Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Diabetes

 

Laatste bijwerking : 2023-05-11

 

 

"Suikers (koolhydraten) zijn de voornaamste energiebron van ons organisme : geen enkel orgaan kan overleven zonder een continue en regelmatige aanvoer van suikers".

 

Neem voorlopig aan dat dit juist is.

 

Na de inname passeert suiker onmiddellijk de darmwand waarna insuline, een hormoon geproduceerd door de bèta-cellen van de eilandjes van Langerhans in de pancreas, haar opwacht. Deze laatste opent de celwand zoals een sleutel, om zo het glucose te laten opnemen.

 

Het grootste probleem met de cellen van de eilandjes van Langerhans is hun kwetsbaarheid, vooral de bèta-cellen die insuline produceren. Op termijn veroorzaakt deze zwakheid de ontwikkeling van diabetes. Het niet opgenomen glucose accumuleert dan in het bloed en komt uiteindelijk in de urine terecht, vandaar ook de benaming  "diabetes mellitus", de zoete doorgang. Zie ook : "Glykemiestoornissen".

 

Ook kan insuline-resistentie de oorzaak van diabetes zijn : het is een toestand van ongevoeligheid van de insulinereceptoren van de cel waarbij insuline niet meer in staat is glucose uit de bloedbaan binnen te loodsen in de levercellen, spiercellen en in het perifere weefsel, en zo in de bloedbaan blijft. Ook verzadigde vetten kunnen hier de oorzaak vormen (zie verder)! Misschien nog een belangrijkere oorzaak vormt een verstoring van de leptine-werking tengevolge van chronisch verhoogde insuline- en leptine-spiegels...

 

Op termijn veroorzaakt de toestand van constante hyperglykemie schade ter hoogte van de ogen, de nieren, de zenuwen, het hart en de bloedvaten.

 

Ook polyartritis en psoriasis worden in verband gebracht met insuline-resistentie en diabetes. Studies hebben aangetoond dat immunosuppressiva een positieve invloed kunnen uitoefenen op de insuline-resistentie en op het risico op het ontwikkelen van diabetes bij deze patiënten  Mediplanet, e-news 1046 JAMA. 2011; 305(24):2525-2531).

 

Diabetes is dus geen glykemie-ziekte , maar een verstoring in de signaalfunctie van insuline en leptine, waarbij over een lange periode eerst een prediabetes-toestand ontstaat en pas daarna diabetes. Insulinegevoeligheid is waar we moeten naar kijken.

 

Nochtans hebben alle cellen van het organisme energie nodig : die gaan het halen uit glycogeen, de voornaamste energiereserve van het organisme. En vervolgens, zelfs vooraleer deze bron is uitgeput, uit vetten. De afbraak van vetten levert o.a. aceton op, wat de zuurgraad van het organisme doet stijgen (zie : "Zuur-base profiel").

 

Als het organisme geen suikers meer uit het bloed kan halen, krijgt het daardoor een tekort aan energie. Als alternatief gaat het lichaam vetten verbranden. Daarbij komen afvalproducten bij die naar aceton ruiken. Er is dan sprake van keto-acidose. Dit kan wijzen op diabetes. Een enorm hoge bloedsuikerspiegel wijst daarop... Diabetici ademen dit gas uit via de longen, met de bekende ademgeur als gevolg, die dikwijls doet denken aan deze van appelen of aan een oplosmiddel voor nagellak.

Overzicht inhoud :

Diabetes diagnose

 

Types diabetes

 

Risicofactoren

 

Symptomen

 

Complicaties

 

Preventie en aanpak

 

Praktisch

 

Inhoud :

Diabetes - diagnose :             

 

Veel te veel patiënten zijn onwetend. Het merendeel kent wel hun taille, hun gewicht, hun bloeddruk, zelfs hun cholesterol-waarden. Maar weinig kennen het suikergehalte van hun bloed (glykemie).

 

Het risico op type 2-diabetes bij een individu waarvan beide ouders diabeet zijn ligt op 80%.

 

Tegengesteld aan wat algemeen wordt gedacht schijnt de genetische component belangrijker bij type 2-diabetes dan bij type 1 (bij dit type overschrijdt het risico met beide ouders met diabetes de 15% niet). Deze erfelijke kant zal zich sterker voordoen naarmate de omgevingsdruk (geraffineerde voeding rijk aan vetten en een zittend leven) hoog is.

 

Type 2-diabetes is in het begin meestal asymptomatisch en kan hierdoor gedurende jaren niet opgemerkt worden. De bepaling van de nuchterglykemie wordt gebruikt bij de diagnose en deze dient lager te zijn dan 110mg/dl (of 110mg%). Doch opgelet, elke diabetes verdient voldoende aandacht, er bestaat geen "kleine diabetes"..., omdat diabetes geen ongevaarlijke ziekte is.

 

In het beginstadium van de ziekte veranderen de patiënten nauwelijks. Zij vermageren niet, daar de uitgebreide voedselaanvoer hun toelaat hun gewicht in stand te houden. Nochtans, eenmaal dat de maag vermoeid geraakt, wat reeds kan optreden na enkele maanden, voelt de diabeet zich met de dag verzwakken, achteruitgaan en vermageren ondanks het feit dat hij blijft eten.

 

Bij begoede mensen, die niet moeten letten op hun uitgaven en die alle dagen voldoende vlees, eieren... eten, die wijn, en alcohol drinken... kan de ziekte soms lang, zelfs jaren, onopgemerkt blijven. Bij de minder begoede of bij de gehospitaliseerde patiënten, bij wie het eten eerder beperkt is, wordt diabetes reeds na enkele maanden opgemerkt.

   

 

De noodzakelijke diagnose kan op 3 manieren worden gesteld :

 

    • bij voldoende symptomen van diabetes (polyurie, polydipsia (constante dorst), gewichtsverlies, slaperigheid, tot coma) en een duidelijke glykemie hoger of gelijk aan 200mg/dl (11.1mmol/l) op gelijk moment van de dag.

 

    • bij een nuchterglykemie hoger of gelijk aan 110mg/dl (6.1mmol/l) bij 2 bepalingen

      • nuchterglykemie tussen 110 en 125mg/dl (6.1 - 7.7mmol/l) : verstoorde nuchterglykemie (prediabetes).

      • nuchterglykemie > 125mg/dl of niet nuchtere glykemie at random > 200mg/dl (> 11.1mmol/l), met symptomen die wijzen op diabetes.

 

    • bij een nuchterglykemie, 2 uren na een orale inname van 75g glucose (of 3 uren na 100g glucose) volgens de klassieke techniek van OGTT of OGTT (Orale glucose tolerantie test) > 200mg/dl (> 11.1mmol/l) tov normale waarden (100-125mg/dl). Bij prediabetes OGTT tussen 140 - 199mg/dl.

      • deze techniek wordt nu als onnuttig beschouwd in de diagnose-stelling van diabetes tegenover de bepaling van de glykemie in nuchtere toestand.

 

    • niet alleen het bloedsuikergehalte telt : nog belangrijker is het insulinegehalte. Nuchter moet het insulinegehalte 10 mIE/L zijn.

 

    • gehalte HbA1c hoger dan 6.5% (zie "Nutribalans, Glucosebalans"). Een HbA1c gelijk of hoger dan 5.7 maar lager dan 6.5% wijst op pre-diabetes. Inactieve mensen, zelfs zonder overgewicht, lopen het hoogste risico .

 

Opgelet : Je mag je niet alleen mag baseren op het HbA1c-gehalte (een hoger fout negatief HbA1c-gehalte treedt o.a. op bij  bijv. ijzertekort en polycysteusovariumsyndroom, maar er zijn misschien nog andere oorzaken). De frequentie van diagnose van normale glucosetolerantie 42% was hoger bij bepaling van het HbA1c-gehaltedan met een orale glucosetolerantietest (OGTT). 73% van de gevallen van diabetes die waren gediagnosticeerd met een OGTT, was gemist bij bepaling van het HbA1c-gehalte.

 

Studieresultaten tonen aan dat "versuikerd" hemoglobine (HbA1c) (zie ook : Glycatie of Maillard-reactie) evengoed gelinkt is met het risico op diabetes als de nuchterglykemie, maar dat zij sterker dan de nuchterglykemie gecorreleerd is met het risico op hart- en vaataandoeningen en met overlijden ; het is dus eerder een marker voor het cardiovasculair risico (zie verder : "Diabetes-complicaties").

 

Ook zouden verhoogde spiegels van de leverenzymen SPGT (ALAT) en gamma-GT gelinkt zijn aan een hoger risico op diabetes, waarschijnlijk door insulineresistentie tgv ophoping van vet in de lever of door chronische leverontsteking .

 

In België werden in 2008 meer dan 500.000 mensen met één of ander geneesmiddel behandeld voor hun diabetes (Bron : RIZIV). In Frankrijk evolueerde de prevalentie van farmaceutisch behandelde diabetes van 3.8% (2006) naar 4.8% (2013) . Voor België : al 5.1% (2010) naar 6.1% (2020) .

 

Voor Europa : "Les chiffres du diabète".

 

Als we in België bij de diabetici ook nog eens de mensen tellen die in een voorstadium zitten, dan praten we over 10 tot 15 procent van de totale bevolking (2013). Dat zijn meer dan een miljoen mensen die zich zorgen moeten maken.

 

 

De noodzakelijke diagnose kan worden gesteld op basis van :

 

    • Een ernstige acidoketose, gepaard gaande met misselijkheid, braken en vermageren, alhoewel de symptomen van diabetes opvallend zijn : hevige dorst en frequente plasdrang. 97% van de jonge diabetici vertonen des symptomen wanneer bij hen de ziekte wordt vastgesteld.

 

Een acidoketose ontstaat omdat glucose in het bloed bij een suikerzieke niet meer wordt verwerkt (door het ontbreken van het noodzakelijke insuline) en dus niet meer door de cellen kan worden opgenomen. Deze laatsten worden verplicht hun energie te putten uit de verbranding van vetten (zie ook : "Lipolyse"), wat de vorming van ketonlichamen en een verstoring van de fysiologische pH teweegbrengt (ketose + hyperglykemie = gevaar!). De patiënt riskeert dan een comatoestand wanneer niet snel hieraan wordt verholpen.

 

Noot :

Ketose met hypoglykemie is zonder gevaar : zie "Ketogeen dieet".

 

    • Ondertussen veroorzaakt de toestand van constante hyperglykemie op termijn schade ter hoogte van de ogen, de nieren, de zenuwen, het hart en de bloedvaten.

 

Een snelle diagnose is dus belangrijk.

 

Diabetes - types :             

 

    • Bij type 1-diabetes (10%, oorzaak : een auto-immuunziekte) worden de eilandjes van Langerhans door T-lymfocyten (eigen witte bloedcellen) vernietigd, waardoor zij weinig of geen insuline meer produceren. Type 1-diabetes is dus een auto-immuunziekte, met duidelijke aanwezigheid van antilichamen tegen delen die als vreemd worden beschouwd. Diabetes als dusdanig staat voor een lange fase van hyperglykemie. Maar de diagnose ervan wordt bepaald door de identificatie van een hoge plasmaconcentratie van antilichamen.

 

    1. De aangemaakte antilichamen richten zich in het begin tegen het insuline, of het glutaminezuur-decarboxylase, of tegen beiden, doch zelden tegen het insulinoma-antigeen-2 van de eilandjes.

    2.  

    3. Dit type van diabetes treedt vooral op bij de jonge persoon, meestal voor de leeftijd van 30 jaar, met normaal of licht ondergewicht en met een normale beenderdichtheid. Na de leeftijd van 30 jaar, wordt de diagnose van type 1 bemoeilijkt door de stijgende prevalentie van type 2.

    4.  

    5. Meer en meer gevallen ontstaan nu veel vroeger, en de incidentie ervan stijgt (10 tot 20x hoger dan een eeuw geleden). Dit wijst op uitlokkende factoren die naast de genetische predispositie, vooral uit de omgeving moeten komen (voeding, pollutie, ...). Type 1-diabetes wordt voorgesteld als onomkeerbaar (!? zie verder) en vereist levenslang het spuiten van insuline (insuline-afhankelijke diabetes). Behandelen met stamcellen zou een mogelijke oplossing betekenen.

 

90% van de kinderen die type 1-diabetes ontwikkelen, hebben geen familiale antecedenten. Genen komen dus bij minstens een deel ervan tussen. Recent onderzoek toont de betrokkenheid aan van het immunitaire HLA-systeem (HLA is een vrij complex systeem, eigen aan elk individu, dat toelaat om alles wat vreemd is aan het organisme te herkennen). Waarschijnlijk wijst dat hier op een "aanleg" die contact met één (of meerdere) externe factoren vereist vooraleer de auto-immune destructie start.

 

Men denkt dat een virale infectie (virussen zoals coxsackie, rotavirus , enterovirus ) indirect zou betrokken zijn bij de ontwikkeling van dit type diabetes, zelfs al is erfelijkheid ook een risicofactor. Het immuunsysteem schijnt inderdaad de virale invasie correct aan te pakken. Maar, daar de eilandjes van Langerhans sterk lijken op het virus, worden ook zij door het immuunsysteem aangevallen, waardoor hun productie van insuline volledig of partieel onmogelijk wordt gemaakt. Zo'n virale infectie kan zich reeds voordoen tijdens de foetale ontwikkeling, waardoor pasgeborenen reeds aangetast zijn.

 

Daar echter ook type 1-diabetes meer en meer voorkomt, zou de explosie van obesitas ook aan de basis liggen van de ontwikkeling van type 1-diabetes, alhoewel het verband tussen overgewicht en type 1-diabetes nog niet duidelijk werd gelegd. Onderzoeken wijzen echter uit dat de opname van grote hoeveelheden voedsel gedurende jaren type 1-diabetes zou kunnen uitlokken. De insuline-producerende cellen zouden immers in de eerste levensjaren al zodanig gesolliciteerd worden dat hun functie wordt verstoord, met de ontwikkeling van type 1-diabetes als gevolg. Aan de basis van obesitas ligt een ontstekingsstaat, waarbij immuuncellen (macrofagen, T lymfocyten) en bètacellen met elkaar in de clinch gaan, wat de inflammatiestaat van de bètacellen nog verergert en apoptose door genetisch beïnvloeding activeert.

 

Een onderzoek legt zelfs een verband met jeugdtrauma : daar er verbindingen bestaan tussen de hersenen en het immuunsysteem, is het niet verwonderlijk dat een psychologisch trauma het evenwicht van het immuunsysteem kan verstoren en kan bijdragen tot abnormale reacties, waaronder het ontwikkelen van type 1-diabetes .

 

Type 1-diabetes wordt ook meer waargenomen in landen met de hoogste consumptie van dierlijke proteïnen, vooral van zuivel. Per 100.000 inwoners worden zo in Finland en Zweden 30 tot 40 nieuwe gevallen vastgesteld. Dit is resp. 30 en 100x meer dan in Japan en China waar geen koemelk wordt gedronken. Meerdere studies hebben de introductie van koemelk in de voeding bij kinderen expliciet aangewezen als uitlokker van diabetes. Bepaalde proteïnen in de melk wordt ervan verdacht de productie van antilichamen tegen pancreascellen uit te lokken en zo type 1-diabetes te veroorzaken L Monetini, Horm Metab Res, 2002; 34(8): 455-459 .

