Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.
Laatste bijwerking : 2023-05-24
Inhoud :
De inname van vooral koolhydraten verhoogt de glykemie, de hoeveelheid glucose in het bloed.
een stijging van de glykemie activeert vooral overdag de insuline-afgifte door de endocriene bètacellen van de pancreas, een daling ervan remt de afscheiding.
de afgifte van insuline wordt beïnvloed door het weefselhormoon GIPR (Glucose afhankelijk Insulinotroop Polypeptide) dat in de darmwand vrijkomt zodra voedsel het duodenum prikkelt.
Glucose activeert zeer snel de endocriene afscheiding van insuline in de bloedbaan. Sucrose matig, zetmeel normaal en fructose helemaal niet.
De inname van vezels (fructanen) verlaagt de nuchtere glykemie en deze na de maaltijd.
De bloedsuikerspiegel wordt geregeld vanuit de
lever :
zijn interne klok activeert in de loop van de nacht de vrijstelling van glucose uit zijn leverreserves om te voorkomen dat de suikeraanvoer naar de hersenen te ver daalt
overdag stimuleert die leverklok dan de aanvulling van die suikerreserves
bijnier :
geactiveerd door adrenaline : antagonist van insuline
adrenaline activeert ook de lever voor vrijstelling van glucose uit glycogeen (idem roken en koffie)
schildklier :
geactiveerd door thyroxine : antagonist van insuline
hypothalamus :
geactiveerd door somatostatine : antagonist van insuline
De bloedsuikerspiegel wordt verhoogd door :
geraffineerde koolhydraten, snelopneembare suikers : beter trage suikers zoals aardappelen (zie ook Glycemische index)
het uur van de maaltijd (de glykemie stijgt meer na het avondmaal) : 's avonds en 's nachts daalt de insuline-secretie door de pancreas waardoor dan aangevoerde koolhydraten voor een langere verhoogde suikerconcentratie in het bloed (glykemie) zorgen :
---> een suikerrijk avondmaal heeft dus een ongunstige invloed op de glykemie-controle!
acute acties : stress, woede, ergernis, haast : beperken met Mg en de AZ : Glu, Lys, Tyr, Gly
slaaptekort en slechte slaapefficiëntie doet bij patiënten met of zonder diabetes de glykemie stijgen .
ernstige stress-situaties (intensieve zorgen, shock, operatie,...) kan bij niet-diabetici stress-hyperglykemie uitlokken : studies wijzen uit dat stress-hyperglykemie beter dient beperkt te worden (tot 190-215mg/dl) dan genormaliseerd (80-110mg/dl)
afbraak van eiwitten, vetten : activeert de glycogeenopslag (<---> alcohol)
overactieve schildklier : verhoging basaal metabolisme ---> verhoging glucose verbruik (zie ook hyperthyroïdie)
een overmaat zout (natrium) : het glucose-molecule geraakt via een eiwitkanaal in de darmwandcel : bij elke doorgang gaan 2 natriumionen mee over (symport of co-transport). De aanwezig van zout verhoogt de aantrekkingskracht van het eiwitkanaal voor suiker.
---> Hoe meer zout aanwezig in het darmkanaal, hoe gemakkelijker glucose wordt opgenomen en overgaat in de bloedbaan . De preventie of behandeling van diabetes moet een verminderde inname van zowel suiker als zout inhouden.
De bloedsuikerspiegel wordt verlaagd door :
Metabole afwijkingen van type 1 diabetes, zoals hyperglykemie en hypoglykemie, kunnen een schadelijk effect hebben op het centraal zenuwstelsel en geassocieerd zijn met significante neurologische sequelen op lange termijn. Zo was het extra risico op epilepsie bij patiënten met type 1 diabetes verhoogd bij patiënten met hypoglykemie of met ernstigere diabetes .
Normaal is de bloedsuikerspiegel (glykemie) laag op een lege maag. Een lage glykemie zorgt voor ongeduldig en prikkelbaar gedrag. Honger maakt dat je je moeilijk kunt concentreren. Dit noemen we de "nuchterhypoglykemie".
