Allergische aandoeningen
Laatste bijwerking : 2024-03-28
Allergieën zijn er altijd geweest. Misschien had allergie een evolutionair voordeel. Mensen met allergie hebben mogelijk een sterker immuunsysteem, eigenlijk te sterk, maar dat kwam van pas tijdens hun nomadenbestaan : met blootstelling aan steeds nieuwe omgevingen. Vroeger was allergie een voordeel, nu in onze steriele wereld eerder een hindernis...
Allergieën zijn reacties van het organisme in situaties waar gezonde personen normaal niet reageren. Ze kunnen zich uiten door reacties van de huid (dermatitis), de longen (astma), de ogen (conjunctivitis) en van de neus (rhinitis).
Van een goede 4 procent in de jaren '40 zitten we nu aan bijna 30% mensen met allergie. Alleen al de laatste 25 jaar verdubbelde het aantal allergie-gevallen. Vooral de personen tussen de 20 en 40 jaar worden getroffen. Meer dan de helft ervan (45,5%) lijdt aan hooikoorts of aan een allergie aan de huisstofmijt 
. Deze aandoeningen zijn te wijten aan een verhoogde kwetsbaarheid van het immuunsysteem door een nieuwe voedingswijze, door milieuvervuiling, door een samengaan met verschillende andere factoren. Men denkt dat het massaal gebruik van antibiotica, het teloorgaan van de borstvoeding en het leven in een aseptische omgeving (vooral bij kinderen van ouders met hoge socio-economische status) maken dat baby's nog onvoldoende blootstaan aan bacteriën (en aan een voldoende diversiteit aan bacteriën) waarvan het merendeel goedaardig is en onmisbaar voor de opbouw van een normaal functionerend immuunsysteem. Ook tabaksrook en een lager geboortegewicht, vooral bij kinderen van ouders met lage socio-economische status, spelen een rol. Daarnaast worden bij intensieve teeltmethoden (van fruit en groenten) stresseiwitten (profilines) gevormd met sterk allergie-uitlokkende eigenschappen.
Bij een allergische reactie zijn steeds eiwitten betrokken ; bij intolerantie zijn andere stoffen de boosdoener en gaat het om een reactie waarbij het immuunsysteem niet rechtstreeks betrokken is. Mengvormen zijn mogelijk.
De allergische reactie (waarbij IgE-antlichamen worden gevormd) en de intolerantie-reactie (waarbij IgG- of IgA-antilichamen worden gevormd) ontstaan steeds uit de interactie tussen een genetische (allergie) of verworven aanleg (overgevoeligheid) en uitlokkende factoren. De predispositie ontwikkelde zich gedurende tienduizenden jaren. Zij kan dus niet fundamenteel veranderen in de loop van enkele generaties. Voedingsallergieën zijn eerder zeldzaam en tonen een onmiddellijk effect. Bij de veel frequentere voedingsintolerantie krijgt men een vertraagd effect waardoor het verband met de voeding niet meteen duidelijk kan worden gelegd.
Wat rest zijn dus de uitlokkende of externe factoren die radicaal veranderden gedurende de laatste decennia. En de consumptie van anti-allergische geneesmiddelen : die steeg in België met bijna 70% tussen 2005 en 2013 !
Zijn wij te proper?
Overzicht inhoud :
Interactie met genetisch en/of verworven aanleg
Enkele ziekten met mogelijke allergie-achtergrond
Inhoud :
Uitlokkende factoren :
Het gaat over een serie convergerende factoren : door hen wordt het immuunsysteem op een geheel nieuwe manier blootgesteld aan externe agressors :
-
-
de verwestering
-
de vooruitgang op hygiëne-gebied en van onze levensvoorwaarden
-
het meer en meer gesloten karakter van onze woonomgeving
-
de luchtverversingsystemen en het tekort aan verluchting
-
de dubbele beglazing
-
en
-
-
nieuwe voor het organisme onbekende stoffen (triggers als pollutie, voedingsadditieven, vluchtige stoffen...).
