Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.
Als de mens het water beschermt, dan beschermt het water de mens ().
Laatste bijwerking : 2023-08-27
Water, een vloeistof, ontstaat uit 2 gassen : O2 en H2. Het organisme bestaat voor 2/3 uit water (H2O).
Een watermolecule is een polaire molecule : de H-atomen zijn positiever dan het O-atoom. Tussen watermoleculen kunnen zwakke bindingen (waterstofbruggen) ontstaan door de aantrekking van de positieve en de negatieve delen van het molecule.
Moleculen met lading kunnen goed reageren met water : zij zijn hydrofiel. Moleculen zonder lading (dus met weinig of geen waterstofbruggen) reageren eerder slecht tot heel slecht met water, zij zijn hydrofoob.
Anderzijds zijn
stoffen die H+ afstaan wanneer ze met water reageren ---> zuur.
stoffen die H+ opnemen wanneer ze met water reageren ---> basen.
Water is een voedingsmiddel zoals zuurstof : het organisme kan geen waterreserves opslaan (of toch weinig in spieren en gewrichten) noch water aanmaken. Een voldoende dagelijkse aanvoer is dus onontbeerlijk om te overleven, voor het behouden van de gezondheid.
Door haar oplossend vermogen is water de basis van het leven geworden. Alle chemische reacties die deel uitmaken van het ingewikkelde biochemische proces dat wij "leven" noemen, hebben plaats in water. Daarom bestaan vrijwel alle levende wezens op aarde uit water.
Jaarlijks is er 1700m3 water nodig per hoofd van de bevolking : 1,7 miljoen liter! Nodig om hem te voeden, te wassen, van energie te voorzien, industriële producten aan te maken. Globaal gezien gaat 70% van het beschikbare water naar de landbouw (met de verschuiving naar meer vleesverbruik verbruiken we 4x meer water) en de rest naar de energieproductie (koelwater, waterkrachtcentrales, groeiwater voor biobrandstoffen...) en de aanmaak van industriële producten. Het beschikbare water in een regio/land = som van de neerslag die er valt of water dat de grond insijpelt (bv. besproeien, irrigeren...) + de helft van het water dat via de rivieren de regio komt ingestroomd. Vlaanderen en Brussel hebben gemiddeld maar 1480m3 water ter beschikking door de lage waterbeschikbaarheid in het Scheldebekken. Wallonië heeft dankzij de hoge waterbeschikbaarheid in het Belgische Maasbekken (10.000m3) geen waterstress .
Overzicht inhoud :
Rol van het water in het organisme
Samenstelling van lichaamswater
Mogelijke problemen met drinkwater
Inhoud :
aanvoer : 50% drank, 40% voeding, 10% metabolisch water gevormd bij de oxidatie.
verlies : 20% longen, 20% huid, 56% urine, 4% darm.
Heeft het organisme vochttekort, dan krijgen we dorst. Niet alleen het dorstsignaal is een indicatie van vochttekort, ook een donker gele urine en een volumevermindering van de urine wijzen op vochttekort. Is het uitzonderlijk droog en warm, of bij inspanning en zweten is de nood aan vocht natuurlijk groter.
Het natriumgehalte in je bloed geeft weer hoe goed je gehydrateerd bent. Het betekent of je voldoende drinkt. Heb je een hoog natriumgehalte? Dan heb je onvoldoende vocht in je lichaam.
In normale omstandigheden wordt de dagelijkse opname van 2.5 L als voldoende beschouwd voor een optimale waterbalans :
De optimale water-balans voor volwassenen : 1 L via voeding + 1.5 L via drank = 2.5 L totaal per dag
of 1 ml water per verbruikte calorie : een dagelijks energieverbruik van 2000 kcal vereist dan 2 L als dagelijkse aanvoer van vocht, 2500 kcal vereisen 2.5 L vocht.
Meer drinken is niet nodig : een te sterke hydratie verlaagt de hoeveelheid zout in het bloed. Hierdoor kan een hersenoedeem ontstaan, gepaard gaande met soms ernstige neurologische stoornissen. In sommige gevallen met de dood als gevolg, omdat het organisme onbekwaam is een zo grote hoeveelheid vocht op te nemen.
Bij kinderen en vooral bij zuigelingen zijn de waterbehoeften proportioneel 3 à 5x belangrijker dan bij de volwassene. Volgens een studie uitgevoerd door het Institut Européen d’Expertise en Physiologie (IEEP) vertonen bijna 2/3 van de kinderen tussen 9 en 11 jaar 's morgens bij hun vertrek naar school een vochttekort .
Aanbevelingen EFSA voor kinderen (want 60% van de Europese kinderen is 's ochtends onvoldoende gehydrateerd) :
Kinderen van 4-8 jaar : 1.6 l per dag
Jongens van 9-13 jaar : 2.1 l per dag
Meisjes van 9-13 jaar : 1.9 l per dag
Voor risicopersonen (hyponatriëmie) is het belangrijk om bij warm weer in het dagelijks leven een aantal regels in acht te nemen:
"Je bent wat je drinkt" verwoordt perfect de werkelijkheid :
Meer nog, water in voedingsmiddelen (fruit, groenten...) zit samen met andere moleculen die haar opname door de cellen bevorderen, en het er zo lang als nodig vasthouden. Fruit en groenten zorgen voor een betere hydratie dan een glas water. Want meer dan het water dat onze cellen bevloeit, is het water dat in ons organisme blijft belangrijk. En teveel water drinken kan de eliminatie van voor ons nuttige mineralen en vitaminen versnellen.