 

Een Finse interventiestudie (FINDIA) toont aan dat babymelk op basis van koemelk het risico op auto-immuunreacties verhoogt. Auto-immuunreacties liggen aan de basis van de ontwikkeling van type 1-diabetes. Meerdere factoren zijn verantwoordelijk voor de mogelijke schadelijkheid van melkproducten. De dagelijkse consumptie van 3 à 4, of meer, melkproducten brengt teveel pesticides (in volle melkproducten), antigene eiwitten, calcium, hormonen (oestrogenen, insuline) en groeifactoren aan. In bovenvermelde studie werd runderinsuline gevonden als mede-uitlokker van type 1-diabetes. Runderinsuline is natuurlijk aanwezig in melk en gelijkt qua structuur sterk op humane insuline (3 aminozuren verschil). Deze sterke gelijkenis zou de oorzaak kunnen zijn van een kruisreactie van auto-antistoffen : het organisme herkent eerst het runderinsuline als antigeen en tracht het te vernietigen. Waarna het immuunsysteem niet alleen het runderinsuline maar ook het eigen insuline als antigeen gaat beschouwen, met de ontwikkeling van type 1-diabetes als gevolg Vaarala O. et al. Removal of Bovine Insulin From Cow's Milk Formula and Early Initiation of Beta-Cell Autoimmunity in the FINDIA Pilot Study. Arch Pediatr Adolesc Med. 2012 Mar 5. .

 

Anderzijds zou een foute gencodering waar het immuunsysteem op reageert, aan de basis van de ontwikkeling van type 1-diabetes kunnen liggen. Waarschijnlijk liggen, aan de basis van deze negatieve genexpressie, stressfactoren als bijvoorbeeld een virale infectie of een aangetast microbioot door het regelmatig gebruik van antibiotica. Burn-out van bèta-cellen?

 

Recent onderzoek op muizen wees uit dat GABA ervoor kan zorgen dat alfacellen transformeren in bètacellen (die insuline produceren). De ontdekking is potentieel interessant voor de ontwikkeling van nieuwe behandelingen tegen type 1-diabetes .

 

De eerste klinische studies vertrekkende van menselijke stamcellen in de behandeling van type 1-diabetes door het inplanten van insuline-producerende cellen tonen veelbelovende resultaten.

 

Noot :

Borstvoeding, ongeacht de tijdspanne, verlaagt het risico op type 1-diabetes met 25%, wat meteen de besluiten van de onderzoeken bevestigt.

 

 

    • Bij type 2-diabetes, niet insuline-afhankelijk (90%, oorzaak : insuline-resistentie),

 

      1. maken de eilandjes (bèta-cellen in de alvleesklier) wel nog insuline aan maar in hoeveelheden welke niet evenredig zijn met de lichaamsmassa,

      2. en anderzijds reageren de cellen van het organisme slecht of helemaal niet meer op insuline (insuline-resistentie) waardoor de opname van glucose door de cellen van het organisme gaat stokken. De pancreas reageert hierop door nog méér insuline te produceren. Na verloop van tijd geraken de bèta-cellen echter uitgeput waardoor er onvoldoende insulinesecretie is om de insulineresistentie van de weefsels te compenseren.

      3. daarnaast verhoogt de insulineresistentie

        1. de lipolyse thv de vetcellen. Hierdoor nemen insulineresistentie, verhoogde gluconeogenese en verminderde insulinesecretie ter hoogte van de bèta-cellen verder toe

        2. de afgifte van glucagon door de alfa-cellen in de alvleesklier : het blijkt dat de α-cellen bij type 2 diabetes ook resistent worden tegen insuline, net als lever, vet en spieren. Het resultaat is dat de afgifte van glucagon niet langer wordt geremd tijdens de maaltijdstijging van de bloedglucose, en dit leidt tot een verhoogd hormoonniveau bij type 2 diabetes.

       

    1. Daar dit type diabetes eerder optreedt na de leeftijd van 30 jaar, wordt dit type ook "Ouderdomsdiabetes" genoemd. Type 2-diabetici hebben meestal overgewicht (wat hen beschermt tegen breuken en een normale beenderdensiteit).

    2.  

    3. In het begin worden hypoglykemiërende geneesmiddelen voorgeschreven die de residuele insulinesecretie stimuleren. Door de progressieve achteruitgang van de bètacelfunctie en van de metabole controle moet na verloop van tijd ook insuline bijgegeven worden.

    4.  

    5. Minstens een kwart van de patiënten is echter niet geneigd om met insuline te starten, een fenomeen dat ook wel bekend staat als "psychologische insulineresistentie". Die weerstand heeft heel wat determinanten: vrees om aan te komen, angst voor de prik, bewijs dat het beleid gefaald heeft, enz. Onderzoeken leren dat het gemiddelde HbA1c-gehalte 1,5-2% hoger is dan de streefwaarde vooraleer insuline wordt gestart bij patiënten met type 2-diabetes .

 

Doch laat het duidelijk zijn : diabetes is geen ziekte veroorzaakt door een verstoring van de glykemie, maar door insuline- en leptine-resistentie (zie "Darmhormonen"). Leptine vormt de duidelijke link tussen diabetes en obesitas : minstens 80% van de diabetici zijn obees. Daar meer en meer jonge personen last hebben van overgewicht, treedt type 2-diabetes ook bij hen frequenter op (de benaming "Ouderdomsdiabetes" is dan ook niet meer toepasselijk).

 

Anderzijds zou een licht overgewicht (maar niet obees) bij type 2-diabetici een positieve invloed uitoefenen op de mortaliteit, ten opzichte van diabetici met een normaal gewicht (obesitas-paradox) .

 

Ook de darm met de secretie van incretines speelt een rol in de pathogenese van type 2-diabetes. Het Glucagon-like peptide I of GLP-1 (of incretine) wordt gesecreteerd door de darm na voedselinname en stimuleert de vrijstelling van insuline (insulinotroop), niet alleen door centrale sturing maar ook perifeer thv de lever en de leverpoortader. Bij een glykemiestijging wordt GLP-1 vrijgesteld welke op zijn beurt de vrijstelling van insuline stimuleert. Het GLP-1 is insulinotroop, verhoogt de gevoeligheid voor insuline en verbetert de glucosetolerantie na orale inname van glucose (de glykemie daalt sneller). GLP-1 leidt een vertraging in van de maaglediging, stimuleert de secretieactiviteit van de bêta-cellen (insuline) en remt het antwoord van de alfa-cellen (glucagon) in de pancreas. Na een maaltijd werkt GLP-1 mee aan het anorexigeen effect, opgebouwd door andere voedingsstoffen (zoals glucose of vetzuren) waardoor vraatzucht wordt vermeden (noot : het glucagon-like peptide 2 of GLP-2 speelt een toch wel andere rol dan het GLP-1). Zie ook : "Darmhormonen".

 

GLP-1 speelt dus een heel belangrijke rol in de homeostase van glucose : GLP-1

 

        1. remt de secretie van glucagon (alfa-cellen) wat op zijn beurt de leverproductie van glucose afremt

        2. vertraagt de maaglediging : en dus de absorptiesnelheid van suikers met een rechtstreeks effect op de verzadiging

        3. oefent een insuline-secretiebevorderend effect uit dat strikt glucose afhankelijk functioneert

        4. oefent positieve effecten uit op de pancreas-bèta-cellen

        5. vermijdt dat zich, na een maaltijd, in het bloed glucose-pieken voordoen

 

Bij type 2-diabetes echter wordt het incretine-effect gedeeltelijk teniet gedaan terwijl bij de niet-diabeet ongeveer 70% van de insulinesecretie na een maaltijd gelinkt is aan dit effect. Dit leidt dan tot een lagere en vertraagde insulinepiek die betrokken is bij de abnormale verhoging van de glykemie (bloedsuiker).

 

Met GLP-1-agonisten of GLP-1/incretine-analogen zoals liraglutide en semaglutide (zie "Darmhormonen") wordt de insulinesecretie gestimuleerd, waardoor de glucagonsecretie in reactie op hyperglykemie afneemt.

 

Het verbeteren van het glucosegebruik en het verminderen van ontstekingen in het hele lichaam - inclusief de hersenen - door GLP-1-agonisten zou de progressie van slopende ziekten zoals Alzheimer en Parkinson kunnen vertragen. Volgens de onderzoekers lijken diabetesregimes, van semaglutide tot oude klassiekers als insuline en metformine, verschillende aspecten van het metabolisch systeem dat betrokken is bij de ziekte van Alzheimer aan te pakken, waaronder een eiwit genaamd amyloïde en ontsteking ... Wordt vervolgd...

 

Het voordeel van het type 2 ten opzichte van het type 1, ligt in het feit dat het type 2 beter beheerst kan worden, en dat patiënten kunnen genezen, of hun toestand kunnen verbeteren door te vermageren en voldoende te bewegen (zie verder). Beide acties doen de insuline-gevoeligheid beduidend toenemen.

 

Eigenlijk is diabetes niet te genezen : je wordt misschien "diabeet met een normale glykemie", maar je wordt niet terug niet-diabeet. Je "wordt" immers geen diabeet, de aanleg moet er zijn  : hierdoor kan elke nieuwe verstoring door de omgeving terug de ziekte aanwakkeren. Genezen kan enkel in zeldzame omstandigheden (diabetes veroorzaakt door een corticotherapie of door andere farmaca, diabetes in relatie met een pancreastumor...).

 

Anderzijds is type 2-diabetes wel meer dan een probleem met insuline en is de behandeling dan ook moeilijker. Gedurende lange tijd blijft de glykemie immers normaal ondanks het voorkomen van een hyperinsulinemie, maar veroorzaakt ondertussen retino- en coronopathie. Wanneer de ziekte wordt vastgesteld, bestaat zij meestal reeds 10 jaar.

 

Noot :

Nieuwe studies zouden aantonen dat patiënten niet of in type 1 of in type 2, maar wel in 5 specifieke groepen kunnen onderverdeeld worden. De categorieën werden ontdekt door zes verschillende factoren in rekening te nemen, waaronder bloedsuikerspiegel, leeftijd bij de diagnose, BMI, de aanwezigheid van bepaalde antilichamen gelinkt aan auto-immuundiabetes, de functie van de insulinecellen in de pancreas en insulinegevoeligheid.

 

 

Elk van deze clusters zou bijgevolg een andere behandeling moeten krijgen wat zou leiden tot een meer geïndividualiseerde therapie en een beter levenskwaliteit.

 

 

 

Hersenen gebruiken glucose als primaire energiebron. Om de glucose binnen in de hersencellen te krijgen, produceren de hersenen hun eigen insuline. Wanneer echter deze insulineproductie daalt of bij insulineresistentie in de hersenen, zijn de hersencellen niet meer in staat glucose om te zetten in energie wat leidt tot atrofie en functieverlies. En dat gebeurt juist bij Alzheimer, en wordt daarom soms type 3-diabetes genoemd. Dit is waarschijnlijk de reden waarom diabetici een duidelijk hoger risico lopen op de ontwikkeling van Alzheimer. Beiden staan in verband met insulineresistentie, in het lichaam én in de hersenen. Insulineverstuiving via de neus zou het korte termijngeheugen bij Alzheimer-patiënten verbeteren .

 

Ook bestaat een sterke correlatie tussen Alzheimer en type 2-diabetes. Deze laatste, gekenmerkt door een instabiel glucoseniveau en insulineresistentie, put het insulin-degrading enzyme (IDE) uit. IDE staat niet enkel in voor de afbraak van insuline, een eiwit. Ook speelt het zijn rol in de afbraak van het bèta-amyloid-eiwit. Een ophoping van amyloid is een bekende oorzakelijke factor in Alzheimer pathologie (hersenen). Hoe meer IDE wordt opgebruikt voor het afbreken van insuline, hoe minder er overblijft voor het opruimen van amyloïd. En bij type-2 diabetes accumuleren ook bepaalde eiwitten en vormen eiwitaggregaten (pancreas).

 

 

    • Bij type 3c-diabetes (pancreatogene) :

 

Type 3c-diabetes treedt op als gevolg van een ontsteking van de alvleesklier, abnormale weefselgroei op het orgaan of het chirurgisch verwijderen van een deel of het geheel van het weefsel, waardoor het lichaam minder goed in staat is om insuline te produceren. Patiënten met type 3c-diabetes moeten eerder aan de insulinetherapie dan patiënten met type 2-diabetes. Indien dat niet het geval is kan dit tot zenuw-, oog- en nierbeschadiging leiden.

 

 

    • Bij type 1B of Afrikaans :

 

Dit type begint als een type 1-diabetes, met een absoluut tekort aan insuline. Maar na stabilisatie kan de insulinebehandeling worden stopgezet en wordt overgegaan op medicatie voor type 2-diabetes. Soms treedt remissie op gedurende enkele maanden. Eerder type 2-diabetes dus... Deze vorm komt vooral voor bij mensen in Afrika en van de diaspora, vooral Afro-Amerikanen.

 

 

    • Bij type Dubbele diabetes : insuline-resistentie + type 1 diabetes

 

Er zit een nieuwe klinische vorm van diabetes, "dubbele diabetes" genoemd, aan te komen. Die vertoont kenmerken van type 1- én van type 2-diabetes (insuline-resistentie, obesitas) en cumuleert de cardiovasculaire risicofactoren. 13-14% van de patiënten met een "dubbele" diabetes is zwaarlijvig en vertoont een ongunstig cardiovasculair profiel. Obesitas verhoogt het cardiovasculaire risico en de incidentie van degeneratieve complicaties. Daarom is een agressief beleid wenselijk. De waarde van bariatrische chirurgie bij "dubbele diabetes" moet nog worden geëvalueerd.

 

 

    • Zwangerschapsdiabetes : type diabetes dat enkel voor bij de zwangere vrouw voorkomt.

 

In dit geval is de ziekte gelinkt aan de verandering van het hormonaal evenwicht. Meestal stabiliseert het organisme zich terug na de bevalling. Zwangerschapsdiabetes (vooral in de 2de helft van de zwangerschap) treedt op bij 1 op 50 zwangere vrouwen. Spijtig genoeg riskeren vrouwen, die ooit zwangerschapsdiabetes kregen, later ook type 2-diabetes te ontwikkelen. Regelmatig snurken kan een marker van de aanwezigheid van obstructieve slaapapnoe zijn, alsook een HbA1c-waarde hoger dan 5.9% .

 

Een tekort aan vit D zou de kans op zwangerschapsdiabetes verhogen . Een regelmatige fysieke activiteit voor de zwangerschap verlaagt het risico op zwangerschapsdiabetes met 55% .

 

Een lage magnesiumspiegel vermindert de glucosetolerantie en bovendien stijgt de magnesiumbehoefte tijdens de zwangerschap. Alsmaar meer studies hebben een verband aangetoond tussen zwangerschapsdiabetes, een lage plasmaconcentratie van magnesium en een gestoorde insulinesecretie

 

Screenen start best reeds bij zwangerschapswens of vroeg in de zwangerschap. Zeker wanneer het gaat om vrouwen met een verhoogd risico op type 2-diabetes vanwege hun familiale aanleg of overgewicht bv.

 

Zie ook het project : Zoet zwanger : om vrouwen die zwangerschapsdiabetes hebben gehad te helpen de nodige stappen te zetten om type 2-diabetes te voorkomen en vroegtijdig op te sporen.

 

Noot :

LADA (Latent Autoimmune Diabetes in Adults) en MODY (Maturity-Onset Diabetes of the Young) zijn zeldzame vormen van diabetes. Recent werden ook de checkpoint inhibitoren (immuuntherapie bij kanker) als oorzaak van de acute ontwikkeling van een soort type 1-diabetes aangewezen .

 

Diabetes - risicofactoren :            

 

    • Roken : roken verhoogt het risico op de ontwikkeling van het metaboolsyndroom en van type 2-diabetes en gaat samen met een accumulatie van buikvet en met het optreden van insulineresistentie. Type 2-diabetes komt dubbel zoveel voor bij rokers dan bij niet-rokers...

