Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Zwavel

 

          Laatste bijwerking : 2021.11.19

 

 

S , zwavel

 

 

Zwavel is het achtste meest voorkomend element in het organisme na zuurstof, koolstof, waterstof, stikstof, calcium, fosfor en kalium.

 

Zwavel is zuur, alhoewel het de pH van een basische oplossing verhoogt door de effecten van calcium te stimuleren.

 

Zwavel is aanwezig in alle cellen van de dieren- en plantenwereld en wordt in zijn natuurlijke vorm aangetroffen in de zee. Zeewieren gebruiken overvloedig zwavel voor de opbouw van hun weefsels. Zwavel behoort met calcium, magnesium, kalium, natrium en fosfor tot de macromineralen die het organisme dagelijks in grote hoeveelheden nodig heeft. 96% van de organen zijn opgebouwd uit de 5 basiselementen : zuurstof, waterstof, stikstof, koolstof en zwavel.

 

Zwavel wordt opgenomen ter hoogte van de darm en vervolgens vervoerd naar de lever waar verscheidene zwavelhoudende bestanddelen worden aangemaakt (eiwitten bv.). Een overmaat wordt via de urine uitgescheiden.

 

Zwavel speelt een belangrijke rol in de stofwisseling van eiwitten, de grondstof voor onze spieren, is betrokken bij de vorming van het bindweefsel dat de beenderen van het skelet samenhoudt en bij de structuur van onze gewrichten, de huid, het haar, de nagels. Aangezien zwavel in alle cellen van het organisme wordt opgeslagen, komen de hoogste concentraties voor in de gewrichten, de haren, de huid en de nagels.

Overzicht inhoud :

Natuurlijke bronnen

 

Rol in het organisme

 

Tekorten

 

Opletten

 

Nutritionele behoeften

 

Praktisch

Inhoud :

Natuurlijke bronnen :              

 

 

Eieren, vis, vlees, gevogelte, ... bevatten meestal in voldoende mate alle aminozuren, waaronder de 2 gezwavelde : methionine en cysteïne. Het organisme kan geen van beiden als dusdanig opslaan. Na oxidatie worden zij als glutathion in de urine uitgescheiden. Een constante aanvoer van deze zwavelrijke aminozuren via de voeding is daarom nodig.

 

Eiwit bestaat voor het grootste gedeelte uit albumine, dat tot 36x haar volume water kan binden dankzij de aanwezigheid van zwavel in albumine. Bij alle levende organismen zorgt albumine (albuminoïden in planten) ervoor dat water in alle delen van de organismen aanwezig blijft. Zo is ons bloed samengesteld uit o.a. albumine (7%) en rode bloedcellen (12.7%). En in rode bloedcellen zit zelfs meer zwavel (0.50%) dan ijzer (0.42%)!

 

Groene bladgroenten blijken kleine suikerachtige moleculen te bevatten die gunstige bacteriën in onze darm kunnen voeden. Dit suiker. sulfoquinovosidase (SQ), wordt geproduceerd door organismen die in staat zijn tot fotosynthese. Goede darmbacteriën zetten SQ vervolgens om naar koolstof en zwavel.

 

Zwavel zou in principe voldoende moeten voorkomen in onze voeding (er bestaat zelfs geen ADH voor). Maar doorgedreven bemesting van cultuurgronden met mengsels die meer fosfaat bevatten en geen of weinig zwavel, waardoor de overmaat fosfor de opname van zwavel door de plant hindert, zorgt voor groenten met lage zwavelconcentraties. Bij de industriële verwerking ervan gaat ook een deel zwavel verloren. Een tekort aan zwavel is dus reëel...

 

Rol in het organisme :              

 

Zwavel is een sterk versatiel element dat kan in verschillende oxidatietoestanden voorkomen : van +6 (in H2SO4) tot -2 (in H2S).

 

Zwavel is een belangrijk onderdeel van sommige proteïnen en speelt een belangrijke rol in het metabolisme van eiwitten, spieren, bindweefsel, huid, kraakbeen, maar ook van haar.

 

Zwavel :

 

    • regelt de zuurgraad (pH) in een zuur midden : alle organismen zijn overwegend zuur. Met water vormen alkalimetalen  (Na, K, Ca...) basen. In aanwezigheid van zwavel reageren deze basische oplossingen zonder met zwavel een verbinding aan te gaan. Deze eigenschap laat het pH-evenwicht in zuur midden toe. Dit chemisch fenomeen is essentieel voor vele metabolisatiewegen waarbij deze metalen tussenkomen.