-
maar ook :
-
-
T-cel deficiëntie : T-cellen controleren de IgE-productie (zie : "Allergie-reactie")
-
mank histamine feedback-mechanisme bij atopische individuen (zie : "Neurotransmitters, Histamine")
-
virale infecties : verhogen de histaminevrijstelling
-
gebruik van antibiotica : vooral tijdens het eerste levensjaar
, want darmbacteriën beschermen tegen overgevoeligheid aan voedingsallergenen -
overbelasting van de ontgifting
-
biogene aminen : zijn histamine-vrijmakers (zie : "Allergie-reactie")
-
transvetzuren in de voeding (vooral in bereide en bewerkte voedingsmiddelen), met astma en atopische huidaandoeningen, in het bijzonder bij kinderen
-
chronische stress leidt tot overbelasting : een verhoogde weerstand tegen een chronische specifieke stress is steeds ten koste van de weerstand tegen andere vormen van stress wat de vele allergieën, de afname van de immuniteit en de gestegen vatbaarheid voor stressfactoren verklaart (de gezondheid neemt af, de ziekte neemt toe) ; zo vond een Franse studie op kinderen met astma een verband tussen astma bij kinderen en het voorkomen van stress gerelateerde depressie bij de moeders voor de geboorte
(vandaar het belang van het leren beheersen van stress, emoties, angsten...) -
tekorten aan nutriënten : bv. zink (samen met mangaan), vit A...
-
teloorgang van de borstvoeding : borstvoeding bevat Humane Melk Oligosachariden (HMO) die werken als prebiotica (vezels bestaande uit ketens complexe suikers) en in hoge mate bijdragen tot de ontwikkeling van de darmflora. Onderzoek suggereert dat deze HMO een aanzienlijke invloed hebben op voedselallergieën
-
geboortemaand
: -
-
kinderen geboren voor of in de bloeiperiode van grassen (02-05) en bomen (01-04) hebben 25% meer kans op een gras- of boompollenallergie
-
kinderen geboren in de maanden 05-07 lopen een hoger risico op huisstofallergie
-
kinderen geboren tijdens de wintermaanden 11-01 hebben 20% meer kans op allergie aan huidschilfers van katten en/of honden
-
-
psychische factoren : emotionele beschadiging
-
...
-
of vertaald naar meer gebruikelijke termen : abnormale voedingssamenstelling, abnormale microbiële flora, onvoldoende fysieke activiteit, stress, slaaptekort en milieuverontreiniging.
Mensen met een allergie reageren ook gemakkelijker op niet-allergische prikkels als chronische dehydratie, koude, vervuiling of rook. Soms werd bij hen nooit een allergiediagnose gesteld. 't Is ook vaak zoeken naar een speld in een hooiberg.
Interactie met genetische en/of verworven aanleg :
De uitlokkende factoren :
-
-
de verbetering van onze hygiënische levensomstandigheden maakt dat het immuunsysteem zich praktisch niet meer moet verdedigen tegen schadelijke micro-organismen waardoor het systeem reageert tegen onschadelijke "vijanden" zoals pollen en mijten. Het gevecht levert dezelfde symptomen op als het gevecht tegen een pathogene stof : het zijn verdedigingssymptomen.
-
Studies toonden aan dat minder allergie voorkwam bij kinderen die heel jong naar een kinderkribbe werden gebracht of die opgroeiden op de boerderij & .
Waarschijnlijk neutraliseren bepaalde bestanddelen van stalstof de productie door longwandcellen van pro-inflammatoire signalisatiemoleculen, zoals IL-5 of IL-13, na contact met huismijten bv.. Daarnaast produceert ons organisme bij blootstelling aan boerderijstof meer enzym A20. Dit eiwit A20 is eigenlijk een "zinc finger"-proteïne dat ontstekingsreacties blokkeert door te interfereren met de kettingreactie NF-kappa B (NF-kB). Deze laatste ligt aan de basis van chemische reacties waarmee het organisme zich verdedigt tegen verwondingen, infecties en giftige stoffen. Maar wanneer het organisme de controle over die kettingreactie NF-kB verliest, kunnen auto-immuunziekten, allergie en astma... zich ontwikkelen.
Dat die kinderen op de boerderij ook alle dagen rauwe melk te drinken kregen is ook niet onbelangrijk : die is nog besmet met micro-organismen en bevat nog het natuurlijke lactine-antilichaam dat antibacteriële eigenschappen bezit (wordt bij pasteurisatie vernietigd).
-
-
wij komen ook meer en meer in aanraking met voor ons organisme onbekende moleculen :
-
-
vroeger leefden wij met de deur open, met luchtstromen die onze omgeving constant verluchtten ; isolatie, dubbele beglazing en airco ... hebben zeker ons comfort verbeterd maar hebben ook allergische aandoeningen in de hand gewerkt.