zure dranken : fruitsap, tomatensap, fosforhoudende dranken als cola...;
alkalische dranken : bevatten een variërende hoeveelheid minerale basen, doch ook bicarbonaat...met mogelijke rebond-reactie in de maag ;
zoute (zure of alkalische) dranken : brengen Na+ ionen in het organisme ---> vochtretentie ;
zoete dranken : meestal voor het maskeren van zuren ;
stadswater kan veel calcium of ijzer bevatten ;
mineraal plat water, kan arm of rijk zijn aan mineralen, maar soms te rijk (Na+...) : maak de juiste keuze ;
mineraal spuitwater of andere dranken : bevatten koolzuur (CO2) ;
fleswater in plastic flessen : migratie mogelijk van hulpstoffen uit het polymeer (plastic) naar het water.
OPGELET :
het drinken van calciumrijk water kan bijdragen tot een verhoogde calciumspiegel. Doch, mineraal water dat daarbij ook rijk is aan natrium en sulfaat verlaagt de opname van calcium. Teveel natrium (chloride-zout) echter houdt water vast wat kan leiden tot hypertensie.
de behoefte aan water variëert van persoon tot persoon, volgens zijn energieverbruik, zijn voeding en volgens de seizoenen.
Water is aanwezig in alle lichaamsvochten. Overdag verliezen we vocht via urine, speeksel, tranen en zweet. Om dat te compenseren, is het belangrijk om voldoende water te drinken, want je lichaam wil vermijden dat je onder die 60 procent duikt. Vooral op zonovergoten dagen is dat belangrijk, want dan zweet je meer, maar ook als het frisser is drink je best voldoende.
Het water dat dagelijks wordt opgenomen kan op twee plaatsen terecht komen : intracellulair of extracellulair. Die twee watervlakken zijn van elkaar gescheiden door de celmembraan, een half doorlaatbare wand. Die laat water van de ene naar de andere kant verhuizen als dat nodig is.
In het extracellulair water lossen bepaalde stoffen op om zo doorheen de celwand te diffunderen. Een van de belangrijkste functies van water binnen de cel is als oplosmiddel voor de aanwezige organische (macro)moleculen. De evenwichtige uitwisseling (homeostase) van water gebeurt door diffusie en osmose. De voortdurende aanvoer en uitwisseling van verse stoffen en de afvoer van afvalstoffen zorgen ervoor dat het organisme optimaal blijft functioneren.
Water is een heel goed oplosmiddel omdat het waterstofbruggen kan vormen met de polaire functionele groepen van de organische moleculen. In het oplosmiddel kunnen enzymen en substraat elkaar vinden door diffusie.
Watermoleculen kunnen via de waterstofbruggen direct bijdragen tot de 3D-structuur van macromoleculen (ontvouwen).
Water fungeert bovendien als reactant in veel biochemische reacties (Hydrolyse, hydratatie...).
De hoeveelheid lichaamswater variëert in functie van de spiermassa, die sterk gehydrateerd is (72% water, een goede 20% spiervezels en de rest energiedragende stoffen zoals glycogeen) en van de vetmassa, zwak gehydrateerd (tot 10%), wat overeenkomt, bij een volwassen organisme met normaal gewicht, met een waterinhoud van 60% bij de man en 50% bij de vrouw.
Het verhogen van de spiermassa laat toe meer water te stockeren. Omgekeerd zal verlies aan spiermassa gemakkelijker leiden tot uitdroging door watertekort (vooral bij ouderen). Daarnaast houdt elke gram glycogeen opgeslagen in de spieren 2.7g water vast. Bij het verbranden van glycogeen, gaat dus ook dit water verloren...
Water kan rechtstreeks door het maagslijmvlies opgenomen worden (500 à 800 ml/u), vooral bij vochtgebrek (bv. na een zware fysische inspanning).
drinken voor, tijdens en na een maaltijd verstoort normaal de vertering niet, in tegendeel de vertering van gluciden door het amylase-enzym wordt erdoor bevorderd. Veel water drinken voor een maaltijd kan de eetlust remmen.
drinken tussen de maaltijden kan het hoge maagzuur nodig voor de vertering van het opgenomen voedsel verdunnen (1u30 na een maaltijd is de maag het zuurst).
De opname via het maagslijmvlies wordt afgeremd door toevoeging van suiker. Hierdoor kunnen gesuikerde dranken voor maagoverlast zorgen.
zo kan een 2% volumevermindering van het lichaamswater leiden tot een prestatievermindering van 20% met een verhoogd risico op krampen.
daarbij treden nog op :
vermoeidheid overdag
concentratiemoeilijkheden... : de hersenen bevatten 90% water en zijn dus heel gevoelig aan dehydratatie
constipatie : een regelmatige stoelgang is onmogelijk bij onvoldoende wateraanvoer
huidrimpels door uitdroging
verhoogd risico op galstenen
terwijl we zweten, wordt niet alleen water verloren doch ook mineralen : die moeten dus gecompenseerd worden via het drinken.