     

 

      • deze aminozuren treden in het organisme op als S-donoren voor de aanmaak van : CoASH, glutathion, cystathione, insuline, keratine, heparine, PAPS, somatostatine (GH), oxytocine, vasopressine, ferridoxine, ...

 

        • S is onmisbaar voor

          • glutathion (GSH), een metabole (super)antioxidant die een rol speelt in het elektronentransport (terwijl de beschikbaarheid van cysteïne de beperkende factor is in de synthese van GSH),

          • SAMe

          • NAC

          • albumine (zie hoger)

          • ...

 

 

 

        • S is onmisbaar voor de aanmaak van insuline, een molecule opgebouwd uit 2 aminozuurketens onderling verbonden door zwavelbruggen.

 

        • S is onmisbaar voor de synthese van collageen (dubbele zwavelbruggen), aanwezig in de cellen van het bindweefsel.

 

        • S is aanwezig in keratine (dubbele zwavel- of disulfidebruggen), een eiwit nodig voor de stevigheid van de huid, de nagels en de haren. Haren en nagels bestaan grotendeels uit keratine, een taai eiwit met een hoog gehalte aan zwavel. Zie ook "Glycoaminoglycanen".

         

        • S in zwavelbruggen : S is ook bepalend voor de doorlaatbaarheid en flexibiliteit van de celmembraan en een goede werking van de transporteiwitten.

 

        • S neemt deel aan de zenuwactiviteit (aanmaak van de neurotransmitter acetylcholine).

         

        • ...

 

      1.  

 

    • stimuleert de productie van gal en bepaalt zo de vertering mee. De lever elimineert geen afval (de nieren wel), terwijl gal een geraffineerd chemisch product is met een bepaald doel : de zuren uit de maag helpen neutraliseren. De benodigde hoeveelheid natrium wordt, met de hulp van zwavel, bepaald en een deel ervan wordt gestuurd naar en gestockeerd in de galblaas samen met de basische pancreassappen, voor het neutraliseren van maagzuren in het duodenum.

 

    • komt tussen bij de ontgifting in de lever via de gal, als ligand van het cytochroom c-oxidase en in de methylcyclus : sulfatering, als oxidatiereactie, is de belangrijkste ontgiftingsweg in de lever. De ontgifting is dus een stap in de vertering/metabolisatie van stoffen die in het bloed circuleren.

 

    • draagt bij tot de productie van immunoglobulines, welke de immuunfuncties moeten onderhouden.

     

    • S/Ca-balans : zwavel is de vaste partner van calcium in alle metabolismen

      • calcium is alkalisch, zwavel werkt verzurend : het zijn vaste partners in ons lichaam

      • calcium treedt overal op waar zwavel actief is

      • zwavel regelt o.a. de werking van de lever, die op zijn beurt tussenkomt bij het onderhouden van de calciumspiegels in het bloed

      • een zwaveltekort verstoort de S/Ca verhouding en  verzwakt zo de leverwerking

 

    • zou ook in sulfaat worden omgezet onder invloed van de zon (UVB), en met behulp van het enzym eNOS (Endothelial nitric oxide synthase), een enzym van het cytochroom p450 systeem, aanwezig in endotheelcellen van de aderwand, in keratinocyten van de huid, in rode bloedcellen, in thrombocyten en mestcellen (mastocyten) : allemaal cellen die in contact met zonnestraling kunnen komen met als zwavelbronnen : methionine, cysteïne... in dierlijke eiwitten, en taurine :

     

      • de oxidatie van zwavel naar sulfaat absorbeert zonne-energie zoals een zonnepaneel doet, terwijl de reductie van sulfaat in het organisme energie terug vrijstelt :

 

S --> SO2 --> SO42-

 

* Het zwavel kan geleverd worden door de gassen H2S en SO2 vrij voorkomend in de lucht en geabsorbeerd doorheen de huid. En ook/of geabsorbeerd in de eNOS-holte, door het geoxideerd Glutathion GSSH met de hulp van het Glutathion S-tranferase, FAD en FMN (zie : "Co-enzymes") in aanwezigheid van vit B12 en zink. Wat magnesiumsulfaat toevoegen aan een warm bad helpt de opname van sulfaat via de huid.

 

eNOS maakt of cholesterolsulfaat (kosmotroop) aan of nitraatoxide NO (vaatverwijdend, chaotroop) en het superoxide O2 - (diradicaal), nodig voor de oxidatie van zwavel naar sulfaat.

 

S + 2 O2 - --> SO42-

 

Sommige Spa-inrichtingen maken daar gebruik van.