-
daarnaast komen in onze omgeving elke dag nieuwe stoffen vrij (fenomenale stijging gedurende de 20ste eeuw door de industrie) die de hoeveelheid nieuwe moleculen alsmaar doet stijgen ; nieuwe stoffen waarmee wij in contact komen die het ontgiftingssysteem overbelasten en allergische reacties kunnen uitlokken.
-
-
-
-
de opwarming van de aarde door het klimaat :
-
-
als de lente vroeger start zullen de pollen vroeger op het jaar vrijkomen, wat kan leiden tot een verlenging van het pollenseizoen.
-
als de temperatuur verhoogt kunnen planten die normaal in zachtere en warmere streken gedijen ook hier wortel schieten : deze nieuwkomers kunnen op hun beurt het pollenseizoen verlengen en de pollen- en allergeenconcentratie in de lucht verhogen.
-
daarnaast werd ook vastgesteld dat verhoogde concentraties CO2 de groei van planten stimuleert en dus ook blijkbaar, hun pollenproductie : een verdubbeling van de het CO2-gehalte in de lucht veroorzaakt een 60 tot 90% stijging van de pollenproductie van Alsemambrosia (Ambrosia artemisifolia een sterk allergene plant die niet alleen hooikoorts maar ook ernstige astmacrisissen kan uitlokken). Daar haar bloeiperiode loopt van de zomermaanden tot oktober zou zij de hooikoortsperiode met ongeveer 2 maanden kunnen verlengen. Zowat 10 geleden kwam deze plant amper in België voor. In bermen en op bouwterreinen, maar ook in onze tuin vinden we nu deze plant terug, waar het vooral ontkiemt op plaatsen waar mensen vogelvoer gooien (vetbollen en vogelvoer bevatten immers niet zelden Ambrosiazaad).
-
-
-
-
de milieuverontreiniging :
-
-
pollen van Alsemambrosia verzameld langs erg drukke wegen vertoonden een hogere allergeniciteit (grotere IgE reactiviteit) tov pollen van dezelfde plant groeiend langs rustige landelijke wegen
. -
maar algemeen veroorzaakt milieuverontreiniging geen allergie maar wel hyperreactiviteit : het verergert wel de klachten als je een allergie hebt.
-
-
De aanleg :
Aangezien een allergische aandoening vertrekt vanuit een erfelijke aanleg is een allergische reactie eerder op jonge leeftijd te verwachten.
Doch meer dan 20 genetische factoren maken iemand meer vatbaar voor allergie.
-
-
-
-
veronderstel dat 6 à 7 factoren aanwezig zijn dan zullen reeds weinig allergenen volstaan voor het uitlokken van een allergische reactie.
-
indien er maar 1 genetische factor in het spel is, mag de belasting (de verhoging van het aantal vreemde moleculen waarmee het organisme in contact komt) veel hoger liggen vooraleer het immuunsysteem reageert.
-
-
-
Zo kan het gebeuren dat een allergie tegen graminea (grassen) pas voor het eerst optreedt op 65 jarige leeftijd alhoewel er continu contact is geweest, omdat nu plots een belangrijke pollenhoeveelheid de vatbaarheidsgrens doet overschrijden (in het algemeen echter lopen allergieën terug met de leeftijd).
Noot :
Familiale aanleg bestaat, wat niet wil zeggen dat alles op voorhand vaststaat. Kinderen zullen niet noodzakelijk tegen hetzelfde allergeen reageren als hun ouders want enkel de allergiegevoeligheid wordt overgedragen, niet de allergie zelf. A20, een molecule aanwezig in de darmwand, zou een belangrijke rol spelen bij het onder controle houden van de afweer (en is waarschijnlijk daarom ook betrokken bij het ontstaan van ernstige auto-immuunziekten zoals lupus).
Kruisallergie :
Het organisme kan een reactie tegen verscheidene "ogenschijnlijk verschillende" allergenen ontwikkelen omdat deze bepaalde proteïnen gemeen hebben.
Er bestaan 3 typen kruisallergieën :
-
-
tussen voedingsallergenen onderling : tussen pindanoten en gedroogde dopvruchten (noten, cashewnoot, pecannoten, hazelnoten, amandelen, pistaches...).