 

    • Zittend leven : hoe groter de spiermassa, hoe belangrijker zijn basismetabolisme en hoe lager het risico op type 2-diabetes (het basismetabolisme is de energie die iemand in zijn dagelijkse leven verbruikt; dit fenomeen noemt NEAT (Nonexercice activity thermogenesis)). Elke verhoging van de spiermassa zorgt voor een verlaging van het risico op insulineresistentie en op pre-diabetes Preethi Srikanthan, Arun S. Karlamangla; Relative Muscle Mass Is Inversely Associated with Insulin Resistance and Prediabetes. Findings from The Third National Health and Nutrition Examination Survey. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism July 21, 2011 jc.2011-0435. . Suiker heeft de neiging in het bloed te blijven hangen ipv door de cellen te worden opgenomen. Hiertegen wordt teveel insuline geproduceerd (hyperinsulinemie) wat de pancreas op termijn zal schaden. Spiergebruik door bewegen (uithouding) en door krachttraining (bv. voor iemand die niet op uithouding kan trainen) verbetert de insulinegevoeligheid van de cellen (door een mechanisme van autofagie He C, Bassik MC, Moresi V et al. Exercise-induced BCL2-regulated autophagy is required for muscle glucose homeostasis. Nature. 2012 Jan 18. ) en helpt hierdoor het risico op diabetes verlagen.

     

      • Autofagie is een celproces waarbij onbruikbare of beschadigde delen door de cel zelf worden verbrand en zo bijdragen tot de cellulaire energieproductie. Dit proces treedt o.a. op bij het vasten. Autofagie levert voordelen op bij cardiovasculaire aandoeningen, diabetes, kanker en verouderen. Opmerkelijk dezelfde voordelen als bewegen...

 

    • Slaaptekort : een tekort aan slaap resulteert in een verhoging van de glucoseproductie met bijna een kwart (22%), wat wijst op hepatische insulineresistentie. Daarbij nam de snelheid van glucoseafbraak met 20 procent af. Dit wijst op een verlaagde perifere gevoeligheid voor insuline . Ook werd een verlaging van de productie van leptine (betrokken bij de controle van de verzadiging) gezien. Er zou dus een verband bestaan tussen een verkorte slaapduur in onze leefgewoonten en de verhoging van de prevalentie van insulineresistentie en van type 2-diabetes Single Night of Partial Sleep Deprivation Induces Insulin Resistance in Multiple Metabolic Pathways in Healthy Subjects - Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism , doi:10.1210/jc.2009-2430 . De laatste 40 jaren verminderde de gemiddelde slaapduur algemeen met ongeveer 1 uur per nacht ... Ook een tekort aan melatonine (lagere aanmaak door het gebruik van kunstlicht, TV en PC-scherm met slaapstoornissen als gevolg), alternerend nachtwerk zou leiden tot een verhoogd risico op diabetes McMullan CJ, Schernhammer ES, Rimm EB, Hu FB, Forman JP. Melatonin secretion and the incidence of type 2 diabetes. JAMA. 2013 Apr 3;309(13):1388-96. , overgewicht en kanker ...

 

    • Tekort aan vitamine A en D  :

 

      • Uit dierproeven is bekend dat pasgeboren muizen vitamine A nodig hebben voor een normale ontwikkeling van hun bèta-cellen. Waarschijnlijk gaat dit ook op voor mensen. Cellen van patiënten met type 2-diabetes waren minder goed in staat insuline af te scheiden dan cellen van mensen zonder diabetes. De onderzoekers denken dat vitamine A een belangrijke functie vervult in de ontwikkeling van bètacellen vroeg in het leven, maar dat het ook van belang is voor het juist functioneren daarvan in de rest van het leven, vooral bij bepaalde inflammatoire aandoeningen. Zij zagen dat de weerstand van de bètacellen tegen ontsteking afneemt als er onvoldoende vitamine A is. Als dat volledig afwezig is, sterven de cellen af. Deze ontdekking zou ook van belang kunnen zijn voor bepaalde soorten van type 1-diabetes, waarbij de bètacellen zich in het begin van het leven niet goed ontwikkelen .

       

      • Voor de geboorte kan vitamine D de ontwikkeling van type 1-diabetes voorkomen indien voldoende vitamine D beschikbaar is gedurende de ontwikkeling van het immuunsysteem : immers, tijdens de ontwikkeling van het immuunsysteem verhindert vitamine D de rijping van D-cellen zodat het organisme zijn eigen cellen tolereert en herkent (zie ook : "Immuunrespons"),

      • Na de geboorte is vitamine D nodig voor de vrijstelling van insuline door de pancreas

       

      • Vitamine D zou de overgang van prediabetes naar type 2-diabetes afremmen . Uit een studie concluderen de auteurs dat vitamine D het risico op type 2-diabetes verlaagt en evolutie naar type 2-diabetes bij mensen met prediabetes afremt .

      • Een tekort aan vitamine D versterkt de insulineresistentie ter hoogte van de weefsels ; te zwakke serumspiegels van vitamine D en van calcium zijn beiden in verband gebracht met een verhoogd risico op het metaboolsyndroom (hypertensie, overgewicht, diabetes, dys- en hyperlipidemie). Recente studies toonden, bij bejaarde personen die supplementen "calcium + vit D" kregen, een verhoging door de pancreascellen (β cellen) van de insulinesecretie en dus een beter glykemiebeheer. Dit werd niet gezien bij de personen die enkel calcium kregen Joanna Mitri, Bess Dawson-Hughes, Frank B Hu, Anastassios G Pittas; Effects of vitamin D and calcium supplementation on pancreatic β cell function, insulin sensitivity, and glycemia in adults at high risk of diabetes: the Calcium and Vitamin D for Diabetes Mellitus (CaDDM) randomized controlled trial. Am J Clin Nutr August 2011 ajcn.011684. .

      • Eigen immuuncellen behandeld en heropgevoed met vit D3 zouden in staat het afweersysteem te corrigeren en daarmee type 1 - diabetes te genezen (vaccin in testfase).

 

    • Geraffineerde voeding :

 

      • deze bevat te weinig spoorelementen : zink, chroom en vanadium hebben een insuline-activiteit (wat insuline sparend werkt), zodat deze mineralendeficiëntie gecompenseerd moet worden door een extra insulinesecretie :

 

        • zink speelt een cruciale rol in de insuline-regeling :

          • zink is onmisbaar voor de synthese van het Interleukine IL-1 (o.a. gevormd in vetweefsel) dat de leverproductie van het metallothioneïne (MT) lanceert

          • dit MT vormt vervolgens, ook met zink, het complex MT-Zn, dat de bètacellen beschermt tegen omgevingsfactoren zoals virussen, bacteriën, vrije radicalen... en dat insuline kan nabootsen

          • kan mogelijk bij volwassenen met prediabetes de progressie naar diabetes vertragen

        • vanadium (witte bonen, erwten, linzen, pompoen, sojaolie, kreeft, peterselie...) kan

          • als insuline optreden

          • de glykemie van het organisme helpen beheersen

          • de insulineresistentie helpen verlagen

          • ...

        • chroom : bevordert de omzetting van glucose naar glycogeen

 

Maar ook :

 

        • selenium : een tekort aan selenium zou het risico op de ontwikkeling van diabetes met 24% verhogen

        • magnesium :

          • is nodig voor het enzym dat de glykemie doet dalen

          • uit een studie blijkt dat een tekort aan magnesium de insulineresistentie negatief beïnvloedt en een risicofactor voor zwangerschapsdiabetes en type 2-diabetes vormt .

          • heeft insuline nodig om te worden opgenomen door een cel

        • kalium :

          • bevordert het stockeren van glucose als glycogeen in de spieren en de lever

          • heeft ook insuline nodig om te worden opgenomen door een cel

 

      • werkt verzurend : een verstoring van het zuur-base evenwicht zou ook een rol spelen bij de ontwikkeling van type 2-diabetes Mandel E, et al. Plasma bicarbonate and risk of type 2 diabetes mellitus. CMAJ 2012; doi:10.1503/cmaj.120438. .

 

    • Overgewicht of obesitas : leidt tot op hol geslagen bètacellen. Ongeveer de helft van de obese kinderen kan type 2-diabetes ontwikkelen .

     

      1. Ook kunnen moeders met overgewicht het risico op diabetes verhogen bij hun kind : wanneer de foetus wordt blootgesteld aan te hoge leptine-niveau's gedurende de ontwikkeling van het Parasympatisch ZS (leptine verzorgt samen met het autonoom zenuwstelsel de glykemie-controle), dan zou de ontwikkeling van dit deel van het autonoom PZS niet optimaal verlopen.

 

    • Hypertensie, vooral tijdens de slaap : verlagen van de bloeddruk tijdens de slaap kan een mogelijkheid bieden om het risico op het ontstaan van type 2-diabetes (en het cardiovasculair risico ) te verlagen.

 

---> Antihypertensiva 's avonds innemen beschermt zo tegen de ontwikkeling van type 2-diabetes (MAPEC studie)!

 

    • Opstapeling van milieuvervuilende stoffen in het lichaamsvet (---> insuline-resistentie ---> diabetes) ?

     

    • Chronische of ernstige stress, jeugdtrauma's... : cortisol verstoort de bloedsuikerspiegel.

 

    • Belangrijke consumptie van

     

      • alcohol kan het ontstaan van een hypoglykemie in de hand werken : zolang er alcohol in het bloed aanwezig is, zal de lever geen glucose uit de opgeslagen glycogeenreserves kunnen vrijstellen (competitie tussen de afbraak van alcohol en de glycogenolyse).

       

      • zout (natrium) :

        • wie meer dan 2.9g zout per dag inneemt, ziet het risico op type 2-diabetes met 72% stijgen vergeleken met de laagste groep (< dan 2.3g/dag) .

        • uit een andere studie blijkt dat het risico op ontwikkeling van type 2-diabetes 58% hoger was bij de patiënten met een hoge natriuminname dan bij de patiënten met een lage natriuminname. Elke extra gram natrium (stemt overeen met 2,5 g zout) per dag verhoogde het risico op ontwikkeling van type 2-diabetes met gemiddeld 43%. Bij analyse van patiënten met een LADA en een hoogrisico-HLA-genotype was de waarschijnlijkheid van ontwikkeling van diabetes bijna viermaal hoger bij de patiënten met een hoge zoutinname dan bij de patiënten met een lage zoutinname. In die groep steeg de waarschijnlijkheid van diabetes met 73% voor elke gram natrium extra per dag .

       

      • suiker met inbegrip van : geraffineerde rijst en pasta, brood (met uitzondering van volkorenbrood en zuurdesembrood), teveel aardappelen (vooral puree) of teveel cola of fruitsap (enkel de gehele vrucht eten), fructose . Daarnaast zijn de meeste bewerkte voedingsmiddelen geheime vindplaatsen van suiker, zelfs op de vleeswarenafdeling.

       

      1. België (en Frankrijk) produceren diabeten : de officiële voedingsrichtlijnen (minder vet, meer suikers) raden nog steeds suikers aan als voornaamste energiebron.

      2.  

      3. Een verhoogd glucosegehalte kan aanleiding geven tot een irreversibele niet-enzymatische reactie tussen een aldehyde (glucose) en aminogroepen van enzymen en proteïnen (eiwitten) (= Maillard-reactie). Hieruit ontstaat een onstabiele verbinding (een Schiffse base) die op haar beurt reageert tot stabiele Amadori-producten. Als deze laatsten op hun beurt reageren met glucose vormen zij Advanced Glycation End Products (AGE's).

      4.  

      5. Ook sommige voedingsmiddelen zijn rijk aan AGE’s : kaas, vlees, gebrande noten en bacon (spek), chips, koekjes, gebak, frieten, cornflakes...  alsook in thuisbereidingen zoals koekjes, gebak, frieten, brood... . Wat we eten is dus van groot belang voor onze gezondheid!

     

      1. Onderzoek Uribarri J. et al., Diabetes Care, vol. 34, N°7, July 2011, pp. 1610-1616. wees uit dat een lagere aanmaak/aanvoer van AGE's leidt tot een verbetering van de insulineniveau's (-35%) door verminderde insulineresistentie maar ook tot gunstigere markers van inflammatie en immuniteit en tot een betere algemene toestand. Onderzoekers concludeerden dat de restrictie van eindproducten van glycatie snel de insulineresistentie kan verbeteren bij type 2-diabetes.

    1.  

      • eiwitten : hoge consumptie van dierlijke proteïnen, vooral van rood vlees , melkproducten , en eieren lopen een hoger risico op glucose-intolerantie, insuline-resistentie en type 1 en 2-diabetes . Elke dagelijkse portie rood vlees die vervangen wordt door een andere eiwitbron, zoals noten of groenten, doet het risico met bijna een derde dalen  Verhoogde BCAA-spiegels werden gezien bij obesitas, verstoorde nuchterglykemie en bij type 2-diabetes (zelfs voorspellen!) . Bij muizen werd de consumptie van gluten (ook een eiwit) in verband gebracht met de ontwikkeling van type 1-diabetes . Wel wordt aangenomen dat het te snel toevoegen van granen aan babyvoeding de ziekte kan uitlokken .

       

      • en/of verzadigde vetten (hyperlipidemie) : volgens verschillende mechanismen

        • Inflammatie : onderzoekers hebben kunnen aantonen dat de verzadigde vetzuren, maar niet de onverzadigde, de immuuncellen kunnen activeren en de productie van het pro-inflammatoire interleukine-1beta kunnen veroorzaken. Interleukine-1beta werkt in op de weefsels en organen als de lever, de spieren en het vetweefsel en remt hun reactie op insuline door ze resistent te maken aan dit hypoglykemisch hormoon. Op die manier bevorderen verzadigde vetten de insulineresistentie en dus ook het ontstaan van type 2-diabetes. Het is dus belangrijk te weten dat naast de kwaliteit van de lipidenratio bij de type 2-diabetes patiënt, meer bepaald vanwege zijn hoog cardiovasculair risico, ook de controle van de verzadigde vetzuren een rol kan spelen in de preventie van suikerziekte, hetgeen verre van bekend is bij het grote publiek. Al lang hadden wetenschappers waargenomen dat type 2-diabetes-patiënten vaak excessieve immuunreacties vertoonden en dat de ziekte vaak gelinkt was aan overgewicht en insulineresistentie Wen H. et al., Nature Immunology, 2011 ;12, 408–415 (Foodinaction : Het verband tussen vetten en diabetes beter begrepen. 2011 19/05).

        • Leververvetting : wanneer vet niet veilig onder de huid kan worden opgeslagen, wordt het vervolgens opgeslagen in de lever, en bij overmaat verplaatst naar andere plaatsen in het lichaam inclusief de alvleesklier. Dit proces ‘verstopt’ de alvleesklier en schakelt de genen uit die bepalen hoe insuline effectief moet worden geproduceerd, wat dan diabetes type 2 veroorzaakt .

        • Darmflora : een vetrijke voeding kan de samenstelling van de darmflora veranderen door het aantal bifidobacteriën te verlagen. Hierdoor verhoogt de doorlaatbaarheid van de darm (zie "Voedselabsorptie" en "Leaky Gut Syndrome (LGS)"). Lipopolysachariden (LPS), die deel uit maken van de wand van sommige bacteriën, geraken hierdoor in de bloedbaan en veroorzaken ontstekingshaarden in het bloed en de lever (gezien bij muizen). Deze inflammatie zou mede aan de basis liggen van het ontstaan van obesitas en van insuline-resistentie wat leidt tot diabetes.

 

 

 

    • Erfelijkheid / familiale antecedenten (onmogelijk te vermijden) / afkomstig uit Azië of de Antillen : recente studiegegevens bewijzen voor het eerst dat een gen dat voorbeschikt voor diabetes (GLIS3) betrokken kan zijn bij het ontstaan van de ziekte (type 1 en type 2 diabetes) door inwerking op de regeling van de alternatieve plicing van het pro-apoptose gen (Bim) in de  β-cellen van de pancreas (plicing is een proces waarbij exons op verschillende manieren worden verbonden, waardoor een enkel gen kan coderen voor meerdere eiwitten). Een verlaagde expressie van het GLIS3 draagt bij tot de ontwikkeling van diabetes door apoptose van β-cellen.

