een actie-methode, welke in elke levenssituatie bruikbaar is. Zich goed in zijn vel voelen is vooral een kwestie van goede stressbestendigheid, van goed emotiebeheer...

 

Hartcoherentie aanleren kan in 7 tot 10 dagen. Je kan starten met de hulp van een therapeut of beroep doen op een ademhalingondersteunend computerprogramma (Stress Pilot). De hartcoherentietraining bestaat er in om driemaal zes minuten of tweemaal tien minuten per dag te oefenen met een ademfrequentie van gemiddeld zes ademhalingen per minuut (buikademhaling via het diafragma) zodat er een regelmatige, gebalanceerde afwisseling van versnelling en vertraging van het hartritme optreedt. Het hart geeft dan signalen door aan het brein zodanig dat de breinwerking harmonisch verloopt en deze in balans komt.

 

Daarenboven dempt het hart de werking van het angstcentrum. Bij hartcoherentie treden een aantal wetenschappelijk bewezen biochemische processen op : zo zakt het gehalte cortisol (stresshormoon) terwijl het gehalte van het verjongingshormoon DHEA (dehydro-epi-androsterone) en sommige neurotransmitters (dopamine, sérotonine, ocytocine) eerder stijgt. Ook de ratio tussen de hormonen leptine (pro-inflammatoir) / adiponectine (anti-inflammatoir) wordt positief beïnvloed door hartcoherentie en yoga . Dit creëert innerlijke rust. Een gevoel van rust, loslaten en welbevinden treedt vrijwel onmiddellijk op en kan meerdere uren aanhouden.

 

Wil je effect bereiken dan zijn 3 behandelingsmomenten per dag nodig van telkens 5 minuten hartcoherentie : 1 x 's morgens, 1 x 's middags en 1 x 's avonds. Na een week met regelmatig oefenen worden de eerste resultaten voelbaar.

 

Cardiovasculaire voeding en nutriënten             

 

De echte impact van voedingsmiddelen :

 

 

Door Amerikaanse onderzoekers werd een risicovergelijkingsmodel op basis van de demografische gegevens en de voedingsgewoonten uitegewerkt, voor de analyse van gegevens uit de National Health and Nutrition Examination Surveys die plaatsvonden tussen 1999 en 2002 (n=8104) en tussen 2009 en 2012 (n=8516) .

 

Zij beoordeelden de cardiometabole effecten van 10 voedingsmiddelen: fruit, groenten, gedroogd fruit, granen, onbewerkt rood vlees, vleeswaren, suikerhoudende frisdrank, meervoudig onverzadigde vetten, omega-3 vetten van mariene oorsprong, en natrium. Voor elk daarvan hebben ze de absolute en relatieve mortaliteit door hart- en vaatziekten, beroerte (CVA) en type 2-diabetes ingeschat. 

Het is vooral een hoog natriumgehalte dat vaak wordt gekoppeld aan cardiovasculaire mortaliteit met 9,5% van de sterfgevallen; gevolgd door een lage consumptie van gedroogde vruchten (8,5%), een hoge consumptie van bewerkt vlees (8,2%), een lage inname van omega-3 (7,8%), weinig groenten (7,6 %), weinig fruit (7,5%), en de consumptie van suikerhoudende frisdranken (7,4%).

Maar niet alles is somber, want de onderzoekers stelden een significante daling vast van de cardiovasculaire mortaliteit met 26,5%: met name door een daling van de consumptie van meervoudig onverzadigd vet (-20,8%), het eten van gedroogd fruit (-18%) en een daling van de consumptie van suikerhoudende frisdranken (-14,5%). Anderzijds zorgde de toegenomen consumptie van onbewerkt rood vlees voor de grootste toename van de sterfte.

 

 

Cardiovasculaire biochemische risicofactoren :

 

De risicofactoren in cursief staan in relatie met fytomenadion (vitamine K1 en K2).

 

 

Risicofactor 1 : Endothelium schade

 

      • activatie van de endotheelcellen

      • plaque vorming

      • fibrinogeen niveau lager dan 150mg/dl of hoger dan 300mg/dl

 

Cardiovasculaire voedingsmiddelen :

 

Overeenkomstige cardiovasculaire nutriënten :

 

 

Risicofactor 2 : Lipoproteïne-oxidatie en -ontsteking (inflammatie)

 

      • bloedplaatjesaggregatie

      • oxidatie van LDL (o-LDL)

      • NO-pathway

      • C-reactieve Proteïne (CRP )

 

Cardiovasculaire voedingsmiddelen :

        • vis, lijnzaad, postelein, waterkers, gember, noten, zaden, kiemen, luzerne, bloemkool, gefermenteerde zuivelproducten...

