Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.
Laatste bijwerking : 2021.11.19
De voedselonverenigbaarheden vertegenwoordigen zeker het meest complexe en controversiële gedeelte van de diëtotherapie.
Deze theorie is enerzijds gebaseerd op de verteringstijd van elk voedingselement et de hiervoor beschikbare energie en anderzijds op het zuur-base evenwicht in het verteringsstelsel. Het is immers ontegensprekelijk dat het correct associëren van voedingsmiddelen bepalend is voor de goede verteerbaarheid en de betere assimilatie van haar nutritieve elementen.
Wij herkennen allemaal ongemakken zoals maagzuur, opgeblazen gevoel, zwaartegevoelens, (zure) oprispingen, flatulentie, slaperigheid na de maaltijd... die symptomen zijn van een slechte vertering. Bepaalde personen vertonen daarbij nog klinische tekenen van overbelasting (intoxicatie door de productie van toxines oneigen aan de algemene gezondheidstoestand), zoals beladen witte tong, slechte adem, onregelmatige, kleverige, walgelijke stoelgang, donkere onwelriekende urine...
Het loont de moeite op hetgeen volgt te letten, zonder echter het te hanteren als absolute regel. Een goed gezond verteringskanaal is in staat enkele voedingsonverenigbaarheden te verwerken. Laten wij vooral luisteren naar ons organisme, zodat het vrij is zelfs een zogezegde "onberispelijke" associatie te weigeren.
Wat telt is het scheiden van de voedingsstoffen volgens hun verteringsplaats, hun pH, hun verteringsduur, vooral om het verteringssysteem te ontlasten, om vitaliteit en energie te herwinnen en om het organisme te reinigen (Shelton).
Uiteindelijk is een voeding op basis van goede voedselassociaties geen dieet : het is een manier van leven : deze voedingsstijl zal de magere doen verdikken en de dikke, ronde of zwaarlijvige doen vermageren. Zij dient aangepast aan elk individu, volgens zijn energiepotentieel, zijn toxemie, en zijn smaak.
Inhoud :
Op het verteringsvlak wordt elke voedingsmiddel gekenmerkt door 3 parameters :
1. De verteringstijd : deze kan variëren van enkele minuten voor fruitsappen, fruit, suiker of honing... , ongeveer een half uur voor bladgroenten et tot 5 uren voor peulvruchten (linzen en peulvruchten in het algemeen). Het kapitaal energie nodig voor de vertering en de assimilatie varieert dus nogal volgens de opgenomen voedingsmiddelen.
Bv. :
fruitsuikers ondergaan geen vertering, zij zijn onmiddellijk opneembaar. De dubbele suikers daarentegen moeten eerst gehydrolyseerd worden thv de darm,
bladgroenten verteren relatief snel (half uur),
zetmeelhoudende middelen worden door amylases uit het speeksel en de pancreas omgezet in maltose en vervolgens in eenvoudige suikers,
vetstoffen vertragen de vertering van alle andere voedingsstoffen,
zure voedingsstoffen vertonen een vertraagde vertering daar het organisme eerst de zuren dient te neutraliseren,
...
2. De benodigde energie : de verterings-assimilatie-capaciteit is direct gelinkt aan het energiepotentieel, aan het vitaliteitspotentieel van elkeen, en dit potentieel varieert volgens het individu, gedurende zijn leven, volgens de seizoenen en zelfs gedurende de dag.
Dit persoonlijk energiepotentieel is functie van verscheidene parameters en o.a. van de levenshygiëne op fysisch vlak (bewegen, ademhaling, zuurstofaanvoer), op mentaal vlak (fysisch/psychisch evenwicht) en op voedingsvlak. Is deze hygiëne onvoldoende, dan zal het persoonlijk energiepotentieel dalen waardoor sommige functies eronder gaan lijden :
Zoals :
de thermische functie waardoor bepaalde ledematen het koud krijgen
de verteringsfunctie met colitis, diarree
de assimilatiefunctie met magerzucht als gevolg
de eliminatiefunctie van vetten met gewichtstoename als gevolg
de evacuatiefunctie van de stoelgang leidend tot constipatie
de spierfunctie met apathie
de mentale en emotionele functie wat kan leiden tot een lagere stressbestendigheid, geheugenstoornissen...
de seksuele functie met een verminderd libido
de reproductiefunctie met fertiliteitsproblemen
de eliminatiefunctie van toxines uit de cellen die aan de basis liggen van ziekte-symptomen
...