-
tussen latex en bepaalde voedingsmiddelen : avocado, kastanjes, kiwi...
-
tussen pneumo-allergenen en voedingsallergenen : berkpollen en appel, katteharen en varkensvlees...
-
Wanneer een allergische reactie optreedt, wordt ze meestal veroorzaakt door een mengsel van allergenen. Ieder mengsel bevat een groot aantal afzonderlijke allergenen : stuifmeelkorrels, huisstofmijt, boompollen enz.
Enkele ziekten met mogelijke allergie-achtergrond :
Allergie veroorzaakt niet alleen ontsteking in de darmen, gewrichten, huid, longen oog en NKO-sfeer maar ook in de hersenen. Herseninflammatie door allergie leidt tot alle mogelijke hersenziekten, van concentratiestoornissen en geheugenverlies tot klinische depressie, bipolair syndroom, ADHD, autisme en schizofrenie. Het overmatig stimuleren van het immuunstelsel vindt zijn weerslag in heel het lichaam : de verhoogde aanmaak van inflammatoire cytokines prikkelen ook het zenuwstelsel overmatig.
Tot de aandoeningen met een allergie-achtergrond zouden o.a. behoren : astma, boulimie, candida-infectie, eczeem, hypertensie, hooikoorts, obesitas, osteoporose, slaapstoornissen, cardiovasculaire aandoeningen, maag- en darmziekten, migraine, ADHD, psychiatrische aandoeningen ...
Bv.
-
-
astma : 20% van de jonge koemelk-allergie-patiënten ontwikkelen later als volwassene astma
-
Kinderen behandeld met probiotica (Lactobacillus rhamnosus GG) kunnen koemelk-tolerantie ontwikkelen, en laten hogere gehaltes butyraat (een kortketen vetzuur) zien. Dat zou er op wijzen dat tolerantie gelinkt is aan de aanwezigheid van bacteriën die butyraat produceren. Butyraat helpt de darmhomeostase behouden
.
-
-
-
hooikoorts : 45% van de jonge koemelkallergie-patiënten ontwikkelen later als volwassene hooikoorts
-
alcoholisme : kan het gevolg zijn van een allergie aan granen en fruit waarmee sterke drank, bier en wijn worden gemaakt
-
artritis : kan een allergische reactie zijn in de gewrichten op gezonde voeding zoals rundvlees en tarwe (verzuring + allergie)
-
bedplassen : kan veroorzaakt worden door blaasspasmen, geïrriteerd door allergie aan melk of citrusvruchten
-
hoofdpijnen/migraine : in veel gevallen in direct verband met gevoeligheid voor bepaalde voeding of chemisch product
-
hyperactiviteit, leerstoornissen... : kan bij kinderen worden uitgelokt door een stof in voeding of omgeving
-
menopauze-klachten (warmte-opwellingen...) : kunnen verergeren door contact met allergische stof uit voeding of omgeving
-
hartziekten ? : de ontstekingsreacties die optreden bij allergieën zouden kunnen leiden tot hypertrofie van de arteriële vaatwand en uiteindelijk tot hartziekten...
-
-
-
slaapstoornissen
-
obesitas
-
Waarom? waarschijnlijk door een tekort aan vitamine B6. Vitamine B6 (pyridoxal fosfaat) komt tussen bij verschillende decarboxylaties :
Eerst de decarboxylatie van histidine naar histamine : een excessieve/chronische histamine-aanmaak (zoals bij voedselallergie bv.) veroorzaakt zo een tekort aan vit B6 met gevolgen voor de :
-
-
-
decarboxylatie van glutaminezuur naar GABA : een tekort aan vit B6 zal de GABA productie ontregelen. GABA verbetert de kwaliteit van de slaap (bevordert de diepe slaap) en ontspant zowel de geest als het lichaam. Een tekort leidt dus tot slaapstoornissen.
-
decarboxylatie van 5-OH-tryptofaan naar serotonine : een tekort aan vit B6 zal de serotonine-aanmaak overdag en dus verder ook deze van melatonine 's nachts storen. Beiden dragen bij tot een goede slaap.
-
-
En slaapstoornissen leiden tot gewichtstoename / obesitas want zij veroorzaken een verstoring van het glucose-metabolisme en stimuleren de vetopslag. Slaaptekort resulteert in verlaagde leptinewaarden (een eiwit dat het lichaamsvet "regelt") en verhoogt het gehalte ghreline (zie ook : "Enterohormonen") wat de voedselinname verhoogt. In de laatste 50 jaar is het gemiddeld aantal uren slaap gedaald van ruim 9 naar ongeveer 7.
