Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Schimmelinfectie

 

          Laatste bijwerking : 2023-04-06

 

 

De term "mycose" verwijst naar infectieziekten veroorzaakt door schimmels. Onder de 100.000 beschreven soorten zijn maar enkele pathogeen voor de mens. Omdat schimmels erder houden van vocht en eerder koude temperaturen – rond de tien graden Celsius. Planten en "koudbloedige" dieren (insecten, reptielen...) zijn hierdoor gevoeliger voor schimmelinfecties. Bij onze lichaamstemperatuur (37°) hebben schimmels minder kans. Er wordt gedacht dat "warmbloedigheid" evolueerde bij zoogdieren om hen o.a. te beschermen tegen pathogene schimmels.

 

In de geneeskunde worden de voor mycosen verantwoordelijke agens geklasseerd in microscopisch kleine draderige huidschimmels (dermatofyten), schimmels en gisten (Candida). Sommige komen normaal voor in ons organisme, waar ze leven van dode materie. Andere soorten komen veelvuldig voor in onze levensomgeving : op de vloer waarop we lopen, in de lucht die we inademen en in bepaalde niet drinkbare waterbronnen.

Dermatofyten liggen aan de basis van schimmelinfecties van de huid, ter hoogte van het hoofd, de romp en de voeten. Schimmels en gisten nestelen zich eerder in slijmvliezen en in inwendige organen ; deze systemische mycosen worden vooral gezien bij immuno-gedeprimeerde patiënten. Het immuunsysteem kan verzwakt zijn door bepaalde chronische ziekten, door diabetes of door een antibiotherapie of corticoïdenkuur, waardoor de schimmels zich massief kunnen ontwikkelen. Maar opgelet, schimmelinfecties zijn ook betrokken bij enkele banale ziekten...  

 

Een Candida auris-epidemie (de ziekenhuisschimmel-infectie) zou ineens ook de eerste zijn waarvan klimaatverandering mee aan de oorzaak ligt.  De schimmel is bekend om zijn extreme resistentie, zijn supersnelle verspreiding en het hoge sterftecijfer van patiënten die ermee besmet raken. Een superschimmel, en ook een zoönose (mogelijks overgedragen van dier op mens)...

Overzicht inhoud :

De verschillende schimmeltypes

 

De voornaamste schimmelinfecties

 

Candida, de schimmelinfectie

 

Chronische Candida-schimmelinfectie

 

Praktisch

 

Inhoud :

De verschillende schimmeltypes :            

 

Exogene paddenstoelen :

 

  1. op ontbindende organische materie : plantenresten, haren, … (beschimmeld hooi ► 109 sporen Aspergillus/g)

 

      • contaminatie via de lucht (bronchi, alveolen, sinus) : met lokale problemen (zoals chronische sinusitis) en/of eventuele diffusie naar diepere organen.

      • contaminatie via de huid : brandwonde, wonde, kleefverband, invasieve ingreep (catheter, punctie, chirurgie).

 

Endogene paddenstoelen :

 

  1. als symbiont in de verteringsslijmvliezen : Candida albicans

    als saprofiet thv de huid en de slijmvliezen : Candida spp., Trichosporon ... 

 

      • lokale proliferatie : schimmelinfectie van de slijmvliezen.

      • uitzaaiing via de bloedbaan ingeval van verstoring van de barrière functie van het verteringskanaal (chirurgie, antibiotica, chemotherapie, corticoïden,  ...) of via de huid.

 

De voornaamste schimmelinfecties :            

 

De voornaamste in West-Europa voorkomende schimmelinfecties zijn : candidose, cryptococcose, aspergillose. Systemische candidose en aspergillose zijn opportunistische infecties die zelden voorkomen bij een gezonde volwassene. Cryptococcose echter behoort tot de klassieke schimmelinfecties die kunnen optreden bij een gezond individu (zie ook "Microbioot").