Te veel water drinken (> 2L/d) vereist een medisch advies. Dit kan immers leiden tot hyponatriëmie waardoor lichaamscellen kunnen beginnen zwellen door het teveel aan water. Vooral voor hersencellen kan dit ernstige gevolgen hebben : vermoeidheid, confusie, hoofdpijn, nausea, braken, hallucinaties, convulsies, coma... Een overdosis water kan ertoe leiden dat het natriumgehalte in het bloed te laag wordt waardoor er epileptische aanvallen kunnen optreden, de persoon in kwestie hersenschade kan oplopen of – in zeldzame gevallen – komt te overlijden (watervergiftiging).
Bouwstof : het intracellulair vocht is een belangrijke bouwsteen van de cellen.
Energieproductie en -opslag :
Hydro-elektrische energie :
Zonne-energie (NIR-straling) zou het water in onze cellen structureren :
Transportmiddel : via de bloed- en lymfebanen vervoert water voedingsstoffen naar de cellen en afvalstoffen van de cellen naar de uitscheidingsorganen : de longen, de huid, de nieren.
Oplosmiddel : de aan- en afvoer van stoffen is enkel mogelijk door het oplossend vermogen van water. Als onderdeel van speeksel en maagsap helpt water ook bij de vertering.
Chemische hulpstof : water is nodig voor de chemische omzetting van eiwitten, vetten en koolhydraten (hydrolyse). Een tekort aan water zal daarom eerst leiden tot een verstoring van zijn eigen chemische omzetting in waterstofionen en hydroxylionen, en vervolgens tot een verstoring van de afbraak van de verschillende bouwstenen uit het voedsel.
Enzymatische hulpstof : water is noodzakelijk om de enzymen ter plaatse te brengen en de Na/K pompen te doen draaien. Watertekort zal leiden tot een verhoging van de viscositeit en verder tot een verlaagde efficiëntie van enzymen en eiwitten.
Stootkussen : kwetsbare lichaamsweefsels zitten beschermd achter een waterkussen (hersenen, ogen, ruggenmerg, vruchtwater, gewrichten...).
De hersenen, een zeer zwaar orgaan gelegen in een holte, staan geplaatst op een wervel. Niemand zou dit gewicht kunnen dragen indien de hersenen niet "ondergedompeld" waren in een vloeistof. Wat dus de functie van water als "stootkussen" ver overstijgt.
Studies wijzen erop dat het drinken van 8 à 10 glazen water per dag significant rug- en gewrichtspijnen zouden kunnen verzachten bij 80% van de personen die hier last van hebben.
Een tekort aan vocht bevordert het optreden van tendinitis...
Lichaamswater bevat geen mineralen (die zijn enkel aanwezig in het bot/tanden). Tijdelijk kunnen zouten echter wel aanwezig zijn gedurende het transport van afval- of opbouwstoffen.
Lichaamsvloeistoffen bevatten wel ionen. De ionensamenstelling van intracellulair en extracellulair water is verschillend.
Zo bezit extracellulair water weinig eiwit-ionen en fosfaten doch veel Na+ en Cl- - ionen. Intracellulair vocht bevat daarentegen veel meer eiwit-ionen, fosfaten en K+. Zowel extracellulair als intracellulair is de ionenbalans neutraal : er zijn evenveel (-) ladingen als (+) ladingen (elektro-neutraliteit).
Het opvallenste verschil situeert zich bij de verhouding Na+/K+. Dit verschil wordt door de cellen in stand gehouden, door middel van pompen die door de celstofwisseling van energie worden voorzien.
De celmembranen zijn via diffusie doorlaatbaar voor o.a. natrium- en kaliumionen. Indien de cel zich niet actief zou verzetten tegen deze diffusie, zou de concentratie van natrium en kalium binnen en buiten de cel gelijk zijn.
Voortdurend wordt echter door een Na/K-pomp het natrium uit de cel verwijderd en het kalium in de cel gebracht. Hierdoor wordt het concentratieverval van natrium en kalium over de celmembraan in stand gehouden. Gelijkaardige mechanismen regelen
de Ca2+ (en Mg2+) pomp, nodig voor de samentrekking van de spier : het concentratieverval van calcium en magnesium over de celmembraan. Calcium kan echter niet als dusdanig door de celwand diffunderen, maar dient zich eerst te binden op een dragereiwit (actief proces). Zie ook "Celmembranen - werking".
de H+ pomp (proton), waarvan het belang wordt besproken bij de recuperatie van de energie van de ademhaling (zie ook : "Ademhalingsketen").
De cel is ook in staat een keuze te maken tussen bepaalde stoffen die in aanmerking komen om door de semi-permeabele wand te diffunderen. Zo zal bij absorptie van positieve ionen een keuze gemaakt worden tussen Na+ en K+. Bij voldoende aanwezigheid van beide zal bv. enkel K+ opgenomen worden. Bij afwezigheid van K+ zal Na+ opgenomen worden.
De natriumconcentratie speelt eveneens een rol bij het mechanisme dat het volume van het lichaamsvocht reguleert.
Als het volume van het lichaamsvocht sterk daalt, bv. bij hevig zweten, stijgt de natriumconcentratie in de cellen. Hierdoor gaat de Na/K pomp meer Na+ uit de cel halen, om het resterend vocht vast te houden. Het dorstcentrum in de hersenen krijgt eveneens een signaal. Dorst is het alarmsignaal. Wanneer het ontstane tekort wordt gecompenseerd door aanvoer van vocht via drank of infuus, herstelt de toestand zich.
