Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Geheugenstoornissen

 

           Laatste bijwerking : 2021.11.19

 

 

"Wat telt in het leven is niet wat ons overkomt, maar wat we ervan herinneren en hoe we het ons herinneren" (Gabriel Garcia Marquez).

 

Het geheugen is een hogere hersenfunctie die er voor zorgt dat iemand de opgenomen kennis bewaart en later kan terug gebruiken. Nochtans is de belangrijkste functie van ons geheugen niet het kunnen herinneren van ons verleden, maar wel het ons kunnen voorbereiden op de toekomst : verstrooiing, aandacht (voor zichzelf en voor anderen), verwondering (nieuwigheden, schoonheid...), interesse (nieuwigheden, hobby, kunst en cultuur...), nieuwe projecten...

 

Regelmatige fysische inspanning doet het organisme goed, zo ook is regelmatige hersengymnastiek een goede manier om intellectueel efficiënt en in vorm te blijven. Meer nog, regelmatige fysische inspanningen (bv. 3 x per week 30' doorstappen (= uithouding + spieroefeningen) komen het geheugen ten goede : marcheren om beter te onthouden !

 

Dit geldt voor elke leeftijd, maar vooral bij constante stress, in het dagelijkse leven en op het werk.  Want de leeftijd leidt niet onvermijdelijk tot een vermindering van de capaciteit nieuwe gegevens op te slaan ; men moet voor alles het intellect stimuleren.

 

Het korte termijn geheugen registreert immers minder vlot naarmate het hersenmetabolisme vertraagt. Daartegenover verbetert het lange termijn geheugen duidelijk. Hierdoor herinneren oudere mensen zich gemakkelijker details (plaatsen, namen, geuren, kleuren, data...) uit hun kindertijd en hun jeugd.

 

In elk geval situeren we het probleem nog niet goed : zijn geheugenstoornissen nu een probleem van opslag of van ophalen van de informatie?

Overzicht inhoud :

Types geheugen

 

Biologische gegevensopslag

 

Frequent vergeten

 

Geheugenverlies

 

Praktisch

 

Inhoud :

Types geheugen :             

 

Er bestaan niet een maar meerdere geheugens.

 

Het heel kort geheugen (of het "zintuiglijk geheugen") is het geheugen, gedurende een fractie van een seconde, voor recente zintuiglijke indrukken (via de zintuigfuncties van de ogen en de oren, en in mindere mate van de smaakpapillen, de huid en de neus). Deze informatie wordt vervolgens bewaard door het korte termijngeheugen, de tijd nodig om te beslissen de informatie al dan niet te weerhouden (---> met de hulp van de neurotransmitter noradrenaline).

 

Het korte termijngeheugen (of "onmiddellijk geheugen") laat toe informatie gedurende enkele tientallen seconden te weerhouden, voldoende om met de omgeving te interageren. De verscheidene informaties die in het korte termijngeheugen tijdelijk worden bewaard worden er eerst getriëerd : deze die als voldoende interessant worden beschouwd worden er ongeveer 2 minuten bewaard, voorzover geen herhaling optreedt. Dit laat toe meerdere taken tegelijkertijd uit te voeren (---> met de hulp van de neurotransmitter dopamine)

 

Het werkgeheugen behandelt de gegevens in het korte termijngeheugen, kan hoofdrekenen en een serie woorden, letters of cijfers onthouden (---> met de hulp van de neurotransmitter acetylcholine).

 

Dit geheugen doet beroep op een ander onderdeel : het korte termijnvergeten : men is dikwijls al het telefoonnummer vergeten (vooral indien men werd gestoord), vooraleer men een stukje papier weet te vinden om het op te schrijven.

 

Het lange termijngeheugen (LTG) of archiverend geheugenstaat voor de leerfunctie : maar vooraleer een nieuw woord te leren wordt het eerst door het geheugen geklasseerd, om later gemakkelijker het juiste woord op het juiste moment terug te vinden (---> met de hulp van de neurotransmitter dopamine).

 

De informatie passeert van het korte termijngeheugen naar het LTG wanneer de informatie (meermaals) wordt herhaald of als trauma wordt ervaren :

 

      • al onze kennis wordt opgeslagen in het kennisgeheugen (semantisch) : een echt kennisrepertorium. Dit geheugen komt tussen bij het bewaren van woordbetekenissen, van concepten, uitgewerkte kennis, van culturele en historische kennis..., van symbolen.