Maar ook na een degelijke maaltijd kan hypoglykemie optreden, vooral indien deze maaltijd rijk was aan suikers. Een overmaat suikers zorgt voor een glykemiepiek omdat teveel glucose ineens in het bloed belanden. Om aan deze voor het organisme gevaarlijke situatie te verhelpen, stelt het organisme insuline vrij. Deze paniekreactie leidt dikwijls tot een overmatige insulinevrijstelling, met een "reactieve hypoglykemie" als gevolg.
Hypoglykemie kan dus worden uitgelokt door :
insuline (pancreas bèta cellen) ↑
Maar hypoglykemie kan ook worden uitgelokt door :
glucagon (pancreas alfa cellen) ↓
IGF-1 en IGF-2 (insuline gelijkende groeifactor, metaboliet van het groeihormoon (GH)) ↓ (meestal bij kinderen)
thyroxine ( schildklier) ↑
een verstoring van de gluconeogenese (ernstige lever- of nierinsufficiëntie)
Wanneer de glykemie te laag zakt (< 0.65g/l = 3.7mmol/l) :
glucagon (pancreas alfa cellen)↑
IGF-1 en IGF-2 (hypofyse) ↑
adrenaline (bijniermerg) ↑
adrenerge reactie (vegetatief zenuwstelsel) op de hypoglykemie : beven, nausea, zweten, bleekheid, tachycardie, palpitaties...
noradrenaline ↑ ---> activatie van het limbisch systeem ---> emoties zoals agressie, angst, paniek...
Hypoglykemie-symptomen :
De hypoglykemie-toestand wordt al dan niet duidelijk aangevoeld en manifesteert zich op verschillende manieren : hongergevoel, duizeligheid, concentratiestoornissen, slaperigheid, zelfs chronische vermoeidheid indien dit regelmatig optreedt. Het organisme poogt immers de dreigende hypoglykemie-toestand te vermijden door de productie van glucose te stimuleren.
Het organisme compenseert met de vrijstelling van adrenaline, wat aanleiding geeft tot zenuwachtigheid, agressie, beven... (een toestand welke kan leiden tot tachycardie en aritmie). Glycemiestoornissen zouden mede oorzaak zijn van partneragressie .
Er bestaat een direct verband tussen het optreden van hypoglykemie-verschijnselen en het type van het voedingsmiddel ingenomen binnen de laatste 2 uren.
Agressiviteit is een van de belangrijkste eerste tekenen van verdoken diabetes. Doch al de andere symptomen, dagelijks of occasioneel optredend, herkennen wij allen in meer of mindere mate. Onze voedingswijze leidt daar onvermijdelijk naar toe!
meestal reageren wij hierop door suiker in te nemen, wat wel onmiddellijk resultaat oplevert, maar eigenlijk het heroptreden van hypoglycemische verschijnselen induceert. De enige juiste oplossing die leidt tot het doorbreken van deze steeds terugkerende toestand, is het volledig mijden van voedingsmiddelen met hoge glycemische index.
bij ernstige hypoglykemie (reactieve), wanneer het zenuwstelsel onvoldoende glucose krijgt, treden gedragsveranderingen (agressie, woede...) op, tekenen van onoplettendheid, convulsies et uiteindelijk coma.
Wat treft bij de hypoglykemie-symptomen is hun brutale manier van optreden (in enkele minuten). Waarschijnlijk is hypoglykemie een onderliggende oorzaak van vele dagelijkse emotionele problemen : chronische vermoeidheid, uitputting, depressieve gevoelens, prikkelbaarheid, humeurigheid maar ook van dyslexie, kouwelijkheid, allergie (verkoudheden, rhinitis, hooikoorts...).
Ook zou hypoglykemie een aantal gedrags- en ziektetoestanden bevorderen : epilepsie, astma, maagzweren, artritis, libidoverlies (vrouw), impotentie (man), slechte schoolresultaten, asociaal en vijandig gedrag, angst, verslaving, obesitas, mentale ziekten (schizofrenie, neurose, psychose, psychoneurose...). Een belangrijk percentage van de psychiatrische patiënten zou lijden aan hypoglykemie. Onderzoekers stelden vast dat bejaarde diabetici die een ernstige hypoglykemie doormaken vervolgens dubbel zoveel risico liepen om dementie te ontwikkelen . Uit een andere studie bleek dat ook hoge glucosespiegels het risico op dementie verhogen, zelfs bij niet-diabetici .