 

    • Candidosen komen het meest frequent voor. De candida-infectie is de meest voorkomende infectie bij kanker. Twee factoren helpen haar ontwikkeling : de immuundepressie door chemotherapie (of radiotherapie) en het gebruik van antibiotica waardoor deze schimmel zich kan ontwikkelen. Vooral veel schimmelinfecties in de mond en in de vagina, maar ook thv de slokdarm worden gezien. Ter hoogte van de huid treden duidelijk minder candidosen op. Het zijn vooral de slijmvliezen die geïnfecteerd geraken, alhoewel we niet goed weten waarom. Candidosen in de mond zijn dikwijls de eerste symptomen van een HIV virusinfectie.

 

    • Cryptococcose wordt veroorzaakt door een gist die het centraal zenuwstelsel aantast. De incidentie ervan varieert sterk volgens de regio. In Afrika worden 15 à 30% van de opportunistische infecties vastgesteld ; in de VS en in Frankrijk maar 2 tot 5%. Bij een patiënt met cryptococcose weten we niet of de infectie al een tijd latent of eerder recent is. De infectie situeert zich vooral op neurologisch vlak maar ook verspreid. Er kunnen cutane infecties optreden maar ook thv de longen en de lever, maar de infectie thv de hersenen bepaalt haar ernst.

 

    • Aspergillose staat voor een ernstige aantasting thv de longen en de bronchi bij een belangrijke immuunsuppressie (CD4<50). De diagnose stellen is niet simpel omdat Aspergillus overal aanwezig is. Wordt Aspergillus vastgesteld in een spoeling (darm, maag) dan worden enkel de ernstig immuungedeprimeerde patiënten behandeld. Bij een niet-immuungedeprimeerde patiënt wijst de aanwezigheid van Aspergillus in de spoeling niet op een onderliggende pathologie.

 

De schimmelinfectie (of mycose) is een besmettelijke ziekte. Het overdrachtrisico van een patiënt naar een andere van alle besproken mycosen (Candida, Cryptococcus, Aspergillus) is moeilijk te evalueren want alle schimmels komen onder een latente vorm voor bij een groot deel van de bevolking. Het is de immuunsuppressie die de ontwikkeling van deze mycosen toelaat of wanneer, bv. door de inname van antibiotica, een verandering van de darmflora een schimmelinfectie bevordert.

 

Azolen zijn de meest aangewezen geneesmiddelen tegen ernstige schimmelinfecties. Spijtig genoeg treedt ook hier resistentievorming op. Deze is volgens onderzoekers niet het gevolg van de behandeling van patiënten (daarvoor worden er te weinig azolen gebruikt in de ziekenzorg : 400kg/j in Nederland). Men wijst eerder op het massale gebruik van schimmelbestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw en in huishoudelijke producten zoals zeep, desinfecteermiddelen en verf (samen 130.000kg/j). Bovendien vinden we de resistente schimmels ook in het milieu, bv. in compost... .

 

Candida, dé schimmelinfectie :            

 

Candida komt bij een gezond persoon natuurlijk voor in de slijmvliezen van mond, darm en vagina. Deze gist leeft normaal als saprofiet (die zich enkel voedt met organisch afval van zijn gastheer) in de darm bij mens en dier. Deze gist is in 't algemeen ongevaarlijk, zolang het bacterieel evenwicht in de plaatselijke flora (dat de ontwikkeling ervan controleert) niet wordt verstoort.

 

Een normale darmflora produceert biotine. Biotine verhindert dat een gist zoals Candida agressief gaat uitzwermen (M-vorm of mycelium). In bepaalde epigenetische omstandigheden (breedspectrum antibiotica, zuur terrein door slechte voedingsgewoonten, geraffineerde suiker, chronische stress... die het immuunsysteem ondermijnen en de darmflora verstoren, zodat minder biotine beschikbaar is) kan de gist zich op een buitensporige wijze vermenigvuldigen en het hele verteringskanaal aantasten (mond, darm, anus). Door een tekort aan biotine kan Candida immers agressief door de darmwand groeien, waarbij gaten ontstaan waarlangs toxinen zoals toxisch acetaldehyde, bacteriën, virussen en te grote stukken eiwit (peptiden) in de bloedbaan terecht komen.   