 

      • alle zelf beleefde gebeurtenissen worden bewaard in het autobiografisch geheugen (episodisch) : onze eigen geschiedenis staat hier gegrift. Het is episodisch, omdat ook het moment en de plaats, de kleuren en de geuren erbij worden opgeslagen, als een momentopname uit het leven...

 

Het episodisch geheugen is constant veranderlijk, eerst omdat de levensepisodes elkaar steeds opvolgen maar vooral omdat het autobiografisch geheugen regelmatig het kennisgeheugen aangevuld door informatie van de ene opslagplaats naar de andere te versassen. Algemeen wordt het geheugen dus minder en minder autobiografisch, en meer semantisch.

 

Het oproepen van een opgeslagen herinnering uit het LTG vereist een herbewerkingsfase vooraleer de herinnering opnieuw in het LTG wordt opgeslagen.

 

Bij momenten van hersenrust of gedurende taken die geen inspannende activiteit van de hersenen vragen, kan het brein automatisch een speciale functie inschakelen te vergelijken met een "screensaver" op de computer.

 

Het behelst hier een hersendeel dat in rust ook altijd actief blijft. Dit hersengebied diept spontaan gevoelens, gedachten, beelden en stemmen op uit het geheugen. Deze functie is de "basisstand" van het brein, gekenmerkt door dagdromen. Zij laat aan de hersenen toe voldoende alert te blijven om alledaagse taken zonder nadenken uit te voeren.

 

      • Autisten dagdromen niet : hun hersenen blijven volledig actief.

      • Alzheimer-patiënten hebben een niet goed functionerende dagdroomhersengebied.

 

Tijdens deze momenten van rust (pauze, wandeling, moment van stilte...) draait het werkend brein wat

    • trager zodat er hersencapaciteit vrijkomt voor het archiverend brein (Lange termijn geheugen),

    • vrijer zodat nieuwe ideeën juist dan opkomen.

 

De biologische gegevensopslag :             

 

Zenuwcellen (neuronen) communiceren met elkaar via chemische boodschapperstoffen, de zogenaamde neurotransmitters. Deze zetten ter hoogde van de synaptische spleet tussen 2 neuronen de chemische informatie om in elektrische signalen. Het neuron dat het signaal accepteerde wordt dan op zijn beurt een boodschapverstuurder, enz... De boodschappen worden gemakkelijker doorgegeven wanneer de membraan van de zenuwcellen voldoende vloeiend is.

 

Het brein maakt gebruik van meerdere neurotransmitters : acetylcholine, glutamaat en GABA en van gelijkaardige stoffen als de neuromediatoren dopamine, noradrenaline, serotonine en melatonine :

 

    • acetylcholine is de universele en voornaamste neurotransmitter voor het geheugen

    • glutamaat is een van de meest gebruikte neurotransmitters, als zodanig of onder vorm van een van zijn metabolieten, het GABA

    • GABA werkt in op de restitutie van de informatie

    • serotonine komt tussen bij het opslaan en de restitutie van informatie

 

    • noradrenaline helpt emotionele informatie onthouden

    • dopamine bevordert de verbeelding

    • melatonine komt tussen de regulatie van het circadiaan ritme en de hormonale controle

    • interleukine-6 (IL-6) : is niet alleen betrokken bij ontstekingen maar ook bij het opslaan van gegevens in het geheugen gedurende het slapen

    • vasopressine : is ook mee verantwoordelijk voor het opslaan van herinneringen. Synthetisch aangemaakt (desmopressin) versterkt het middel het kortetermijngeheugen en legt herinneringen scherper vast.

 

Gedurende het leerproces worden verscheidene neurale communicatienetwerken gevormd. Het geheugen wordt hierbij niet gevormd in de neuronen maar wel in de verbindingen ertussen. Nieuwe netwerken worden op alle leeftijden gevormd, gestimuleerd door het opzoeken van herinneringen. Ook al schijnt dit groeiproces met de leeftijd te vertragen, waardoor het bijleren als volwassene minder gemakkelijk verloopt, toch hebben de oudsten het voordeel gemakkelijker informatie op te slaan in de voor hen bekende domeinen. Het is in die domeinen (vooral indien zij bron zijn van plezier) dat de meeste kansen voor de stimulatie van de cognitieve capaciteiten liggen verscholen.