Indien iemand met beperkte vitaliteit "zwaar te verteren" voedingsmiddelen tot zich neemt, treedt noodzakelijkerwijze een tekort aan energie op voor de verteringsfuncties. Daarenboven gaan deze voedingsmiddelen, in plaats van energie aan te brengen, eerder te lang verblijven in de maag, met fermentatie en verroting als gevolg. Wat leidt tot vergiftiging (met klinische tekenen van overbelasting) in plaats van een nutritionele aanbreng.
---> Het is dus heel belangrijk dat personen met beperkte vitaliteit bepaalde zwaar te verteren voedingsmiddelen vermijden.
De energieproductie vereist een belangrijke aanvoer van zuurstof, voor de oxidatie van koolstof en waterstof. Een overdreven ingestie van gluciden (zetmeelhoudende stoffen, suikers, gesuikerd fruit) niet gepaard gaande met een fysische inspanning is dan verantwoordelijk voor een bijkomend energieverbruik voor het verwerken van het teveel aan suikers.
Voor het vermijden van warmteopwellingen in het organisme, van overbelasting van de pancreas bij het instandhouden van de bloedsuikerspiegel en van voortijdige hart-longschade dienen mensen, die een eerder sedentair leven leiden, hun consumptie van suikers drastisch te milderen. Een matig verbruik van suikers 1 x per dag zorgt, bij fysische arbeiders en sportmensen, voor een voldoende aanvoer van suiker, nutriënten en energie.
3. Het zuur-base evenwicht van de vertering : alle lichaamsvochten bezitten niet dezelfde zuurgraad (pH) : bv. maagsap (tussen 1 en 2), pancreassap (7.5), bloed, zweet en tranen (7.1), speeksel (6.9), darminhoud (8)...
Een correcte pH is belangrijk : zij bepaalt de moleculaire vorm van proteïnen en is bepalend bij praktisch elke enzymatische activiteit. Vitale reacties treden immers enkel op in een milieu met een bepaalde pH, die overeenkomt met de pH nodig voor de enzymatische activiteit. Een verandering in de pH van hun vitaal milieu kan hun activiteit remmen of zelfs stoppen. En aangezien het organisme enzymen (proteïnen) gebruikt voor de vertering...
(zie ook : "Zuur-base profiel", "Zuren en basen" en "Het zuur-base evenwicht")
Toch het is vooral de verhouding basenhoudende / zuurvormende voedingsmiddelen die belangrijk is : salades en groenten blijven de grootste leveranciers van het basenaanbod, terwijl gebak en koolhydraten de belangrijkste zuurvormende voeding vertegenwoordigt.
Het principe van de associatieregels wordt dikwijls in vraag gesteld. Niet iedereen voelt immers dat bepaalde associaties eerder kwaad dan goed doen. Gelukkig zijn hen die het voelen : verteringsproblemen, diarree, braken, maagzuur, gasvorming, opgeblazen gevoel, krampen, onwelriekende stoelgang, slechte adem, beslagen tong, zweten, waterretentie (cellulitis),... allemaal symptomen die veel mensen herkennen. Nochtans hoeft de vertering geen onaangenaam proces te vormen. Het uitproberen van compatibele associaties kan hier duidelijk uitsluitsel brengen. Eenvoudige maaltijden, met mate genuttigd, vergemakkelijken de vertering. Het spijsverteringsstelsel is immers niet gemaakt voor het verteren van complexe voedselcombinaties.
In de natuur komen bepaalde combinaties niet voor :
zuren met zetmeelhoudende
zetmeelhoudende met suikers
suikers met proteïnen (geconcentreerde)
proteïnen onderling
diverse zetmeel (amylacea) onderling
vetten met zuren
Granen en peulvruchten (zetmeel + proteïnen) van hun kant zijn niet gemakkelijk te verteren. Het zijn daarbij geen specifieke voedingsmiddelen voor de mens. Oorspronkelijk zijn wij immers fruit, groenten en noten eters. En meestal niet onderling gemengd, maar beperkt tot een enkel voedingsmiddel per maaltijd.
Diegenen die de onverenigbaarheid van voedingsmiddelen niet aanvoelen, zijn eigenlijk gezien : met de tijd gaan de toxines zich opstapelen, wat zich op termijn uit als reuma of onder vorm van o.a. andere ontstekingsziekten.