 

Na uitzaaiing via de bloedbaan kan de gist zich verspreiden over het gehele lichaam (bronchi, huid, vagina, organen...) onder vorm van spruw (mond), mondhoekkloven of scheurbek (mond) en schimmelinfectie (vulvovaginale candidose, huidcandidose, ter hoogte van de nagels (onyxis)).

 

Candida-infecties zijn opportunistisch, wanneer de gist in bepaalde omstandigheden pathogeen wordt. Als de omstandigheden gunstig zijn kan een gist (zoals Candida), als parasiet speciale structuren ontwikkelen zoals rostra die gemakkelijk de cellen van de gastheer binnendringen en zo een schimmel worden. Overal aanwezig in het organisme laat deze hele sectoren in acidose, verdoken voor immuunagenten, vooral wanneer het organisme oud, ziek is (stress, zwakte van virale infectie) of gekwetst wordt (agressieve behandelingen). Zie ook : "Kanker".

 

De factoren die deze infectie bevorderen zijn van verschillende oorsprong :

 

    • lokaal : vochtigheid, warmte, zweten, slechte hygiëne/overdreven hygiëne...

    • voeding : onevenwichtig dieet rijk aan suiker (Candida is een grote consument van suiker) en arm aan vitaminen

    • medicamenteus : antibiotherapie, corticotherapie, behandelingen die monddroogte bevorderen zoals slaapmiddelen, immunosuppressiva, chemotherapie, orale contraceptiva, in het bijzonder de steroïden.

    • algemeen : pathologische toestand van de patiënt (diabetes, AIDS), zwangerschap...

    • bloedziekten met polynucleaire neutrofiele leukocyten die de verdedigingsbarrière vormen tegen de candida-infectie.

 

Candida-infecties kunnen oppervlakkig zijn (huid, slijmvliezen thv de mond (witte laag op tong), de genitaliën, de slokdarm) of dieper. Bij systemische candidosen kan candida alle organen koloniseren, alhoewel de nier het meest belaagd wordt. Deze infecties treden vooral op bij personen met neutropenie en zijn dikwijls dodelijk.

 

De aangewezen medicamenteuze behandelingen slagen er zelden in Candida uit te roeien. Zodat soms onderhoudsbehandelingen en secondaire preventie nodig zijn om het hervallen te vermijden.

 

Chronische Candida-infectie :            

 

Volgens statistieken en studies uitgevoerd over heel de wereld is 70 tot 80% van de wereldbevolking slachtoffer van een chronische Candida-infectie. Gedurende de laatste 15-20 jaren heeft men een opmerkelijke stijging van veel psychosomatische ziekten vastgesteld, maar ook van een meer en meer voorkomen van chronische Candida-infecties. Verschillende factoren zijn verantwoordelijk voor deze situatie.

 

    • Secreties in het maagdarmkanaal (maagzuur, pancreasenzymen, gal...) helpen de wildgroei van candida tegengaan. Eventuele tekorten/oorzaken (antiacida?) moeten worden opgespoord en indien nodig aangevuld met stoffen die de maagzuurproductie stimuleren (zie : "Maag- en darmproblemen"), de pancreasenzymen aanvullen, en de doorstroming van de gal bevorderen.

 

    • De lever speelt een sleutelrol in het overwinnen van Candida albicans. Een slecht functionerende lever bevordert immers de wildgroei van candida. Candida produceert een soort alcohol (katergevoel) die door de lever moet ontgift worden.  

     

    • De gist Candida albicans produceert het bijproduct acetaldehyde, een toxische stof die o.a. het enzym methionine synthetase remt met als gevolg een toename van homocysteïne in bloed (cardiovasculaire risicofactor) en een verlaagde aanmaak van folaten, nodig voor het herstel van DNA (zie "Methylcyclus").