De keuze van het ideale water voor de gezondheid zou moeten steunen op 3 criteria : de zuurgraad (pH), de redoxfactor (rh2) en de soortelijke weerstand (R) als voornaamste zuiverheidswaarborg.
pH : in principe bezit zuiver water een verhouding H+/ OH- = 1 met een neutrale zuurgraad (pH) = 7. De ideale "fysiologische" pH van water moet licht zuur zijn (verhouding H+/ OH- > 1), opdat water haar rol van katalysator (uitlokker/inleider) van de meeste biochemische reacties fatsoenlijk zou kunnen vervullen en opdat zij de goede assimilatie van vitaminen, oligo-elementen, minerale zouten en proteïnen uit de voeding zou kunnen verzorgen.
rh2 : het redoxgehalte (rh2, het gehalte aan elektronen) situeert zich in het ideale geval rond de waarde 21 (zie ook : "Redoxreacties, praktisch").
R : de soortelijke weerstand (uitgedrukt in ohm) is ook belangrijk : hoe zuiverder het water, hoe hoger het aantal ohm. Idealiter zou het opgenomen water zo zuiver mogelijk moeten zijn om het evenwicht van het biologisch terrein te kunnen herstellen en om de perfecte uitscheiding van toxines te kunnen verzekeren. De soortelijke weerstand van kraantjeswater situeert zich rond de 2000 ohm, deze van flessenwater tussen 500 en 5000 ohm volgens het gehalte aan mineralen : bepaalde minerale waters bevatten veel mineralen en moeten beschouwd worden als echte "medicamenten", en dus met mate gebruikt worden. Omgekeerd bezit water bekomen door omgekeerde osmose perfecte bio-elektrische kenmerken (tot 30.000 ohm).
Leven is enkel mogelijk dankzij de aanwezigheid van water : alleen in water kunnen fenomenen zoals ionisatie, elektronisatie en osmotische druk optreden. Deze 3 fysische fundamentele factoren vormen de basis van de elektronica van het leven : de bio-elektronica.
Bio-elektronica laat toe in vivo en met de hulp van de 3 fundamentele factoren de elektromagnetische micro-stromen van het leven te meten. Niet elke fysische factor apart maar hun onderlinge verhouding vormt het specifiek karakter van de bio-elektronica.
Voor de volwassene in goede gezondheid zijn alle waters geschikt voor dagelijkse consumptie, ook leidingswater. Maar, eenmaal je mineraal water verkiest, is het beter niet steeds hetzelfde mineraalwater te drinken, vooral indien het gekozen water rijk is aan mineralen.
Bepaalde personen echter dienen om gezondheidsredenen meer aandacht te besteden aan hun waterkeuze. Volg je bv. een zoutloos dieet, dan zijn natriumrijke waters te mijden. Eenmaal geopend blijft het water nog maximaal 2 dagen goed, daar anders bacteriële ontwikkeling kan optreden.
Leidingswater (bron : oppervlaktewater) moet aan de eisen van drinkbaar water voldoen :
het bevat meer basische mineralen (Ca2+, Fe2+...) waardoor de verhouding wordt verstoord : H+/OH- < 1 : dit water is alkalisch. De rh2-waarde van leidingswater ligt rond 30.
haar gehalte aan nitraten is meestal beneden de toegelaten grens (50mg/l in België en Frankrijk, max. 25mg/l volgens het WGO). Nochtans is leidingswater ongeschikt voor het bereiden van maaltijden voor pasgeborenen en jonge kinderen (waters met minder dan 10mg/l worden aanbevolen aan zwangere of zogende vrouwen, omdat nitrieten vlugger worden gevormd in hun verteringssysteem). Nitriet kan de beschikbaarheid van zuurstof in het bloed verminderen (blauwebabysyndroom).
chloor wordt soms als bacteriedodend middel ingezet : om zijn onaangename geur en smaak te verwijderen volstaat het het water in een kruik te gieten en een dag in de koelkast te laten staan.
hard water (30 - 40 °F door de aanwezige minerale zouten zoals van calcium en magnesium) zou het risico op een hartaanval verlagen ; misschien speelt hier het in het harde water aanwezige magnesium de hoofdrol : er werd immers ook een verband aangetoond tussen een hoge magnesium inname over een lange periode of een hoge aanwezigheid van magnesium in het bloed en een lager risico op hypertensie en cardiovasculaire ziekten. Hard water is dus wel de vijand van loodgieters en van huishoudapparatuur, maar niet van je aders...
De Franse en Belgische wetgeving bepaalt geen maximumgrens voor hard water, omdat onze nieren de eventuele excessen uit de voeding gemakkelijk te baas kunnen.
Heb je een waterverzachter, dan verbiedt de wet het water onder 15°F te verzachten (= het gehalte aan calcium en magnesium verlagen). De hardheid van water wordt uitgedrukt in "Franse graden" (symbool : °F). Elke graad komt overeen met 4 mg calcium en 2,4 mg magnesium per liter water.
anderzijds drinkt men best geen zacht water, daar te rijk aan natrium : de waterverzachter op basis van harsen geplaatst aan de ingang van de waterleiding gaat immers het in het water aanwezige calcium en magnesium vervangen door natrium (principe van ionenuitwisseling). Het gebruik ervan is dus tegenaangewezen bij een natriumarm dieet en bij hoge bloeddruk, bij hartlijders, zwangere vrouwen en zuigelingen. Drinkbaar water moet minder dan 200mg/l natrium bevatten. Doch opgelet, sommige minerale waters kunnen meer natrium bevatten.
tafelwater : bevat het etiket geen vermelding als "Bronwater" of "Mineraalwater" dan is het gewoon leidingswater in een fles.