Hoe gevarieerder de voeding bij vissen, hoe minder gevarieerd hun darmmicrobioot . Indien dit ook zou gelden bij de mens, dan zou dat betekenen dat sommige voedselassociaties de diversiteit van onze darmflora zouden beïnvloeden. Variatie in hetgeen we eten vertaalt zich dus niet altijd in een gepaste diversiteit van ons microbioot.
"Gezond eten" staat niet alleen voor de keuze van natuurlijke en bio-voedingsmiddelen volgens elk seizoen.
Een correcte voedingswijze kiest de associaties van voedingsmiddelen in functie van de verteringsmechanismen : enkel de middelen die op dezelfde wijze verteren, of in basisch of in zuur milieu, mogen samen worden genuttigd.
In het kader van een voedselassociatie, worden 9 groepen voedingsmiddelen onderscheiden :
1. Vlees - vis - eieren - melk - kazen :
Samenstelling :
vooral proteïnen,
---> zijn verzurende voedingsmiddelen (zie "Metabole zuren").
Voedingsmiddelen :
vleessoorten (mager of vet : rund, kip, varken, schaap, konijn, wild...)
vissoorten, mager of vet, vers of gerookt
zeevruchten, schelpdieren en schaaldieren
melk en melkproducten : kazen, yoghurt... < 55% VG (VetGehalte)
Opmerkingen :
vertering :
deze middelen ondergaan geen enkele chemische bewerking in de mond, enkel een fysische door te kauwen,
na het kauwen komen de voedingsmiddelen in de maag, waar hun aanwezigheid de vrijstelling van maagzuur (HCl) inluidt (zeer zure pH : pH 1 à 2),
dit maagzuur zet de proteïnen om in aminozuren die in de darm als zodanig geassimileerd worden,
melk wordt in de maag verteerd door het lebferment (stremsel) dat alleen actief is in zuur midden.
Opgelet :
melkproducten met een VG > 55% behoren tot de klasse van de vetten,
vette proteïnen (kazen met harde korst : gouda, gruyère...) en de oliehoudende voedingsstoffen (zie groep 8) zijn gedeeltelijk verenigbaar met zetmeelhoudende voedingsstoffen dankzij de aanwezigheid van vetten
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
2. Zetmeelhoudende voedingsstoffen
Samenstelling :
behoren tot de categorie van de "trage" koolhydraten : zij brengen er een massieve hoeveelheid van aan in het organisme.
---> zijn verzurende voedingsmiddelen (zie "Metabole zuren").
Voedingsmiddelen : alle voedingsmiddelen die zetmeel bevatten
bloem van tarwe, maïs, boekweit, rogge, soja...
vlokken van haver, tarwe, boekweit, gerst...
hun afgeleiden (brood, beschuiten, pasta, beignets, pannenkoeken, patisserie...)
zetmeelhoudende groenten (aardappelen, schorseneren, bloemkool, artisjok, raap, pompoen, beetwortel, aardpeer (topinamboer) ...)
maar ook : rijst, griesmeel, couscous...
alle granen in het algemeen
aardnoten (die ook mogen deel uit maken van de categorie van de vetten gezien hun VG)
tamme kastanjes
Opmerkingen :
vertering :
zij ondergaan een eerste fase in de mond in een basisch milieu (speeksel pH 7 à 8): deze chemische omzetting verloopt verder in de maag, steeds dank zij het basisch speekselsap,
het aldus behandeld en gekneed voedingsmiddel glijdt verder naar het bovenste gedeelte van de dunne darm (duodenum) waar andere verteringssappen (pancreas) (pH 7 et 8) de inwerking zullen verder zetten en de vertering beëindigen zodat de assimilatie door de wand van de darm kan gebeuren,
het normaal verteringsproces van gluciden moet leiden tot enkelvoudige suikers. Een abnormale gang van zaken (fermentatie) leidt tot de vorming van koolstofoxide en alcohol, met vorming van gassen, verstopping en opzwellen.
deze omzetting vereist een belangrijke hoeveelheid energie.
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
3. Peulvruchten
Samenstelling :
bevatten zowel zetmeel als proteïnen, beiden in grote hoeveelheden : zij zijn dus moeilijk te verteren daar zij verschillende verteringssappen nodig hebben, die elkaar opheffen.
---> zijn ontzurende voedingsmiddelen (zie "Metabole zuren").
Voedingsmiddelen :
spliterwten, bonen (witte, rode, flageolets...), linzen, soja, grauwe erwten...
