Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.
Laatste bijwerking : 2022.6.10
Symbool : Fe (kation)
OXIDANT
Heel belangrijk mineraal voor het zuurstoftransport via de hemoglobine in de rode bloedcellen.
IJzer is een essentieel macromineraal : wij kunnen het zelf niet aanmaken. Wij dienen het uit de voeding te halen.
IJzer komt als tweewaardig ion voor in dieren (ferro, Fe2+, in heemproteïnen (myo- en hemoglobine), 6% van het ijzer uit de voeding), doch enkel als driewaardig ijzer in planten (ferri, Fe3+, niet heem ijzer uit plantaardige producten, 90% van het ijzer uit de voeding).
Anorganische ijzerpreparaten geven aanleiding tot veel vrij ijzer in ferri-toestand. Het ijzer uit Ferri-zouten worden 5 x minder goed geassimileerd door het organisme. Het vrije anorganische Fe3+ is niet zomaar opneembaar uit het verteringsstelsel en ongeveer 95% wordt uit het lumen weggespoeld.
Enkel het tweewaardig ijzer wordt door ons organisme geabsorbeerd. Vegetariërs dienen dan ook eerst het opgenomen ijzer uit planten te reduceren tot Fe2+. Vitamine C aanwezig in planten (fruit, groenten...) bevordert juist de omzetting in het lumen van Fe3+ in Fe2+.
Het gereduceerde ijzer kan enkel geabsorbeerd worden in gecheleerde toestand (dus op een dragereiwit). Dit Fe2+ chelaat bezit een lage molecuulmassa en kan op deze wijze door de darmwand. De zachte chelaten (-aspartaat, -carbonaat, -citraat, -gluconaat, lactaat, -oxalaat, -orotaat, -succinaat en -tartraat) zijn weinig stabiel en hun absorptie is zwak en vergelijkbaar met deze van de anorganische ijzerzouten. Bij overlast vertonen zij de nevenwerkingen van de anorganische zouten : hartkloppingen, nausea, maagstoornissen, diarree, abdominale pijn... (uitz. : ijzergluconaat).
Ideaal is het ijzer-amino-chelaat (volw. : max. 24mg/dag). Deze chelaatvorm benadert het best de heem Fe vorm (beste absorptie). Deze vorm vertoont niet de bovenstaande nevenwerkingen bij overlast.
Na de inname van ijzer via de voeding, wordt een gedeelte ervan neergeslagen en via de feces uitgescheiden.
De aanwezigheid van liganten (fytinezuur uit vezels, inositolpolyfosfaat in spinazie (!), looizuur uit thee, koffie , citrusvruchten..., oxalaat uit rabarber, tomaat, asperge, zurkel, spinazie...) die het vrije ijzer fixeren, speelt hierbij een rol.
Opgelet : Cu onderdrukt de Fe-opname in de aerobe spieren : Fe/Cu moet ongeveer = 1 .
Het menselijk organisme bevat ongeveer 4g ijzer, vooral in hemoglobine (2.5g), 1g in de ijzerreserves (als ferritine (opgeslagen in lever, milt en beenmerg) en als hemosiderine (in macrofagen (type witte bloedcellen)) en 0.3g in de weefsels (myoglobine, cytochroom).
Zwangere vrouwen bezitten enkel een reserve van 200 à 400mg.
De hoeveelheid geabsorbeerd ijzer via de voeding verlaagt of verhoogt in functie van de ijzerreserve. Het zijn darmbacteriën die dit regelen. Zij gaan bepalen hoeveel ijzer darmcellen verdelen en opnemen... (gezien bij muizen) .
Gegevensverzameling en -interpretatie in geval van anemie
biergist, peterselie, gedroogde vruchten, volkorengranen; sojameel, sperziebonen, tarwezemelen, spinazie (5.3mg Fe /150g)...
lever (15mg/100g), geel van ei (1.5mg/100g), sardine (1mg/100g), oesters...
bloedpens (23mg/100g), lamsniertjes (12mg/100g), kalfs- of kippelever (10mg/100g), ...
venusschelpen (15mg/100g), kreukels (10mg/100g), ...
De opname van ijzer wordt verhoogd bij gelijktijdige inname van vitamine C (vruchten) en van dierlijke proteïnen.
