Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.
Laatste bijwerking : 2021.11.19
Is een peptide, aanverwant aan proteïnen. Carnitine is geen echt aminozuur want bevat geen amino-groep (NH2). Het Is eerder een coënzym, vergelijkbaar met choline dat tot de B-vitaminen wordt gerekend. Net als B-vitaminen komt carnitine tussen bij de omzetting van voedsel in energie.
L-carnitine wordt in het organisme aangemaakt uit lysine en methionine met als cofactoren vit C, ijzer, vit B6 en vit B3 (niacine). Het komt vooral voor in het hart, moedermelk en colostrum (eerste moedermelk na de bevalling of eerste melk na het kalveren) en in spermatozoïden.
in vlees en in vis (1/5 van de dagelijkse behoefte) : kip, runds- en lamsvlees, melk...
zeer weinig in granen (tarwe, rijst...), bloemkool...
de andere 4/5 dienen aangemaakt in de lever uit lysine bij voldoende aanwezigheid van cofactoren : Mg, Fe, vit B3, vit C en SAM (dat op zijn beurt wordt aangemaakt met behulp van methionine, foliumzuur, vit B12 en betaïne).
Vegetariërs en veganisten moeten aldus opletten voor een mogelijk tekort aan L-carnitine.
Langketen vetzuurtransporter (kortketen VZ hebben geen carnitine nodig) : de hoofdbron voor de energieproductie in de (spier)cel is de mitochondriële bèta-oxidatie van lang-keten vetzuren (> C14). Om de mitochondriële membraan te kunnen passeren worden de lang-keten VZ eerste geactiveerd door coënzym A en dan verbonden met L-carnitine, een reactie die gekatalyseerd wordt door het enzym carnitine palmitoyltransferase (CPTase). Carnitine transporteert lange keten geactiveerde vetzuren door de binnenmembraan van de mitochondria (carnitine shuttle). Na het overbrengen keert het vrije carnitine terug naar het cytosol met de hulp van het translocase.
In de ontgifting : carnitine verwijdert de (schadelijke) overmaat aan vetzuren met korte keten (zoals acetaat, butyraat en propionaat) uit de mitochondria.
Carnitine
helpt dus de verzuring van het bloed tegen gaan en hierdoor her verlies van Ca, Mg en K (zie zuur-base evenwicht),
bevordert de zuurstofverbranding in de cellen, waardoor verbetering optreedt zelfs bij slechte doorbloeding (bv. verbetering van de loopafstand bij patiënten met etalagebenen)
heeft een belangrijke invloed op de energieaanmaak uit vetten (mitochondria) en helpt aldus tegen fysische en mentale vermoeidheid (goed gevoel), met goede resultaten bij depressieve symptomen,
vermindert de totale vetmassa, verhoogt de spiermassa bij de sporter,
zou ook een invloed uitoefenen op het totaal gehalte cholesterol, op de TAG (daling) en op het HDL-cholesterol (stijging),
ondersteunt tijdens het vasten : minder hongergevoel en vermoeidheid
helpt het immuniteitsvermogen in stand houden (versterkte immuniteit),
zou bij sporters :
het uithoudingsvermogen verbeteren,
snellere hartrecuperatie toelaten,
de vetverbranding verbeteren, waardoor ook het prestatievermogen kan verbeteren,
het lichaamsgewicht helpen verlagen, vooral de vetmassa.
stimuleert de zenuwregeneratie : L-carnitine zou
de hersenen beschermen tegen glutamaat- en ammoniaktoxiciteit
de ontwikkeling, de functie en het overleven van neuronen verbeteren
de vrijstelling van neurotransmitters zoals acetylcholine en dopamine, en van melatonine verhogen
lipofusine-accumulatie en glycatie (vorming van AGE's) in de hersenen reduceren
---> Carnitine beschermt daardoor hersencellen tegen ouderdomsdegeneratie en verbetert gemoedsstemmingen (depressieve symptomen), geheugen en cognitieve eigenschappen.
Bepaalde aandoeningen vereisen meer carnitine : hartaandoeningen, diabetes, chronische ziekten, lichamelijke stress, nieraandoeningen, hypoglykemie, kanker, zwaarlijvigheid, hyperlipidemie, hyperthyroïdie (verhoogd verbruik en uitscheiding van carnitine), epilepsie, bipolair syndroom, autisme, ruggemergletsels...
Noot : colostrum en moedermelk zijn rijk aan carnitine en vetzuren om de spieren en de hersenen bij zuigelingen snel te doen groeien.
Vegetariërs, cardiovasculaire risicopatiënten en ouderen maken minder lichaamseigen carnitine aan. In deze gevallen is extra carnitine uit voeding zoals vlees en vis of suppletie aangewezen.
Duursporters hebben ook baat bij een extra aanvulling met Acetyl-L-carnitine. Hun koolhydraatmetabolisme verloopt dan efficiënter. Minder aanmaak van melkzuur (of lactaat) is hiervan een gunstig gevolg.