     

    • Partner van diabetes-patiënt : het risico om type 2 diabetes te krijgen ligt 26% hoger als je partner deze vorm van diabetes heeft .

 

    • Antecedenten van zwangerschapsdiabetes of bevalling van een zware baby.

    • Schizofrenie : insuline regelt ook de dopamine-reserve in de hersenen : een verstoring van het transport van insuline in de neuronen van de cortex doet het gehalte aan dopamine in de hersenen dalen wat leidt tot cognitieve en andere symptomen van schizofrenie Aurelio Galli (Vanderbilt University, USA), in PLoS Biology  .

    • Burn-out, aanhoudende stress.

    • Pancreaspathologie (chronische pancreatitis, fibrose met cysten)  met tekort aan serotonine thv de pancreas : serotonine controleert de vrijstelling van insuline door de pancreas.

    • Depressie : vooral bij bejaarden (type 2 diabetes), zwangere vrouwen (zwangerschapsdiabetes)

    • Baren van kinderen met een geboortegewicht > 4 kg.

 

    • Farmaca :

      • antipsychotica/antidepressiva : vooral de atypische schijnen de glykemie te verstoren

      • bepaalde antihypertensiva zoals bètablokkers, antagonisten van angiotensine II (sartanen)

      • statines (anticholesterol-middelen) : toename van het risico op diabetes met 50% &

        • statines zouden de insulinesynthese verstoren en de insulineresistentie verhogen, wat op zijn beurt het risico op hartziekten verhoogt. En daartegen werden juist statines voorgeschreven...

        • daarnaast zouden statines de vit D-spiegels doen dalen (cholesterol is onmisbaar voor de synthese van vit D) alsook het gehalte Q10, dat een rol speelt in het in standhouden van de glykemie (suikerconcentratie in het bloed)

        • verdubbelen het risico op diabetes (factor 1.87); zij verhogen ook matig het lichaamsgewicht (14%) terwijl het risico op diabetescomplicaties (oog-, neurologische en nierschade) met een factor 2.5 verhoogt

      • glucocorticoïden : kunnen hyperglykemie en diabetes induceren

      • PPI (protonpomp inhibitoren) : blijkt uit observationele studies in 2022  & 

      • ...

       

    • Voedingsadditieven : sommige voedingsadditieven zoals carrageen (E407) dragen ook bij tot de ontwikkeling van insulineresistentie en verder van type 2-diabetes . Ook kunstmatige zoetmiddelen moeten hierbij gerekend worden : zij zouden glucose-intolerantie induceren door verstoring van de darmmicrobioot.

    • POP (Persistent organic polluants zoals dioxines), PCB's, BPA ... (endocriene disruptors) : verwijst naar diabetes die optrad bij inwoners van Seveso en bij Amerikaanse veteranen die werden blootgesteld tijdens de oorlog in Vietnam aan "Agent Orange", een ontbladeringsmiddel verontreinigd met dioxine. Een duidelijk verband werd gezien tussen het gebruik van POPs en de ontwikkeling van type 2-diabetes en obesitas . Andere endocriene disruptors zoals Perfluor derivaten of PFAS (per- and polyfluoroalkyl substances) kunnen het risico op diabetes bij vrouwen van middelbare leeftijd verhogen .

    • Xeno-oestrogenen : door consumptie van grote hoeveelheden enkelvoudige suikers, fysieke en emotionele stress en blootstelling aan lichaamsvreemde oestrogenen, neemt de hoeveelheid leptine en oestrogeen intracellulair toe, als gevolg van een toename van insuline-, cortisolconcentraties en xeno-oestrogenen in het plasma. Dit zelfde synergetisch effect wordt gezien tussen een verhoging van intracellulair oestrogeen en leptineconcentraties en het ontstaan van obesitas, type 2-diabetes, uteriene aanwas, prostaatvergroting, prostaatkanker en borstkanker Williams, Graeme P. The role of oestrogen in the pathogenesis of obesity, type 2 diabetes, breast cancer and prostate disease. European Journal of Cancer Prevention : july 2010 volume 19 issue 4 pp 256-271  . Al deze ziekten hebben dus waarschijnkijk een gemeenschappelijk hormonaal uitlokkend mechanisme.

    • ...

 

Noot :

      • voor de meeste mensen zijn POP's onvermijdelijk : zij komen voor in vlees, vis en melkproducten. Zij geraken in de voedselketen door hun gebruik als pesticiden, chemische producten en verbrandingsresten, zij stapelen zich op in dieren die op een hoger niveau staan in de voedselketen. Eenmaal opgenomen zetten zij zich vast in de vetweefsels ;

 

      • zelfs zijn vele POPs in westerse landen verboden, er worden er nog veel gebruikt in ontwikkelingslanden, bv. als pesticide... Doch, zelfs zouden alle POP's worden verboden, dan nog zou het tientallen jaren duren eer zij uit de voedselketen zouden verdwenen zijn.

 

Diabetes - symptomen :             

 

Diabetes, vooral het type 2, kan zich dus jaren onopgemerkt ontwikkelen.

 

De eerste symptomen (frequenter en acuter bij type 1-diabetes), direct gelinkt aan de verhoogde suikerspiegel in het bloed (hyperinsulinemie) :

 

    • intense dorst

    • frequente urine-drang (of bedwateren bij kinderen)

    • problemen met troebel zicht

    • overmatige eetlust

    • overgewicht

    • concentratieproblemen

    • grote vermoeidheid

    • verhoogde agressie

 

Op termijn,

 

    • verhoogde gevoeligheid aan schimmelinfecties, aan zweren, fistels en anthrax, veroorzaakt door de overmatige aanwezigheid van suiker in het bloed en door een te groot vleesverbruik...

    • vermagering

    • pijn aan de voeten

    • zenuwletsels : hyperglycemie en oxidatieve stress leiden tot een verhoogd risico op microangiopathie en neuropathie met functieverlies thv oog, oor... Een regelmatige evaluatie van het gehoor en van het gezichtsvermogen kan daarom aangewezen zijn.

    • hypertensie

    • verhoogd fractuurrisico

    • renaal verlies van verschillende wateroplosbare vitaminen (vit B2, vit B6, vit C, vit B3 (niacine), vit B9 (folaat)), wat leidt tot tekorten

    • studies bevestigen dat het microbioot een rol speelt in de ontwikkeling en het optreden van obesitas en insulineresistentie : zo bleek bij type 2-diabetes de samenstelling van het microbioot af te wijken van dat van gezonde personen : de stammen Bifidobacterium en Bacteroïdes vulgatus kwamen minder voor in het microbioot van type 2-diabetes-patiënten .

    • ...

 

 

Opgelet :

 

    • Met uitzondering van de hyperglykemie/glycosurie, zijn bijna alle symptomen gemeenschappelijk aan hypothyroïdie. Bewezen is dat een bestaande niet behandelde hypothyroïdie de ontwikkeling van type 2-diabetes kan vervroegen. Omgekeerd kan vooral bij de erfelijke vorm van diabetes schildklierondersteuning nuttig zijn. Best wordt steeds de schildklierfunctie onderzocht wanneer diabetes wordt vastgesteld.

 

    • Het ontwikkelen van type 1- of type 2-diabetes verdubbelt het risico op depressie (bij type 1-diabetes, door verhoogde vrijstelling van glutamaat? ), en omgekeerd. Diabetes en depressie delen daarnaast een aantal omgevings- en levensstijlfactoren, zoals socio-economische deprivatie, roken, slechte eetgewoonten en weinig lichaamsbeweging. Het samen voorkomen van depressie en diabetes vermindert de levensverwachting, bemoeilijkt de glykemiecontrole en wordt geassocieerd met het optreden van diabetescomplicaties.

     

    • Het ontwikkelen van type 1- of type 2-diabetes veroorzaakt een verstoring van het transport van insuline in de neuronen van de cortex, wat het gehalte aan dopamine in de hersenen doet dalen wat leidt tot cognitieve stoornissen en dementie bij oudere vrouwen. Hormoontherapie (HT) kan dit risico verergeren .

 

    • Bij diabetespatiënten komen diverse beenaandoeningen voor : osteopenie, osteoporose, diabetesvoet... Er werd nu duidelijk bewezen dat diabetes een risicofacteur betekent voor beenbreuken door osteoporose . Door vitamine D-tekort?

 

    • Meer insuline spuiten om extra suiker te kunnen opnemen leidt tot gewichtstoename en op termijn tot obesitas.

     

    • Er bestaat bewijs voor relatie type 2-diabetes en verhoogd risico op Parkinson .

 

Elke diabetespatiënt dient dus individueel bekeken te worden in functie van de bij hem optredende comorbiditeit en van zijn manier van beleven : enkel dan is het mogelijk, in gezamelijk overleg, de juiste therapiebenadering uit te werken welke op zijn medewerking kan rekenen. De uiteindelijk therapie zal dan gebaseerd zijn op de bepaling van prioriteiten, afhankelijk van de ernst van de comorbide ziekten.

 

Diabetes - complicaties :             

 

Als diabetes bijtijds wordt ontdekt, kunnen de ergste gevolgen door levensstijl en voeding aan te passen nog voorkomen worden, maar zelfs bij een gevorderde vorm zijn levensstijlmaatregelen een mogelijke manier om de insuline en andere antidiabetesmedicatie af te bouwen.

 

Hoe langer de diagnose op zich laat wachten, hoe groter de kans op andere aandoeningen zoals hart-, oog- en nierproblemen en zenuwaantasting.

 

De belangrijkste verwikkelingen bij diabetes worden veroorzaakt door de glycatie van het hemoglobine in de rode bloedcellen Brownlee M, Cerami A and Vlassara H. "Advanced glycosylation end products in tissue and the biochemical basis of diabetic complications." N Engl J Med (1988) 318: pp. 1315-1321 (vergelijkbaar met de glycatie (besuikering) van proteïnen bij een overmaat koolhydraten)  : het teveel aan glucose in het bloed bevordert de vorming van HbA1c ("versuikerd" hemoglobine).  Deze reactie maakt de rode bloedcellen minder soepel, wat een verstoring teweeg brengt in de micro-circulatie ter hoogte van de ogen, de bloedvaten, het hart, de nieren, de huid en de zenuwen.

 

Hyperglykemie is niet de enige oorzaak van complicaties. Want een strikte controle van de glykemie leidt niet echt tot minder complicaties ! Ook glycatie-producten (versuikerde eiwitten of Advanced Glycation End Products of AGE's) kunnen betrokken zijn want zij leiden tot verstijving van de vaatwanden (met onherstelbare schade aan nieren, ogen en zenuwen), aderverkalking, hartfalen en slijtage van de hartspier. AGE-inhibitoren zoals pyridoxamine (pyridoxaal-5-fosfaat) kunnen de ontwikkeling van complicaties bij diabetes vertragen, door de receptoren voor de AGE's te blokkeren .

 

 

De ogen (retinopathie):

 

    • de kleine haarvaten van de retina geraken beschadigd waardoor het zicht verslechtert (kan leiden tot blindheid...).

 

De bloedvaten :

 

    • frequent voorkomende dyslipidemie met lage HDL-cholesterol, hoge TAG en LDL-cholesterol (kleine en met hoge densiteit) : zeer atherogeen profiel.

    • accumulatie van atheromateuze plaque (LDL-cholesterol) op de vaatwand van de aders leidt tot hun verstopping, waardoor de bloedcirculatie verslechtert, alsook de beademing van de weefsels (hierdoor gaan wonden minder goed helen, ontstaan hartziekten, gangreen thv de voeten en de handen, impotentie en infecties...). Slagaderverkalking is een gekende complicatie bij diabetes die kan leiden tot hart- en vaatziekten. Metformine (zie verder) kan hierbij helpen (ook bij type 1-diabetes) .

    • CVA...

    • ziekte van Alzheimer : bij diabetes slaagt het organisme er niet meer in insuline (dat suikers omzet in energie) aan te maken of wordt er tegen resistent. Studies hebben aangetoond dat het eiwit bêta-amyloïde in vitro de interacties verstoort tussen insuline en andere biologische signaalmoleculen die betrokken zijn bij de werking van het geheugen. Dit suggereert dat een voor de hersenen specifiek diabetestype een rol zou kunnen spelen bij de ziekte van Alzheimer. Bij patiënten met Alzheimer vertonen hersencellen een verlies aan insulinegevoeligheid, welke toeneemt met de ernst van de dementie. De zenuwcellen worden alshetware resistent aan insuline, waardoor ze glucose niet meer correct kunnen verwerken. Alzheimer als een diabetesvorm van onze hersenen? .

 

Het hart :

 

    • naast insulineresistentie en diabetes ontwikkelen de meeste patiënten ook een diastolische linkerkamerdysfunctie, met hartfalen en verstoring van de vulling ervan. Dit kan vervolgens leiden tot longstase met dyspnea en verhoging van het interstitieel vocht met mogelijke ernstige complicaties als gevolg.

 

De nieren :

 

    • verdikking van de bloedvaten en ontaarding van de niercellen, waardoor proteïnen via de urine of het bloed kunnen ontsnappen, wat kan leiden tot de ondergang van de nieren. De bepaling in de urine van albumine (albuminurie), de grootste proteïne-fractie in het bloed : verlies via de urine van 30 à 300mg albumine/24uren wijst op nefropathie (nierlijden). De verhoudingen albumine/creatinine > 2.5 bij de man en > 3.5 bij de vrouw duiden op een micro-albuminurie.

    • als de urineproductie fors afneemt of helemaal verdwijnt wijst dit op resp. chronisch of acuut nierfalen!

 

De zenuwen :

 

    • ontaarding en vernietiging van de zenuwen (neuropathie), omdat het glucose niet normaal wordt afgebroken of doordat het bloed niet goed penetreert, waardoor de benen verzwakken, de gevoeligheid in handen en voeten vermindert met pijnscheuten, en de zenuwen chronisch ontsteken.

 

Er zijn 4 vormen van diabetische neuropathie :

 

      • perifere neuropathie (de meest voorkomende vorm) : veroorzaakt pijn of gevoelsverlies thv tenen, voeten, benen, handen en armen

 

      • autonome neuropathie : tast vooral de orgaanfuncties aan : spijsverteringsfunctie, darm- en blaasfunctie, seksualiteit en zweetfunctie, maar ook hart, bloeddruk, longen en ogen

 

      • proximale neuropathie : veroorzaakt pijn thv dijen, heupen en billen en leidt tot zwakte in de benen (tendinopathie)

 

      • focale neuropathie : leidt tot een plotse verzwakking van een zenuw of groep van zenuwen, waardoor gelijkwaar in het organisme spierzwakte en pijn kan ontstaan

 

 

 

Andere :

 

Langdurige blootstelling aan hyperglykemie ligt, na ongeveer 20 jaar, aan de basis van de 5 factoren die bijdragen tot het ontwikkelen van de diabetesvoet : diabetische (poly-)neuropathie, microangiopathie, diabetische macroangiopathie, infectie en aantasting van het bindweefsel De apotheker, Roularta Medica, 14 05 2010, Diabetesvoet .

 

Sedert lang weten we dat diabetes geassocieerd is met een hoger risico op verschillende kankers : prostaat, colon, schildklier of ovaria. Men dacht dat de overmatige insuline-productie tgv de inname van zetmeelhoudende voedingsmiddelen de activiteit verhoogde van IGF (insulin-like growth factors), groeifactoren die de celproliferatie stimuleren en apoptose remmen, waardoor kankercellen konden woekeren. Nu weten we dat langdurige blootstelling aan hyperglykemie het risico op kanker kan verhogen .

 

Tenslotte zijn kinderen met diabetes gevoeliger voor depressie en hebben tiemers met type 2-diabetes slechte zwangerschapsuitkomsten (miskraam, doodgeboorte of intra-uterien overlijden, ernstige aangeboren afwijking bij één vijfde van de levend geboren baby's)  .