 

Overeenkomstige cardiovasculaire nutriënten :

 

 

Risicofactor 3 : Hemodynamische factoren

 

 

Cardiovasculaire voedingsmiddelen :

        • rode wijn, cepaënen (ui, look, prei...) , vis, zeedieren, noten, zaden, kiemen, luzerne, bloemkool...

 

Overeenkomstige cardiovasculaire nutriënten :

 

 

Risicofactor 4 : Hyperlipidemische factoren

 

      • hoog serum LDL-cholesterol

      • lipoproteïne Lp(a)

      • apolipoproteïne B

      • lipoproteïne lipase deficiëntie

 

Cardiovasculaire voedingsmiddelen :

 

Overeenkomstige cardiovasculaire nutriënten :

 

 

Risicofactor 5 : Hoge homocysteïnespiegels

 

      • deficiënties van vitamines B9, B12, B6

 

Cardiovasculaire voedingsmiddelen :

 

Overeenkomstige cardiovasculaire nutriënten :

 

 

Cardiovasculaire bloedscreening :

 

Triglyceriden : 30 - 170mg/dl

Totaal cholesterol : 140 - 200 mg/dl (< 1.7 bij het kind)

HDL cholesterol : > 40 (man), > 50 (vrouw) mg/dl

LDL cholesterol : < 115 mg/dl (< 110 bij het kind) ; te hoog indien > 160

Verhouding HDL / totaal cholesterol in % : 10 < > 24

Verhouding Triglyceriden/HDL : < 2

 

Noch het gehalte "slechte cholesterol” noch het gehalte "totaal cholesterol” wijzen op een zeker cardiovasculair risico. De enige geldige indicatie wordt gevormd door de verhouding Triglyceriden / HDL. Met een resultaat hoger dan 8 bestaat een eminent risico op hartinfarct. Met een resultaat tussen 4 en 8 dient de levensstijl worden aangepast om het verhoogd risico te milderen. Met een resultaat tussen 2 en 4, is het risico duidelijk lager, zelfs onbestaand met een resultaat lager dan 2.

 

Verhouding totaal cholesterol / LDL : ideaal : 3 (gemiddeld 1.2 à 1.3 bij gezonde personen, 0.6 à 0.8 na MI)

Verhouding totaal cholesterol / HDL : 2.66 - 4.44 (< 5)

 

Lp(a) : < 30 mg/dl

 

 

Fibrinogeen : 150 - 300mg/dl (zie : "Bloedstolling")

 

Ferritine : 50 - 235 ng/ml (teveel ijzer in het bloed kan je bloedvaten schaden (oxidatieve stress) en verhoogt het risico op hartaandoeningen, terwijl te weinig ijzer ook te vermijden is omdat ijzer, als onderdeel van hemoglobine, onmisbaar is voor de zuurstofopname)

 

Nuchter insulinemie : 2 tot 25 mIE/l

Nuchter glykemie : < 110mg/dl

 

Vitamine C : 5.45mg/l - 18.18mg/l volgens de seizoenen

Vitamine E : 8 - 13μg/ml

Homocysteïne : 0 - 8 μmol/l

 

Cortisol :

      • de bepaling ervan in het speeksel of in de urine komt overeen met een momentopname

      • de bepaling ervan in de haren geeft een duidelijk beeld van de stressimpact op lange termijn : een hoog cortisolgehalte in de haren is een biomarker van chronische stress, en dus ook, van een verhoogd risico op hartlijden/myocardinfarct

 

Troponine : de bepaling ervan gebeurt op veneus bloed. Een verhoging treedt op bij alle gevallen van hartlijden ongeacht de oorzaak : myocarditis, Myocard Infarct (MI), angor... Haar bepaling geeft een preciezer beeld dan bekomen met de bepaling van het Creatine Kinase.