Anderzijds wordt de ijzeropname geremd door de vorming van onoplosbare complexen met tanines (wijn, bier, thee, koffie), fytaten, oxalaten en met bepaalde proteïnen.
Bv. voedingsmiddelen zoals spinazie die oxalaten bevatten zijn dus absoluut niet een zo'n goede bron van ijzer voor de mens.
Tenslotte wordt de ferrovorm (Fe2+) beter opgenomen dan de ferri-vorm (Fe3+).
IJzer (II) is onmisbaar voor de celgroei (DNA-replicatie) en mag beschouwd worden als een groeifactor. IJzer is essentieel bij verschillende stappen van de immuunrespons : een tekort zal niet alleen de celimmuniteit en de werking van de neutrofielen verstoren, maar ook de humorale immuniteit (lactoferrine, IgG...).
IJzer verhoogt de weerstand van het organisme tegen stress en infecties en draagt bij tot de vermindering van vermoeidheid en moeheid .
Doch opgelet, ijzer bevordert ook de bacteriegroei en de bacteriële ontwikkeling daalt in een ijzerarm midden. Micro-organismes fixeren immers ijzer door chelatie met ijzerdragers (sideroforen), nodig voor hun proliferatie. Zij gebruiken hiervoor echter enkel het niet-heem of niet-transferrine gebonden vrij ijzer in het bloed. Bij gezonde personen is het gehalte vrij ijzer niet opspoorbaar uitgezonderd bij ijzeroverbelasting.
Ons lichaam kan per dag maar een beperkte hoeveelheid ijzer opnemen. Het extra ijzer dat niet wordt opgenomen komt in de dikke darm terecht. Hier ‘wonen’ miljarden bacteriën in veel verschillende soorten. In deze darmflora leven ook schadelijke bacteriën die normaal gesproken onder de duim worden gehouden. Het is dus opletten geblazen met een te hoge aanvoer van ijzer (reden waarom supplementen enkel op voorschrift te verkrijgen zijn).
Het is een bestanddeel van cytochromen (eiwitten betrokken bij celademhaling/energielevering) , flavoproteïnen, zuurstofdragers zoals hemoglobine, myoglobine en speelt daarom een belangrijke rol bij prestaties van topsporters. IJzer speelt een rol in de Krebscyclus, in samenspel met het enzym aconitase waarbij citraat wordt omgezet in iso-citraat.
Haar biologische rol is gebonden aan haar status van katalysator van oxidatie-reductie-reacties waarvan de richting wordt bepaald door de liganden waarmee zij is verbonden.
IJzer (samen met selenium en zink) is nodig voor de omzetting van T4 in T3 (schildklierhormonen).
IJzer zet L-tryptofaan om naar serotonine (via het enzym tryptofaan-hydroxylase) en fenylalanine naar tyrosine (via het enzym fenylalanine-hydroxylase) en draagt zo bij tot een normale cognitieve functie .
IJzer verhoogt de stress- en infectieweerstand en helpt vermoeidheid te bestrijden .
IJzer is nodig voor de tumorgroei : indien onvoldoende vrij ijzer beschikbaar is om de tumorgroei te verzekeren, zal het gebonden ijzer in de gezonde cellen worden gebruikt, wat leidt tot celdood van deze laatsten.
IJzer komt tussen in de immuniteit : ziektekiemen (met uitzondering van lactobacillen) hebben ijzer nodig voor hun groei, wat bij tekort leidt tot minder weerstand tegen infecties. Onder vorm van transferrine, ferritine, lactoferrine, en indirect hemopexine en ’haptoglobine, kan ijzer moeilijker door ziektekiemen worden opgenomen.
IJzer is betrokken bij het cytochroom P450-systeem (fase 1 van de leverontgifting), bij de oxidatie van diverse endogene en exogene (zoals geneesmiddelen) substraten.
Maar opgelet : een overmaat ijzer (en koper) werkt echter sterk oxidatief (pro-oxidans) met de vorming van vrije radicalen (Fenton-reactie), vooral in aanwezigheid van vit C. Deze overmaat vrije radicalen via de Fenton-reactie beschadigt het DNA van de mitochondria (mtDNA), de mitochondriale elektronen-transfer-eiwitten (in de respiratieketen) en de mitochondrium- en celmembranen.