 

    • Normaal is ons intern milieu anaeroob : het is reducerend. Het leven bestaat afgeschermd van de lucht en met weinig zuurstof. Maar paddestoelen (maar ook schimmels en candidosen) ontwikkelen zich altijd in een vochtig, lauw en geoxideerd milieu. De echte oorzaken zijn dus deze die de oxidatie van het organisme bevorderen. Deze oxidatie blijkt op bio-elektronisch vlak als een verhoging van de redoxfactor rH2 die dikwijls meer dan 28 bedraagt (rH2 > 28) daar waar de norm voor een goede gezondheid zich situeert op 22 (zie ook : "De redox-reacties, Praktisch").

 

 

De voornaamste oorzaken zijn :

  1.  

    • oxiderende geneesmiddelen : antibiotica, corticoïden, de pil, chemotherapie, bloedtransfusie en de meeste vaccins

    • oxiderende voedingsmiddelen : witte suiker, gegist wit brood, industrieel gebak, frituren, vette kazen, vet vlees, geraffineerde oliën, gisten en schimmels...

    • oxiderende dranken : water behandeld met chloor, of gesteriliseerd, alsook sommige mineraalwaters, alle instant-dranken of deze op basis van fruitsap of cola en bepaalde alcoholische dranken...

    • alle stress (fysische, energetische, emotionele en affectieve) en vervuiling (elektromagnetische, chemische, elektrische...) hebben een oxiderende uitwerking door de vorming van vrije radicalen. Zij ageren door neutralisatie van elektronen.

    • maar waarschijnlijk ook : vergifting door kwikamalgaam (tandvulling), door chemische agenten (huishoudproducten), door de bekende VOC (Volatile Organic Compound), in de omgeving van boerderijen en chemische fabrieken, enz., en overmatige blootstelling aan elektromagnetische straling : hoogspanningslijnen, draadloze telefoon (DECT), ...

 

Andere factoren die bijdragen aan het ontstaan en het in stand houden van schimmelinfecties zijn bv. : verstoorde darmfunctie, langdurig verblijf van fecaliën in de darmen door eens slechte darmperistaltiek, toxinen in de darmen, overbelaste leverontgifting, milieutoxines, tekort aan galzouten, verkeerde voedselcombinaties, verstoring van het zuur-base evenwicht, teveel eiwitten en geraffineerde koolhydraten, te weinig maagzuur (achloorhydrie), te weinig vezels en een verhoogde darmpermeabiliteit.

 

De meeste oorzaken en factoren hebben duidelijk te maken met voeding en levensstijl. Dat wil ook zeggen dat overmatig geneesmiddelengebruik en verkeerde voeding het blijvend succes van elke schimmeltherapie in de weg zullen staan.

 

De symptomen zijn veelzijdig, zoals :

 

    • darmkolieken met vorming van gas, opgeblazen gevoel, anale jeuk, diarree, constipatie.

    • progressieve vermoeidheid : zonder aanwijsbare oorzaak met matige slaap en onvoldoende recuperatie, asthenie.

    • meer uitgesproken allergische reacties (huid-, ademhalings- en voedselallergieën) en schimmelinfecties.

    • verstoring van het voedingsgedrag : alcoholisme, boulimie, drang naar suiker (chocolade, taartjes...), naar verzadigde vetten (charcuterie, kaas...) en gealcoholiseerde dranken.

    • gynecologische problemen : steeds terugkerende vaginale schimmelinfecties (met witverlies en jeuk), klierontstekingen (Bartolin klieren) cysten en endometriose; cystitis en nierinfecties.

    • huidproblemen : eczeem, seborrhee, psoriasis, acne, schimmelinfecties aan de nagels, aan de voeten.

    • ademhalingsproblemen : astma, bronchitis.

    • gedragsstoornissen : depressie, angst, chronische vermoeidheid, hoofdpijn...

    • slaapproblemen (inslaapmoeilijkheden), concentratiestoornissen (geheugen, minder wilskracht) en stemmingsstoornissen (prikkelbaar, ongerust, agressief, ontevreden...).

    • storingen van het oor, van de schildklier.

    • gewrichtspijnen  en spierpijnen.