 

Creatine kinase (CK) of creatine fosfokinase (CPK) : in de mitochondria katalyseert dit enzym de omzetting van ATP naar ADP waarbij een molecule fosfocreatine wordt gevormd, die zelf onmiddelijk wordt omezet naar ATP in de mitochondrion (snelle regeneratie van ATP, zie "Energieleverende processen") .  CK komt vrij in het bloed wanneer weefselschade optreedt met celvernietiging. De bepaling van de iso-enzymen (bv. CK-MB bij MI) in het bloed laat toe de bron van de celdestructie op te sporen.

 

Meten is weten en weten is handelen.

 

Zie ook : "Nutribalans".

 

Perifere veneuze insufficiëntie : een geval apart             

 

Filtratie van water uit het netwerk van capillairen hangt af van het evenwicht tussen de hydrostatische en de oncotische (door de zwelling) druk. Het lymfestelsel van het organisme moet dit water recupereren. Soms met moeite thv de billen (cellulitis) en thv de benen (spataders).

 

Vooral de verhoging van de hydrostatische druk is de oorzaak van zware benen : deze druk wordt veroorzaakt door langdurig rechtop staan en door letsels aan de kleppen in de veneuze retourcirculatie.

 

Trombosen kunnen echter ook een risicofactor zijn ; de risicofactoren voor trombose zijn stase, stollingsstoornissen (coagulatie) en letsels aan het vasculair endotheel.

 

      • stase kan vermeden worden door niet langdurig rechtop te staan, door te bewegen en door het dragen van steunkousen

 

      • stollingsstoornissen kunnen genormaliseerd worden met omega3 vetzuren en met genisteïne, een isoflavonoïde uit soja (zie ook : "Polyfenolen")

 

 

Bij geïnstalleerd lymfeoedeem kan het langdurig gebruik van Wilde kastanje (coumarine) en hamamelis helpen. Muisdoorn kan helpen door het verkleinen van de veneuze diameter. Bij hyperhomocysteïnemie is foliumzuur (vit B9) nuttig.

 

Door hun antioxidatieve en antitrombotische eigenschappen beschermen flavonoïden (vit P uit citrusvruchten) het vasculair endotheel.

 

Vervolgens kan een tekort aan magnesium op termijn leiden tot hyperplasie van de bijnieren die aldosteron vormen :

 

      • een overmatige productie van aldosteron is in deze context belangrijk want bij obesitas (gevolg van insuline-resistentie) zal het vetweefsel uit angiotensinogeen, angiotensine II vormen ;

 

      • angiotensine II heeft een invloed op de bloeddruk via waterretentie maar doet ook de productie van aldosteron toenemen, waardoor de waterretentie als gevolg van de natriumretentie nog verder toeneemt.

 

 

Persoonsgebonden risicofactoren :

 

    • erfelijke aanleg (> 50% van de gevallen met zwakke vaatwand en slechtwerkende kleppen)

    • leeftijd : verlies aan rekbaarheid, tonusverlies, en dus verminderde capaciteit om het veneuze bloed terug naar het hart te stuwen

 

 

Gedragsgebonden risicofactoren :

 

    • obesitas : met constante druk op de onderste ledematen en op het veneus systeem

    • rechtstaand beroep : verhoogde kans op spataders ; veranderen van positie en kleine stimulerende oefeningen ter plaatse kunnen helpen : op tippen van de voeten staan, voetstretching... ; spataderkousen...

    • zittend leven, benen kruisen en tekort aan beweging met verlies van spiermassa en dus van kracht voor het terugstuwen van het bloed ; slapen met benen wat hoger kan de druk op de enkels helpen verzachten, voet- en beenmassage (steeds naar het hart toe)

    • warmte onder al zijn vormen : hete baden, sauna, zon, epilatie met warme was...

    • alcohol, roken...

    • tijdelijke invloeden : zwangerschap, menstruatie, menopauze... : het hormonenspel verergert de perifere veneuze insufficiëntie

    • te strakke kleding, hoge hakken...

    • bepaalde sporten zijn te mijden : pingpong, schermen, gewichtheffen, squash, tennis ; zijn aan te bevelen : doorstappen, fietsen, zwemmen, kleine been- en voetoefeningen thuis...

 

 

Symptomen :

 

    • functionele : zware benen, krampen (vooral 's nachts), kriewelingen en gekriebel de benen, lome benen...

    • fysische : oedemen, spataders, aderspat, teleangiëctasie (minuscule rood-blauwe vaatvlekjes in stervorm door verwijding van de bloedvaten).