Opmerkingen :
het is beter, indien mogelijk, peulvruchten alleen te eten, bv. gekruid met bonenkruid (een kruid met een pepersmaak, die de purinen uit de peulvruchten zal neutraliseren),
de vertering vereist veel energie : dus te mijden bij personen met een zwak energiepotentieel,
anderzijds, verschaft de associatie peulvruchten + granen alle essentiële aminozuren en vervangt zo perfect het eten van vlees.
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
4. Bladgroenten
Samenstelling :
neutrale voedingsmiddelen, kunnen gecombineerd worden met alle andere categorieën ; zij bevatten vezels die de darmtransit verbeteren en de vertering bevorderen.
---> zijn ontzurende voedingsmiddelen (zie "Metabole zuren").
Voedingsmiddelen :
look, asperges, snijbiet, selder, broccoli, bieslook, cichorei, kolen, bloemkool, komkommer, pompoen, courgette, waterkers, sjalotten, witloof, spinazie, groene bonen, sla, uien, zuring, peterselie, paardenbloem, prei, pepers, bamboespruiten, radijs, andijvie en andere salades...
Opmerkingen :
te eten in grote hoeveelheden,
zowel rauw als gekookt (gestoomd), in soepen...,
deze voedingsmiddelen zijn verenigbaar met alle categorieën van voedingsmiddelen (proteïnen-rijke, zetmeelhoudende en vette voedingsmiddelen...),
kies voor rauwe groenten : best in het begin van de maaltijd (anders risico op fermentatie en opgeblazenheid).
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
5. Fruit, half zure
Samenstelling :
ondanks hun gehalte aan (snelle) suikers bij bepaalde soorten, bevatten zij allemaal zuren.
---> zijn ontzurende voedingsmiddelen (vooral de rijpe vruchten) (zie "Metabole zuren").
Voedingsstoffen :
abrikozen, kersen, verse vijgen, mango, mangoustan, papaja, zoete perzik, peer, zoete appel (golden), zoete pruim, zoete druif, aardbeien, frambozen, tomaten...
Opmerkingen :
zuur en half zuur fruit mogen geassocieerd worden ; toch is het te verkiezen enkel fruit van eenzelfde groep met elkaar te mengen,
kies voor rauw en vers fruit : best te nuttigen buiten de maaltijd (in de loop van de voor- of namiddag) ; dus nooit als dessert (met uitzondering voor gekookt fruit (compote...) daar de bereiding hun vezels gemakkelijker verteerbaar maakt).
---> bij diabetici wordt aangeraden fruit op het einde van de maaltijd te nuttigen, nooit in het begin of tussen de maaltijden, daar hierdoor de insuline-respons beter wordt beheerd.
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
6. Fruit (zuur)
Samenstelling :
bevatten "snelle" suikers maar hun vertering wordt vertraagd door de noodzakelijke neutralisatie van hun zuur,
---> zijn ontzurende voedingsstoffen (vooral de rijpe vruchten) (zie "Metabole zuren"). Nochtans kan hun zure eigenschap de secretie van maagsappen verstoren.
Voedingsmiddelen :
ananas, citroen, oranje, pompelmoes, granaatappel, zure perziken, zure appelen, zure pruimen, zure druiven, kiwi's, zure kersen (morel en montmorency), (gestoofde) tomaten...
hun sap (wijn inbegrepen)...
Opmerkingen :
kies voor rauw en vers fruit : best te nuttigen buiten de maaltijd (in de loop van de voor- of namiddag) ; dus nooit als dessert (met uitzondering voor gekookt fruit (compote...), daar de bereiding hun vezels gemakkelijker verteerbaar maakt),
het normaal verteringsproces van gluciden moet leiden tot enkelvoudige suikers. Een abnormale gang van zaken (fermentatie) leidt tot de vorming van koolstofoxide en alcohol met vorming van gassen, verstopping en opzwellen.
Het zuur van fruit verdwijnt niet onmiddellijk bij het nuttigen. Het moet eerst worden verteerd, vooraleer het kan geneutraliseerd worden door basische mineralen : calcium, natrium, magnesium, enz. Zijn de reserves aan mineralen voldoende, dan verloopt de neutralisatie volledig. Verloopt de vertering echter maar gedeeltelijk of is de mineraalreserve ontoereikend, dan blijft het zuur van fruit en tast het organisme aan (verzuring). Is het organisme wel in staat het zuur te neutraliseren dan gebeurt dit steeds ten koste van de eigen basische reserves.