Hetzelfde vitamine B6-tekort treedt op bij chronische stress.
Praktisch :
PREVENTIE :
-
-
van bij de geboorte zo veel mogelijk blootstellen aan een zo breed mogelijke biodiversiteit (planten en dieren op het platteland). Onderzoek naar allergieën toont duidelijk dat wie omringd is door biodiversiteit, ook meer biodiversiteit in zich heeft (microbioot). Hoe meer vlindertjes, hoe minder kinderen last hebben van eczeem en allergieën...
-
vanaf 4 maanden blootstellen aan voedingsmiddelen die allergie kunnen veroorzaken zoals eieren en noten
. -
van bij de geboorte zo weinig mogelijk blootstellen aan buitenpollutie (fijn stof, NO2, ozon...in steden)
-
van bij de geboorte zo weinig mogelijk blootstellen aan binnenpollutie door voldoende verluchten van leef- en slaapruimtes, zodat allergenen niet overgeconcentreerd voorkomen in het leefmilieu.
-
-
verluchten = verdunnen, drogen en verfrissen van de binnenlucht
-
verluchten gebeurt best 's nachts of in de vroege ochtend.
-
-
vermijd het gebruik van omgevingsparfums (kaarsen, aerosols, automatische of elektrische ontgeurders...), allen rijk aan vluchtige chemische stoffen.
-
-
-
Lees ook : "Allergische reactie".
MAATREGELEN
Bij astma : zie : "Astma".
Bij allergische en seizoensgebonden rhinitis (hooikoorts):
Deze allergische reactie wordt veroorzaakt door allergenen in de atmosfeer (terwijl de huismijt en kattehaar binnenhuis-allergie uitlokken). Hooikoorts komt zelden voor bij kinderen jonger dan 5, meestal zelfs pas tijdens de puberteit.
Allergische rhinitis kan min of meer invaliderend zijn en met een mogelijk belangrijke co-morbiditeit : er zijn een reeks gecorreleerde ziekten zoals sinusitis, otitis... maar ook bronchiaal astma.
Volgens de ARIA classificatie wordt allergische rhinitis geëvalueerd volgens de duur van de symptomen ("intermitterend" bij < 4 dagen/week, "aanhoudend" bij > 4 dagen/week) en volgens de ernst van de symptomen ("licht" indien de patiënt aan geen, "matig tot ernstig" indien aan minstens aan één van de volgende symptomen lijdt : slaapstoornissen, hinder die oorzaak is van verminderde sociale, sportieve of schoolse activiteiten, invaliderende symptomen). In deze gevallen is medicatie vereist.
Toch kunnen de volgende persoonlijke maatregelen in alle gevallen positief bijdragen :
-
-
Verblijfplaats :
-
-
verlucht de woning 's morgens of na een regenbui ; hou alleszins de venster van de slaapkamer gesloten in de late namiddag
-
zich niet uitkleden in de slaapkamer
-
de lakens niet buiten verluchten ; de was niet in open lucht laten drogen
-
-
-
-
Het contact met pollen vermijden :
-
-
kies voor een vakantie in de bergen of aan zee
-
geen camping, tuinwerk of buitensport
-
-
opgelet : huisdieren die van buiten komen dragen pollen in hun vacht...
-
-
bij droog en warm weer is de productie van pollen intenser
-
laat een filter plaatsen op de luchtverversing in je wagen
-
vermijd het aanplanten van allergieveroorzakende struiken of bomen (notelaar, berk...)
-
raadpleeg de site www.airallergy.be of op teletext : dagelijkse vermelding van de concentratie
-
zie ook : Pollen Info (ook als gratis App)
-
-
Noot :
Het gebruik van lokale honing (die dus pollensporen bevat van lokale planten die later in het voorjaar ook de oorzaak vormen van allergie) kan helpen als een natuurlijk vaccin .
-
-
Persoonlijke voorzorgen :
-
-
draag een zonnebril
-
vermijd te wrijven in geïrriteerde ogen : spoel de ogen eerder met een fysiologische oogoplossing
-
was regelmatig je haren
-
bij hooikoorts : nasale fototherapie (rood licht, 660nm) (bv. Medinose plus).