 

Hemorroïden (aambeien)             

 

Typen :

 

    • externe hemorroïden : bevinden zich onderhuids rond de aars. Daar de huid daar heel gevoelig is zijn externe hemorroïden soms heel pijnlijk.

    • interne hemorroïden : bevinden zich in het rectum. Aangezien zich daar weinig of geen zenuweinden bevinden zijn interne hemorroïden niet pijnlijk.

 

 

Risicopersonen :

 

    • personen ouder dan 30 jaar

    • personen met familiale voorgeschiedenis van hemorroïden

    • zwangere vrouwen

    • vrouwen die vaginaal bevielen

    • vrouwen in de menstruatieperiode

    • personen die lijden aan frequente diarree-episoden

 

 

Risicofactoren :

 

    • chronische constipatie

    • overgewicht

    • het dragen van te zware lasten

    • bepaalde sporten die intense inspanningen vereisen

    • te lang zitten of te lang staan

    • anale coïtus

 

 

Symptomen :

 

    • een anaal zwaartegevoel (de indruk dat het rectum vol zit), bij een locale infectie van interne hemorroïden

    • een gevoel van ongemak, van brand of van jeuk na de stoelgang

    • bloedingen tijdens de ontlasting, zichtbaar op het toiletpapier, in de WC-pot en rond de stoelgang (intense rode kleuring wijst op vers bloed)

    • erge pijnen wanneer een uitzakking van hemorroïden "gekneld" geraakt

    • vochtverlies thv de slijmvliezen, infectie of lokale allergische reactie

 

Opgelet : anaal bloeden kan ook wijzen op ernstige intestinale problemen : indien nodig arts raadplegen.

 

Praktisch            

 

PREVENTIE :

 

Een gezonde voedingswijze beperkt het cardiovasculair risico via verschillende wegen waaronder gewichtreductie, verlaging van de arteriële bloeddruk, effecten op het vet, controle van de glykemie en reductie van het trombose-risico. Het aannemen van een gezonde voedingswijze helpt al gedeeltelijk mee atherosclerose indijken. Combineer dit met voldoende bewegen en je hebt misschien geen medicatie (meer) nodig .

 

Algemene preventieobjectieven :

 

      1. niet roken

      2. matig alcoholgebruik

      3. evenwichtig eten

      4. fysische activiteit : 30' per dag

      5. BMI < 25 en buikvet vermijden : 

      6. BD < 140/90 mmHg

      7. totale cholesterol : < 190mg/dl (< 5mmol/l)

      8. LDL-cholesterol < 115mg/dl (< 3mmol/l)

      9. glykemie < 110mg/dl

 

Gewichtsverlies bij ernstig overgewicht en obesitas vermindert op zich al het risico op hart- en vaatziekten. GLP-1/incretine analogen zoals semaglutide (zie : "Darmhormonen") (Ozempic°, Wegovy°...: stimuleert de insulinesecretie, verlaagt de glucagonsecretie in respons op hyperglykemie) zouden het risico op cardiovasculaire aandoeningen op 5 jaar verminderen met 20%... Er zouden wel nevenwerkingen zijn : maag- en darmklachten, verhoogd risico op pancrearitis .

 

 

ACTIE :

 

Zijn levensstijl grondig veranderen vereist belangrijke inspanningen, meestal een hele studie over de waarde die de patiënt aan zijn leven hecht, en niemand is daar happig naar omdat teveel zaken in vraag dienen gesteld.

Waarom zou ik zo'n inspanning doen ? Wat zal mij elke morgen motiveren op tijd op te staan en tijd te maken voor wat fysische oefeningen ? Hoe neen zeggen aan al dat lekkers, dat misschien wel slecht is voor mijn gezondheid, maar mij helpt volhouden tegen de agressie en frustraties van elke dag ? Waar ga ik de kracht vandaan halen om van beroep te veranderen, ergens rustig te gaan wonen, met minder loon, maar met zicht op een langer en gezonder leven ? Wil ik wel een ander leven, me beter voelen ?

Een gewoon geneesmiddelenvoorschrift zal al die vragen niet helpen beantwoorden, enkele afspraken met een psychiater waarschijnlijk ook niet.