Eenmaal deze fase beëindigd, onttrekt het organisme aan het fruit de basische elementen die niet alleen het verlies bij de neutralisatie compenseren maar zelfs een overschot aan basische mineralen kunnen opleveren.
Opgelet :
meloen past in geen enkele categorie van fruit : meloen gaat met geen enkel andere voedingsmiddel samen, meloen passeert zo snel het spijsverteringskanaal dat alle combinaties met andere voedingsmiddelen tot gisting leiden : dus enkel te nuttigen alleen (of met parmahesp),
---> en dus verboden bij diabetici
meloen moet goed rijp zijn en is rijk aan liponzuur en glutathion, beiden voor het organisme onmisbare antioxidantia.
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
7. Suikers en gesuikerd fruit
Samenstelling :
bevatten veel "snelle" suikers (categorie der koolhydraten),
---> zijn verzurende voedingsmiddelen (zie "Metabole zuren").
Voedingsmiddelen :
suikers : suiker, siropen, melasse, ahornsiroop...
gesuikerd fruit : bananen, dadels, vijgen, kaki-appel, gedroogde pruimen, gedroogde peren, gedroogde abrikozen, rozijnen, gesuikerde druiven (muskaatdruif...)...
Opmerkingen :
met een rappe vertering van de vele snelle suikers zijn zij praktisch onverenigbaar met voedingsstoffen uit de andere categorieën, uitgezonderd onderling met gesuikerd en gedroogd fruit,
het normaal verteringsproces van gluciden moet leiden tot enkelvoudige suikers. Een abnormale gang van zaken (fermentatie) leidt tot de vorming van koolstofoxide, en alcohol met vorming van gassen, verstopping en opzwellen,
kies voor rauw en vers fruit : best te nuttigen buiten de maaltijd (in de loop van de voor- of namiddag) ; dus nooit als dessert (met uitzondering voor gekookt fruit (compote...), daar de bereiding hun vezels gemakkelijker verteerbaar maakt).
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
8. Oliehoudende voedingsmiddelen
Samenstelling :
zij bevatten proteïnen en olie,
---> zijn verzurende voedingsmiddelen (uitgezonderd de amandelen) (zie "Metabole zuren").
Voedingsmiddelen :
noten, hazelnoten, cashewnoot, amandelen, pijnboomvrucht, zonnebloempitten, pompoen pitten...
Opmerkingen :
vertering : zie proteïnen,
zij zijn beperkt verenigbaar met andere voedingsmiddelen,
om niet te verdikken, best samen eten met zuur fruit.
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
9. Vetten
Samenstelling :
voedingsstoffen met een VG > 55%,
---> zijn verzurende voedingsmiddelen.
Voedingsmiddelen :
boter, oliën, margarine, varkensreuzel, spek, noten, vette kazen, advocaat...
bloedpens behoort ook tot deze categorie.
Opmerkingen :
zij betekenen dikwijls een overlast met de proteïnen, daar deze laatsten reeds vetten bevatten (bv. varkensvlees, charcuterie),
vetten vertragen alles : beperk het gebruik van vetten gedurende eenzelfde maaltijd : hun vertering is zwaar.
Zie ook : "Melk en afgeleiden", "Fruit", "Groenten", "Granen", "Noten", "Pasta", "Vis".
De werkelijkheid is eigenlijk complexer dan de onderstaande regels doen vermoeden. Maar deze regels helpen je al goed op weg :
1. Meng niet ( = verbruiken gedurende eenzelfde maaltijd) : zetmeelhoudende (groep 2) en proteïnerijke voedingsmiddelen (groepen 1 en 8)
de vertering van proteïnen heeft plaats in de maag bij een pH van 1 à 2 terwijl de vertering van de zetmeelhoudende voedingsmiddelen reeds begint in de mond en verder wordt gezet in de darm, steeds in een alkalisch milieu (7 à 8). De vertering van zetmeelhoudende voedingsstoffen zal worden opgehouden ter hoogte van de maag tijdens de duur van de vertering van de proteïnen, waardoor de zetmeelhoudende voedingsmiddelen kunnen beginnen gisten, zeker in aanwezigheid van vette proteïnen : zij vertragen nog meer de secretie van maagzuur.