 

Het geheugen betreft dus de capaciteit gebeurde feiten en gegevens op te slaan, te beweren en terug op te roepen.

 

    • men weet nu dat er geen echt "geheugencentrum" bestaat maar dat meerdere hersenzones betrokken zijn bij de behandeling en de bewaring van informatie. Een bepaald deel van de hersenen, het limbisch systeem, speelt een essentiële rol bij het korte termijn-geheugen, de hippocampus bij het werkgeheugen, en de frontale cortex bij het opslaan in het lange termijn-geheugen.

 

    • bepaalde zones zijn gespecialiseerd in het aanleren van bepaalde types informatie. Zo vormt het interne gedeelte van de prefrontale cortex de sleutelstructuur bij het opslaan van sociale beeldinformatie (interactie tussen personen).

 

Het geheugen is natuurlijk verbonden met het intellect. Het maakt onbetwistbaar deel uit van de werking van het intellect. Wanneer het intellect wordt omschreven als de capaciteit problemen te kunnen oplossen en zich aan te passen aan nieuwe situaties, zal haar functie sterk worden beperkt wanneer de elementen van het op te lossen probleem ontbreken. Intellect is immers gesteund op beleefde ervaringen, en juist de ervaring vormt het geheugen.

 

Het frequent vergeten :             

 

Naast de individuele verschillen in de opslagcapaciteit van gegevens, komen, bij het tot stand komen van het eigen geheugen, zowel gevoelens als emoties, context, plezier en psychologische concentratiestaat duidelijk tussen bij de processen van het opslaan en de selectie van informatie. Reeds lang weet men dat het plezier het leerproces stimuleert. Zo ook zal een angstig persoon op een natuurlijke wijze zijn opslagcapaciteit zien teloorgaan voor al de informatie voortvloeiend uit zijn allesoverheersende gedachten.

 

Het regelmatig verliezen van objecten en het vergeten van wat werd voorzien zijn geen teken van een slecht geheugen noch van veroudering. Het gaat hier enkel over een concentratie-probleem.

 

Teveel taken willen doen tegelijkertijd leidt onvermijdelijk tot concentratieverlies. Je bent gemakkelijker verstrooid, je bent gemakkelijker afgeleid, je dagdroomt rapper et bent sneller moe. En bij stress is het allemaal nog erger en het compenseren met overmatige suikerinname maakt de situatie compleet onbeheersbaar.

 

Want wat doet stress in de hersenen :

 

    • acute stress : in de medulla (merg) :

      • dopamine ↓, noradrenaline ↓  ---> verstoring van de gedragsinhibitie

      • adrenaline ↑ : ---> insuline ↑ ---> hyperinsulinemie

   ---> bijnieruitputting ---> prikkelbaarheid

   ---> ACTH (hypofyse) ↑  ---->  cortisol (bijnierschors) ↑  ---> glykemie ↑, kaliëmie ↓, immuniteit ↓, gedragsstoornissen

 

    • chronische stress : een overmaat cortisol beschadigt de hippocampus (deel van het limbisch (emotioneel) systeem, zie : "Autonome regelsystemen"),

      • waardoor op termijn de hippocampus-sensor voor cortisol slechter gaat functioneren,

        • waardoor de productie van ACTH niet voldoende wordt afgeremd

          • hierdoor vermindert de werking van de prefrontale cortex (meest ontwikkelde deel van de hersenen)

---> geestelijke achteruitgang, depressie, stemmingsveranderingen

---> concentratie- en aandachtproblemen

---> verlies van de toegang tot het lange termijngeheugen

          • hierdoor wordt de werking van de hippocampus afgeremd

---> achteruitgang van de opname in het geheugen en van het leervermogen

---> ADHD, Alzheimer, Parkinson, dementie, seniliteit...