Mineralen zoals koper en ijzer zijn immers redoxactief : in ongebonden toestand kunnen zij de productie van vrije radicalen versterken. Ze versterken ook de productie van advanced glycation endproducts (AGE's), stoffen die ontstaan uit reacties tussen suikers en proteïnen. Men denkt dat ACE's de belangrijkste uitlokkende factor zijn van complicaties bij diabetes.
Bij een overmaat ijzer zorgt een dieet rijk aan suikers voor een nog hogere productie van ROS (geactiveerde zuurstofpartikels) en dus voor nog meer vrije radicalen via de Fenton-reactie... Terwijl een dieet rijk aan vetten en arm aan suikers (ketogeen dieet) de mitochondria zal beschermen!
Na opname wordt ijzer gestockeerd als ferritine en als hemosiderine in de lever, de milt, het ruggenmerg en in de skeletspieren :
15 - 20% van dit chelaat wordt rechtstreeks getransfereerd naar de metabolische paden die Fe2+ gebruiken als co-factor , zoals het ferrochelatase in de cellen. Het vormt de voornaamste Fe pool van redox actief Fe die biomoleculen destructief katalyseert.
65 - 70% wordt terug geoxideerd en getransporteerd in de Fe3+ toestand door het eiwit apoferritine met vorming van het Fe3+ -ferritine complex, een tijdelijke intracellulaire stockagevorm.
Indien nodig, wordt het hieruit gereduceerd naar Fe2+, vooraleer in de bloedbaan opgenomen te worden.
Na de opname wordt het, met het ceruloplasmine als cofactor, terug geoxideerd en getransporteerd in de Fe3+ toestand en gecheleerd aan transferrine.
Dit chelatiecomplex vervoert het gebonden ijzer naar het ruggenmerg voor de aanmaak van hemoglobine, voor de synthese van het superoxidase-permutase (SOD), van myoglobine en cytochromen of naar het reticulo endotheel systeem (RES), de lever en de milt als hemosiderine, een opslagvorm van onoplosbaar ijzer (0.1%). Rode bloedcellen hebben receptorplaatsen voor transferrine en reduceren bij de opname Fe3+ in Fe2+.
Een klein deel (2%) van het Fe3+ -ferritine complex blijft achter in het plasma : hierop steunt de ijzerbepaling in de serumanalyse daar ijzer in vrije vorm niet voorkomt in het serum. De bepaling van het serum ijzergehalte is dus geassocieerd aan het gehalte van het ferritine in het serum, welke op zijn beurt in relatie staat met de intensiteit van de ijzeropslag.
IJzer wisselt dus voortdurend van valentie, zodat ijzer steeds tijdelijk vrij komt en verantwoordelijk is voor de vrije radicalen-pathologie!
Het ferritine en het transferrine houden het ijzer in zijn niet actieve vorm (Fe3+ ) en spelen zo een rol als anti-oxidant.
Andersom kunnen hoge vrije Fe2+concentraties in het serum de redox reactie van moleculair zuurstof versnellen met het xanthine-oxidase als cofactor (oxidatie tot O2-, waterstofperoxide en water). Polyonverzadigde vetzuren, een van de belangrijkste componenten van de celmembraan, zijn heel gevoelig aan peroxidatie zodat hoge vrije Fe2+concentraties in het serum de celmembraan als vrije radicalen kunnen beschadigen en alzo de cel kunnen doden.
Fe2+ komt ook vrij bij de afbraak van hemoglobine (samen met Bilirubine), bij een trauma (inwendige bloeding) en bij hemolyse (hemolytische anemie, bij overdrijven met look...).
Oorzaken :
pH regulatie : een toestand van acidose en alkalose beïnvloedt de Fe opname in de darm : acidose veroorzaakt ijzerverlies.
intracellulair vangen het superoxide dismutase (SOD), het catalase, het glutathion-peroxidase en taurine de vrije radicalen zoals O-, H2O2, OCl- ... in de rode bloedcellen voor zij in contact kunnen komen met de Fe-pool van de cel en het hydroxyradicaal (OH-) genereren, zodat deze RBC niet beschadigd worden en het Fe niet vrijkomt. Anders leidt lipidperoxidatie in de membraan van de rode bloedcel tot verlies van ijzer.