 

Candida-overgroei kan ook de hersenfuncties verstoren, waaronder metabole verstoringen van de neuronen, membraanafwijkingen en een afgenomen zuurstofvoorziening en is geassocieerd met een reeks van psychische klachten zoals concentratieverlies, geheugenverlies, depressie, onverklaarbare angst, slaperigheid, oorsuizen, duizeligheid en hallucinaties bij inslapen. Hersensymptomen kunnen ook gerelateerd zijn aan allergieën, waarbij zwelling van het hersenweefsel of de introductie van vreemde eiwitten in de hersenen kan optreden.

 

Om de vermenigvuldiging van de gisten af te remmen, kan een aangepast dieet helpen.

 

Praktisch :            

 

 

Locale schimmelinfectie :

 

Een "banale" vaginale schimmelinfectie treedt gemakkelijk op en kan gemakkelijk behandeld worden. De oorzaak moet meestal gezocht worden in een verstoring van het plaatselijk natuurlijk evenwicht maar kan ook seksueel (of met een besmet object) worden overgedragen. Spijtig genoeg duikt de infectie bij vele vrouwen regelmatig terug op.

 

Nochtans kunnen simpele voorzorgen helpen dit te voorkomen :

 

    • kies voor ondergoed in katoen, wasbaar op 60°C

    • een dagelijkse intieme hygiëne is gebaad met alleen water. Ontsmettende baden, intieme sprays, vaginale douches, geparfumeerde zepen... : zij verhogen allen het risico!

    • gebruik, indien nodig,

      • een alkalische zeep

      • een glijmiddel bij seksueel contact : bij vaginale droogte ontstaan gemakkelijke mechanische wondjes

      • tijdens de menstruatie : vermijd het gebruik van tampons

    • bij besmetting :

      • zich onthouden of een condoom gebruiken zodat beide partners beschermd zijn

      • elk hun eigen hand- en badhanddoeken gebruiken

 

Keelinfecties met bijkomende schimmelinfectie komen veelvuldig voor (een witte schijn op de tong en in de keelholte). Meestal is geen specifieke behandeling nodig. Kies voor suikervrije keeltabletten daar glucose de schimmel eerder zal voeden...

 

Sinusontstekingen, maar ook astma, die, ondanks een behandeling met antibiotica, antihistaminica en/of lokale corticoïden  langer dan 3 maanden aanhouden, wijzen op een inflammatietoestand in stand gehouden door een schimmelinfectie. Alleen een onderzoek van de levensomgeving van de patiënt (woonst, huisraad, klederen, stof, vochtigheid...) met immunologische testen met de hulp van schimmelextracten kunnen uitsluitsel brengen over een mogelijke specifieke immuunreactie of allergische reactie tegen allergenen afkomstig van bij hen thuis gevonden soorten. Meer dan 90% van de sinusontstekingen zouden door schimmels zijn veroorzaakt! In al deze gevallen dienen antibiotica tot niets (enkel tegen bacteriën) en verergeren lokale corticoïden de immuundepressie.

 

Lokale candida-infecties thv  slijmvliezen van de mond (witte laag op tong) kunnen even effectief behandeld worden met gentiaanviolet als met nystatine .

 

 

Systemische schimmelinfectie :

 

Een "Levend Bloed Analyse" (LBA) kan de aan- of afwezigheid aantonen van een systemische schimmelinfectie veroorzaakt door een gist (Candida albicans of andere), en / of van mycelium.

 

In de praktijk treden 3 ziektebeelden meestal samen op : Candida-albicans-infecties, hypoglykemie en allergie. Deze 3 aandoeningen houden elkaar in stand, het is dus uiterst belangrijk ze alle drie tegelijk aan te pakken.

 

Schimmeltoxines kunnen ook de hersenen bereiken en daar neurologische symptomen veroorzaken : depressie, angst, PTSD (Post Traumatic Stress Disorder).