 

De preventie en de aanpak van type 2-diabetes:             

 

Type 2-diabetes is eigenlijk een gemakkelijk vermijdbare ziekte. Deze als "beschavingsziekte" geklasseerde kwaal dankt haar ongebreidelde ontwikkeling aan het afglijden naar een meer en meer ongezonde levensstijl, gekenmerkt door een obesitas-epidemie en door de radicale afwijzing van fysisch bewegen.

 

De uitdaging is niet eenvoudig, immers ingrijpende veranderingen in manier van leven zijn nodig. De oplossing ligt eerder daarin, en zal niet komen uit de medische hoek, omdat de arts zich bezig houdt met het beperken/voorkomen van complicaties tengevolge van deze verkeerde levenswijze.

 

 

    • Vragenlijst : 2 positieve antwoorden wijzen op een niet verwaarloosbaar risico op diabetes!

 

      • ouder dan 40 jaar?

      • is of was een familielid diabeticus?

      • was uw glykemie ooit eens verhoogd? (bv. bij zwangerschap of een operatie)

      • lijdt U aan overgewicht?

      • houdt U niet van sport?

      • heeft U de laatste tijd meer dorst?

      • gaat U meer naar het toilet dan vroeger?

      • voelt U zich meer en frequenter moe dan vroeger?

      • vermagerde U de laatste tijd veel zonder aanwijsbare reden?

      • heeft U zichtproblemen?

      • problemen met parodontitis (tandvleesontstekingen)?

      • bracht U een kind van meer dan 4kg op de wereld?

 

 

    • Nutritionele maatregelen : een zittend leven en een te rijke voeding zijn een perfecte voedingsbodem voor de ontwikkeling van diabetes. Indien overgewicht wordt vermeden en een voldoende fysische activiteit wordt onderhouden, dan verhoogt de gevoeligheid aan insuline en kan diabetes worden voorkomen . Anderzijds, zal het verlies van enkele kg lichaamsgewicht voldoende zijn om een weldoende invloed uit te oefenen op de glykemische, bloeddruk- en vet-parameters. Leefstijlregels (voeding, beweging) hebben meer impact dan medicatie zoals metformine (zie verder) bij type 2-diabetici . Vermagering, vooral een vermagering met 10% of meer tijdens het eerste jaar na de diagnose van type 2-diabetes, verhoogt de waarschijnlijkheid van remissie van de diabetes en verlaagt het risico op recidief van hyperglykemie .

 

De glycemie is altijd een afspiegeling van zowel de inname van suiker via ons dieet én van het interne functioneren van het suikermetabolisme. Ons dieet heeft dan ook een invloed op die suikerspiegels. Wie weinig (koolhydraten) eet en plots intensief gaat sporten, zal inderdaad z’n glycemie zien zakken. Maar niet elke vorm van suikerziekte is louter een gevolg is van onze moderne levensstijl. Wanneer het metabolisme zélf grotendeels het probleem is – zoals bij type 1 diabetes – heeft zelfs compleet vasten geen zin. Maar ook binnen de groep ‘type 2’ diabetes bestaan heel wat vormen die maar weinig reageren op dieet of sport.

 

Preventie : de bètacellen van de pancreas kunnen beschermd worden door :

 

      • voldoende aanvoer van zink uit de voeding (of via suppletie)

      • ongeraffineerde voeding waarin voldoende zink, vanadium en chroom aanwezig is

      • samengestelde koolhydraten : wat insulinesparend werkt

      • immuunondersteunende voeding rijk aan vit C, vit B, Se, essentiële vetzuren...

 

Voordat insuline zijn intrede deed, kregen personen met type 1-diabetes erg restrictieve koolhydraatdiëten opgelegd. Daardoor konden kinderen met de ziekte hun leven soms met meerdere jaren verlengen. Sinds de ontdekking van insuline (jaren '80) werd het dieet echter afgevoerd, om te evolueren naar een evenwichtig eetpatroon, met veel koolhydraten dus. Maar was dat ook wetenschappelijk onderbouwd? .

 

Terwijl vroeger een koolhydraatarme voeding en vetrijke voeding werd aanbevolen, hebben de koolhydraten, ten nadele van de vetten, geleidelijk aan hun plaats teruggevonden in de dieetrichtlijnen voor diabetici. Doch, via een recente systematische analyse, werden verschillende voedingsprofielen geïdentificeerd die gunstig zijn bij type 2-diabetes.

 

      • Diëten met weinig koolhydraten met een lage glykemische index, een hoog eiwitgehalte en de mediterrane keuken gaven de beste resultaten  (zoals : 25% KH, 45% V, 30% E, type New Atkins). Niet alleen de glykemie- en insulinestatus verbeterden, ook het gehalte triglyceriden, de arteriële bloeddruk en de diastole linkerkamerfunctie (een goede marker voor de gezondheid van het hart). Bij de meeste patiënten werd een diastolische linkerkamerdysfunctie genormaliseerd door een koolhydraatarmdieet (maar niet door een vetarmdieet). Niet zozeer de verlaging van de bloeddruk speelde hier een rol maar wel een beter energiegebruik door de hartspier. Zelfs de inname van orale antidiabetica kon verminderd worden met 86% in 3 weken tijd . Een (proteïne- en) vetrijk ontbijt zorgt er ook voor dat je de rest van de dag minder honger hebt : waarschijnlijk omdat de werking van ghreline (eetlustopwekkend) wordt onderdrukt.

       

      • Diëten met weinig koolhydraten verminderen ook de systemische lage-graad-inflammatietoestand die dikwijls type 2-diabetes kenmerkt. Ontsteking is gelinkt aan een hoger risico op cardiovasculaire aandoeningen. Vetarme diëten hadden geen enkel effect op het ontstaan van ontstekingstoestanden . Anderzijds verlagen ketonen (ontstaan uit de omzetting van verzadigde kortketenvetzuren in de lever) de ontstekingstoestand door specifieke veranderingen in het microbioot, verbeteren het glucose-metabolisme en helpen bij de spieropbouw. Zie ook "Ketogeen dieet". Het type vet in de voeding kan zo de diversiteit in het microbioot bepalen waardoor schadelijke ontstekingen kunnen worden tegengegaan  (gezien bij muizen met de ziekte van Crohn) . Bij de mens werd in een onderzoek met een vezelrijk dieet (prebiotica) om specifiek de productie van kortketenvetzuren (butyraat, acetaat) door de microbiota te bevorderen,  een milde verzuring van de darmomgeving gezien, alsook een vermindering van schadelijke bacteriepopulaties en een verbetering van de insulineproductie, resulterend in een betere glykemische controle .

       

      • Een omgekeerd verband werd waargenomen tussen indolpropionzuur en het risico op diabetes . De onderzoekers stelden vast dat een dieet rijk aan volkorenproducten en voedingsvezels de concentratie indolpropionzuur verhoogde en dat globaal genomen, de meeste lipiden negatief gecorreleerd waren met de inname van verzadigde vetzuren. In diermodellen bleken deze lipiden de insulinesecretie van de bètacellen van de pancreas te induceren. Het beschermende effect van deze metabolieten, voegden ze eraan toe, zou op zijn minst gedeeltelijk toe te schrijven zijn aan hun invloed op de insulinesecretie en de eventuele lage graad inflammatie.

       

      • Een typisch mediterraan middagmaal, zonder ontbijt, zou de goede secretie van insuline bij type 2-diabetici bevorderen . En een van de problemen waarmee type 2-diabetici sukkelen is juist het vrijstellen van voldoende insuline na een maaltijd. Een mediterraan middagmaal zorgde hier voor een voldoende verhoging van de insulinemie, wat de glykemie naar hetzelfde niveau terugbracht als na een vetarme maaltijd. Deze resultaten suggereren dat één belangrijke maaltijd beter zou zijn dan meerdere kleine maaltijden bij diabetici... .

 

---> Misschien moeten de huidige dieetrichtlijnen bij diabetes worden herzien...

 

Zelfs vandaag nog wordt het mijden van vetten aangeraden, wat onvermijdelijk leidt tot een hoger glucidenverbruik. Erger nog, in de Voedingsaanbevelingen voor België (Hoge Gezondheidsraad) vind je nog steeds dat koolhydraten MINSTENS 55% van de energieaanvoer dienen te vertegenwoordigen. Aangeraden wordt brood, granen, zetmeelhoudende voedingsmiddelen en peulvruchten te voorzien bij elke maaltijd. Nochtans dragen gluciden (ook bewerkte), in onze maatschappij waar weinig of niet wordt bewogen, een verpletterende verantwoordelijkheid in de epidemie van overgewicht en diabetes. De antivet-obsessie vanuit de medische wereld gedurende tientallen jaren heeft waarschijnlijk onrechtstreeks de rode loper uitgerold voor diabetes... Maar het is aan 't veranderen & !

 

      • Minder zout (natrium) gebruiken : het glucose-molecule geraakt via een eiwitkanaal in de darmwandcel,  bij elke doorgang gaan 2 natriumionen mee over (symport of co-transport). De aanwezig van zout verhoogt de aantrekkingskracht van het eiwitkanaal voor suiker.

 

---> Hoe meer zout aanwezig in het darmkanaal, hoe gemakkelijker glucose wordt opgenomen en overgaat in de bloedbaan . De preventie of behandeling van diabetes moet een verminderde inname van zowel suiker als zout inhouden.

 

 

In 1992 : Amerikaanse onderzoekers publiceren een studie in het "Journal of American Clinical Nutrition" waarin zij melding maken van een tienjarige studie die patiënten na bariatrische chirurgie (vermindering van het maagvolume om het eten te matigen en te vermageren) opvolgde. Dit leidde tot een bijzondere vaststelling : bij bijna alle geopereerde patiënten met type 2-diabetes of prediabeet voor de operatie waren de glykemie-waarden genormaliseerd zodat geen behandeling meer nodig was. Bij slechts 5% onder hen leidde de ingreep niet tot een verbetering van de glykemie . Hetzelfde effect werd recent gezien na een maagoverbrugging (Roux-en-Y-bypass of RYGB). Zelfs tot 6 jaar na de ingreep heeft meer dan 60% van de vroegere diabeten nog normale bloedwaarden... .

 

In 2011 : Roy Taylor, met zijn staf aan de Universiteit van Newcastle (Verenigd Koninkrijk), publiceert een kleine studie in "Diabetologia" waaruit blijkt dat het mogelijk zou zijn remissie van diabetes te bereiken met dezelfde effecten als verkregen met bariatrische chirurgie, door het opleggen van een heel caloriearm dieet gedurende enkele weken. Deze onderzoekers hebben type 2-diabeten met overgewicht gedurende 8 weken op een streng dieet (600kcal/d) geplaatst. Het resultaat na 8 weken behandeling was overweldigend : normale glykemie nuchter en na een maaltijd, normale insulineproductie door de pancreas... 3 maanden nadat een normaal voedingsdieet werd ingesteld was er nog steeds geen diabetes te bespeuren bij 64% van de deelnemers & . Volhouden is de kunst!

 

Wat dacht je van de kracht van natuurlijke middelen?

 

Daarenboven is deze Roy Taylor een specialist in beeldvorming door magnetische resonantie toegepast op klinisch onderzoek en in het bijzonder op het metabolisme van vetten en van diabetes. Zo kon hij rechtstreeks de vetcellocaties visualiseren, en hoe deze cellen vetten stockeren of vrijstellen. Vetcellen zijn belangrijk bij diabetes, omdat de ontaarding van de bètacellen in de pancreas voornamelijk gelinkt is aan 2 mechanismen :

 

 

Recentere informatie (2016) op : Reversing Type 2 Diabetes.

 

In 2012 : Onderzoekers aan de Universiteit van Lancaster (UK) hebben type 2-diabeten met overgewicht gedurende 8 weken op een streng dieet (600 à 700kcal/d) geplaatst en vervolgens gedurende 6 maanden op een isocalorisch dieet (hetzelfde energieaandeel van eiwitten, vetten en suikers : 33% energie uit eiwitten ipv de aanbevolen 15%, 33% energie uit suikers ipv 50 à 55% en 33% energie uit vetten). Dit dieet beperkt het optreden van glykemiepieken bij diabetici. 40% van de patiënten (12 op 30 deelnemers) werden reeds diabetesvrij na de eerste 8 weken op streng dieet, en bleven dat ook gedurende de volgende 6 maanden .

 

In 2017 : De resultaten van een studie met 83 type 2-diabetici suggereren dat, na 8 weken dieet (500-750 kcal/d) en bewegen, bij 50% van de deelnemers een normale glykemie werd bekomen (versus bij 3.6% in de controle-groep); en na 16 weken bij 70.4% van de deelnemers een normale glykemie werd bekomen (versus bij 3.6% in de controle-groep). Na 8 weken werd een normale HbA1c bereikt bij 21.4% (10.7 in de controle-groep), en na 16 weken, bij 40.7% (14.3% in de controle-groep)  .

 

In 2017 : Dat type 2-diabetes niet meer levenlang moet zijn, werd ook bevestigd door de DIRECT-studie (Diabetes Remission Clinical Trial) , dankzij het "Counterweight plus", een vermageringsprogramma voor ernstige obese patiënten.

 

---> Diabetes is dus geen ziekte meer voor de rest van je leven, maar een ziekte die genezen kan worden.

 

 In 2019 : ook minder strikte regimes zijn werkzaam. Een verlies van slechts 10% van de lichaamsmassa in 5 jaar heeft bij 30% van de diabetes type 2-patiënten ziekteverschijnselen vermindert (ADDITION studie). Het lijkt er ook op dat dit gewichtsverlies twee keer zoveel kansen oplevert om in remissie te gaan dan wanneer het lichaamsgewicht behouden blijft .

 

In 2022 : De ReTUNE  (Reversal of Type 2 Diabetes Upon Normalisation of Energy Intake in Non-obese People) studie, een programma voor gewichtsverlies dat kan leiden tot remissie van type 2-diabetes, zelfs bij personen met een normale body mass index (BMI), door verlies van lichaamsvet, vooral in de lever en de pancreas. De bevindingen ondersteunen de theorie van een persoonlijke vetdrempel,  waarboven type 2-diabetes optreedt. Gewichtsverlies is de eerstelijnsbehandeling voor alle personen met type 2-diabetes, ongeacht de BMI. De bevindingen van ReTUNE brengen ons mogelijk een belangrijke stap dichter bij het bereiken van een remissie omdat ze aantonen dat remissie niet alleen mogelijk is voor mensen met een bepaald lichaamsgewicht.

 

In 2022 : In een nieuwe studie gepubliceerd in het tijdschrift Cureus, presenteren onderzoekers een meta-analyse van klinische onderzoeken op het effect van diëten met lage koolhydraten, zoals het ketogeen dieet bij patiënten met type 2-diabetes. De resultaten laten zien dat diëten arm aan gluciden het HbA1c meer verlagen dan andere diëten. Gelijklopend is een significant lager percentage met verminderde HbA1c gezien bij patiënten met keto-regime in vergelijking met controle-regimes.

 

Doch opgelet : er bestaat zoiets als het "metabolische geheugen" : zo zijn de aanhoudende schadelijke effecten van eerdere hyperglycemie een realiteit. Zelfs na de remissie kunnen klassieke complicaties van diabetes – waaronder retinopathie, nefropathie, neuropathie en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten – nog steeds voorkomen .

 

Zie : Keer diabetes om!

 

Zie ook : "Ketogeen dieet" .

 

In 2022 : alhoewel hetzelfde resultaat kan bekomen worden met intermittent vasten

 

In 2023 : een gerandomiseerde gecontroleerde studie toonde aan dat periodiek vasten effectiever is dan een energiebeperkte voeding voor het verbeteren van de postprandiale glucosetolerantie bij volwassenen met een verhoogd risico op het ontwikkelen van type 2-diabetes. Verder onderzoek is nodig om na te gaan of een iets langer eetvenster dezelfde voordelen kan opleveren, waardoor periodiek vasten ook op lange termijn vol te houden is .