 

Nochtans, met de leeftijd (> 55 jaar) treedt meestal een trage atrofie op van de hippocampus, een normaal verouderingsteken dat gepaard gaat met geheugenstoornissen. Waarschijnlijk ten gevolge van de dalende plasmaspiegels van o.a. pregnenolon, de precursor van alle steroïdhormonen (DHEA, testosteron, oestrogeen, progesteron, cortisol...)

 

Cholesterol ---> side chain cleavage enzym ---> pregnenolon ---> steroïdhormonen

 

Pregnenolon vertoont ook eigen specifieke effecten : het verbetert de memorisatie- en leercapaciteit door de signaaltransmissie in de zenuwen te verbeteren (waarschijnlijk door het herstel van de myeline-schede te bevorderen, door inhibitie van GABA en door de vrijstelling van acetylcholine te bevorderen).

 

Wij zelf kunnen ook ons geheugen ondersteunen/verbeteren :

 

    • Hiervoor is het belangrijk het brein alle dagen te trainen door het uitwerken van mentale oefeningen in een kalme en ontspannen omgeving. Wat vooral telt is de regelmaat : geen resultaat is te verwachten wanneer enkel nu en dan wordt geoefend.

 

10 à 15 minuten oefenen per dag zijn voldoende om, op middellange termijn, een verhoging te bekomen van de analyse- en denkcapaciteit. Op het web zijn veel oefeningen beschikbaar, zowel voor het opzoeken van letters (het onderstrepen in een tekst van bv. de letters e en E) of van woorden (het vinden van het maximum aantal woorden met de letters "in" binnen een tijdspanne van 5' : bv. zoals insuline, sein, miniem, invitatie...), als voor het begrijpen van cijfer- en tekenreeksen.

 

Het lezen van tekst met half luide stem maakt het opslaan van de geleerde lessen gemakkelijker voor het brein. Zich oefenen op een vast uur en op een vaste plaats versterkt de concentratiecapaciteit tijdens de oefeningen.

 

    • Daarnaast komen regelmatige fysische inspanningen (bv. 3 x per week 30' doorstappen) het geheugen ten goede. Studies wezen uit dat in de groep van de stappers het volume van hun hippocampus aangroeide, terwijl, in dezelfde tijdsspanne, het volume van de hippocampussen bij de leden van de controle-groep verminderde .

      Art Kramer, directeur du Beckman Institute for Advanced Science and Technology à l'Université d'Illinois, Annales de l'Académie nationale américaine des sciences (PNAS) van 31 januari tot 5 februari 2011

 

Het geheugenverlies :             

 

Zekere personen hebben meer ernstige cognitieve en geheugenproblemen dan anderen uit dezelfde leeftijdsgroep. Het progressief geheugenverlies, het cognitief verval en dementie zijn problemen die meer en meer op treden, vooral door de belangrijke verhoging van de levensverwachting.

 

Bepaalde onder hen ontwikkelen degeneratieve dementie zoals de ziekte van Alzheimer, doch anderen niet.

 

Alleen de vasculaire dementie kan echt worden vermeden door het adopteren van een gezonde levensstijl : deze vorm ontstaat immers door een zuurstoftekort ter hoogte van de hersenen tengevolge van arteriosclerose of occlusie van hartvaten.

 

Oxidatieve stress ter hoogte van de mitochondria wordt dikwijls naar voor geschoven als het oorzakelijk mechanisme in het verouderingsproces van het zenuwstelsel.

 

In ieder geval zijn geheugenproblemen gelinkt aan het ouder worden : alleen zijn de aangetaste hersengebieden verschillend van deze aangetast door de ziekte van Alzheimer.

 

Opgelet :

Geheugenstoornissen vinden soms hun oorsprong in het gebruik van farmaca tegen depressie, angst, slapeloosheid, maar ook tegen osteoporose (strontiumranelaat PROTELOS°), paludisme (mefloquine LARIAM°) of diarree (loperamide IMODIUM°) ...

 

Praktisch :             

 

Activiteit (bewegen) : zolang mogelijk actief blijven verhoogt zowel de levensverwachting als de mentale en fysische levenskwaliteit. Bewegen zou zowel de groei van bloedvaten als van zenuwcellen stimuleren. Bewegen zorgt voor de aanvoer van zuurstof nodig voor de oxidatie van glucose en haar omzetting naar ATP (energie). Ook de spiegels van BDNF (Brain derived neurotrophic factor, een essentiële factor bij de overleving en de differentiatie van neuronen in het perifeer zenuwstelsel tijdens de ontwikkeling) verhogen. Dit komt het geheugen ten goede . Anderzijds verhoogt een tekort aan BDNF het risico op dementie...