Snelopneembare suikers worden snel door het organisme opgenomen, waardoor in het bloed het glucoseniveau zeer snel stijgt (te hoog)
De pancreas reageert onmiddellijk door de afgifte van een grote hoeveelheid insuline waardoor het glucoseniveau terug snel daalt (te laag)
De bijnieren reageren, als paniek reactie op deze veel te snelle daling van het bloedsuikergehalte, door de afgifte van cortisol waardoor het glucoseniveau terug stijgt (te hoog). Cortisol zorgt er immers voor dat glucose uit glycogeen wordt vrijgesteld... (ook stress, ergernis, woede, haast... lokken dit uit).
Overmatige prikkeling van de pancreas en de bijnieren door overmatige consumptie van "snelle suikers" leidt uiteindelijk tot het "hypoglykemie-syndroom". Beide organen gaan steeds heftiger reageren op veranderingen van het glucoseniveau.
Ondertussen pompt het insuline telkens de glucose-moleculen uit de bloedbaan naar de weefsels via de insuline-receptoren op de membraan van de weefselcellen. Bij zinktekort (zie "Insuline") blijft er meer insuline in omloop en worden minder insulinereceptoren bezet : hierdoor gaat de opname van glucose naar de cellen nog sneller : ook vetcellen doen mee (zij bezitten veel meer insulinereceptoren dan spiercellen...) ----> bloedsuikerspiegeldaling (hypoglykemie) ----> terug suikerbehoefte (suikerverslaving) ---> obesitas.
Na een tijd gaan ook de insulinereceptoren van de cellen er onder lijden : hun werking gaat afnemen (insulineresistentie), zodat het glucose minder gemakkelijk in de spieren of in de andere weefsels wordt binnen gewerkt (vermagering). Wat terug leidt tot een verhoogde insulineafgifte. Wanneer deze hyperinsulinemie er niet langer meer in slaagt de insulineresistentie te compenseren, dreigt een hyperglykemie.
Dit is het begin van de glucose-intolerantie : de pancreas raakt uiteindelijk uitgeput en slaagt er niet meer in voldoende insuline te produceren om de suiker uit het bloed in de cel te pompen.
De evolutie doorloopt dus 5 stadia :
Hypoglykemie-syndroom
Hyperinsulinemie (compenserende)
Glucose-intolerantie
Type 2-diabetes
Alhoewel diabetes de meest voorkomende oorzaak vormt van chronische hyperglykemie, kan deze laatste ook worden uitgelokt door geneesmiddelen. Dit kan o.a. met corticoïden, neuroleptica/antipsychotica (veroorzaken een vermindering in intracellulaire insulinesignalering, wat leidt tot insulineresistentie), antivirale middelen, bepaalde antikankermiddelen, diuretica of contraceptiva (sterk gedoseerd met oestrogenenen of progestatieven) . Statinebehandeling kan de insulinegevoeligheid verminderen en de insulinesecretie veranderen. De meest gebruikelijke bètablokkers, zoals metoprolol en atenolol, worden in verband gebracht met een toename van het geglyceerd hemoglobine, de gemiddelde bloedglucose, het lichaamsgewicht en de triglycerideniveaus.
Suiker verstoort compleet de verzadigingsmechanismen :
Het hongergevoel is, onder andere, het gevolg van een verlaging van de serumspiegel van glucose (en niet van een toestand van hypoglykemie, daar bij diabeten in hyperglykemie een gevoel van honger kan optreden). Deze lichte toestand van glucopenie veroorzaakt een stimulatie van receptoren gelegen ter hoogte van de laterale hypothalamus, de cortex en van het limbisch systeem.
Deze stimulatie ligt aan de basis van anticipatie-gedragingen welke hun oorsprong vinden in onvoorwaardelijke stimuli (predisposities, aangeboren aantrekkingskracht) en geconditioneerde stimuli (aangeleerd, of gebaseerd op ervaringen die reeds starten bij de eerste contacten met voedsel). Deze laatsten worden natuurlijk ook beïnvloed door de opvoeding, de omgeving en door het gemak waarmee het voedsel ter beschikking staat.