Bronwater (bron : grondwater) : zoals zijn naam laat raden is bronwater afkomstig uit een ondergrondse bron. Haar kwaliteit wordt alle 2 jaar gecontroleerd en hetgehalte aan mineralen kan variëren ; het water dient te voldoen aan de criteria voor drinkbaarheid. Het is het enige nog "levend" water (zoals rauw voedsel).
Mineraal water (bron : diep bronwater) : is eigenlijk een "verbeterd" en meer gereglementeerd bronwater. Haar chemische kenmerken moeten constant zijn en van nature therapeutische eigenschappen bezitten ; het gehalte aan mineralen van de verschillende waters kan onderling sterk verschillen. Zo bevat Bru 23mg/l Ca, Contrexéville 486mg/l Ca, Spa Reine 3.5mg/l Ca ; deze waters zijn praktisch allen basisch...; alleen Spa Reine is licht zuur.
Bruisend water (bron : mineraal water) : bevat bijgevoegd koolstofdioxide (CO2). De oplossing van CO2 in het water veroorzaakt de vorming van H2CO3 (koolzuur), een licht weinig stabiel zuur, welke gemakkelijk ontaardt in koolstofdioxide en water (zoals bv. na aanzuring in de maag ---> oorzaak van oprispingen).
De reactie van koolzuur werkt in twee richtingen : in water kan koolzuur uiteenvallen in een bicarbonaat-ion (CO3H-) en een proton (H+), OF in koolstofdioxide (CO2) en water (H2O). Of deze reacties respectievelijk naar rechts of naar links verlopen, zijn onder meer afhankelijk van de zuurgraad (pH).
Koolstofdioxide en bicarbonaat zijn in water onderling uitwisselbaar. Deze koolzuur-koolstofdioxide-bicarbonaat-reactie fungeert als een cruciale bufferreactie om de bloed pH binnen haar nauwe grenzen te houden.
Regenwater zelf is niet geschikt voor consumptie, en zelfs niet om zich te wassen, door zijn zuurgraad en de aanwezigheid van bacteriën en zware metalen. Thuis regenwater omzetten naar drinkwater is mogelijk. Het meest geschikte systeem werkt volgens het principe van de omgekeerde osmose, een techniek gebruikt in duikboten en in de ruimtevaart. Bij nierdialyse wordt ook omgekeerde osmose toegepast. Doch economisch is de omzetting helemaal niet : om één liter behandeld water te verkrijgen zijn tussen 2 en 5 liter regenwater nodig. Houders van aquaria gebruiken deze techniek om de samenstelling van het water perfect te regelen.
In tegenstelling tot gebottelde bronwaters, waarvan het mineralengehalte niet onveranderd moet zijn, behouden minerale waters een constante samenstelling. Geen enkel merk is beter dan het andere, elk merk is immers een uniek product, met zijn eigen samenstelling. Water in flessen wordt in de meeste gevallen altijd bestraald (zie : "Voedselgriezel" en "Voedselontaarding").
Het juist interpreteren van de mineraal-informatie op de fles is essentieel : een water wordt beschouwd als
zeer zwak mineraalhoudend indien de droge restfractie (de hoeveelheid minerale zouten die overblijft na verdamping van een liter water bij 180°C) lager ligt dan 50mg/l
zwak mineraalhoudend indien de droge restfractie lager ligt dan 500mg/l
mineraalrijk indien de droge restfractie > 500mg/l
De meeste aanwezige mineralen zijn anorganisch zouten en in het algemeen moeilijk opneembaar, alhoewel hun opname toch belangrijk kan zijn indien zij overvloedig aanwezig zijn in het water. Sommige (Na, Cl...) worden toch gemakkelijk opgenomen maar belasten dan het organisme. Hun aanwezigheid kan ook de opname van organische mineraalzouten uit de voeding verstoren.
Bepaalde minerale waters bevatten veel mineralen en moeten beschouwd worden als echte "medicamenten", en dus met mate gebruikt worden. Anderen bezitten minder mineralen dan de hoeveelheden vereist voor leidingswater. Bepaalde minerale waters kunnen dan niet conform zijn aan de normen voor drinkbaarheid.
Plastic in het milieu valt vroeg of laat uit elkaar in steeds kleinere stukjes. Wanneer die deeltjes kleiner zijn dan een 100 nanometer spreekt men van nanoplastics. Het probleem is dat nanoplastics zo klein zijn dat ze via de darmen en longen rechtstreeks in de bloedbaan terecht kunnen komen, en van daaruit naar organen zoals het hart en de hersenen. Verder onderzoek is nodig om de medische en neurologische effecten daarvan te meten, maar zorgwekkend is alvast dat ook nylon-, polystyreen- en pvc-deeltjes werden ontdekt in flessenwater. Daarvan is geweten dat ze schadelijk kunnen zijn voor het menselijk lichaam.
De mineralen :
Sulfaten : waters met veel sulfaten werken diuretisch en zijn ideaal voor het elimineren van toxines, bv. bij een vermageringsdieet. Sulfaten zijn ook laxatief en kunnen deshydratie veroorzaken. Doch opgelet een teveel sulfaten verstoort het intestinaal evenwicht.
concentraties in mg/l : Hepar (1479), Courmayeur (1447), Contrexéville (1187), San Pellegrino (550)...
mineraalwater is rijk aan sulfaten indien het gehalte > 200mg/l (eigenlijk de meeste waters).