Het beantwoorden van de vragen "Waarom leef ik?" en "Voor wat leef ik?" zullen zelfstudie vereisen. En veel moed om verkeerde levenskeuzen (beroep, opvoeding, gezin, familie...), soms van de grond af, te herzien.

 


De 10 + 1 geboden zetten je alvast op de goede weg :

 

    1. stap minstens 30' per dag door : deze gewoonte alleen al helpt het cardiovasculair risico verminderen met 30%, door gewichts- en vetverlies, door een daling van de hypertensie en door het verhogen van het HDL-cholesterol gehalte en door een verlaging van het hartritme. Een matige inspanning maakt de ademhaling dieper waardoor de aerobe verbranding wordt bevorderd. Weerstandstraining alleen doet wel aan kracht winnen maar verbetert het risico op hartlijden en diabetes weinig .

 

Hoe meer men aan sport doet, hoe meer het parasympathisch zenuwstelsel (dat een "remmende" invloed uitoefent op het hart) wordt gestimuleerd, hoe meer het hartritme wordt vertraagd. Verder verhoogt de training de sterkte van de samentrekking van de hartspier. Zijn werk bij rust en bij inspanning loont dan meer. Hierdoor herstellen wij sneller na een inspanning. Meer nog, mensen die voldoende bewegen verbeteren ook de variabiliteit van hun hartritme, waardoor hun hart zich beter aanpast aan alle situaties (stress, verandering van ademhalingsritme, van temperatuur, tijdens de vertering....).

 

Uithoudingssporten stimuleren de aangroei van magere spiermassa. Een verhoging van de magere spiermassa zou de niveaus van de klassieke factoren gebruikt voor de evaluatie van het cardiovasculair risico (CRP, IL-6, totaal cholesterol, TNF alfa) significant verlagen bij ouderen . Aerobe oefeningen daarentegen (stappen, jogging, zwemmen, dans ...) verlagen wel de ontstekingshaarden en het cardiovasculair risico maar verhogen weinig de magere spiermassa.

 

Maar ook bewegingstechnieken zoals Thai chi verbeteren de gezondheid van hartlijders, o.a. door een betere controle van de bloeddruk .

 

Zie ook : "Bewegen, bewegen, bewegen".

 

    1. knabbel elke dag 30g noten (ruw en ongezouten) (bv. amandelnoten) : verhoging van de HDL-cholesterol-waarden, aanvoer van proteïnen, vezels, omega3 vetzuren (---> wat de ontstekingsreactie verlaagt).

 

    1. wees niet karig met tomatensaus : deze bevat veel kalium, een mineraal dat tussen komt in het beheer van de bloeddruk ; doch opgelet voor hun zoutgehalte (natrium) ; eventueel zelf te bereiden  : 1 tomaat met vel en pitten + 1 glas water + enkele ijsblokjes + 1 kleine koffielepel olijfolie  ---> samen mixen.

 

    1. gebruik tandfloss : een goede tand- en mondhygiëne verhindert de ontwikkeling van infecties (gingivitis, parodontitis), welke op hun beurt een ontsteking van de aders kunnen uitlokken en de ontwikkeling van hartaandoeningen kunnen bevorderen.

 

    1. beperk de consumptie van verzadigde vetten en van trans-vetten (vooral in bewerkte voedingsmiddelen zoals industriële koekjes...).

 

    1. mijd het gebruik van zout en suiker : lees hiervoor de samenstelling op de verpakking. Teveel suiker is een bron van ontsteking en wordt als vet in het organisme gestockeerd.

 

    1. eet alle dagen wat fruit en groenten, liefst vers en van het seizoen, en gewassen met water. Stilaan hun consumptie verhogen om het opzwellen van de buik te vermijden.

 

      • appels bv. bevatten veel pectine die het bloedcholesterolgehalte doen dalen : schil ze echter niet : onder de schil bevinden zich juist de belangrijke antioxidantia die het hart en de bloedvaten beschermen.

      • avocado's zijn rijk aan EOVZ (goed voor het cholesterolgehalte) en de vetoplosbare vitaminen A en E (antioxidant). Zij zijn wel calorierijk (133kcal/100g).

      • tomaten zouden stoffen met PPAR alfa agonist-activiteit bevatten die de verstoring van de bloedvetwaarden van cholesterol en triglyceriden tegengaan Kim Y, Hirai S, Takahashi H et al. 9-oxo-10(E),12(E)-octadecadienoic acid derived from tomato is a potent PPAR α agonist to decrease triglyceride accumulation in mouse primary hepatocytes. Molecular Nutrition & Food Research, 2010; DOI:10.1002.