Suikers met hoge GI worden verdacht de mechanismen die het verzadigingsgevoel sturen op alle niveaus te verstoren : de aangeboren zin voor suiker, snelle vertering en voortijdige glucopenie, toestanden van hypoglykemie door het insuline-antwoord, en met daar tegenover, snelle verzadiging, suiker als troost (opvoeding), publiciteit (omgeving), permanente beschikbaarheid (gemakkelijke aanschaf).
Bij kort vasten, treden compenserende mechanismen op voor het in stand houden van de glykemie en van de energievoorziening (gluconeogenese, glycogenolyse, lipolyse en energieproductie via bèta-oxidatie). Doch, deze mechanismen kunnen geremd worden door de secretie van insuline als reactie op de inname van sterk insulinogene voedingsmiddelen, met als resultaat een tendens tot daling van het bloedsuikerniveau en tot daling van de energieproductie uit glycogeen en uit gestockeerde triglyceriden.
Dus zonder echt een hypoglykemie uit te lokken lijkt de inhibitie van deze adaptatie-mechanismen het hongergevoel te versterken.
Hoog normale glykemiewaarden (prediabetisch stadium) kunnen het risico op glomerulaire hyperfiltratie en albuminurie verhogen . Maar ook het risico op kanker . Omgekeerd: Hoe lager de glykemie, hoe beter om het risico op hartziekten te verlagen .
De metabole neveneffecten van suiker op het organisme zichtbaar in het bloed
ALAT enzym ↑ : als levercellen beschadigd raken, lekt ALAT vanuit de lever in het bloed.
triglyceriden ↑ : een vette lever evacueert vet (triglyceriden) in de bloedbaan.
cholesterol ↑ : zorgt, samen met triglyceriden, voor vorming van kleine dense LDL-partikels
met daarnaast
Bloedsuiker regulerend dieet :
samengestelde ongeraffineerde koolhydraten en volwaardige eiwitten : hebben trage ontsluitingstijd!
frequent kleine maaltijden
geen genotmiddelen (snoep...)
geen koffie, alcohol, roken
mineraalrijke voeding : rauwkost, volle granen, tarwekiemen, biergist...
gebruik geen kunstmatige zoetmiddelen (sweeters) : de pancreas anticipeert immers reeds op de smaak van zoete voedingsmiddelen (mond!) met de aanmaak van extra insuline. En dat dient juist vermeden te worden...
proteïnerijke maaltijden zorgen voor een tragere absorptie van de aanwezige suikers... Vegetariërs opgelet...
ruwe vezels verminderen de insulineresistentie
olijfolie : mindere stijging van glykemie (en van LDL-cholesterol) na een maaltijd met extra vierge olijfolie
Voedingssupplementen :
GTF chroom : 200mcg, 2 x /d (insuline receptor)
Zn citraat : 50mg, 2 x /d (werking insuline)
Mn orotaat : 50mg, 1 x /d (bètacellen activatie)
Mg orotaat : 500mg, 2 x /d (rustgevend, ontspannend)
Vit B5 (pantotheenzuur) : 500mg, 1 x /d (cortisonwerking)
Vit C : 1000mg, 3 x /d (bijnieren)
Pancreasconcentraat : 200mg, 2 x /d (hormoonregeling)
Bijnierconcentraat : 200mg, 2 x /d (hormoonregeling)
Leverconcentraat : 200mg, 2 x /d (hormoonregeling)
Vit B complex : 200mg, 1 x /d (cofactoren, enzymen)
Se : 500mcg/d ged. 3m (doet de schade aan capillairen van het netvlies en nieren afnemen)
AZ : Glu, Lys, Gly, Tyr
Andere maatregelen :
Verbetering exocriene pancreasfunctie : NaHCO3 + pancreas-enzymen : 1 koffielepel bicarbonaat in glas water 20' voor het eten neutraliseert het maagzuur... (opgelet voor rebound-effect!)
Stress -beheers-technieken
Vermijden van farmaca die de glykemie beïnvloeden : pil, corticosteroïden...
Voldoende dagelijkse beweging
Opgelet bij allergieën, amalgaam, candida, postviraal syndroom, andere endocrien ziekten...
Chroom in broccoli, basilicum, volkoren, asperges, druiven, honing, rozijnen...