 

In ieder geval is volgens een kleine studie intermitterend vasten een veilige en doeltreffende strategie om zwaarlijvige volwassenen met type 2-diabetes te helpen hun gewicht en hun HbA1c-gehalte te verlagen

 

"Armoede is het beste geneesmiddel tegen diabetes" (Gabriel Garcia Marquez).

 

 

    • Technische maatregelen :

 

Bij matig overgewicht is nog alles mogelijk : een evenwichtige voeding en regelmatig fysisch bewegen kunnen zonder veel problemen zorgen voor het wegwerken van het overgewicht. Bij ernstig overgewicht echter liggen de zaken ingewikkelder. Het is nochtans vooral in die situatie dat vermageren cruciaal is. Mislukken is hier echter frequent, zowel in de betrachting gewicht te verliezen als in de poging het behaalde gewichtsverlies op termijn te handhaven. In deze contekst situeert zich de bariatrische chirurgie (een specifieke chirurgievorm bij ziekelijk overgewicht : maagband of -ring, by-pass...) in de therapeutische benadering van type 2-diabetes. Daarnaast zullen het gewichtverlies en haar latere controle sterk bijdragen tot het beheren van het obstructief slaapapneu syndroom (zie ook : "Slaapstoornissen"), dat frequent bij obese diabetici wordt vastgesteld, zowel door het syndroom af te zwakken als door op zijn minst haar verergering af te remmen.

 

Bewegen op korte en intensieve wijze (HIIT - High Intensity Interval Training) zou niet alleen het metabolisme van glucose in de spieren verhogen, maar ook de gevoeligheid aan insuline bij prediabetici en type 2-diabetes patiënten . Ook de uithouding verbeterde...

 

En vergeet niet krachttraining. Een research review in Sports Medicine stelde vast dat deelnemers met hoog genetisch risico voor diabetes grotere verbeteringen vertoonden in lichaamsvet, bloedlipiden en glykemische controle na 12 weken krachttraining met matige intensiteit .

 

Naast een persoonlijke "fysical trainer" heb je een gezondheidscoach nodig die helpt je levensstijl en dieet aan te passen. Enkel informeren volstaat niet om je gedrag te veranderen. Je hebt verdere ondersteuning nodig. Voor mensen met prediabetes betekent de gezondheidswinst een duidelijke besparing voor de ziekteverzekering, zodat de kosten voor het inschakelen van een "fysical trainer" en een gezondheidscoach door de ziekteverzekering kan gedragen worden.

 

 

    • Farmacologische maatregelen : zij zijn vooral gericht op de controle

 

      • van de glykemie : de bepaling van het HbA1c (versuikerde hemoglobine) drukt het gemiddelde uit van de glykemie van de laatste 3 maanden, onafhankelijk van de glykemie-schommelingen ; hierdoor is het voor deze bepaling niet nodig nuchter te blijven en wordt de bepaling enkel om de 3 à 4 maanden aanbevolen. De bepaling ervan verschaft de behandelende arts een idee van de glykemie gedurende de 2 maanden vóór het onderzoek (bij een correct behandeling is haar waarde niet hoger of lager dan 4 à 6%. Het is wel geen nauwkeurige indicatie zoals de bepaling van de glykemie nuchter of na een maaltijd. Deze test wordt gebruikt om de stabilisatie van een diabetestoestand te evalueren en het risico te voorspellen op het optreden van complicaties.

 

De HbA1c waarden moeten wel geïnterpreteerd worden in de context van de individuele patiënt : uit een Chinese studie blijkt dat voor prediabetes de accuraatheid van de HbA1c-criteria significant lager was bij obese personen dan bij personen met een normale BMI en met overgewicht (obesitas en de geassocieerde systemische oxidatieve stress kunnen de glycering van hemoglobine verhogen, onafhankelijk van de glucosespiegels, zodat de HbA1c concentraties disproportioneel kunnen verhoogd zijn voor een bepaalde glykemie bij obese patiënten). De optimale HbA1c voor de diagnose van prediabetes met 80% specificiteit zou 5.6% zijn voor personen met een normaal lichaamsgewicht, 5.7% voor personen met overgewicht, en 6.0% voor obese personen.

 

 Het eindobjectief is het bereiken van een HbA1c < 53 mmol/ml (of 7%).

 

      • van de cardiovasculaire risicofactoren (arteriële hypertensie, dyslipidemies, roken, overgewicht, bloedstolling, nierfunctie, perifere vasculaire afwijkingen...), om aldus het globaal cardiovasculair risico te beperken.

 

Het opmaken van een balans impliceert eveneens het opmaken van een staat van de reeds bestaande verwikkelingen : bij meer dan 50% van de patiënten met type 2-diabetes welke recent werden vastgesteld werden ook al complicaties vastgesteld. Daarom is een oogonderzoek, een bepaling van de micro-albuminurie (vroegtijdige ontdekking van nefropathie) en een regelmatig grondig onderzoek van de voeten noodzakelijk. Bij diabetici wordt gestreefd naar een bloeddruk lager dan 130/80mmHg (minder kans op beroerte).

 

 

De behandeling met orale antidiabetica vult de hygiëne- en dieetmaatregelen aan en zal regelmatig terug geëvalueerd worden, zeker vóór het instellen van een medicamenteuze behandeling of de uitbreiding ervan. Deze zal steeds starten met een monotherapie.

 

      • ofwel met farmaca die de aanmaak van insuline door de pancreas gaan stimuleren

      • ofwel met farmaca die de cellen gevoeliger maken voor insuline, zodat die meer glucose uit het bloed opnemen

       

Bij bestaande insuline-resistentie vormt metformine (afgeleid van een plant Galega officinalis) de beste keus. Metformine verbetert niet alleen de insulinegevoeligheid maar vermindert ook de intestinale absorptie van glucose. Metformine remt daarnaast ook de vorming van glucose uit lactaat (gluconeogenese), waardoor de glucoseafgifte van de lever sterk wordt gereduceerd met een risico op lactaatacidose. Metformine resulteert ook in een mTORC1-inhibitie, en dit via twee mechanismen, onder meer via de leucine-pathway.

 

In een studie verlaagde metformine de ontwikkeling van diabetes (gedefinieerd als een verhoogde glykemie) met 17%. Als diabetes werd gedefinieerd als een verhoogd HbA1c-gehalte, was de daling nog meer uitgesproken: 36%. Metformine verlaagde de incidentie van diabetes (gedefinieerd als hyperglykemie) meer bij vrouwen met een voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes (HR 0,59, verschil in incidentie - 4,57 gevallen/100 persoonjaren) dan bij vrouwen zonder voorgeschiedenis van zwangerschapsdiabetes (HR 0,94, verschil in incidentie - 0,38 gevallen/100 persoonjaren) .  

 

Berberine (o.a. in Zuurbes (Berberis vulgaris) zou even effectief zijn als metformine. Berberine bezit nog andere eigenschappen van metformine : activeert AMPK (zie "mTOR"), verhoogt de insuline-gevoeligheid, verlaagt de gluconeogenese, verlaagt de glucose-absorptie in de darm, verlaagt de vetopslag... De combinatie metformine + berberine (1g/dag oraal) kan leiden tot een hogere werkzaamheid .

 

Chroom heeft zowel zijn plaats als nutriënt bij de preventie van complicaties of als echte bijkomende therapeutische steun.

 

Ook zou een testosteronbehandeling bij mannen met type 2-diabetes en hypogonadisme de insulinegevoeligheid duidelijk toenemen .

 

      • ofwel met incretinen, hormonen die normaal door de darm worden vrijgesteld en insuline vrijstellen "zoveel als nodig" : van zodra de glykemie normaal is, stopt hun werking... : incretinen bootsen dus de normale manier van werken van het organisme na. Maar opgelet : bepaalde incretine-mimetica (DPP-4 inhibitoren) zoals exenatide (BYETTA°) en sitagliptine (JANUVIA°) zouden het risico op pancreatitis en pancreaskanker verhogen... .

 

      1. Indien de monotherapie niet voldoet, dan dient eerst de posologie verhoogd. Enkel bij onvoldoende resultaat kan men kiezen voor een bitherapie...

         

      2. Het mislukken van de medicamenteuze behandeling met orale antidiabetica betekent de verplichte invoering van insuline in het behandelingsschema.

 

 

We weten uit studies met muizen dat er een oorzakelijk verband zou bestaan tussen de samenstelling van het microbioot en de ontwikkeling van obesitas en type 2-diabetes .

 

Meer nog, onderzoekers vonden dat een welbepaalde bacterie, Akkermansia muciniphila, minder frequent voorkwam in het microbioot van obese muizen en bij muizen met diabetes. Zij vonden ook dat deze bacterie betrokken is bij de vorming van de darmslijmlaag. Door deze ontaarding wordt de darm doorlaadbaar voor pro-inflammatoire lipopolysachariden (LPS), wat kan leiden tot obesitas en type 2-diabetes. Zie ook "Microbioot".

 

Het toedienen van A. muciniphila beschermde gedeeltelijk tegen gewichtstoename, vetopslag en tegen insuline-resistentie bij muizen die een vetrijke voeding kregen Prof. P. Cani (Welbio Metabolism and Nutrition research group UCL) 13ème Congrès d'Endocrino-Diabétologie 19 maart 2016.  . Anderzijds hielp een behandeling met A. muciniphila de barrière-functie van de darmwand volledig herstellen (normalisatie van de slijmlaagdikte, die gedeeltelijk was verdwenen bij obesitas). Beter nog : behandellingen met gepasteuriseerde Akkermansia stopten de ontwikkeling van beide ziekten bij muizen. Een specifiek eiwit op de wand van de bacterie (Amuc 1100) bleef immers actief na pasteurisatie... wat misschien kan leiden tot efficiëntere behandelingsmethodes.

 

Volgens literatuurgegevens bij de mens is de hoeveelheid A. muciniphila in de darmen significant lager bij mensen met overgewicht, obesitas, prediabetes of type 2-diabetes en ook bij patiënten met een inflammatoire darmaandoening. Dagelijkse perorale supplementen van levende of gepasteuriseerde A. muciniphila in een dosering van 1010 bacteriën/dag of meer gedurende 3 maanden was veilig en werd goed verdragen door de patiënten met insulineresistentie met overgewicht of obesitas en een metabool syndroom. Gepasteuriseerde A. muciniphila verbeterde de gevoeligheid voor insuline, verlaagde de insulinespiegel en de totale cholesterolconcentratie in het plasma en verminderde de vetmassa, de heupomtrek en het gewicht (met 2,27 kg) in vergelijking met de placebo. Tevens verbeterden de serumconcentraties van ontstekingsparameters en de levertests .

 

 

Doch opgelet :

 

      • bij de zorgkwaliteit bij diabetes wordt nu voornamelijk een streefwaarde-gerichte glykemieverlaging beloond, uitgaande van bewijzen dat een aanhoudende hyperglykemie, weerspiegeld in een verhoogde HbA1c-waarde, gepaard gaat met het optreden en de progressie van diabetische verwikkelingen. Deze benadering zet aan tot een agressieve glykemiecontrole, maar kan leiden tot overbehandeling met hypoglykemische toestanden als mogelijk gevolg. Het zou wenselijk zijn hypoglykemie op te nemen in toekomstige evaluaties van kwaliteitszorg bij diabetes.

 

Vooral oudere mensen zijn sneller vatbaar voor een hypoglykemie. Als mensen ouder worden, gaat hun nierfunctie immers achteruit en kunnen ze geneesmiddelen (zoals insuline) minder efficiënt uit het lichaam elimineren. Een strikte glykemiecontrole, of streven naar een hemoglobine A1c gehalte dat onder de 7 procent blijft, zal zo het risico op een hypoglykemie doen toenemen .

 

      • studies wezen op een verdubbeling van het cardiovasculair risico met 2 andere medicamenten gebruikt in de behandeling van type 2-diabetes :

        • rosiglitazon in AVANDIA° : vooral in geval van cardiovasculaire voorgeschiedenis, alhoewel deze risico-verhoging ook werd gezien bij personen die niet tot de risicogroep behoren (van de markt op 23/09/2010).  

        • pioglitazon in ACTOS° : hartfalen, water- en zoutretentie, verhoogd risico op blaaskanker .

 

      • insuline toevoegen aan metformine voor betere glykemiecontrole kan cardiovasculaire risico's inhouden (maar ook gewichtstoename en meer hypoglykemische episodes) . Het zou veiliger zijn eerst met 2 orale medicaties te starten vooraleer naar insuline te grijpen.

 

      • een andere studie toont aan dat de behandeling van type 2-diabetes het risico op depressie met 52% verhoogt Golden et al. (JAMA, 2008; 299: 2751-2759) .

 

Doch met de overschakeling naar insuline bij type 2-diabetes wordt steeds vroeger gestart, vooral wanneer de HbA1c waarde 75 mmol/ml (9%) overschrijdt (zelfs 64 mmol/ml (8%) bij sommigen) of in geval van complicaties. Deze vroegtijdige overgang naar insuline heeft echter wel een paar voordelen : verbetering van de levenskwaliteit, preventie van complicaties maar ook recuperatie en behoud van de functie van de bêta-cellen.

 

Zie ook : "Nutribalans, Glucose-balans"

 

Echter :

 

      • Je moet in het achterhoofd houden dat geneesmiddelen slechts een hulpmiddel zijn (idealiter van voorbijgaande aard) en dat het bereikte gewichtsverlies een eerste stap is om duurzame levensstijlveranderingen door te voeren, zowel op het vlak van een gezonde en verantwoorde voeding, als op het vlak van activiteiten en voldoende lichaamsbeweging. Onderzoek heeft uitgewezen dat dit middelen zijn om het gewichtsverlies op lange termijn te behouden.

      • Mensen met diabetes type 2 die geen voorgeschiedenis van hart- en vaatziekten hebben, hebben bijna drie keer zoveel risico op plotselinge hartstilstand als ze antipsychotica gebruiken, en bijna dubbel zoveel risico als ze bepaalde antibiotica gebruiken die het QT-interval verlengen, met name macroliden en fluorochinolonen .

 

 

Praktisch :             

 

In 2014 werd bij 10% van de Amerikanen (VS) diabetes vastgesteld; waarschijnlijk ligt het werkelijk cijfer stukken hoger en zal nog verder verhogen . 40% van de Amerikaanse bevolking is pre-diabeet. In het Verenigd Koninkrijk heeft 35% , in Frankrijk heeft "maar" 10 à 15% van de bevolking pre-diabetes (studie DESIR, Données Epidémiologiques sur le Syndrome d’Insulino-Résistance).

 

Ongeveer 90% van de type 2-diabetesgevallen zouden kunnen vermeden worden door o.a. een gezonde levenswijze dr. Legat, SSMG (société scientifique des médecins généralistes) . Dieet en lichaamsbeweging overtreffen zelfs in een studie (2022) metformine in de preventie van diabetes .

 

De richtlijnen van de Europese en Amerikaanse Diabetesverenigingen (EASD/ADA) in 2022 ondersteunen deze holistische aanpak .

 

Dit is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hierbij is "weten" niet gelijk aan "handelen". De persoon moet mee beslissen, moet zich afvragen of hij/zij die stap wilt zetten en of hij/zij daartoe bekwaam is. Motiveren is hier dus de boodschap wil men resultaten bereiken. Helpen en ondersteunen kan ook op een ludieke manier via het interactief platform DIEP. De toegang is ervan gratis na registratie (naam, voornaam en emailadres).

 

Vermageren/bewegen : om terug insulinegevoelig te worden (spiergebruik, volgens een gelijkaardig mechanisme als insuline, doet ook de glykemie dalen). Fysische activiteit helpt ook het tekort aan insuline compenseren en kan volstaan om met alle diabetesmedicatie te stoppen!