      • de consumptie van rode vruchten rijk aan anthocyanen (polyfenolen) en van kruiden rijk aan flavonen (polyfenolen in peterselie, tijm, selder en pepers) werd in verband gebracht met een lagere bloeddruk en meer soepele hartvaten Amy Jennings, Ailsa A Welch, Sue J Fairweather-Tait, Colin Kay, Anne-Marie Minihane, Phil Chowienczyk, Benyu Jiang, Marina Cecelja, Tim Spector, Alex Macgregor, Aedín Cassidy. Higher anthocyanin intake is associated with lower arterial stiffness and central blood pressure in women. Am J Clin Nutr 2012. ajcn.042036; First published online August 22, 2012. doi:10.3945/ajcn.112.042036.
         
        .

      • kies voor een mediterrane levensstijl, met een dieet rijk aan olijfolie of noten en amandelen Solá R, Fitó M, Estruch R, Salas-Salvadó J, Corella D, de La Torre R, Muñoz MA, Del Carmen López-Sabater M, Martínez-González MA, Arós F, Ruiz-Gutierrez V, Fiol M, Casals E, Wärnberg J, Buil-Cosiales P, Ros E, Konstantinidou V, Lapetra J, Serra-Majem L, Covas MI. Effect of a traditional Mediterranean diet on apolipoproteins B, A-I, and their ratio: A randomized, controlled trial. Atherosclerosis. 2011 Sep;218(1):174-80. Epub 2011 May 6..

      • bioflavonoïden in fruit (zoals bessen, citrusvruchten en appelen), groenten (zoals kool, spinazie en broccoli) en noten, soja, zwarte chocolade, thee en wijn, zouden het risico op overlijden aan hartproblemen of beroerte (CVA) met 18% doen dalen .

 

    1. drink max. 1 glas rode wijn per dag : alcohol, in kleine hoeveelheden, bezit een anti-inflammatoir effect.  Wijn is ook rijk aan kalium! Doch opgelet, alcoholmisbruik is nefast voor de gezondheid.

 

    1. stop nu met roken! Maar opgelet met de vervangmiddelen : het is wel degelijk het nicotine dat de verslaving veroorzaakt : deze hulpmiddelen zijn dus eigenlijk ook te mijden, alhoewel zij, in bepaalde gevallen, de gewoonte van de sigaret in de hand kunnen helpen verdringen. Doch er bestaan nu ook verslaafden aan nicotine bevattende hulpmiddelen.

 

    1. Don't worry, be happy (Bobby McFerrin) : als stress het hartritme verhoogt dan kan het zen-zijn het verlagen. Er bestaat een verband tussen positieve emoties en hartziekten. Het is mogelijk dat personen met een positieve ingesteldheid langere rustperioden of perioden van fysiologische relaxatie kennen. Daarbij zouden zij beter gewapend zijn bij het beheer van stresssituaties Karina Davidson (Columbia University Medical Center, NY), European Heart Journal (website op 17.02.2010) . Ook bloeddruk en cholesterol verlagen door zijn tijd te nemen...

 

    1. and last but not least : verzorg je eigenbeeld, je voorkomen, je geest, je sociale omgeving, kortom verzorg jezelf : de zon schijnt binnen.

 

 

Patiënten die lijden aan een verhoogde bloeddruk, aan diabetes, aan hypercholesterolemie of aan een andere dyslipidemie hebben nood aan gespecialiseerde voedingshulp.

 

De werkzaamheid van voedingssupplementen met omega3 PUFA vetzuren, EPA en DHA , in een verhouding 1.2 tot 1, werd wetenschappelijk bewezen bij de secondaire preventie van post-myocardinfarct en bij hypertriglyceridemieën. Omega3 vetzuren 1g/d verlaagt de mortaliteit en de morbiditeit bij hartinsufficiëntie Lancet, GISSI-HF studys .

 

 

Supplementen kunnen helpen :

 

    • lecithine (ei, boter, tarwe, sojabonen, vis...) helpt de cholesterolconcentratie in het bloed verlagen. Zie ook "Cholesterol" voor andere cholesterolverlagende behandelingen.

