Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Glycoproteïnen            

 

          Laatste bijwerking : 2021.11.19

 

 

Een glycoproteïne is een proteïne met enkele polysachariden (vb. siaalzuur) gevormd door enzymatische glycosylatie (= enzymatische glycatie : het enzymatisch bijvoegen van een oligosacharide tijdens de biosynthese van bepaalde eiwitten).

 

Daar tegenover staat de niet-enzymatische/chemische glycatie (Maillard-reactie), een spontane pathologische reactie waarbij gesuikerde proteïnen gevormd worden. De reactiesnelheid wordt bepaald door de concentratie van de 2 moleculen. Hemoglobine is een van de eiwitten waarvan de glycatie grondig werd bestudeerd. Met haar gesuikerde vorm HbA1c.

 

Bekende glycoproteïnen zijn :

 

    • collageen, keratine (structureel) : zie verder

    • mucinen (smeermiddel, beschermend)

    • transferrine, ceruloplasmine (transportmoleculen)

    • immunoglobulinen (immuunsysteem)

    • lectines

    • humaan Choriongonadotrofine (hCG, hormonen)

    • alkalische fosfatase, ... (enzymen)

    • eiwitten betrokken bij cel-cel (sperma-eicel), virus-cel, bacterie-cel en hormoon-cel interacties

    • ...

 

Lectines (glycoproteïnen uit het plantenrijk) behoren tot het arsenaal van chemische zelfverdedigingsmiddelen waarover planten beschikken om zich te verdedigen tegen predatoren zoals insecten. Planten willen niet gegeten worden... Lectines hebben een functie in de communicatie en interactie tussen cellen. Daarbij hebben lectines meerdere bindingsplaatsen voor specifieke suikers. Lectines kunnen zo binden met o.a. siaalzuur zodat acetylcholine, dat de zenuwgeleiding verzekert, geblokkeerd wordt. Lectines zijn waarschijnlijk betrokken bij de ontwikkeling van auto-immuunziekten en van neuropatische, cognitieve, ontstekings- en hartproblemen.

 

Zijn rijk aan lectines : bonen, linzen, granen (tarwe, soja...), groenten van de nachtschade-familie (aubergine, aardappelen, pepers...). Een lectine-arme voeding kan aangewezen bij auto-immuunziekten of bij chronische (ontstekings)ziektetoestanden.

 

Op analoge wijze hebben de cellen van de galwegen van onze lever lectines op hun oppervlak om bacteriën en parasieten beter te kunnen vangen en elimineren. Meer nog, bacteriën hebben ook lectines op hun oppervlak om hen te helpen zich te hechten aan de slijmvliezen van het lichaam.

 

 

Een glycoproteïne wordt aangemaakt door O- of N- glycosylatie van een proteïne, afhankelijk van het gebruikte aminozuur. De meeste zijn gesulfateerd.

 

    • glycoproteïnen komen voor in bloed, extracellulaire vloeistof, in lysosomen, plasmamembraan, ...

 

bv. :

 

PON-1 (paraoxonase-1) is zo'n calciumafhankelijk glycoproteïne, dat wordt aangemaakt in de lever, zich in het bloed uitsluitend bindt aan HDL-cholesterol en ervoor zorgt dat HDL zijn integriteit, activiteit en efficiëntie behoudt. Het vertoont antioxidant, anti-inflammatoire en ontgiftingseigenschappen. PON-1 wordt geactiveerd door PPAR gamma (zie "Peroxisomen"). Lage PON-1 bloedwaarden worden geassocieerd met hart- en vaatziekten, onafhankelijk van de bloedlipide waarden. Het granaatappelsap zou de activiteit van PON-1 verhogen.

 

    • glycoproteïnen geven een olie-achtige eigenschap aan mucosecreties (long, darm)

 

    • vezelachtige glycoproteïnen vormen het collageen : deze laatste bestaat uit 3 om elkaar gewonden polypeptideketens. Deze kunnen zich op verschillende wijzen onder elkaar combineren. Elk type collageen bezit alzo een eigen structuur en zit in welbepaalde organen :

 

      • collageen type I : komt tussen bij de vorming van de huid, de pezen, de beenderen en het hoornvlies,

      • collageen type II komt voor als fijne vezeltjes in de grondlaag van het hyalien kraakbeen en zorgt er voor stevigheid en weerstand (samen met collageen types IX, X en XI). De niet-gedenatureerde vorm van collageen type II behoudt haar driedubbele helixstructuur.

      • collageen type III : komt vooral voor in skeletspieren en in de wand van de bloedvaten.

 

Naast glycine spelen hydroxylysine en hydroxyproline een belangrijke rol in de opbouw van collageen. Vit C is nodig om de 2 aminozuren lysine en proline om te zetten in hydroxylysine en hydroxyproline.

 

      • glycine : vis, vlees, zuivelproducten

      • lysine : in vlees, vis, zuivelproducten en peulvruchten

      • proline : in het wit van een ei, tarwekiemen, ...

 

Gerechten die rijk zijn aan collageen worden tegenwoordig zelden klaargemaakt : been met merg, bouillon, ganse vissen, kalfskop, varkenspoot, gekookte kip, pensen, andouilette... Gerechten uit vroegere tijden... Niet toevallig dat bouillon, gelei en andere gerechten rijk aan collageen deel uit maakten van onze cultuur. Spijtig genoeg zijn zij in een generatie verloren gegaan. Vooral nu er met onze moderne levenswijze juist meer nood is aan collageenopname via de voeding.

 

De werking van collageen steunt op een immuunreactie waarbij de beendegeneratie bij osteoartritis wordt omgekeerd zodat het organisme haar eigen gewrichten kan herstellen. Collageensupplementen activeren de immuunrespons, zodat het collageen als voedingssupplement wordt beschouwd en niet als een te vernietigen vreemd lichaam. Hierdoor wordt de vernietiging van het eigen collageen afgeremd en dus ook de hieruit voortvloeiende ontstekingsreacties wat leidt tot minder pijn en een betere gewrichtsmobiliteit.

 

Noot : Collageen is rauw materiaal, terwijl gelatine staat voor "gekookt" collageen waardoor beter verteerbaar en gemakkelijker opneembaar.

 

Suikers zijn receptoren : bv. herkenningsfunctie voor afweersysteem (leidt tot afstoting bij transplantaties, bloedtransfusies). Dolichol (een VZ uit cholesterol,  belangrijk voor ogen en hersenen), is een AZ drager, nodig om de suikers op het proteïne te plaatsen.

 

         

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.