 

Meer bewegen voor het verbranden van calorieën (1), het verbeteren van de insulineresistentie (2) en om de glykemie te doen dalen (3) : gewoon wandelen is niet voldoende, een meer opgedreven tempo (3 x per week een halfuurtje doorstappen) is noodzakelijk om de cardiovasculaire functie te verbeteren en aanzienlijk meer glucose in de lichaamscellen te krijgen. Daarnaast zou bewegen ook in spiercellen de methylatie beïnvloeden (4) van het DNA van genen die potentieel betrokken zijn bij type2-diabetes (methylatie van DNA-proteïnen zet genen op "ON", de-methylatie op "OFF"). Ook zouden veranderingen van de genexpressie niet beperkt zijn tot spiercellen maar ook gelden voor vetvellen en dus ons gans metabolisme beïnvloeden.

 

Doch opgelet : voor een type 2-diabeet is het aanbevolen te starten met een gestabiliseerde glykemie. Een fysische inspanning starten met een hypoglykemie zal onvermijdelijk leiden tot een catastrofe en sporten met een hyperglykemie bevordert de productie van toxische ketonlichamen. Elke belangrijke inspanning zal immers leiden tot de vrijstelling van suikers uit de leverreserve wat de hyperglykemie nog verder zal verhogen.

 

Uit studies blijkt dat hoe groter de spiermassa is, hoe lager het risico op type 2-diabetes. Elke verhoging van de spiermassa zorgt voor een verlaging van het risico op insulineresistentie en op pre-diabetes Preethi Srikanthan, Arun S. Karlamangla; Relative Muscle Mass Is Inversely Associated with Insulin Resistance and Prediabetes. Findings from The Third National Health and Nutrition Examination Survey. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism July 21, 2011 jc.2011-0435. .

 

Maar opgelet : om een diabetesvoet te vermijden :

 

Eerst dient natuurlijk de hyperglykemie onder controle gebracht, wat de ontwikkeling van complicaties op lange termijn (10 tot 20 jaar) verhindert. Vervolgens moet de patiënt zich houden aan een aantal dagelijks toe te passen regels waaronder niet blootsvoets lopen maar steeds aangepaste schoenen dragen (om alzo wrijfzones te vermijden op gevoelige plaatsen), strikte voethygiëne (nagels, tussen de tenen...), enz. Overgewicht behandelen om de druk thv de voeten te verlichten.  

 

Niet alleen overgewicht, maar ook neuropathie maakt bewegen een stuk lastiger. Diabetespatiënten hebben een groter risico op zenuwschade aan handen of voeten met tintelingen of schietende pijnen. ‘Het gevoel “op watten te lopen” is een gevolg van een verminderde gevoeligheid in de voeten. Het klassieke verhaal dat diabetespatiënten met zenuwaantastingen niet voelen dat ze een steentje in hun schoen hebben, is geen fictie. 

 

Ook standsafwijkingen zoals een ingezakt voetgewelf komen vaker voor en dan is aangepast schoeisel belangrijk.

 

 

Levensstijl en voedingsgedrag :

 

Voor type 1-diabetici moet de insulinedosis zo exact mogelijk afgestemd worden op enerzijds de koolhydraatinname en anderzijds de hoeveelheid lichaamsbeweging om zo de glykemieregeling te optimaliseren en het risico op chronische complicaties op termijn te verminderen. Voor type 2-diabetici zijn gewichtsreductie en -controle prioritair.

 

Maar dat is onvoldoende (Look AHEAD). Omdat gewichtsverlies alleen het cardiovasculair risico niet verlaagt. In tegenstelling tot andere studies met betrekking tot het voorkomen van diabetes door gewichtsverlies, werd in de PREDIMED-studie, zonder noemenswaardig gewichtsverlies, het diabetes-risico verlaagd bij patiënten met prediabetes. PREDIMED, waarvan de resultaten in 2013 werden gepubliceerd, toonde aan dat, in de primaire preventie, een Mediterraan dieet, in vergelijking met het gewoon beperken van vetten, het cardiovasculair risico met 30% kon verlagen.

 

De diabetesbehandeling steunt op 4 pijlers : voeding, medicatie, lichaamsbeweging en voorlichting.

 

Wat de voeding betreft, in de preventie én de behandeling van type 2-diabetes :

 

    • koolhydraten : voorgesteld wordt max. 45 tot 60 energie% met voorkeur voor echte trage suikers met een lage glykemische index (GI < 55) en een lage glykemische lading (GL < 20), rijk aan oplosbare vezels : tarwekiembrood (Essenen brood : zie "Granen"), roggebrood, havermout, quinoa, harde granenpasta (bulgur) en peulvruchten (bonen, linzen, grauwe erwten, soja...) ; volle rijst, volgranen brood of volle pasta volgens hun verwerking en bereidingswijze. Ook aardappelen en fruit genieten de voorkeur : zij brengen immers ook vezels aan. In tegenstelling tot vruchtensappen verlaagt de consumptie van verse vruchten het risico op type 2-diabetes .

 

Maar alle granen, ook complete granen, kunnen de insuline-spiegels doen stijgen, wat het risico op overgewicht, diabetes, hypertensie... verhoogt.

 

De glykemische lading (GL) van :

 

        • 60g volkorenbrood = ongeveer 25, wat niet kadert in een dieet voor diabetici (een GL > 20 is te hoog)

        • 50g muesli en havervlokken halen een matige GL van ongeveer 17

        • 150g pasta, zoals bv. spagetti, tonen een te hoge GL van 22

        • 150g witte rijst geeft een GL van... 36

        • 160g aardappelen gebakken in de oven tonen een GL van 27

 

Alhoewel roggebrood en Essenen brood alternatieven vormen met een lagere glykemische index, moet ook hun gebruik beperkt worden.

 

Het eten van een dagelijkse portie peulvruchten daarentegen leidt, in vergelijking met een volkorendieet, tot lichte dalingen van hemoglobine A1c, alsook van de bloeddruk en de cholesterolspiegels Frederik Joelving: Effect of Legumes as Part of a Low Glycemic Index Diet on Glycemic Control and Cardiovascular Risk Factors in Type 2 Diabetes Mellitus A Randomized Controlled Trial,  Arch Intern Med 2012 :

 

        • peulvruchten zoals bonen, kikkererwten en linzen worden reeds aanbevolen voor diabetici omwille van hun lage glykemie-index

        • peulvruchten zijn goede proteïnebronnen en proteïnen neigen de bloedglucoserespons te onderdrukken en de bloeddruk te verlagen

        • ze zijn ook goede bronnen van vezels en deze zouden geassocieerd zijn met een lagere cholesterol

 

Een glutenvrij dieet kan anderzijds rijk zijn aan voedingsmiddelen met een hoge glykemische index, wat het risico op obesitas, insulineresistentie of hart- en vaatziekten kan verhogen. Bij kinderen met type 1-diabetes kan zo'n dieet een impact hebben op de metabole controle, de groei en de voedingstoestand .

 

In functie van de opvoeding worden families van kinderen met diabetes aanbevolen een redelijke consumptie van suikerrijke voedingsmiddelen toe te laten :

 

Bij kinderen met type 2-diabetes moeten de aanbevelingen van beroepsmensen rekening houden met kind en familie. Plezier moet het hoofddoel blijven, zodat zij correct blijven omgaan met hun ziekte. Een gesuikerd voedingsmiddel als dessert is een betere keuze dan op een ander moment van de dag. Een snoepje als toemaatje na eten stelt het kind niet meer bloot aan hyperglykemie dan dat extra stukje brood met de rest van die lekkere saus! 

 

Noot :

Kinderen (zeker met type 1-diabetes) hebben er geen voordeel aan suikergoed volledig te mijden. Snoepgoed maak volledig deel uit van hun leven. Verjaardagfeestjes zijn immers een moment van delen. Hen verbieden zal het kind misschien aansporen zich te laten gaan, buiten medeweten van zijn ouders, op een moment dat een tekort aan insuline in het bloed optreedt. Met risico op hyperglykemie Dr. Marc de Kerdanet, pediater diabetoloog CHU Rennes tgv de 50e journées d'études de l'AFDN, Association française des Diététiciens-Nutritionnistes, 7, 8 en 9 juin 2012, Saint-Malo (Fr)..

 

Insuline zal toch moeten worden toegediend in geval van type 1-diabetes door de afhankelijkheid van insuline, ook al is de koolhydraatinname nul, door de gluconeogenese die plaatsvindt in het organisme. De stijging van de bloedglucose dat het veroorzaakt, moet alsnog opgevangen worden.

 

Wees ook alert voor "verdoken" suikers :

 

      • in snoep, gebak, koekjes, ontbijtgranen, fruitsap en frisdranken... : in de producten "zonder toegevoegde suiker" werden de snelle suikers inderdaad vervangen door synthetische zoetmiddelen (aspartaam...), maar er wordt gezwegen over de toevoeging van indikmiddelen (textuur) of smaakgevers die echte suikers blijven... (en dan spreken we nog niet over de toevoeging van proteïnen en gehydrogeneerde vetten in "light" producten : zie "Functionele voeding").

      • in bepaalde groenten : aardappelen (gekookt wordt het aanwezige zetmeel op je tong omgezet in zuivere glucose), wortelen, tomaten, uien, aubergines, pompoen...

      • heb oog voor verborgen suikers in bewerkte voedingsmiddelen :

        • "0% VG" : meestal werd het vet vervangen door suikers

        • "zonder suiker" : bevat geen sacharose of sucrose (= fructose + glucose, onze witte suiker), maar kan wel andere suikervormen bevatten zoals tarwesiroop, glucosesiroop, dadelsiroop... die ook de glykemie doen stijgen

        • "zonder suikers" :  (met s) wijst erop dat geen enkele suikervorm werd bijgevoegd. Maar indien suikers nodig zijn voor de bereiding (zoals zetmeel uit meel voor de bereiding van koekjes) zitten er natuurlijk wel suikers in koekjes "zonder suiker"! De niet toegevoegde suikers werden dan waarschijnlijk vervangen door vetten (meestal door hydrogenatie geharde vetten van slechte kwaliteit).

 

Maak gebruik van de Caloriemeter van DIEP die je de calorie-, glucose- en lipidewaarde van een heleboel voedingsmiddelen verschaft. Een handige tool om je dagelijks 'maaltijdmandje' gevarieerd en evenwichtig samen te stellen. Bovendien kan dit hulpmiddel ook erg leerzaam zijn. Het werkelijke suiker- en vetgehalte van ons lievelingskostje kan ons erg verrassen, net zoals de eigenlijke caloriewaarde van de kleine zonden die we onszelf nu en dan gunnen onder het motto: "Och, 't is maar voor één keer". Deze app bestaat eveneens voor tablet en smartphone.

 

Studies toonden spectaculaire verbeteringen van de glykemie en de bloedvetten bij type 2-diabetici die een dieet met weinig suikers volgden (zoals : 25% KH, 45% V, 30% E, type New Atkins). Studies met een controlegroep die een dieet kreeg arm aan vetten en suikers, maar rijk aan complexe suikers, toonden aan dat een dieet arm aan suikers systematisch betere resultaten op gebied van  glykemie, bloedvetten en gewichtverlies liet zien, en toeliet het gebruik van geneesmiddelen te verminderen E. C. Westman, W. S. Yancy, Jr., J. C. Mavropoulos, M. Marquart, J. R. McDuffie : « The Effect of a Low-Carbohydrate, Ketogenic Diet Versus a Low-Glycemic Index Diet on Glycemic Control in type 2 Diabetes Mellitus ». Nutrition & Metabolism (London) 5 (2008), 36. of zelfs te stoppen & (zie ook hoger : "Preventie en aanpak").

 

    • vezels : kies voor een voeding rijk aan vezels (vooral : pectinen, guar, gom), zoals in fruit en groenten.

 

---> Neem 5g vlozaad (psyllium) in met een groot glas water voor een maaltijd of wat rauwkost, sla...

 

    • vetten : uit studies blijkt dat bv. het mediterraan dieet het risico op diabetes met ongeveer 35% zou drukken. Anderzijds dienen diabetici, die de omega3 vetzuren niet op dezelfde wijze metaboliseren als niet-diabetici (omdat bepaalde enzymen door insuline worden beïnvloed), hogere dosissen omega3 vetzuren in te nemen om hetzelfde resultaat te bereiken.

 

Ook de juiste verhouding tussen de verschillende vetzuren vergt de nodige aandacht Dossier Diabetes op www.voedinguitgedokterd.be (02/2010) :

        • 30-35 energie% totaal vet

        • < 10 energie% verzadigde vetten (VVZ)

        • < 1 energie% transvetzuren

        • > 10 energie% EOVZ

        • 5.3-10 energie% MOVZ met een verhouding omega6/3 van maximaal 5/1 (4-8 energie% omega6 VZ en 1.3-2 energie% omega3 VZ)

        • max. 300mg cholesterol

 

Een voeding rijk aan enkelvoudig-onverzadigde vetzuren (EOVZ) laat aan sommige type 2-diabetici toe hun suikerspiegel en hun risico op hart- en vaatlijden beter te beheersen (in olijfolie, koolzaadolie, in bepaalde noten, in advocaat...)  .

 

Niet alle verzadigde vetzuren zijn slecht : sommige verzadigde vetzuren zoals laurinezuur en myristinezuur zouden het risico op type 2-diabetes verlagen .

 

    • eiwitten : beperk de aanvoer van eiwitten tot 15% van het totaal aantal calorieën, niet alleen om de nieren niet te veel te belasten, maar ook omdat een eiwitrijke of vetrijke maaltijd evengoed de insulineaanmaak stimuleert, omdat insuline ook instaat voor het eiwit- en vetmetabolisme (zie verder). Ook het heemijzer in rood vlees kan als pro-oxidant de bètacellen in de pancreas beschadigen en nitrieten in charcuterie (voor het ondersteunen van de rode kleur) kunnen, zeker in aanwezigheid van ijzer, toxische bijproducten (nitrosaminen) vormen Pan A, Sun Q, Bernstein AM, Manson JE, Willett WC, Hu FB. Changes in Red Meat Consumption and Subsequent Risk of Type 2 Diabetes Mellitus: Three Cohorts of US Men and Women. JAMA Intern Med. 2013 Jun 17:1-8. doi: 10.1001/jamainternmed.2013.6633..

 

      • In groenten : eiwitten + suikers + (soms) vet (overheersend EOVZ, naast MOVZ zoals omega3 en 6-vetzuren)

      • In vlees : eiwitten + vet (overheersend VVZ + cholesterol)

      • In vis : eiwitten + vet (overheersend omega3 MOVZ + cholesterol)

 

 

Het nieuw Atkinsdieet (een soort ketogeen dieet arm aan koolhydraten en rijk aan goede vetten) kan heel behulpzaam zijn bij mensen met overgewicht, diabetes en zelfs neurologische aandoeningen zoals epilepsie. Uit een kleine klinische studie bleek dat een suikerarm dieet betere resultaten boekte bij diabetici dan het nu aanbevolen vetarm dieet .  

 

Indien de type 2-diabeticus zijn dieet met goede moed en volharding volgt en zich houdt aan de instructies, dan kan hij zeker rekenen op een betere toekomst, in bepaalde gevallen zelfs op een "volledige" genezing.

 

Zie ook : "The Low Carb Diabetic"

 

 

Doch opgelet voor misverstanden :

 

      • Men geloofde dikwijls dat het voldoende was voor een diabeticus suiker uit zijn voeding te weren om te genezen; men verbood hem/haar dus alle gesuikerde voedingsmiddelen, alsook bier, zetmeelhoudende voedingsmiddelen, confituur, gebak en zelfs fruit.

        • men dacht dat een ruime hoeveelheid koolhydraten (ongeveer 50% van de totale calorie-inname) in de voeding juist nodig was om te vermijden dat de diabetespatiënt teveel vetten zou gebruiken.