 

Schimmelinfecties zijn moeilijk te bestrijden omdat er weinig middelen bestaan die schimmels doden zonder de eigen cellen te beschadigen. Schimmels, dieren en planten hebben complexe eucaryote cellen met een membraanomgeven celkern, waarin het genetisch materiaal (DNA) is opgeslagen, en "celorganellen", elk met een specifieke functie (mitochondria --> energie, ER --> synthese van eiwitten en vetten...). Daarentegen bezitten bacteriën prokaryote cellen : eenvoudige structuur, geen celkern, geen complexe organellen...

 

 

Vermijden van schimmelinfectie via voeding :

 

In geval van twijfel en met het oog op de mogelijke aanwezigheid van andere ongewenste bacteriën, schimmels of verontreinigende stoffen, lijkt het redelijk om ongeschilde niet-biologische groenten en fruit grondig te wassen voordat je ze opeet.

 

Er wordt aanbevolen om fruit en groenten, in een bad met water waaraan natriumbicarbonaat (bij een concentratie van 10 mg/ml) werd toegevoegd, te laten weken gedurende ongeveer 15 minuten. Met deze alkalische oplossing kunnen de chemische resten worden opgelost, welke dan beter kunnen verwijderd worden met een microvezeldoek waarvan het materiaal mechanisch efficiënter is dan een eenvoudige spons.

 

Om micro-organismen van vaste oppervlakken te verwijderen, wordt vaak verdunde witte azijn gebruikt, zowel thuis als in restaurants. Hoewel het effectief lijkt te zijn tegen sommige ziektekiemen zoals Staphylococcus aureus, is er enig bewijs dat het aanzienlijk minder effectief is op candida, waaronder C. auris. Tenzij het puur gebruikt wordt (azijn met minimaal 10% azijnzuur) en aangevuld met 1,5% citroenzuur. In deze samenstelling lijkt de doeltreffendheid hoger op een breed scala van ziektekiemen, waaronder sommige candida .

 

 

Candida-dieet : in het candida-dieet zijn

 

    • te mijden : (om de candida uit te hongeren)

 

      • alle voedingsmiddelen met > 15% koolhydraten (gluciden, suikers zoals fructose, sucrose (witte suiker), lactose (melksuiker)...) ; suiker zelf verzwakt ook het immuunsysteem...

      • geraffineerde koolhydraten (witmeelproducten) ook met < dan 15% koolhydraten

      • absoluut alle gist- en schimmelhoudende producten zoals brood, kazen, soja saus, alcoholhoudende dranken (bier, cider, ...), azijn, gedroogde vruchten, pindanootjes, paddenstoelen....; eerder zuurdesembrood gebruiken

        • controleer ook de bijsluiter of etiket van geneesmiddelen en voedingssupplementen

      • varkens- of kalfsvlees

      • vruchten die zoet smaken (ook indien < 15% koolhydraten)

      • lichaamsvreemde voedingsadditieven

      • gewone melk of afgeleiden (bevatten melksuikers) met uitzondering van een beetje boter of yoghurt

      • alcohol, koffie of thee

      • fruitsappen (ook de vers geperste)

      • ingeblikt of ingevroren sappen : alle groentesappen moeten vers gemaakt worden. De meeste sappen in blik en uit de diepvries bevatten citroenzuur, een nevenproduct van schimmel dat bepaalde reacties tot gevolg kan hebben.

 

    • te verkiezen :

 

      • olijfolie kan candida afdoden. Olijfolie bevat namelijk antischimmel en antimicrobiële bestanddelen (oleïnezuur) die bescherming bieden tegen Staphylococcus aureus , Streptococcus mutans , Escherichia coli , Candida utilis en Aspergillus niger. 

      • met melkzuur gefermenteerd voedsel : zuurdesembrood, magere kwark, yoghurt... en de aziatische soja-afgeleiden miso, tempeh, shoyu, tamari... : het gevormde melkzuur veroorzaakt een verzuring van het milieu (tot pH 4) wat de ontwikkeling van ongewenste pathogene kiemen en schimmels remt. Tot deze groep producten behoren de met melkzuur gefermenteerde groentensappen, kefir, Kombucha, sap van Kanne-brood (Brottrunk)....