algemeen : overvloedige menstruaties, zwangere en borstgevende vrouwen, sporters (hemolyse, zweten, trauma...), zware trainingen (hemolyse door intense spiercontracties), maar ook vegetariërs, grote verbruikers van vezels rijk aan fytaten (grijs brood...), adolescenten met forse groei-perikelen, zuigelingen, maag- en darmbloedingen, chronische darmziekte coeliakie, darmdisbiose (slechte darmopname van Fe), hoge dosissen calcium verstoren de opname van ijzer (en zink), te hoge melkconsumptie (> 2 glazen/dag) & , grote verbruikers van thee en koffie (de aanwezige looistoffen binden het ijzer uit de voeding) ...
ontstekingstoestanden, o.a. door het Interleukine 6 (IL-6) uiten zich in een verhoogde secretie door de lever van hepcidine, wat leidt tot een verminderde beschikbaarheid van ijzer dat wordt vastgehouden in macrofagen. Een functioneel tekort dus!
Gevolgen :
Interrelatie tussen het ijzermetabolisme en de aërobe en anaërobe glycolyse, waarbij :
hemoglobine-concentratie daalt met als gevolg een Fe deficiëntie-anemie (ijzer-anemie)
verminderd zuurstofvervoer, dus verlaagd rendement bij de ATP productie via de aerobe glycolyse
alternatief : glycolyse via anaerobe route : lactaat stijgt, ATP aanmaak, doch met lager rendement
(bloedverlies tijdens de menstruatie verlaagt de recuperatie van ijzer)
Symptomen :
niet specifiek : algemene moeheid, traagheid, ademtekort, duizeligheid, schemerig zicht, hoofdpijn, slaperigheid, bleke huid, hartkloppingen, anorexie, indigestie, haarverlies...
specifieke : tintelingen in vingers en tenen, Restless leg syndrome (RLS), ontbreken van de roze kleur van nagels, tong en onderlip, lepelvormige en/of dunne, doffe nagels, pruritis (vooral bij bejaarden), verhoogde gevoeligheid voor infecties, verhoogde lactaatspiegel in het bloed, blauwachtige sclera (enkel bij ijzer-anemie)...
Verdediging van het organisme tegen overmaat Fe door :
mucosale block : belet een overmatige opname van Fe via de mucosacellen in de darm (onbekend mechanisme).
complexvorming van Fe :
ferritine en hemosiderine (zie hoger) : stijgen sterk bij chronische accumulatie van ijzer, vooral in de lever (cirrose).
transferrine (fysiologisch onverzadigd aan Fe) : kan het overtollige Fe binden en voorkomt daardoor de vorming van vrije radicalen.
lactoferrine (afgescheiden door fagocyterende immuuncellen) : vertoont een hoge affiniteit voor Fe en behoeft een lagere pH (pH < 4) voor de ijzerafgifte, waardoor het ijzer minder toegankelijk is voor micro-organismen. Ook moedermelk bevat een belangrijke hoeveelheid lactoferrine zodat het ijzer beschikbaar voor bacteriële proliferatie wordt beperkt (bacteriostatisch effect).
haptoglobine en hemopexine binden hemoglobine en hemine.
ceruloplasmine : catalyse van de oxidatie van Fe2+ naar Fe3+ transferrine via het ferro-oxidase en Cu2+.
mineralenwiel : het extracellulaire vrije radicalengamma wordt geneutraliseerd door complexvorming tussen metalen en serumproteïnen : ijzer oefent hierbij een antagonistische werking uit op de mineralen Zn, Cu, Co en Mn.
---> Dit betekent dat een overmaat aan Cu of Zn of Mn in het bloed het ijzergehalte sterk kan doen reduceren en OMGEKEERD.