-
-
Lichttherapie (latijn) of fototherapie (grieks) staan voor hetzelfde : een therapie door licht. Er werd bewezen dat fototherapie een sterk immuniteitsonderdrukkend effect uitoefent en in staat is cutane overgevoeligheidsreacties te remmen (en ook bij allergische rhinitis).
Bij allergie aan stofmijten :
-
-
Verblijfplaats :
-
-
hoe kouder en droger de slaapkamer, hoe beter (een luchtbevochtiger is in ons klimaat niet nodig, behalve misschien in het putje van de winter wanneer de kamer wordt verwarmd)
-
verwijder alle tapijten
-
geen planten, knuffels, boeken... in de slaapkamer
-
verlucht het beddengoed alle dagen vooraleer het bed terug op te maken
-
vervang het beddengoed op basis van wol, Indische watten, katoen of donsveren door synthetische materialen
-
ververs de lakens 1 x per week en was de dekens regelmatig op minstens 60°C
-
gebruik een stofzuiger met HEPA filter
-
koop antiallergie-beschermers voor matras en hoofdkussen
-
-
-
-
Het contact met mijten vermijden :
-
-
kies voor een vakantie in de bergen (< 1500m)
-
-
Noot :
Stallergènes (Fr) is bezig met de ontwikkeling van immunotherapeutica onder vorm van sublinguale tabletten die ongevoeligheid voor huismijten (en ook voor graspollen) kunnen bewerkstellingen.
Bij voedselallergie :
14 groepen allergenen zijn verantwoordelijk voor meer dan 90% van de voedselallergieën. Deze groepen moeten op het etiket worden vermeld als ze in een voedingsmiddel zijn verwerkt : vis, schaaldieren, weekdieren, granen met gluten, melk en zuivelproducten (met inbegrip van lactose), eieren, mosterd, selder, soja, schaalvruchten (noten), aardnoten (pinda's), sesamzaadjes, lupine, sulfieten (> 10mg/kg of 10ml/liter).
De meest voorkomende (voor gluten zie "Granen") :
-
-
allergie aan eieren :
-
-
-
-
de verantwoordelijke voedingsmiddelen uitsluiten : ei, eiwit, eigeel, ei-proteïne, ei-proteïne bindmiddel, ei-lysozyme, ei-lecithine...
-
-
ook te mijden uit voorzorg : alle voorbereide schotels
-
-
-
-
-
-
zijn dus ook te bannen :
-
-
ijscrème, pizza's, sandwiches en hamburgers, pasta met eieren (ravioli, gnocchi, cannelloni), charcuterie, vulsels, sausen (ook mayonaise), gegratineerde gerechten, terrines en surimi...
-
nagerechten, diepgevroren gebak of zelfs deze van bij de bakker
-
-
-
-
-
-
vervangstoffen :
-
-
melk, verse yoghurt (zelfs voor gebak) of zonnebloemolie : zij kunnen eieren als bindmiddel vervangen.
-
-
-
-
-
allergie aan latex fruit
-
-
-
-
behoren tot de groep "latex fruit" : avocado, banaan, ananas, kastanje, kiwi, mango, passievrucht, aardbeien, soja... (sommige onder hen, maar niet allen, bevatten latex) en kunnen allergie uitlokken. Hun gebruik wordt afgeraden bij baby's jonger dan 6 maanden, vooral wanneer een of beide ouders allergisch reageert.
-
-
-
-
allergie aan pinda-noten
-
-
-
-
de verantwoordelijke voedingsmiddelen uitsluiten : de herkenbare voedingsmiddelen : oliën, pindanootjes, noten en oliehoudende vruchten
-
-
nochtans komen zij ook voor in tal van andere eetbare producten welke geacht worden arachide vrij te zijn
-
-
-
-
-
-
zijn dus ook te bannen :
-
-
alle voedingsmiddelen die een van de volgende vermeldingen dragen : arachide, arachideolie, noten, hazelnoot, noga... (sporen kunnen echter altijd voorkomen)
-
kunnen er ook bevatten : voorbereide schotels, suikerwaren, gesuikerde en gezouten koekjes...
-
pitvruchten (risico op kruisallergie), chocolade beslag, gedroogde vruchten, chips, frieten, fastfood...
-
verzorgingscrèmes op basis van arachideolie of zoete amandelolie!