 

    • natuurlijk vitamine E : vermindert de oxidatie van het LDL-cholesterol tot oxycholesterol en de peroxidatie van onverzadigde vetten. Oxycholesterolen (een 80-tal stoffen zoals 25-OH-cholesterol, 7-ketocholesterol, cholestaantriol...) en geoxideerde meervoudige onverzadigde vetzuren (MOVZ) bevorderen de plaque-vorming door de synthese van PGI2 in de vaatwand te remmen (dysbalans TX2 / PGI2 verhouding).

 

    • vitamine K2 kan vaatverkalking (arteriosclerose) voorkomen : vitamine K2 helpt het enzym MGP (matrix Gla proteïne) dat kalkafzettingen in de bloedvatwanden verhindert. De verkalking van de aders zou zelfs met vitamine K2 omkeerbaar zijn (gezien bij ratten). Het menachinon-7 (MK-7) in het Japanse gefermenteerd sojaproduct 'natto', een K2-soort met langere zijketens, is ongeveer 1000 x sterker dan de soorten met korte ketens in onze voeding. Een optimale darmflora is dus cruciaal. Dagdosering : 45 tot 180mcg MK-7 (één portie natto van 40g levert ongeveer 350mcg).

 

    • nattokinase : een eiwit ook uit natto. Dit eiwit beschermt tegen trombose en embolie, door de fibrinolyse te stimuleren. Dagdosering : 1 tot 2x 2000 FU (fibrinolyse-eenheden), één portie natto van 40g levert doorgaans 1200 FU.

 

    • vitamine C speelt een rol bij de afbraak van cholesterol en in het katabolisme van triglyceriden.

 

    • vitamine B6 : gaat de vorming van bloedstolsels tegen en kan een belangrijke rol spelen in het voorkomen ervan.

 

    • magnesium remt de opstapeling van vetten thv de vaatwand. Teveel Mg kan echter kaliumverlies met zich meebrengen ---> daarom steeds Mg + K samen geven. Hoge Mg-waarden verlagen de frequentie van cardiovasculaire aandoeningen (vooral van ischemische hartziekten = veroorzaakt door het vernauwen van de kranslagaders meestal gepaard gaande met angor en hartinfarct) .

 

    • co-enzym Q10 verzekert het transport van elektronen in de mitochondria en vertraagt de tekenen van hartischemie (100mg/d). In het algemeen worden zwakke niveaus Q10 vastgesteld bij hartpatiënten (bij hartinsufficiëntie, coronaire stoornissen, hartvang (angina pectoris), cardiomyopathie, hypertensie...). Het co-enzym Q10 is daarnaast een antioxidant die de celmembraan en de mitochondria gaat beschermen tegen schade veroorzaakt door vrije radicalen. Q10 beschermt ook de vetten in het bloed (cholesterolipoproteïnen) tegen oxidatie en voorkomt alzo de vorming van o-LDL dat een belangrijke rol speelt in de ontwikkeling van atherosclerose. Ook blokkeren statines, veel gebruikte medicamenten gebruikt bij hypercholesterolemie, niet alleen de synthese van cholesterol maar ook van het co-enzym Q10.

 

    • het aminozuur, L-arginine, is een voorloper van het NO (stikstofoxide) dat de aggregatie van bloedplaatjes vermindert en vasodilatatie veroorzaakt.

 

    • het aminozuur, L-carnitine, dat de energieproductie (als drager van vetzuren) thv het myocard stimuleert : steeds samen met Mg. Carnitine helpt de verzuring van het bloed tegen gaan en alzo ook het verlies aan Ca, Mg en K. L-carnitine en Q10 hebben een anti-aritmie effect.

 

    • liponzuur : vertoont een positief effect op de bloedsuikerspiegel en de cholesterolhuishouding, dus ook op de algemene cardiovasculaire conditie.

 

    • creatine, in combinatie met ribose (voor ATP aanmaak), L-glutamine en taurine waarbij deze laatsten samen met creatine specifieke transportmoleculen zijn ter hoogte van de celmembraan.

 

 

    • vitamine B3 met vertraagde vrijstelling (flush): precursor van NAD (NAD komt tussen in de energievoorziening van de hartspier en NADH reduceert het geoxideerde gluthation (GSSG) terug tot de belangrijkste antioxidant voor de cel : het gereduceerd glutathion (GSH).