Mijd dus de consumptie van "Proteïnen + Zetmeelhoudende voedingsmiddelen" gedurende dezelfde maaltijd :
vis + rijst, frieten of pasta ; kip + rijst, frieten of pasta ; steak + rijst, frieten of pasta ;
broodje met ham, met kaas ; broodje + worst, brood + vlees, brood + kaas (croque-monsieur)
gepaneerde vis, oesters + brood, vis + chips,
spaghetti + vlees,
aardappelen + kaas (raclette...),
steak met aardappelen of frietjes
rijst + vlees/vis (paella...),
rijst of puree en een yoghurt (bij kinderen),
rijst of puree en een gesuikerde yoghurt (bij kinderen) : dubbele onverenigbaarheid
met bloem gebonden saus voor vleesgerecht,
melkproducten + granen (cornflakes met melk (en suiker) als ontbijt),
taart met noten, met amandelen,
...
Kies eerder voor :
proteïnen (vlees, vis...) + bladgroenten
kip + bladgroenten
pladijs + paddestoelen
...
zetmeelhoudende voedingsmiddelen + bladgroenten
pasta + radijs
rijst + tomaten
aardappelen + wortelen (stoemp)
zetmeelhoudende voedingsmiddelen + vetten
pasta + crème fraîche
aardappelen + spek
brood + boter
Noot : alhoewel de associatie "brood + boter" bv. goed is voor de vertering, wordt deze associatie met boter (of met kaas) afgeraden bij de meeste diëten omwille van een hoge aanvoer van calorieën.
2. Kies gedurende een maaltijd voor een enkel voedingsmiddel behorende tot de proteïnen (groepen 1 en 8)
Mijd dus de consumptie van "Proteïnen + Proteïnen" gedurende eenzelfde maaltijd :
roerei met ham
roerei met kaas
soufflé met garnalen
vlees + eieren
vlees + melkproducten
Kies eerder voor :
vis of vlees
oesters of kip
ei of ham
...
3. Kies gedurende een maaltijd voor een enkel voedingsmiddel behorende tot de zetmeelhoudende voedingsmiddelen (groep 2)
omdat ons organisme geen nood heeft aan meer energetische voedingsstoffen : een te rijke voeding is nefast voor het organisme, in het bijzonder in een overwegend sedentaire wereld.
Mijd dus de consumptie van "Zetmeelhoudende + Zetmeelhoudende" voedingsmiddelen gedurende eenzelfde maaltijd :
:
brood + aardappelen
maïs + rijst
pasta + taart
...
Kies eerder voor :
aardappelen of brood
rijst of pannenkoeken
pasta of brood
...
4. Meng niet gedurende een maaltijd suikers (of gesuikerd fruit) (groep 7) en dierlijke proteïnen (groep 1)
omdat, in aanwezigheid van proteïnen, de suikers in de maag gaan gisten. De suikers remmen alzo de vertering van de proteïnen...
dus : fruit steeds alleen eten.
Mijd dus de consumptie van "Proteïnen + Suikers" gedurende eenzelfde maaltijd :
pekingeend (canard laqué) met honing
varkensflank met honing
varkensvlees met karamel
melk (bevat beiden)
Kies eerder voor :
vijgen of rauwe hesp
kip of honing
schaap of gedroogde pruimen
...
Noot : fruit met eiwitten, bv. uit noten, kan wel bij diabetici : zorgt voor een langzame maar langdurige vrijstelling van energie.
5. Meng niet gedurende een maaltijd zetmeelhoudende voedingsmiddelen (groep 2) en zure of halfzure vruchten/suiker (groepen 5 en 6)
omdat vruchten verteren thv de mond en de maag, in zuur midden, welke niet past bij de vertering van zetmeelhoudende voedingsmiddelen die ook begint in de mond, maar in alkalisch midden,
omdat de suikers uit de vruchten de secretie van het speekselamylase gaan remmen : hierdoor kan gisting in het maagdarmkanaal ontstaan :
dus : fruit steeds alleen eten.
Mijd dus de consumptie van "Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + Zure vruchten/suiker" gedurende eenzelfde maaltijd :
(eventueel wel met aardbeien, frambozen, bosbessen... door hun laag suikergehalte: zie "Fruit")
brood + confituur
brood + honing
brood met bruine suiker
taart met zure appelen
taart met pruimen
corn flakes + aardbeien
zetmeelhoudende voedingsmiddelen (rijst, puree bij de hoofdmaaltijd) + gesuikerde yoghurt (als dessert)
Noot : studies hebben aangetoond dat dit type van associatie de oorzaak kan zijn van belangrijke en steeds terugkerende aandoeningen in de NKO-sfeer (otitis, rhinitis, bronchitis, angina...) en van digestieve stoornissen.