Voedingsmiddelen welke een activiteit uitoefenen op het metabolisme van suikers :
Glycemie-verlagende werking :
rijstzetmeel, artisjok, tofoe, look, ui, basilicum, koriander, waterkers, kruidnagel, gember, oplosbare vezels uit amandelen, guave, koffie...
safraan : dagelijkse inname van saffraan (Crocus sativus L) verbetert de nuchtere bloedsuikerspiegel en het geglyceerd hemoglobine (HbA1c, dat de bloedsuikerspiegel weergeeft) bij patiënten met diabetes.
pistache nootjes
voor een maaltijd :
5g psyllium (vezels) innemen
salade eten
aan een maaltijd : meer rauwkost en goede vetten toevoegen
Remming van de glucose-absorptie :
α-amylase remmers
luteoline uit olijven (acarbose), groenen bonen, sinaasappelschil, marjolein, rozemarijn, peterselie, pigment, chlorogeenzuur (koffie)
α-glucosidase remmers
luteoline uit olijven (acarbose)
pectine :
appel
Verhoging van de insulinemie :
lectine (champignons de Paris)
capsaïcine uit paprika, pigmenten
bèta glucan (haver)
oleanolzuur en oleanolaldehyde (Cabernet Sauvignon)
Verlaging van de glykemie, en van de insulinemie :
adiponectine (gierst, rogge, bier), saponine (droge groenten), coumestrol (droge groenten), genisteïne (droge groenten), salie (niet als essentiële olie)
Verlaging van de insulineresistentie :
zoete aardappelen, gerst, kaneel, kruidnagel, afgeroomde melk
Zie ook : "Nutribalans".
Glucometer :
Meten zet aan tot gedragsverandering : een visualisatie in de vorm van je eigen bloedsuikergrafiek zet veel meer aan tot gedragswijziging dan enkel wat gezondheidstips lezen in een brochure. Voor mensen die de hele dag snacken en weinig bewegen kan het een serieuze eyeopener zijn om te zien dat een volkorenboterham met confituur een beduidend negatiever effect op je lichaam heeft dan en volkorenboterham met kaas en wat rauwkost.
FreeStyle® van de firma Abbott is een revolutionaire glucometer, het eerste flashsysteem voor zelfmonitoring van de glykemie waarvoor je geen vingerprikker en teststrookjes nodig hebt Het toestel meet continu (1x/min) het glucosegehalte in het interstitiële vocht. Het doet dat met een filament (sensor) van minder dan 0,4 mm, dat 5 mm onder het huidoppervlak wordt gestoken. Dat doet geen pijn. Dat biedt tal van voordelen in vergelijking met een klassieke glucometer, waarvoor je bloed afneemt aan de vingertoppen.
De meetwaarden geven precies de glucosespiegel in de haarvaten weer ongeacht de kenmerken van de patiënt (leeftijd, gewicht …). De passage van glucose van de haarvaten naar het interstitiële vocht duurt ongeveer 10-15 min.1 Je hoeft maar een leeseenheid tegen de sensor te houden om de informatie te verzamelen. Het toestel berekent dan automatisch de equivalentie tussen de meting en de glykemie. Het systeem bestaat uit een sensor, die op de huid wordt geplaatst en die de informatie doorstuurt naar een eenheid voor gegevensverwerking ter grootte van een smartphone. Met een USB-drager kan je de gegevens overzetten op een computer. De sensor blijft 14 dagen actief en het toestel hoeft niet te worden geijkt.
Maar ook zonder glucosemeter kunt u op gezonde wijze uw bloedsuikerachtbaan intomen dankzij enkele eenvoudige voedingstips. Weet dat een stukje fruit met wat skyr je bloedsuiker minder snel de hoogte injaagt dan een stuk fruit alleen. Hetzelfde geldt voor pasta met heel veel groenten in vergelijking met een pastabord met enkel tomatensaus. Bewegen na een maaltijd helpt om de glucosewaarden naar beneden te halen. Als je sport, zullen je glucosewaarden soms stijgen. Dit is volkomen normaal. In feite worden je glucosereserves gedeeltelijk vrijgemaakt in het lichaam om te worden gebruikt als brandstof...
ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD Laatste versie : 12-nov-24
De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.
In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.