 

* Zuurstof uit de lucht wordt in het sulfaat gefixeerd : dit gebeurt in de caveolae, een beschermd milieu. Hierdoor wordt zuurstof ongevaarlijk en kan geen vrije radicalen (ROS) vormen.

 

 

      • en wordt verder gebruikt voor de aanmaak door keratinocyten in de huid van (wateroplosbaar en polair) cholesterolsulfaat :

        • zit in het bloed vooral rond de rode bloedcellen (RBC) : haar negatieve lading verhindert dat zij samenklonteren of zich hechten aan de vaatwand (die negatief geladen is)

        • kan, dankzij haar negatieve lading, vrij bewegen in de bloedstroom

        • geraakt door zijn polariteit gemakkelijk binnen in zowel vet- als spiercellen, en beschermt hen tegen schade veroorzaakt door een overdreven blootstelling aan glucose (reductie) en aan zuurstof (oxidatie) ; een tekort aan cholesterolsulfaat leidt tot verminderde insulinevrijstelling en zo tot glucose-intolerantie of de onmogelijkheid glucose te gebruiken als cellulaire brandstof :

          • glucose als reductor kan met eiwitten AGE's vormen (glycatie) en crosslinken met vorming van kankerverwekkende stoffen

          • maar bij voldoende aanwezigheid van zwavel (+6), zal deze laatste bij overmaat glucose gereduceerd worden waardoor glycatie van proteïnen zoals myoglobine wordt vermeden

        • is de voorloper van vitamine D3 sulfaat, een inactieve en wateroplosbare vorm (ook in moedermelk en in rauwe melk maar wordt door pasteurisatie vernietigd)

        • maakt in de huid deel uit van de barrière tegen bacteriën en schimmels, en biedt een belangrijke bescherming tegen bacteriële en virale besmettingen : de reden waarom de zon zo belangrijk is voor ons immuunsysteem

          • cholesterolsulfaat is ook aanwezig in het colostrum (de eerste moedermelk) en draagt alzo bij tot een betere bescherming, zonder de vetdepots bij de baby te verhogen.

 

      • ook gesulfateerde glycosaminoglycanen (GAGs zie : "Proteoglycanen") spelen een belangrijke rol in de extracellulaire matrix van alle cellen : chondroïtinesulfaat, glucosaminesulfaat, keratansulfaat, heparansulfaat, heparine... Zij zorgen voor een negatieve lading thv de weefsels : deze ladingen zorgen voor de binding van de watermantels, voor de interactie met positieve ladingen van andere macromoleculen en voor de bescherming tegen infecties.

 

Tekorten :              

Oorzaken :

Veganisten kunnen een tekort vertonen aan eiwitaanvoer, wat kan leiden tot zwaveltekort.

 

Symptomen :

De klinische symptomen zijn deze welke optreden bij proteïne-tekort : anemie, diarree, anorexie, oedeem, dermatose, mindere groei, apathie, zwakte en vermoeidheid.

 

Zwaveltekort zou bijdragen tot het ontstaan van obesitas, hartlijden, Alzheimer, chronische vermoeidheidssyndroom... . In vulkaanstreken, waar de grond rijker is aan zwavel, worden duidelijk minder gevallen van voorgenoemde ziekten gezien Daphne Miller in haar boek "The jungle effect" 2009..

 

Opletten :             

 

Bij patiënten met :

 

    • ?

 

Zwangerschap/Borstvoeding :

 

    • geen problemen werden vastgesteld met normale dosissen ;

 

Mogelijke interacties met :

 

    • ?

 

Te verwachten neveneffecten :

 

    • bij tekort : zie hoger.

    • bij overmaat : ?

 

Nutritionele behoeften :             

 

Zwavel :

 

Leeftijd

ADH (mg)

 

 

 

 

0 - 5 maanden

-

 

6 - 11 maanden

-

 

1 - 3 jaar

-

 

4 - 6 jaar

-

 

7 - 10 jaar

-

 

11 - 14 jaar

-

 

15 - 18 jaar   M

-

 

                      V

-

 

Volwassene M

-

 

                      V

-

 

+ 60 jaar       M

-

 

                      V

-

 

Zwangerschap

-

 

Borstvoeding

-

 

Andere :

-

 

 

 

 

 

 

ADH : Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (Bron : Voedingsaanbevelingen voor België (Hoge Gezondheidsraad))

 

Praktisch :              

 

Gemiddelde dagdosis in voedingssupplementen : 500 - 1000mg.

Toxische dagdosis : ?

 

Supplementen als zwavelbron :

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 17-mrt-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.