Een overmaat ijzer veroorzaakt dus een daling van het gehalte :
Afwijkingen die voor een chronische overlast van ijzer verantwoordelijk kunnen zijn :
hemochromatose (ziekte van Trousseau) : ijzeropstapeling in de weefsels door inefficiënte ijzeruitscheiding. Dit leidt tot weefselbeschadiging en een vale huid. Het ijzer wordt opgestapeld in verschillende organen en weefsels : in de eerste plaats in de lever, maar ook in : pancreas, hart, endocriene klieren, gewrichten (vingers, pols) en zelfs in de huid. De ziekte is erfelijk en dus genetisch bepaald en moet zo snel mogelijk ontdekt worden om ernstige complicaties zoals leverkanker te vermijden. Een mutatie op het HFE-gen (High Fe Gene) heeft als gevolg dat het hormoon hepcidine, dat het ijzermetabolisme regelt, niet meer wordt aangemaakt door de lever. Hierdoor stijgt het ferritinegehalte in het bloed gestaag (= ferritinemie, een maat voor de ijzerreserves) van 300 ng/ml tot 1000 ng/ml, en met de leeftijd zelfs hoger tot 3000, 5000..., wat neerkomt op 40 tot 40g ijzeroverlast. Het vrije ijzer (niet gebonden op de transporter transferrine) is toxisch en veroorzaakt redoxreacties (voortijdige veroudering) en vernietiging van cellen, wat op termijn de normale werking van de met ijzer belaste organen gaat verstoren.
hemolytische anemie : hemolyse van de rode bloedcellen met vrijkomen van Fe.
herhaalde bloedtransfusies : de overmaat ijzer tgv van herhaalde bloedtransfusies is op termijn verantwoordelijk voor potentieel dodelijke lever- en cardiovasculaire disfuncties. Deze overmaat ijzer kan niet zo maar fysiologisch uitgescheiden worden en leidt tot een chronische ijzeroverlast met ijzerafzettingen in organen zoals lever, hart en endocriene klieren. Deze overlast verhoogt uiteindelijk duidelijk de morbiditeit en de mortaliteit.
Er bestaat geen passief uitscheidingsmechanisme voor ijzer, waardoor het gemakkelijk accumuleert wanneer het regelmatig met bloedtransfusies wordt aangeleverd. IJzer kan niet vrij in het plasma circuleren (vrij radicaal!), maar enkel gebonden op liganten. Wanneer in het plasma de transport- en opslagcapaciteit voor ijzer wordt overschreden, blijft de overmaat als vrij ijzer in het bloed en gaat de goede werking van organen verstoren met hartfalen, hartspierziekte, diabetes, cirrose of leverkanker als gevolg.
siderosis : afzetting van het ijzer in de weefsels door overmaat ijzer via voedingssuppletie, contaminatie van eet- en kookgerei en productieprocessen (bv. goedkope wijn bevat merkelijk meer ijzer dan "normale" wijn...) ---> destructie van de gewrichten.
leverziekte, leverkanker.
te hoge ferritine-waarden kunnen ook het gevolg zijn van chronische ontsteking, alcoholmisbruik, nierfalen en metaboolsyndroom. De verzadigingsgraad kan als leidraad gebruikt worden. Die vertelt of ferritine toegenomen is door een teveel aan ijzer of door een zieke (vette) lever...
permanente intense vermoeidheid
seksuele storingen (verlies van libido, erectiestoornissen)
gewrichtspijnen aan handen en voeten
verstoring van het hartritme (tachycardie)
ademnood bij inspanning (longaantasting)
cirrose (leveraantasting)
verhoogd risico op hart- en vaatziekten : link tussen de consumptie van rood vlees en hart- en vaatziekten?
Behandeling :
overvloedig drinken van thee bij de maaltijd : theïne remt de opname van Fe in de darm.
vermijden van vitamine C : deze vitamine stimuleert de opname van Fe
aderlading, bloed geven...
zuurremmende medicatie vermindert die opname dan drastisch en is daardoor een mogelijk alternatief wanneer een aderlating om medische redenen niet kan.
een overmaat ijzer vormt een belangrijke risicofactor voor hartinfarct : hoe hoger de ijzeropslag, hoe gevaarlijker voor het hart.
een overmaat ijzer speelt als katalysator een rol bij de vorming van vrije radicalen (fentonreactie : deze reactie maakt o.a. van vitamine C (normaal een beschermende antioxidant) een agressieve pro-oxidant.
door het maandelijks bloedverlies bij vrouwen vóór de menopauze bezitten zij een lagere ijzervoorraad; dit leidt tot een lager katalytisch effect om vrije radicalen te vormen : zij hebben hierdoor een beter cardiovasculair profiel.
vanuit gegevens van NHANES, een grote Amerikaanse studie, en specifiek rekening houdend met de aanvoer van calcium- en ijzer, kwamen onderzoekers tot het besluit dat een ijzerinname hoger of gelijk aan 18mg per dag een 3.8 x hoger risico op glaucoom gaf (een dagelijkse calciuminname hoger dan 800mg verhoogde het risico op glaucoom met een factor 2.4 verhoogde; samen beschouwd verhoogde het risico op glaucoom met een factor 7.2) .