Natrium : De dagelijkse consumptie van NaCl is 20mg. Daar ons dieet reeds rijk is aan zout, is het beter te kiezen voor water met een natriumgehalte lager dan 20 mg/l. Een overmaat natrium is tegenaangewezen bij personen die een zoutarm dieet volgen (bv. bij bepaalde nier- en hartaandoeningen), bij de zwangere vrouw en bij de zuigeling. Een water rijk aan natrium kan aangewezen zijn om beter te recupereren na een intense fysische inspanning (sport).
concentraties in mg/l : Vittel (4.7), Evian (5), Pierval (8), Contrex (9.1), Taillefine Danone (11), Volvic (21), Cristaline Louise (32), Cristaline Ste Sophie (99), Gerolsteiner (118), Badoit (165), Arvie (650), Vichy Célestins (1172), St Yorre (1708)...
mineraalwater is rijk aan natrium indien het gehalte > 200mg/l.
Magnesium : een tekort aan magnesium kan de oorzaak zijn van stress, angst, krampen, vermoeidheid en slaapstoornissen. Magnesium is onmisbaar voor het evenwicht van het zenuwstelsel en voor de reactiviteit van het immuunstelsel.
concentraties in mg/l : Donat (1060), Hydroxydase (240), Hepar (110), Appolinaris (113), Contrex (86), Badoit (85)...
mineraalwater is rijk aan magnesium indien het gehalte > 50mg/l.
Fluor : waters rijk aan fluor zijn voordelig voor tanden en beenderen ; het overmatig gebruik van fluor (> 8mg/d) kan echter het omgekeerde veroorzaken (fluorose van tand en been). In elk geval zijn deze minerale waters niet geschikt voor zuigelingen, noch voor kinderen (< 7j).
concentraties in mg/l : Saint-Yorre (9), Vichy Célestins (5)...
mineraalwater is rijk aan fluor indien het gehalte > 1.5mg/l.
Calcium : "harde" waters dragen bij tot de stevigheid van het beendergestel. Hun consumptie draagt bij tot de noodzakelijke dagelijkse aanvoer van calcium via de voeding en kadert in de preventie van osteoporose.
concentraties in mg/l : Courmayeur (579), Hepar (555), Contrex (486), San Pellegrino (208), Contrexéville (66)...
mineraalwater is rijk aan calcium indien het gehalte > 150mg/l.
Na-bicarbonaat : dit zout zorgt voor een betere vertering en vermindert het opgeblazen gevoel. Doch opgelet, het bevat belangrijke hoeveelheden natrium wat te mijden is bij hypertensie, bij hart-, nier- en leverproblemen en bij een zoutarm dieet.
concentraties in mg/l : Donat (2400), Saint-Yorre (4450), Vichy Célestins (3100), Courmayeur (1447), St Antoine (1342), Badoit (1100)...
mineraalwater is rijk aan bicarbonaat indien het gehalte > 600mg/l.
Nitraten : wettelijk mag drinkwater niet meer dan 50mg nitraat per 100ml bevatten : de niet giftige nitraten kunnen in het organisme omgezet worden in nitrieten met mogelijke vorming van kankerverwekkende nitrosaminen. Dus hoe minder hoe beter : minder dan 30mg/liter wordt als neutraal aanvaard.
concentraties in mg/l : Spa Reine (1.9), Evian (3.8), Bru (< 0.2)...
Zwakke minerale belasting : deze waters komen van pas bij herhaalde cystitis (verhogen urinevolume, wassen van nier en nierleiders). Deze waters zijn altijd geschikt, bij een zoutarm dieet en voor baby's (papfles).
concentraties in mg/l : Volvic (109), Valvert (201), Evian (309)...
Bronwater is ongeveer 100x duurder dan leidingswater, minerale waters tot 300x duurder. Vervolgens vertegenwoordigt water in flessen een last voor het milieu :
verbruik van basisstoffen en van energie voor de fabricage van de verpakking, voor het vullen van de flessen en voor het transport
pollutie bij de productie en het transport
productie van afval : indien één persoon alleen al 1 fles van 1.5L drinkt per dag - wat normaal is - dan maakt dat reeds 365 flessen per jaar. Voor een gezien van 4 personen = 1460 flessen, op zijn minst.
Leidingswater is het meest gecontroleerde voedingsmiddel in Europa. Het dient kleurloos, helder en reukloos te zijn, zonder pathogene kiemen of parasieten. Leidingswater is echter geen water zonder vervuilende stoffen, maar water waarvan de inhoudsstoffen bepaalde drempels niet overschrijden, toegelaten hoeveelheden die worden beschouwd als zijnde onschadelijk voor de gezondheid van de mens. Er zijn dus drempels die niet overschreden mogen worden, maar er bestaan ook minimale drempels : water zonder mineralen is niet drinkbaar.
Verkiest men toch water in flessen, kies dan voor lokale waters, die vereisen minder transport en veroorzaken dus minder vervuiling.