Te dikke mensen hebben meestal een tekort aan carnitine of benutten onvoldoende de aanwezige carnitine :
Bij te weinig carnitine in de voeding (vegetariërs) komt er teveel vet of TAG in het bloed,
OF
door stress of cortisolstijging verhoogt de carnitine-excretie en blijft er teveel vet of TAG in het bloed.
Bij een tekort aan carnitine daalt het transport door de binnenmembraan van de mitochondria en gaan de TAG stijgen in het bloed.
---> hierdoor daalt de vetzuuroxidatie
---> hierdoor daalt de AcetylCoA productie
---> hierdoor daalt de verbranding in de Krebscyclus
---> minder energie, moe, traagheid, spieratrofie, gewichtsverlies
---> verzuring (energie gaat anaeroob aangemaakt worden met vorming van o.a. melkzuur) (bij sportbeoefening)
---> gewichtstoename, obesitas.
Bij patiënten met :
vegetarische voedingswijze : een tekort is mogelijk daar de bronnen van carnitine vooral van dierlijke oorsprong zijn (vlees).
Zwangerschap/Borstvoeding :
geen problemen werden vastgesteld ; de halfwaarde eliminatietijd van aminozuren varieert tussen 5 en 14 minuten. Toch bestaat er onvoldoende bewijskracht om de veiligheid tijdens de zwangerschap en/of de lactatieperiode te bevestigen.
Mogelijke interacties met :
anticonvulsiva... : verhoogde excretie van carnitine.
...
Te verwachten neveneffecten :
voedingssupplementen (1 à 3g carnitine per dag) veroorzaken in het algemeen geen neveneffecten. Met hoge dosissen traden nausea, braken en diarree op. Het risico op toxiciteit is hoger met D-carnitine dan met L-carnitine (de natuurlijke vorm).
gevallen van myastenia gravis werden gemeld na inname van DL-carnitine.
Noot :
Uit studies werd afgeleid dat een metaboliet van carnitine, het TMAO (trimethylamine oxide dat door darmbacteriën wordt aangemaakt) het risico op cardiovasculair lijden (atherosclerose) zou verhogen.
Alleen omdat bij mensen met hoge TMAO-bloedwaarden (tgv het eten van rood vlees, maar ook van voedingsmiddelen rijk aan choline zoals eieren en lever) een hoger risico op hartlijden werd gezien, bewijst daarom nog niet dat carnitine (of TMAO) inderdaad hartlijden veroorzaakt. Correlatie is niet noorzakelijk gelijk aan oorzaak. Het eten van rood vlees verhoogt inderdaad het carnitine/TMAO-gehalte in het bloed, maar het zijn eerder de aanwezige verzadigde dierlijke vetten die het cardiovasculair risico verhogen. Van eieren werd vroeger reeds bewezen dat zij het cardiovasculair risico niet doen stijgen. Ook zeevis verhoogt het TMAO-gehalte maar verlaagt zoals bekend het cardiovasculair risico.
L-carnitine wordt vooral gebruikt door gewichtheffers maar ook voor het stimuleren van de samentrekkingen van de darmspieren in behandeling van constipatie (ook bij kinderen, starten met 50mg/kg lichaamsgewicht/dag).
volwassene : starten met 500mg L-carnitine/d en progressief verhogen tot 2000mg/d.
in de behandeling van obesitas en hyperthyroïdie : tot 2 à 3g L-carnitine/d ; voor optimale resultaten associëren met alfa liponzuur en Q10
bij tekort aan carnitine en bij cardiovasculaire problemen, bijnieruitputting en chronische vermoeidheid : steeds carnitine + Mg samen geven (om de eventuele verzuring tegen te gaan)
dikwijls samen met liponzuur
voor de aanmaak van carnitine heeft het organisme vitamine C nodig en SAM : een laag vitamine C niveau leidt tot een laag carnitinegehalte.
innemen met een maaltijd (niet 's avonds) : inname tijdens de maaltijd zorgt voor een vertraagde passage door de darm waardoor er meer carnitine via de actieve absorptie wordt opgenomen ; de plasmawaarden zijn maximaal na drie uur.
afgeleiden met dezelfde eigenschappen : L-propionyl carnitine, acetyl-L-carnitine, acetyl-L-carnitine-arginate....
acetyl-L-carnitine wordt gemakkelijker opgenomen door de hersenen dan carnitine: 1000mg L-carnitine = 500mg acetyl-L-carnitine : daarom meer geïndiceerd om het cognitief vermogen te stimuleren en bij depressieve symptomen.
acetyl-L-carnitine-arginaat samen met acetyl-L-carnitine verhogen nog meer de eigenschappen van het carnitine alléén.
acetyl-L-carnitine-arginaat stimuleert bovendien de groei van nieuwe neurieten en de lengte hiervan.
ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD Laatste versie : 12-nov-24
De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.
In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.