          • een te overvloedige consumptie van vetten (> 35%) zou immers versneld diabetes kunnen uitlokken, vooral de verzadigde vetten van dierlijke oorsprong, die de bloedsuikerverlagende werking van insuline kunnen verstoren. Vetten van plantaardige oorsprong werden echter niet geassocieerd met een hoger risico op type2-diabetes .

        • wel zou een overmatig gebruik van eiwitten (> 15%) de kans op type2-diabetes verhogen Ivonne Sluijs, lUMC Utrecht, 18/03/2011, op MediQuality : Eiwitrijk dieet vergroot kans op diabetes (zie ook verder).

 

      • Geen enkel beschermend effect werd gezien met fruit. Anderzijds is het mechanisme van het beschermend effect van groenten onbekend. Alhoewel de glykemische index van groenten lager is dan deze van fruit zou het beschermend effect zitten in de interactie/synergie tussen verschillende bestanddelen (vezels, Mg, K, vit C, vit E, caroteen...) en andere inhoudstoffen zoals fytaten, lignanen, isoflavonen en flavonoïden. Globaal gezien hadden vrouwen met het grootste verbruik van twee specifieke soorten flavonoïden, anthocyanen en flavonen, de minste insulineresistentie en de laagste ontstekingsniveaus . Vooral groene bladgroenten zouden het risico op de ontwikkeling van type 2-diabetes doen dalen BMJ 2010 . Wat niet wil zeggen dat fruit moet geweerd worden, met mate mag zeker indien het fruit in zijn geheel wordt gegeten Christensen AS, Viggers L, Hasselström K, Gregersen S. Effect of fruit restriction on glycemic control in patients with type 2 diabetes - a randomized trial. Nutr J. 2013 Mar 5;12:29. . Dan vertonen zij lage tot matige GL-waarden :

 

        • 1 appel heeft een GL = 6

        • 1 sinaasappel heeft een GL = 4

        • 1 perzik heeft een GL = 5

        • 2 abrikozen geven een GL = 4

        • 2 kiwis geven een GL = 8

 

Daarnaast zorgen volledige vruchten voor de aanvoer van antioxidantia, van vezels, vitaminen, fenolderivaten, mineralen... : allemaal stoffen die hun steentje bijdragen in de strijd tegen diabetescomplicaties of in de preventie ervan.

 

      • Anderzijds is ook een overwegend dierlijke voeding schadelijk voor de gezondheid. Teveel vlees vermoeit de maag en belast de darm, teveel proteïnen belasten de nieren die reeds een verhoogd risico lopen op beschadiging. Alle vleessoorten zijn echter niet verboden : mager runds-, kalfsvlees, konijn, kip, mager varkensvlees, hesp en filet d'Anvers zijn toegelaten, alsook verse vis, omega3 rijke vis (tonijn, zalm), mosselen en oesters. Leverpastei daarentegen en sterk gekruide voedingsmiddelen, conserven, garnalen en kreeft zijn te mijden.

 

Volgens een grote studie gevoerd aan de Harvard Public Health school zou de consumptie van rood vlees, en vooral van bewerkt vlees (bacon, worst...) ook de ontwikkeling van type 2-diabetes bij volwassenen bevorderen. Zo zou de dagelijkse consumptie van 100g rood vlees het risico op diabetes met 19% verhogen. Van bewerkt vlees zou reeds 50g/dag volstaan om het risico op diabetes met 51% te verhogen . Een Europese studie kwam tot hetzelfde resultaat .

An Pan, Qi Sun, Adam M Bernstein, Matthias B Schulze, JoAnn E Manson, Walter C Willett, Frank B Hu ; Red meat consumption and risk of type 2 diabetes: 3 cohorts of US adults and an updated meta-analysis. American Journal of Clinical Nutrition, first published August 10, 2011, doi: 10.3945/ajcn.111.018978.

 

 

 Door iedere dag een handje vol noten te eten, samen met een dagelijkse portie vis, neemt het organisme meer omega3 vetzuren en minder verzadigde vetzuren op, dan via het nuttigen van vis alleen. Toch opletten voor een te belangrijke proteïnenaanvoer (max. 15% van het totaal aantal calorieën om de nieren niet te veel te belasten).

 

      • Een te zure omgeving vormt een goede ontwikkelingsbodem voor diabetes : het organisme ontzuren neemt dan ook een belangrijke plaats in bij het beheersen van diabetes (zie ook : "Zuur-base profiel").

 

      • Eieren zijn wel goed voor diabetici, daar zij rijk zijn aan albumine, vetstoffen en lecithine.

 

      • (Magere) gefermenteerde melkproducten zoals kaas zijn niet verboden voor diabetici (melkfermenten stimuleren de insulinesecretie, wat bij type 2-diabetici welkom kan zijn). Doch hervekaas, roquefort en camembert zijn te sterk en te pikant. Gefermenteerde melkproducten leiden niet tot een belangrijke glucosestijging in het bloed (zwakke glykemische index (GI) van 15 - 30) en zouden het risico op type 2-diabetes zelfs verlagen . Gefermenteerde melkproducten kunnen ook een sterkere insuline-secretie uitlokken, wat bij type 2-diabetici welkom kan zijn (insuline-index yoghurt : 115). Magere yoghurt elke dag bv. zou zo het risico op type 2-diabetes beperken met 24% & .

       

      • Voeg wat (cider)azijn toe voor elke maaltijd (een soeplepel). Azijn vertraagt de verhoging van de glykemie en van de aanmaak van insuline  & . Azijnzuur zou ook de activiteit van amylasen thv de dunne darm blokkeren (amylasen zijn enzymen die zetmeel in glucose omzetten). Een deel van het zetmeel wordt dan via de stoelgang verwijderd ipv als glucose in de bloedbaan.

 

      • Onlesbare dorst is een bekend probleem bij diabetici. Nochtans mogen zij niet mateloos drinken, maar eerder in kleine teugen, meer voor het bevochtigen van de mond dan voor het stillen van de dorst. Een ijsklontje met citroensap kan ook helpen. Afgeroomde melk, melkwei (lactoserum), salie- of maretak-thee (5g + 2g zoethout/L water) zonder suiker helpen miraculeus.

 

      • Tenslotte lopen personen die te weinig slapen (< 6 uren per nacht) 66% meer risico op het ontwikkelen van diabetes dan deze die 7 of 8 uren slapen. Waarschijnlijk stelt het tekort aan slaap stoffen vrij die lijken op adrenaline, die op hun beurt een insuline-resistentie uitlokken Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism , doi:10.1210/jc.2009-2430, online on April 6, 2010 .

 

 

Fyto : 

 

    • Kaneel (Cinnamonium cassia) helpt de insulineresistentie beperken door een insuline-mimetisch effect : 1 tot 6g per dag zou de nuchterglykemie doen dalen met 18 tot 29% Akilen R, Tsiami A, Devendra D, Robinson N ; Glycated haemoglobin and blood pressure-lowering effect of cinnamon in multi-ethnic Type 2 diabetic patients in the UK: a randomized, placebo-controlled, double-blind clinical trial. Diabet Med. 2010 Oct;27(10):1159-67. doi: 10.1111/j.1464-5491.2010.03079.x. . Recente studies toonden aan dat, bij type 2 diabetici die nog geen insuline dienen te gebruiken, de regelmatige inname van kaneel in poeder (1 à 6 g/dag) de glykemie verlaagt en het vetgehalte, en dus het risico op cardiovasculaire ziekten, doet dalen (verlaging van de glykemie van 18 à 29%, van de triglyceriden van 23 à 30%, van LDLcholesterol van 7 à 27%, van totaal cholesterol van 12 à 26%) Rajadurai Akilen, Amalia Tsiami et al. Cinnamon in glycaemic control: Systematic review and meta analysis. Clinical Nutrition (2012) 1-7 & (hypolipemiërende en hypoglykemiërende effecten toegewezen aan cinnamaldehyde, een van de bestanddelen van kaneel).

     

    • Gember (Zingiber officinalis) : gingerolen werken ontstekingsremmend tegen insuline-resistentie veroorzaakt door adipokines (inflammatoire cytokines vrijgesteld door het vetweefsel)  en verlagen de glykemie (gezien bij ratten) .

     

    • Aloë vera : haar orale inname zou de vrijstelling van insuline stimuleren; uit een meta-analyse bleek Aloë vera de glykemie te verlagen met 46.6 tot 109.9mg/dl en de HbA1c-waarde met 1.05% .

     

    • Look (Allium sativum) : looksupplementen verlagen significant de nuchtere suikerspiegel, fructosamine en HbA1c bij patiënten met type2-diabetes. Knoflook verlaagt ook totaal cholesterol, LDL en triglyceriden in het bloed en verhoogt de HDL-cholesterol .

 

    • Het sap van bessen (bosbessen, bramen, frambozen, aalbessen, aronia...) is bijzonder rijk aan anthocyanen (aroniabessen : 1000mg/100g, 2 x het gehalte in de bosbes) (zie "Polyfenolen"), met antioxidant- en natuurlijke glykemie-regulerende eigenschappen (400ml/dag aronia-sap) .

 

    • Trigonella foenum (Fenegriek) : komt tussen in de regeling van de bloedsuikerspiegel .

 

    • Gymnema sylvestris (Gymnema), Balsempeer of bittermeloen (Momordica charantia) : verminderen de insulinebehoefte (hypoglycemiërende planten).

 

    • Duivelsklauw (Harpagophytum procumbens) : zou ook de glykemie doen dalen.

 

    • Vlozaad (Plantago ovata) : oefent een effect uit op de controle van diabetes.

 

    • Baobabextracten (Adansonia digitata): de vruchten zijn bijzonder rijk aan polyfenolen en zouden de glykemische respons bij type 2-diabetici verbeteren.

     

    • Ginseng : (Panax ginseng) : uit een systematisch kijk en meta-analyse van 16 gecontroleerde en gerandomiseerde studies door Canadese onderzoekers toonde een modest maar significant effect aan van Ginseng op de verbetering van de nuchterglykemie bij al dan niet diabetici. Toch zijn grotere studies nodig alsook gestandaardiseerde formules om dit effect te bevestigen....

     

    • Huang lian (Rhizoma coptidis), een Chinese medische plant wordt traditioneel gebruikt voor het behandelen van diabetessymptomen. Deze plant zou significant het risico op diabetes met een derde verlagen bij personen met glucose-intolerantie .

     

    • Zwarte komijn (Nigella Sativa) : de zaden zijn een traditionele populaire remedie tegen diabetes (Egypte).

 

 

Supplementen :

 

    • Alfa liponzuur : doet de celconcentraties van lactaat en pyruvaat dalen, wat wijst op een verbetering van de mitochondriale functie en van het suikermetabolisme (---> neuropathie ). Liponzuur is daarbij nog een activator van de transcriptiefactoren PARRs α en γ, en een sterke antioxidant.

 

    • ALCAR (Acetyl-L-carnitine) : zou een positief effect hebben op de pijn bij diabetische neuropathie . L-carnitine zou ook de glykemie en het HbA1c-niveau doen dalen en de insulinegevoeligheid verhogen .

 

    • NAC : verhoogt het verbruik van glucose door de cellen zodat de cel terug glucose kan opnemen met de hulp van insuline.

 

    • Mg en Cr spelen ook een belangrijke rol in de insulinegevoeligheid :

 

      • Cr - chroom

        • de werking van chromoduline bestaat in de versterking van het effect van insuline : het regelt de schommelingen in de bloedsuikerspiegel op verschillende manieren en verlaagt hierdoor de laattijdige hypoglykemie na een maaltijd, vermindert dus de vraag naar tussendoortjes... (biergist bevat chroom en verlaagt dus de glykemie- en de HbA1c-waarden )

        • chroom vertoont een cholesterolverlagend effect door verlaging van de LDL en door stijging van het HDL

      • Mg - magnesium :

        • magnesium voorkomt complicaties van diabetes zoals retinopathie en hartziekten

        • magnesium zou ontstekingstoestanden verzachten en de insulineresistentie bij type 2-diabetes doen dalen

        • uit een studie blijkt dat een tekort aan magnesium de insulineresistentie negatief beïnvloedt en een risicofactor voor zwangerschapsdiabetes en type 2-diabetes vormt .

        • waarschijnlijk is cacao, door zijn rijkdom aan magnesium, goed voor diabetici...

 

    • Vanadylsulfaat : 50mg, 2 x per dag (magistraal) : werkt antihypoglykemisch en insulinesparend, verhoogt de insulinegevoeligheid en verlaagt de cholesterolemie.

 

    • Zn werkt ook in op het insuline :

      • overmatig gebruik van geraffineerde suiker kan leiden tot zinktekort

      • alhoewel het aanwezig is in planten, wordt het zink daaruit slecht geabsorbeerd ; vooral opgeletten voor zinktekorten bij veganisten

 

    • DHEA, als PPARs agonist : verhoogt de insulinegevoeligheid van de cel.

 

    • MOVZ van de serie omega3 & : omdat verzadigde vetzuren, evenals suikers, de activiteit van PARRs verminderen, en hierdoor een insulineresistentie induceren waardoor het glucose minder wordt verbruikt... Omega3 vetzuren remmen ook door hun werking de ontwikkeling van cardiovasculaire complicaties (atheromateuze plaquevorming). Door dit verhoogd cardiovasculair risico is een vermindering van het gehalte aan LDL-cholesterol (vooral de LDL-c) primordiaal bij patiënten met diabetes.

 

    • Vitamine D : voldoende vitamine D aanvoer in de jonge jaren vermindert duidelijk het risico op de latere ontwikkeling van diabetes, tegenover andere kinderen.

 

    • Vitamine C en E, maar ook de cofactoren Se, Zn en Mn van verschillende enzymsystemen : tegen de oxidatieve stress, een oorzaak en een gevolg van chronische ontstekingen : oxidatieve stress speelt een rol bij de verstoring van de intracellulaire insulinesignalering.

 

    • Bij neuropathische pijnen : een vit B-complex met Benfotiamine (vetoplosbare vit B1, 150mg, 1 à 3 x/d), Niacine (B3, 500mg/d), Pyridoxine (B6, 150 à 250mg/d doch niet langdurig gebruiken), Cyanocobalamine (vit B12, 2 à 5mg/d). Eventueel dagelijks aan te vullen met vit C (200mg), vit E (100mg), Zn (20mg) et Mg (250mg) Farvid MS, Homayouni F, Amiri Z, Adelmanesh F. Improving neuropathy scores in type 2 diabetic patients using micronutrients supplementation. Diabetes Res Clin Pract. 2011 Apr 13. [Epub ahead of print] . Goede resultaten werden ook bereikt met een combinatie van bio-actieve vormen van vit B6, B9 en B12 .

 

    • Resveratrol (250mg/d) : zou bekwaam zijn het "versuikerd" hemoglobine (HbA1c) significant te verlagen wat wijst op een betere glykemiecontrole Jayesh Kumar Bhatt, Sabin Thomas, Moola Joghee Nanjan. Resveratrol supplementation improves glycemic control in type 2 diabetes mellitus. Nutrition research. 30 July 2012. DOI:10.1016/j.nutres.2012.06.003..

 

 

Wat doen bij hypoglykemie ?

 

Gaat meestal gepaard met een gevoel van zwakheid, bevingen en zweten :

 

        • Geef de patiënt 2 klontjes suiker of 3 stukjes druivensuiker of een glas limonade (geen light) ---> snelle suikers.

        • Geef hem vervolgens een kleine boterham of een koekje ---> wat tragere suikers

 

De patiënt moet dus steeds suiker op zak hebben. Hij is ook in het bezit van een diabetes-paspoort zodat hulpdiensten sneller adequate hulp kunnen bieden.

 

Breng de dichte familieleden en werkcollega's op de hoogte van de situatie en leg hen uit hoe een hypoglykemie te herkennen en te behandelen.

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.