Over vervuiling gesproken :
* Eenderde van het flessenwater en driekwart van het water in plastic flessen en drankkartons is verontreinigd met uit kunststofverpakkingen lekkende chemicaliën met sterke oestrogene eigenschappen. Vooral plastic verpakkingen kunnen een belangrijke bron van xenohormooncontaminatie en -accumulatie zijn. Dat die eigenschappen ook in de natuur tot uiting komen is bewezen : de overmaat aan geboorten van meisjes in Groenland en Canada (bij de Inuits in Noord-Groenland zelfs 2 x zoveel meisjes als jongens) is in verband gebracht met hormoonverstorende stoffen. Het heet zo goed als zeker dat mannelijke embryo's zich onder invloed van pseudo- of xenohormonen niet goed kunnen ontwikkelen, zodat het vaker tot een miskraam komt. Of de geringe concentraties in het milieu daarbij opwegen tegen de veel grotere concentraties plantaardige oestrogeenachtigen is nog de vraag .
* Al het gebottelde water bevat nanoplastics (< 1 micrometer). Onderzoeken tonen aan dat elke liter tussen 110.000 en 370.000 deeltjes per liter bevat, waarvan 90% nanoplastics zijn en de rest microplastics (< 5000 micrometer). Het meest gevonden type was nylon - waarschijnlijk afkomstig van plastic filters die worden gebruikt om water te zuiveren - gevolgd door polyethyleentereftalaat (PET), waarvan flessen worden gemaakt .
de waterdistributie : waterophoping, oedeem (natrium)...
de wateropwarming : straling, GSM, microgolf...
water als oplosmiddel : de verpakking, de recipiënt kan chemische stoffen afgeven aan het water (BPA (bisfenol A), ftalaten uit plastics, ftalaten in cosmetica, metalen, fungiciden...).
giftstoffen als pesticiden, PCB 's, kunstmeststoffen... : hun aanwezigheid is beheersbaar door een aangepaste regelmentering en wetgeving. Alhoewel... : er komen van alle uithoeken van de wereld alarmsignalen : uitgeputte gronden, verontreinigde rivieren... Hoe gaan we landbouw en milieu met elkaar verzoenen? De oplossing zal niet uit de voedermiddelenindustrie komen, alleen een aangepaste en gerespecteerde wetgeving kan hier voor zorgen. Bioteelt is de te volgen weg.
Daarnaast vind je per liter flessenwater gemiddeld tussen de 10 en 100 partikels microplastics ... Bij water in herbruikbare flessen, zoals plastic drinkbussen, worden gemiddeld iets hogere aantallen microplastics gevonden: tussen de 14 en 118 partikels per liter. Zelfs in drinkwater uit glazen flessen kan je 12 à 50 partikels microplastics per liter vinden. In Vlaams leidingwater blijkt gemiddeld 0,01 partikels microplastics per liter te zitten .
medicamenten (antidepressiva, oestrogenen...) : vooral in leidingswater
in tegenstelling tot natuurlijke oestrogenen worden synthetische oestrogenen zeer traag afgebroken en blijven langer actief in het lichaam en in het milieu (oppervlaktewater) ; naast de pil (contraceptie, menopauze) is ook de intensieve veeteelt (zeugen, koeien...) de oorzaak van deze waterverontreiniging : deze ligt aan de basis van een verhoogde incidentie van teelbalkanker en dalende vruchtbaarheid bij de mens, van de vervrouwelijking bij vissen en kikkers (met reproductievertraging waardoor zij zeldzamer worden) en van de meer voorkomende misvormingen van het voortplantingsapparaat bij mens en dier.
vroegere studies toonden al resten van geneesmiddelen aan in het rioolwater : antihypertensiva, cholesterolverlagende middelen, antikankermiddelen, … Andere onderzoekers wezen ook op de ernstige gevaren waaraan de fauna wordt blootgesteld, waaronder de ontwikkeling van mannelijke genitale organen bij vrouwtjes van bepaalde diersoorten, en van vervrouwelijking bij bepaalde vissoorten. De chemische structuur van deze geneesmiddelen maakt dat zij heel moeilijk uit het rioolwater kunnen verwijderd worden, zelfs met de meest geavanceerde technieken. De effecten van deze pollutie op de gezondheid van de mens blijven "duister" .
dehydratie : hoe meer spiermassa, hoe meer opgeslagen water. Hoe minder bewegen, hoe minder spiermassa. Chronische dehydratatie is een van de oorzaken van alle chronische en degeneratieve aandoeningen, die niet teruggaan op infecties, aangeboren misvormingen of ongevallen. Zelfs bij gewrichtsslijtage speelt dehydratie een rol.
Chronische dehydratie kan leiden tot maagbrand en constipatie, artrose en rugpijn, astma, hoofdpijn, hart- en vaatlijden, urineweginfecties, auto-immuunziekten (CVS...), hypertensie, allergie (door stijging van het histamine-gehalte in het bloed), vroegtijdig verouderen, hoge cholesterolwaarden en gewichtstoename.
Wij zijn allemaal gedehydreerd. Verouderen is een lang uitdrogingsproces voor het organisme : een pasgeborene bezit 85% water, een volwassene 70% en een bejaarde nog slechts 60%. Alhoewel industriële gesuikerde of koolzuurhoudende dranken, melk, thee en koffie, bier (alcohol) meer dan 95% water bevatten, toch kunnen zij niet fatsoenlijk vocht inbrengen. Omdat de aanwezigheid van andere componenten deze waters biologisch onaangepast maakt. Zij worden immers onmiddellijk uitgescheiden via de nieren zonder door het celmilieu te passeren. Zo denken veel moeders er niet aan water te geven aan hun baby, omdat zij melk ipv van water beschouwen als een drank.