Kies eerder voor :
proteïnen (vlees, vis...) + zure of halfzure vruchten
krab + pompelmoes
pladijs + citroen
varkenskotelet + ananas
zeebrasem + tomaten
eend + kersen
hesp + kiwi
...
fruit + fruit : te nuttigen tussen de maaltijden of minstens 30 min. vóór een maaltijd.
zure vruchten combineren zich wel met goede vetten (bv. tomaten + olijfolie).
Noot : wijn en azijn zijn ook zuur en onverenigbaar met zetmeelhoudende voedingsmiddelen maar gaan wel samen met proteïnen. Zij zijn wel verenigbaar met bladgroenten (salades).
6. Meng niet melk (groep 1) met andere proteïnen (groepen 1 en 8) of met zetmeelhoudende voedingsmiddelen (groep 2), maar gebruik melk alleen, met vruchten, of met rauwe of gestoofde salades
omdat melk, een "proteïne- en suikerrijk" voedingsmiddel, reeds alleen slecht verteerd, en zeker indien samen met proteïnen of met zetmeelhoudende voedingsmiddelen.
Mijd dus de consumptie van "Melk + Proteïnen of "Melk + Zetmeelhoudende voedingsmiddelen" gedurende eenzelfde maaltijd :
melk + eieren
melk + vis
melk + rijst (rijstpap)
melk + aardappelen (puree)
Kies eerder voor :
melk + aardbeien
melk + frambozen
yoghurt + fruit, gedroogd fruit (best met het ontbijt)
melk, yoghurt + bladgroenten
7. Meloen, alsook watermeloen, wordt alleen gegeten, buiten de maaltijden, minstens 1 uur vóór het eten
omdat meloen een moeilijk te verteren vrucht is die met geen enkel ander voedingsmiddel samen gaat. Meloen wordt alleen goed verteerd in de darm. Wanneer ingenomen met andere voedingsmiddelen, blijft meloen te lang in de maag, waardoor gisting ontstaat met gasvroming, oprispingen, maagkrampen.
Mijd dus de consumptie van "Meloen + ... " gedurende dezelfde maaltijd :
meloen + parmahesp
meloen + brood
meloen + taart
meloen + met fruitsalade van verschillende vruchten
8. Gebruik watervrije plantaardige oliën, koud geperst :
omdat olie van olijven, lijnzaad, soja, tarwekiemen, zonnebloem... heel goed is voor de gezondheid, door hun rijkdom aan essentiële vetzuren.
bepaalde oliën (van soja, zonnebloem, maïs...) verhinderen zelfs de vorming van cholesterol.
Dus
oliën en vetten zijn compatibel met bladgroenten
oliën, zoals andere vetstoffen (groep 9), gaan samen met zetmeelhoudende voedingsmiddelen (groep 2) OF met proteïnen (groep 1)
---> doch zetmeelhoudende en proteïnerijke voedingsmiddelen NIET gebruiken tijdens eenzelfde maaltijd (zie regel 1)
kies voor een mengsel van 1/3 olijfolie + 2/3 koolzaad-olie, of voor een oliënmengsel van saffloer/sesam/tarwekiem/noten).
9. Mijd de consumptie van peulvruchten (groep 3) :
zij bevatten belangrijke hoeveelheden koolhydraten EN plantaardige proteïnen : maar volgens regel 1 : de zetmeelhoudende en de proteïnerijke voedingsmiddelen NIET gebruiken tijdens eenzelfde maaltijd (zie regel 1).
---> de peulvruchten volgen dus de regels van zetmeelhoudende voedingsmiddelen EN van proteïnen.
indien toch voor hun consumptie wordt gekozen, is de minst schadelijke associatie deze met bladgroenten, rauw of gestoofd.
Kies dan :
linzen + wortelen + ui
witte bonen + tomaten
bonen + venkel
...
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + Proteïnen
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + Zetmeelhoudende voedingsmiddelen
Proteïnen + Proteïnen
Proteïnen + suikers of gesuikerde vruchten
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + fruit of zure vruchten
Melk + Proteïnen
Melk + Zetmeelhoudende voedingsmiddelen
Peulvruchten + een ander voedingsmiddel
Fruit + groenten : wel appelen met groenten
Proteïnen + Bladgroenten
Proteïnen + fruit
Proteïnen + Vetstoffen
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + Bladgroenten
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + Vetstoffen
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + Bladgroenten
Zetmeelhoudende voedingsmiddelen + suikers of gesuikerde vruchten
Fruit + Fruit
Fruit + Oliebevattende voedingsmiddelen
Fruit + Melk
Melk + Bladgroenten
Bladgroenten + Melk
Bladgroenten + Vetstoffen
Bladgroenten + Peulvruchten
Meloen, watermeloen ---> alleen!