In geval van genetisch defect kunnen de volgende symptomen na jaren intoxicatie optreden :
type 2-diabetes
osteoporose
vingervervorming
heupdegeneratie
Behandeling in geval van genetisch defect :
aderlating/bloed geven (wekelijks 400 à 500ml) : de constante aanmaak werkt de overmaat Fe weg
erythroferese... : filteren van bloed in gesloten circuit
eliminatie van de uitlokkende factor : bv. alcohol : levenslang verbod op het gebruik van alcohol, zelfs door de kleine gebruiker
Serum ijzer, transferrine (ijzerbindingseiwit), ferritine (eiwitreserve) TIBC (Total Iron Binding Capacity)...
Ferritine : 50 - 235 ng/ml (ideaal tussen 40 en 60ng/ml, en zeker niet hoger dan 80mg/ml bloed)
IJzer : 40 - 150 μg%
bij ferriprieve anemie : bij bloeding, maagzweer...
daling : serum ijzer, ferritine
stijging : transferrine, TIBC
bij inflammatoire anemie : bv. reumatoïde artritis
daling : serum ijzer, transferrine, TIBC
stijging : ferrine (of normaal)
bij combinatie van beide : reumatische aandoening + NSAID
daling : serum ijzer, transferritine
stijging : TIBC
ferritine : hogere referentie ondergrens i.v.m. ferriprieve factor
Belang van verhouding Fe/Cu in functie van inflammatie/kanker.
GGT (gamma glutamyl transpeptidase) : maat voor leverschade door vrije radicalen bij ijzerovermaat.
oorzaak : tekort aan ijzer, vitamine B12, foliumzuur ?
symptomen ijzertekort : waarneming van de typische (blauwe) kleur van de sclera (oogwit) en andere karakteristieken van een ijzerdeficiëntie ?
bloedwaarden : hematocriet, ferritine, transferritine TIBC, verhouding Fe/Cu (moet = 1), verhouding pyruvaat/melkzuur (= maat voor hemoglobine-gebruik : een overmaat melkzuur wijst op een anaerobe glycolyse : zuurstoftekort door tekort RBC ?, tekort Fe?, tekort vitamine B12 ? )...
Een tekort aan ijzer is niet alleen een zaak van ijzersuppletie, maar ook van
vit B9 en vit B12 (o. a. nodig voor aanmaak RBC en in het homocysteïne-metabolisme),
vit B6 (o. a. nodig voor absorptie van B12 en de vorming van de heemmolecule : zie "Hemoglobine"),
vit C (bevordert o. a. de niet-heem-ijzeropname en beschermd vit B9),
vit E (o. a. essentieel in B12- en zinkmetabolisme, antioxidant tegen lipidperoxidatie),
Zn (verhoogt o. a. de productie van RBC, zie verder)
Bij patiënten met :
een overmaat aan ijzer (hemochromatose, hemosiderose, thalassemie...).
Zwangerschap/Borstvoeding :
supplementen worden zelden aangeraden daar de verliezen eerder beperkt zijn (geen menstruaties meer, betere intestinale absorptie van ijzer gedurende de zwangerschap...).
toch is monitoring van de ijzerspiegels aan te bevelen.
opgelet : supplementen met ijzer en foliumzuur kunnen de absorptie van zink verminderen met als gevolg een verhoogd risico op intra-uteriene groeivertraging en van congenitale afwijkingen bij de foetus.
Mogelijke interacties met :
Medicamenten :
antiacida : verminderen de darmabsorptie van ijzer.
bifosfonaten : verminderen de darmabsorptie van ijzer ; een interval van 2 uren respecteren!
levodopa (met directe vrijstelling), methyldopa... : hun absorptie kan geremd worden ; een interval van 2 uren respecteren (levodopa met vertraagde werking : 4 uren)!
levothyroxine : complexvorming mogelijk ; een interval van 3 uren respecteren!
chinolonen... : verminderen de darmabsorptie van ijzer ; een interval van 2 uren respecteren (moxifloxacine zelfs 6 uren)!
tetracyclines ... : verminderen de darmabsorptie van ijzer ; een interval van 2 uren respecteren!