De mens zou ook in de loop van zijn evolutie het dorstgevoel kwijt gespeeld zijn. Bij de moderne mens treden de alarmsignalen die wijzen op een vochttekort niet snel genoeg op, wanneer het organisme gedehydreerd geraakt. Daarnaast vermindert het dorstgevoel met de jaren, zoals veelvuldig werd vastgesteld tijdens de zomer 2003, wanneer duizenden bejaarden gedehydreerd geraakten zonder te reageren, omdat zij dit vitaal dorstgevoel niet meer ervaren.
Water is een medicijn zonder enige tegenindicatie of nevenwerking. Groentensappen (ook een vorm "levend" water) vormen een volwaardig alternatief en helpen de zuurgraad (pH) in het lichaam normaliseren op een natuurlijke wijze (zie : "Zuur-base evenwicht").
Water is zelf de beste waterafdrijver en hydrateert terzelfdertijd ; ten opzichte van diuretica die zout afdrijven en die met het zout ook water meesleuren.
De kunst van het drinken :
Water drinken dient in de eerste plaats voor de aanvoer van vocht : verkies indien mogelijk zwak gemineraliseerd water (met een vaste rest lager dan 300mg/l en idealiter, gelijk aan 50mg/l) :
"bewust" traag drinken.
1 glas water bij het opstaan : start elke dag met een glas water op lichaamstemperatuur (lauw) ter compensatie van nachtelijke verlies (zweten) en voor de eliminatie van toxines, opgestapeld gedurende de nacht, vooral ter hoogte van de dikke darm ; respecteer een interval van 30 minuten met het ontbijt.
1 glas water voor of bij het ontbijt : een glas warm water met wat citroensap helpen het organisme te reinigen (draineur).
te mijden bij te slanke personen, en bij te nerveuze of zwartgallige personen.
1 glas water, een half uur voor elke maaltijd : vermindert het hongergevoel
1 glas water, elk uur overdag (buiten de maaltijden) : gedurende de dag constant drinken, verhindert het optreden van vermoeidheid overdag. Watertekort is de belangrijste oorzaak van vermoeidheid overdag.
1 glas water 's avonds voor het slapen gaan : een glas water bij het slapen gaan zou nachtelijke hartaanvallen helpen vermijden...
In geval van :
zwangerschap : gedurende de zwangerschap zijn de behoeften aan water en mineralen verhoogd ; het regelmatig drinken van mineraalrijke waters is dus aangewezen, zonder echter te kiezen voor de sterke gehaltes... : Hepar, Contrex, Courmayeur, Perrier, Badoit, Salvetat...
kies voor laag gemineraliseerde waters : waters met meer dan 10mg nitraat per liter, meer dan 1mg fluor per liter of met meer dan 50mg natrium zijn te mijden.
sportieve inspanningen : bicarbonaten bevorderen de neutralisatie/eliminatie van het melkzuur dat in de vermoeide spieren werd aangemaakt ; zij zorgen ook voor een betere hydratatie door het water in het organisme vast te houden... (je moet drinken voor, tijdens en na de inspanning) : Badoit, Perrier, Quézac, San Pellegrino, Vichy-Saint-Yorre, Arvie... . Waters rijk aan magnesium zijn ook bevorderlijk voor de spierarbeid. Waters rijk aan ijzer zijn te mijden : dus best geen Spa maar beter Evian of Chaudfontaine.
menopauze : de consumptie van calciumrijke waters, samen met een regelmatige fysische activiteit, kan bijdragen tot de preventie van osteoporose.
constipatie : nuttig is het drinken van waters rijk aan sulfaten en aan magnesium, elementen die gekend zijn als bevorderlijk voor de darmtransit, en dit vooral samen met een vezelrijke voeding en een regelmatige fysische activiteit.
slechte vertering : waters rijk aan bicarbonaten vertonen een gunstige effect tegen maagzuur, opgeblazenheid en gastro-oesofagale reflux.
nierproblemen : het is beter mineraalrijke waters te mijden bij nierstenen, nierkolieken of bij urinewegontsteking. De aanwezige mineralen zijn anorganisch en in het algemeen moeilijk opneembaar, wat de nierfuncties extra belast.
arteriële hypertensie/zoutloos dieet : vermijden van waters rijk aan natrium.
vermageringsdieet : een regelmatige vochtaanbreng (minstens 1.5L/j) bevordert het elimineren van metabole afval uit het organisme. Anderzijds kan een onevenwichtig vermageringsdieet een tekort aan minerale zouten veroorzaken. Vooral de aanbreng van calcium en van magnesium dient opgevolgd.
vermoeidheid, prikkelbaarheid, stress : een van de oorzaken zou een tekort aan magnesium kunnen zijn, een element dat noodzakelijk is voor het naar behoren functioneren van het zenuwstelsel : Hépar, Contrex, Badoit, Arvie, Vernière...
Omgekeerde osmose is het enige filterprincipe dat naast bacteriën, virussen of kalk ook effectief schadelijke stoffen zoals zware metalen, gassen, pesticiden, nitraten, hormonen, geneesmiddelen, chemicaliën en zelfs radioactieve deeltjes kan tegenhouden.
ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD Laatste versie : 12-nov-24
De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.
In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.