 

    • ondersteuning van de prostaglandinecyclus, zodat het cholesterol in evenwicht kan blijven : met Zn, Mg, vit B6, vit B3, vit C... en met bromelaïne  dat een antitrombose activiteit vertoont (bloedverdunner) en de stolling tegengaat door activatie van het plasmine (zie : "Bloedstolling").

 

    • zorgen voor een voldoende aanvoer van mineralen voor het hart : een hypochloorhydrie kan de opname van mineralen door de darmwand verstoren : indien nodig betaïne HCl supplementen.

 

      • calcium : regelt de hartcontracties en voorkomt bloedstolsels

      • kalium : regelt de contractiliteit van de hartspier (en taurine regelt de K-flux in en uit de hartspiercellen)

      • koper : regelt de adrenaline-impact (aritmieën) en is betrokken bij de elasticiteit van de vaatwand (de verhouding Zn/Cu is dikwijls verstoord bij hartritmestoornissen)

      • ijzer : onderdeel van hemoglobine, onmisbare stof voor de zuurstofopname

      • selenium : sterke antioxidant, betrokken bij de regeling van het hartritme en bij de vorming van bloedstolsels

 

 

    • aspirine : heeft enkel zijn nut in de secondaire preventie na MI of CVA ; bij mensen zonder cardiovasculaire problemen is het preventief gebruik van aspirine echter te mijden wegens het verhoogd risico op bloedingen van het spijsverteringsstelsel en intracraniëel . Maar zelfs bij mensen met hoog risico denken niet alle onderzoekers dat aspirine de moeite waard is. In november bijvoorbeeld, rapporteerden Nederlandse onderzoekers dat 50 vrouwen met een hoog risico op hartziekten gedurende 10 jaar aspirine zouden moeten innemen om een netto voordeel bij één vrouw waar te nemen .

    • metformine : het belangrijkste werkingsmechanisme van metformine is gebaseerd op de activering van AMP [adenosinemonofosfaat]-geactiveerde proteïnekinase, een centrale pathway in metabolische regulatie, celbescherming en overleving. Experimentele gegevens toonden een verminderde ontwikkeling van atherosclerose, een verminderde omvang van myocardinfarct, een verbeterde endotheelfunctie en antiaritmische effecten — onafhankelijk van de aanwezigheid van diabetes.

     

    • luteïne (ook in courgette en spinazie): zou de chronische ontstekingstoestand milderen bij patiënten met ischemische hartklachten, door een directe invloed op het ontstekingsproces (verlaging van inflammatoire stoffen zoals IL-6) .

 

 

Aanbevelingen bij perifere veneuze insufficiëntie :

 

    • vermijd warmte of warmtebronnen (elektrisch deken, sauna, vloerverwarming, blootstelling aan zonnewarmte, heet bad, warme douche,...)

    • beoefen een sport die de veneuze terugvloed bevordert : zwemmen, stappen, fietsen, golf... (tennis en squash zijn te mijden!)

    • rust met de benen in een wat hogere positie

    • neem koude (doch geen ijskoude) beendouches : van beneden langs de buitenzijde van het been naar boven tot de lies, en vervolgens ook langs de binnenzijde van het been, van beneden naar boven.

    • masseer de benen van beneden naar boven

    • doe wat aan gymnastiek : in 't water wandelen (zee), op de punten van de voeten gaan staan, op de rug liggend luchtfietsen...

    • verkies losse kledij en platte schoenen

    • vermijd alcohol en tabak

    • gebruik voedingssupplementen op basis van Wilde kastanje-extract (Aesculus hippocastanum) : bevat aescine als actieve stof, werkzaam bij het verzachten van de symptomen van perifere veneuze insufficiëntie

 

 

Raadgevingen bij aambeien :

 

    • een goed anale hygiëne : 1 à 3 x per dag ontlasten, het moment niet uitstellen als de behoefte zich uit, vermijd het duwen met ademstop tijdens de ontlasting...

    • een aangepaste voeding : met voedingsmiddelen rijk aan vezels, met voldoende vochtinbreng, door het laten van irriterende stoffen zoals koffie, alcohol, pimenten, mosterd en sterke kruiden

    • voldoende fysische activiteit : vermijd langdurig zitten en het dragen van zware lasten

    • een optimaal lichaamsgewicht

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 13-sep-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.