Nutriënten
calcium... : kan de darmabsorptie van ijzer verminderen ; een interval van 2 uren respecteren!
koper... : hoge ijzerspiegels kunnen de serumwaarden van koper verminderen en vice versa!
mangaan... : reductie van haar absorptie.
zink... : vermindert de darmabsorptie van ijzer en vice versa.
vitamine E : haar fysiologische behoeften kunnen verhoogd zijn bij hoge ijzerspiegels.
Te verwachten neveneffecten :
gastro-intestinale irritaties, nausea, constipatie (vooral bij bejaarden). Mogelijke oorzaak van therapie-ontrouw!
6 tot 8 maanden orale ijzertherapie zijn nodig voor de normalisatie van de ijzerreserves (bij ernstig ijzertekort is orale therapie meestal onvoldoende).
...
Ziektebeelden bij tekorten :
ferriprieve anemie (tgv ijzer- en kopertekort).
rusteloze-benen syndroom (restless legs syndrome) : ijzertekort komt hier 9x meer voor.
...
Fe - IJzer :
Leeftijd |
ADH (mg) |
ODD (mg) |
0 - 3 maanden* |
- |
|
4 - 6 maanden |
- |
|
7 - 11 maanden** |
8 |
|
1 - 3 jaar |
8 |
|
4 - 5 jaar |
8 |
|
6 - 9 jaar |
9 |
|
10 - 13 jaar M |
11 |
|
V |
11 |
|
14 - 18 jaar M |
11 |
|
V |
15 |
|
Volwassene M |
9 |
10 |
V |
15 |
18 |
V*** |
9 |
|
Zwangerschap**** |
15 |
|
Borstvoeding |
15 |
|
Andere : |
- |
|
|
|
|
ADH : Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (Bron : Voedingsaanbevelingen voor België (Hoge Gezondheidsraad))
* : door de bij de geboorte aanwezige ijzerreserve kan de voldragen pasgeborene gedurende de eerste 3 tot 5 levensmaanden het merendeel van zijn behoeften dekken. Deze behoeften worden aangevuld door moedermelk en/of zuigelingenmelk waarvan de samenstelling beantwoordt aan de normen van de
Europese richtlijn en van de Belgische wetgeving.
** : de biologische beschikbaarheid van voedingsijzer vertoont sterke variaties tijdens deze periode.
*** : geldt voor vrouwen in de postmenopauze.
**** : een supplement ijzer wordt aanbevolen gedurende de tweede helft van de zwangerschap.
ODD : Orthomoleculaire Dagelijkse Dosis
De ijzerbehoeften liggen hoger in periodes van groei, bij zwangerschap en lactatie, bij vrouwen met een actieve menstruatiecyclus, na een chirurgische ingreep of hemorragie.
Gemiddelde dagdosis in voedingssupplementen : 10 à 50mg.
Toxische dagdosis : > 100mg.
Opgelet : ijzersupplementen (of nog erger : Fe + vit C) zijn echte oxidatiebommen!
Beter ware informatie te verstrekken over welke voedingsmiddelen de ijzeropname uit andere voedingsmiddelen in de darm verhinderen.
Factoren die de absorptie van Fe verhinderen :
dieet :
Ca-rijk voedsel : in het darmkanaal werkt het calcium antagonistisch tegenover Fe (tot 60% minder opname). Zo ook verhoogt vitamine D de calciumopname en verlaagt dus de Fe-absorptie
vegetarisch dieet : minder vlees, meer groenten en fruit, meer zuivel... (opgelet voor Fe deficiëntie bij echte vegetariërs!)
koffie (polyfenolen) : tijdens en tot 1 uur na de maaltijd, reduceert de Fe-absorptie met 39%
thee, wijn : de tannine (looizuur) bindt het Fe : de thee geeft de looistoffen vrij na 5' infusie
vezels (granen, zemelen...) : bevatten fytaten (fytinezuur) welke Fe binden.
te weinig maagzuur (te hoge maag-pH) : vlees stimuleert de productie van maagzuur waardoor de ijzeropname verhoogt met een factor 3 à 6.
vitamine A deficiëntie : beïnvloedt negatief de mobilisatie van het opgeslagen Fe en verlaagt de inbouw van Fe in Hb.
vitamine D : verhoogt de Ca - absorptie en verlaagt aldus de Fe - absorptie.