-
-
-
Opgelet : arachide-allergie komt frequent voor bij baby's, kinderen en volwassenen ; meer dan andere allergieën kan arachide-allergie een anafylactische shock uitlokken! Zelfs een indirect contact (een zoen tussen 2 jongeren waarvan één van beide juist pinda-nootjes at) is voldoende voor het optreden van ernstige symptomen!
Nieuwe aanbevelingen adviseren om tussen de 4 en 11 maanden kleine hoeveelheden pinda's te introduceren in babyvoeding in landen waar deze allergie heel gangbaar is .
Bij baby's met een hoog risico, met een ei-allergie of ernstige eczeem, moet deze introductie plaats hebben tussen 4 en 6 maanden, na een onderzoek door een allergoloog. Deze zal de geschiktheid van deze introductie overwegen op basis van de resultaten van huidtesten.
-
-
allergie aan koemelk-proteïnen
-
-
-
-
de verantwoordelijke voedingsmiddelen uitsluiten : koemelk
-
-
opgelet : melk en melkproducten komen voor in heel veel voedingsmiddelen
-
-
-
-
-
-
zijn dus ook te bannen :
-
-
alle voedingsmiddelen die een van de volgende vermeldingen dragen : melk, melkproteïnen (-eiwitten) of melk-lactoserum (caseïne, caseïnaat, lactalbumine), lactose, margarine, crème, boter
-
-
-
-
-
-
-
-
desserten op basis van melk, melkproducten of kaas
-
geitenmelk, schapenmelk (risico op kruisallergie)
-
crème en margarines (buiten op basis van zonnebloem)
-
gekookte hesp (buiten deze van betere kwaliteit), van kip en kalkoen (kunnen melk bevatten)
-
wit zacht brood, beschuiten
-
nagerechten en ijs
-
voorbereide moes (puree)
-
-
-
-
-
-
-
vervangstoffen voor melk :
-
-
moedermelk bij de zuigeling of hypoallergene substitutie-middelen ("HA")
-
melk-hydrolysaat
-
rijst- en soja-hydrolysaten (zich overtuigen dat er geen risico op kruisallergie bestaat)
-
-
opgelet echter bij kinderen : soja bevat stoffen die inwerken op het endocrien stelsel en op de enzymactiviteit
-
-
amandelmelk : kan gerust gebruikt worden als melkvervanger bij baby's met allergische aanleg
-
plantaardige margarine of olie
-
kefir (zie : "Melk en afgeleiden, gefermenteerde")
-
-
-
Opgelet : bij de aan koemelk allergische zuigeling kan, na een periode van 1 à 2 jaar onder medische controle, terug progressief koemelk worden gegeven. Indien die niet correct gebeurt zal het intestinaal immuunsysteem niet in staat zijn de tolerantie aan melk en melkproducten op te bouwen, wat de deur openlaat voor andere allergische aandoeningen : astma, atopische huidaandoeningen, allergische rhinitis, allergische conjunctivitis...
Bij binnenhuisplant -allergie :
-
-
Ficus, Yucca, Kerstroos, Iris... : opletten : de op deze planten aanwezige schimmels en stof kunnen allergische reacties uitlokken.
-
Bij binnenhuis -allergie :
-
-
kakkerlakken, schimmels, mijten... maar ook houtluizen (Liposcelis sp.) in hennep, hooi, jutestof... die voorkomen in bouwmaterialen gebruikt bij ecologische bouwmethoden : oorzaak van binnenhuis-allergie!
-
Voedingssupplementen :
-
-
Vitamine C : is een natuurlijk antihistaminicum (dat moduleert ipv te blokkeren wat gebeurt bij de klassieke) :
-
-
reductie van histamine, tyramine (kaas, vlees...)... en
-
neutralisatie van nitrosaminen (in fijne vleeswaren, kazen, bier, tabak...).
-
-
-
-
MSM : meestal is 5g/dag nodig.
-
-
-
Omega3 VZ : vooral nuttig om vertraagde allergie te beperken, te gebruiken gedurende lange periode ; ook tijdens de zwangerschap voor het verlagen van het allergierisico bij het kind.
-
-
-
Betaïne HCl : door het opheffen van een chronische hypochloorhydrie (zie "Maag- en darmstoornissen") daalt ook de allergenentrigger (dus ook opletten met antiacida en H2-antihistaminica : kunnen ook leiden tot hypochloorhydrie).