      • gistvrij brood, zilvervliesrijst, en gekookte aardappelen

      • als broodbeleg : gerookt vlees, rosbief, zeer jonge kaas, ei, tomaat, rauwkost; geen ham en geen worstsoorten

      • vis, lamsvlees, schapenvlees, geitenvlees, kip en rundvlees (meer vis dan vlees!)

      • rauwkost : sla, andijvie, wortelen, radijs, komkommer....; geen producten in blik

      • eieren

      • enkel zeer jonge kaas (hüttenkäse), jonge kaas met mate

      • noten : walnoten, amandelnoten, hazelnoten

      • kokosvet (zie ook lager) : zou het woekeren van candida in de darm voorkomen en beperken (gezien bij muizen)

      • dranken : sojamelk, sap van niet zoete vruchten, alle kruidenaftreksels (zonder extra suiker), plat water

      • synthetische zoetmiddelen : zijn toegestaan

      • probiotica

 

 

Voedingssupplementen

 

    • vitamine B3 (nicotinamide) : zou een bepaald enzym remmen dat essentieel is voor de groei en het overleven van Candida Raymond M et al. Modulation of histone H3 lysine 56 acetylation as an antfungal therapeutic strategy. Nat. Med. 2010 Jul;16(7):774-80 .

     

    • vitamine B8 (biotine) : verhindert dat een gist zoals Candida agressief gaat uitzwermen (M-vorm of mycelium).

 

    • N-acetyl-glucosamine (NAG) : ingeval van candida-infectie wordt NAG gegeven om het systeem te voeden en het herstel van de slijmvliezen te bevorderen.

 

    • biergist (bekomen uit de resten van de bierbereiding, waarbij de gistelementen inactief werden gemaakt door het gebruik van hoge temperaturen): wordt meestal gebruikt voor het gehalte aan vit B en aan polysachariden die het immuunsysteem stimuleren (probioticum).

 

    • biologische antischimmelmiddelen :

      • speciale probiotica-formules voor schimmelinfecties

      • fructo-oligosachariden (FOS)

      • look : Allium sativa

      • Indische wierookboom : Boswellia serrata : helpt het darm- (en long-) slijmvlies herstellen door de chronische inflammatietoestand met succes te bestrijden

      • chlorofyl : dankzij haar bacteriostatische en mycostatische eigenschappen treedt chlorofyl op als sterke regulator van de darmgisting en vergemakkelijkt chlorofyl de regeneratie van de darmflora, ten koste van Candida albicans

      • gember : Zingiber officinalis

      • kaneelzuur (kaneelextract) : heeft antiseptische en antischimmel eigenschappen (reeds in de oudheid gebruikt)

      • boterzuur (boter, parmesan)

      • caprylzuur (in kokosolie) : bekend voor haar antischimmeleigenschappen ; wanneer proliferatie van candida (saprofyt gisten van het darmstelsel) voorkomt dan oefent caprylzuur een duidelijke werking uit in de behandeling van een candidose.

      • abrikozenpitten

      • Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis) wortelstok poeder: 250 à 750mg/dag gedurende 3 weken ; vervolgens 2 weken stoppen

      • lactoferrine : 300mg per dag

      • ...

 

 

Aromatherapie

 

    • tegen Candida albicans : de essentiële oliën (EO) van Tijm met carvacrol (Thymus vulgaris carvacroliferum), Spaanse oregano (Corydothymus capitatus), Bergbonekruid (Satureja montana), Kruidnagel (Eugenia caryophyllus) et Ceylon kaneel (Cinnamomum verum ou C. zeylanicum).

 

 

Belangrijke tips :

 

    • vermijd het inhaleren van gisten en schimmelsporen (kelders, compost, matras, oude boeken...)

    • vermijd het blootsvoets lopen in zwembaden

    • vermijd strakke synthetische kleding

    • vermijd geplastificeerd maandverband

    • vermijd stresssituaties

 

    • zorg voor voldoende verluchting in vochtige ruimten

    • beweeg : wandelen, fietsen...

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.