Zn : benadeelt de intestinale absorptie van ijzer (omgekeerd kan een Fe-suppletie een subclinische Zn-deficiëntie verergeren door competitieve inhibitie (verhouding Fe/Zn = 2/1) : dus beter mineraalsupplementen (Zn, Cu, Co, Mn...) zonder Fe.
Q10 : vangt het vrije ijzer weg en vokomt de vorming van vrije ijzer radicalen.
Factoren die de absorptie, de mobilisatie en/of de retentie van Fe verbeteren :
niet-heem ijzer (groenten) wordt gemakkelijker geabsorbeerd indien samen met vlees, vis of gevogelte. Met vitamine C (sinaasappelsap) bereikt men hetzelfde effect (4x beter geabsorbeerd).
heemijzer (dierlijk) : ijzer uit dierlijk myo- en hemoglobine wordt tot 15x beter geabsorbeerd dan niet-heem ijzer (plantaardig).
vermijd ijzersupplementen samen met voedsel, koffie, thee en calciumhoudende dranken zoals melk : antagonistische werking tussen Ca en Fe : inname van Fe en Ca-bron niet combineren maar spreiden.
vleeseiwitten : doen de pH van de maag dalen : betere absorptie van Fe.
vitamine B9 (foliumzuur, o. a. in tarwezemelen) : verbetert de Fe biodisponibiliteit.
vitamine B2 (riboflavine), vitamine B5 (dexpanthenol) en vitamine B12 (cyanocobalamine, o.a. in biergist).
vitamine C : houdt ijzer langer in de Fe2+ -toestand voor betere chelatie.
Noot :
Fe2+ oxideert het vitamine E niet. Fe3+ (anorganisch) oxideert vitamine E in de darm en inactiveert haar werking.
Fe kan de absorptie van Cu verlagen.
Fe oefent een antagonistische werking uit op de mineralen Zn ,Cu, Co en Mn : dit betekent dat een overmaat van deze mineralen in het bloed het ijzergehalte sterk kan doen verminderen of omgekeerd.
Tips voor een betere Fe-absorptie :
word bloeddonor.
regelmatige fysische inspanningen normaliseren het ijzerniveau door verhoging van het myoglobine-gehalte met Fe-inbouw.
kleine dosissen ijzer, frequent tijdens de dag ingenomen, zijn te verkiezen boven hogere dosissen : lage dosissen absorberen beter (mucosale block).
heemijzer absorbeert efficiënter dan niet-heemijzer zelfs wanneer deze laatste wordt ingenomen samen met vitamine C (vitamine C verbetert wel de absorptie van niet-heem-Fe maar deze blijft laag t.o.v. de absorptie van heem-Fe).
ijzer-aminochelaat vervangt goed het heem Fe uit het vlees.
ijzer bisglycinaat zou de best verdragen vorm zijn van ijzer.
kies voor zuurdesembrood : zuurdesemfermentatie bevordert de opname van ijzer.
Instellen van ijzersuppletie bij matige Fe deficiëntie :
vooraleer een ijzertherapie in te stellen, dient het ijzerdepot bij anemische patiënten bij voorkeur eerst verhoogd worden met ijzerhoudende voedingsmiddelen.
vervolgens kan de ijzerabsorptie worden verbeterd door veel groenten, fruit en eventueel vitamine C-suppletie.
voorschrijven van de organische gecheleerde vorm, eventueel samen met vitamine C.
Een marginaal Fe tekort zou echter voor de meeste mensen eerder voordelig zijn dan nadelig : een overmaat ijzer vergroot immers de kans op hoge concentraties vrij ijzer, met gevolgen op het gebied van de vrije radicalenpathologie en de hierbij gelinkte verouderingsprocessen.
Voordelen van een lichte Fe deficiëntie :
reductie van de neiging tot infecties
lager risico op hart- en vaatziekten
meer efficiënte vorming van anastomosen tussen de bloedvaten
lagere bloedviscositeit (lager % RBC) en sneller herstel na trombose
lager LDL-cholesterolgehalte
mindere weefselbeschadiging veroorzaakt door vrije radicalen
doch ook : relatief risicostijging op sterfte door kanker
ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD Laatste versie : 08-okt-24
De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.
In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.