-
-
-
Quercetine (bioflavonoïden) : 20' voor eten
-
-
stabiliseert de mestcellen en remt de degranulatie en vrijstelling van histamine en andere mediatoren
-
remt de enzymen lipogenase en fosfolipase zodat minder inflammatoire prostaglandines worden aangemaakt
-
verlaagt de leukotriënen ---> anti-inflammatoir effect
-
bioflavonoïden zijn noodzakelijk om vit C te laten werken.
-
-
-
-
Catechinen (groene thee), OPC (oligo-proanthocyanidines : zie "Polyfenolen") : remt het histidine-decarboxylase in de omzetting van histidine naar histamine, waardoor de productie van histamine daalt.
-
-
-
Vitaminen A, D en E in de behandeling van eczeem.
-
-
-
Enzymtherapie (bij enzymtekorten) : nuchter.
-
-
-
Warme drank (bij astma bv.) : koude dranken zijn te mijden...
-
-
-
Mangaan (in oligotherapie), Hepar sulfur (in homeopathie) bij personnen met allergiediathese (aanleg).
-
Opgelet : voedingssupplementen kunnen ook allergenen bevatten (gist, kleurstoffen, gelatine, lecithine, ...)! Soms zijn zelfs synthetische vitaminen te verkiezen boven natuurlijke.
Fytotherapie :
-
-
Ribes nigrum (Cassis) : het cortison-like van cassis laat toe doeltreffend op te treden tegen allergische reacties (preventief of in geval van crisis)
-
Urtica dioica (Brandnetel) : bezit antihistamine eigenschappen : in de preventie kan het gebruik ervan het optreden van seizoensgebonden allergische luchtwegenreacties verhinderen
-
Perilla frutescens (Perilla) : dit kruid, gelijkend op salie en rozemarijn, wordt traditioneel gebruikt in de Aziatische keuken vooral bij schaaldiergerechten, om voedselallergie te voorkomen. De koudgeperste Perilla-olie verzacht en vermindert snel allergische reacties...
-
Ananas : bevat bromelaïne, een enzym met sterke anti-inflammatoire eigenschappen en dat daarbij de slijmproductie remt ---> bij luchtwegenallergie/sinusitis ; bromelaïne versterkt ook de werking van quercetine ; maar opgelet : ananas/bromelaïne-allergie bestaat ook!
-
Plantago major geconcentreerd extract (Grote weegbree), 125mg, 2 à 4 x per dag
-
Nigella sativa MT (Zwarte komijn, Honingdauw), 30dr 3 x per dag
-
Vitis vinifera extract (Wijnstok) als preventie, 100mg, 3 x per dag te starten enkele weken voor het begin van het allergische seizoen ; extract 100mg, 1 x per dag verder als onderhoudsdosis
-
Pinus maritima extract (pycnogenol) (Zeeden), 100mg, 3 x per dag
-
-
-
Quercetine in rode wijn, ui, Groene thee, kool, Ginkgo, St Janskruid..., 100mg, 3 x per dag liefst samen met Plantago major, vitamine C en enzymen (papaïne en bromelaïne). Quercetine bezit ook mestcelstabiliserende eigenschappen
-
-
-
andere :
-
-
inhibitoren van leukotriënen : Tussilago petasites (Groot hoefblad), in een preparaat gewaarborgd met petasine en isopetasine doch zonder alkaloïden van het pyrrolizidinetype
-
tegen jeuk en zwelling :Ribes nigrum (Cassis) gemmotherapeutisch extract, 100 druppels per dag in 1 of 2 giften : vertoont ACTH-achtige effecten (zonder risico op overstimulatie van de bijnieren)
-
-
Eet veel groenten en fruit : die bevatten veel stoffen die het immuunsysteem stimuleren :
-
-
vooral veel groenten : bevatten quercetine, een flavonoïde die de vrijstelling remmen van moleculen welke betrokken zijn bij inflammatoire reacties van immuuncellen... (zie : "Polyfenolen")
-
yoghurt (melkzuurfermentaties: melk werkt slijmvormend, melkfermenten niet), zuurkool
-
vezels (ballaststoffen)
-
---> dit voedingspatroon is ook rijk aan antioxidantia en magnesium, eveneens belangrijke stoffen als de luchtwegen snel geïrriteerd of ontstoken geraken.