Peulvruchten + Bladgroenten (aanvaardbaar maar niet aanbevolen)
Oliebevattende voedingsmiddelen + zure vruchten
Noot :
Aanbevolen wordt dat, voor de twee voornaamste maaltijden, het middag en het avondmaal :
er een maaltijd is samengesteld uit rauwkost + zetmeelhoudende voedingsmiddelen + gestoomde groenten,
en de andere uit rauwkost + proteïnen + gestoomde groenten.
Drinken gedurende de maaltijd is niet aanbevolen : het is beter te drinken tussen de maaltijden. Het teveel verdunnen van het speeksel en van de andere verteringssappen kan de vertering vertragen, en de vezels teveel doordrenken wat opgeblazenheid kan veroorzaken. Maar daar de vertering van zetmeel gebeurt door Hydrolyse is de ingestie van water voor een maaltijd met zetmeelhoudende voedingsstoffen aanbevolen.
de enige onmisbare drank is water, plat of licht bruisend.
fruitsap (zuur) en wijn (zuur) gaan, indien niet te zuur, samen met proteïnen (ook zuur : vlees, eieren, vis, kazen), maar zijn vooral compatibel met bladgroenten en vruchten. Daarenboven blokkeren zij, door hun zuurgraad, de vertering van zetmeelhoudende voedingsmiddelen gedurende dezelfde maaltijd.
de consumptie van fruit of van vruchtensap (zuur) is dus te mijden voor een ontbijt op basis van brood en granen : het volstaat de volgorde om te keren.
bij bepaalde personen is de consumptie van fruitsap (een sterk energetische drank gezien zijn samenstelling) te mijden na 18u, wegens het risico op slaapstoornissen.
bier (uit granen) gaat goed samen met zetmeelhoudende voedingsmiddelen (aardappelen, pasta, rijst, granen, gerechten op basis van bloem...).
infusies zijn aanbevolen ; nochtans kan een warme drank op het einde van de maaltijd de vertering vertragen daar zij de aanwezige verteringssappen verdunt.
koude dranken veroorzaken een thermische shock in het organisme : opletten.
opwekkende dranken zoals koffie en thee zijn te mijden : doch, indien men er niet zonder kan :
drink steeds lichte thee of koffie : koffie bevat veel urinezuur.
het toevoegen van melk maakt de koffie of thee moeilijk verteerbaar : coffeïne doet de melkproteïnen coaguleren (en niet de vetten). Koffie zonder coffeïne kan ook, voorzover als solvent water of natuurlijk carbonzuur werd gebruikt.
bij een proteïne-rijke maaltijd is het toevoegen van crème toegelaten, doch niet van suiker.
bij een maaltijd rijk aan zetmeelhoudende voedingsmiddelen, is het toevoegen van crème en van suiker toegestaan.
warme chocolademelk is te mijden.
...
"Beknopt" overzicht :
A : groenten, proteïnen, vetten (vlees, vis, groenten, noten, oliën...)
B : gesuikerde vruchten, verse kazen, suiker, zoetmiddelen...
C : gluciden, zetmeelhoudende voedingsmiddelen (granen, rijst, pasta, peulvruchten...)
D : zure vruchten, zure melkproducten (yoghurt, karnemelk)
E : gesuikerde melkproducten
De regels :
alle A gaan onderling samen
alle B gaan onderling samen
alle C gaan niet onderling samen, maar gaan samen met alle A en B
alle D gaan niet onderling samen, noch met andere : zij moeten steeds alleen genuttigd worden
alle E gaan samen met alle B en C maar niet met een A
Daarbij,
geen tussendoortjes : geef de vertering 5 uur de tijd om volledig af te ronden,
geen dessert : verhindert de assimilatie van de voedingsbestanddelen uit de maaltijd,
geen industrieel bereid voedsel (koekjes, gebak, suikergoed...) of toch zo weinig mogelijk : om de inname van voedingsadditieven, trans-vetzuren, toegevoegd suiker en zout te mijden.
ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD Laatste versie : 12-nov-24
De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.
In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.