 

    • over het algemeen kent onze samenleving echter geen hoge prioriteit toe aan lichaamsbeweging : kinderen moeten stil zitten in plaats van rond te rennen, zich concentreren in plaats van te ravotten. Maar lichaam en geest rijpen niet onafhankelijk van elkaar : een onvoldoende ontwikkelde motoriek remt ook het intellect.

 

    • want men wordt niet alleen slanker en gezonder van bewegen, men wordt er ook mentaal fitter van. Een eindje lopen of fietsen is beter dan breingymnastiek. Meer en meer studies tonen aan dat lichaamsbeweging ook het geestelijk prestatie- en weerstandsvermogen versterkt.

 

    • doch coördinatietraining en krachttraining hebben niet veel nut. Daartegenover werken duursporten waarschijnlijk een verbetering van het aerobe uithoudingsvermogen in de hand door de spieren gedurende langere tijd een regelmatige activiteit te laten uitvoeren (bv. in rustig tempo een eindje hardlopen). Duursporten versterken zo het vermogen om handelingen te plannen en te coördineren (executieve vaardigheden).

 

Zie ook : "Bewegen, bewegen, bewegen".

 

 

Aanvoer via de voeding :

 

Trage suikers :

 

    • om goed te functioneren heeft het brein voeding nodig rijk aan trage suikers, zoals voedsel op basis van complete granen, fruit en groenten. De hersenen voeden zich immers voornamelijk met glucose. De omzetting naar en de progressieve vrijstelling van glucose levert aan de hersenen alle noodzakelijke elementen voor een lange periode.

    • de rol van een ontbijt rijk aan complexe suikers (wat zorgt voor een stabiele bloedsuikerspiegel overdag), is heel belangrijk voor het behoud van de energetische functies van de hersenen.

 

Anderzijds verminderen snelle suikers (in suikergoed...) de performantie van het brein door de inductie van een reactieve hypoglykemie die concentratiestoornissen veroorzaakt.

 

Vitaminen :

 

    • vitamine B1 speelt een belangrijke rol in de hersenen : zelfs geringe tekorten zijn in verband gebracht met stoornissen in de werking van de hersenen

    • vitamine B2 : is in verband gebracht met het verstandelijk vermogen

    • vitamine B3 bevordert de concentratie en het korte termijn geheugen

    • vitamine B6 versterkt de aandacht

    • vitamine B9 (en B12) voor de regulatie van de homocysteïne-spiegel in het organisme : een overmaat homocysteïne wordt beschouwd als een cardiovasculaire risicofactor en werd in verband gebracht met cognitief verval

    • vitamine B12 is onmisbaar in het metabolisme voor de zenuwcellen : tekorten zijn in verband gebracht met geheugenstoornissen

    • vitamine E beschermt de cellen en vertoont sterke antioxidant eigenschappen

    • vitamine C : onmisbaar voor de synthese en de vrijstelling van neurotransmitters, remmer van de oxidatie van dopamine

    • coQ10 : anti-vrije radicalen, tegen lipidperoxidatie, sleutelmolecule in de energieproductie van de cel

 

Vitaminen van de B groep zijn aanwezig in producten op basis van volle granen alsook in gist. Vitamine E zit in belangrijke hoeveelheden in graan- en zonnebloemkiemen, in koudgeperste oliën zoals mariadistelolie, lijnolie, tarwekiemolie en druivenpitolie.

 

Langketen vetzuren :

 

    • langketen omega3 vetzuren (in koolzaadolie, lijnzaadolie, in vis) :

      • verminderen de neuro-inflammatie en het optreden van cognitieve stoornissen zoals geheugenverlies

      • voor voldoende vloeibaarheid van de celmembraan daar vooral DHA een structureel element is in de membranen van de hersenen, de retina en van de zenuwcellen (terwijl EPA een functionele rol speelt in het transport en de overdracht van gegevens) :

        • de nood aan omega3 vetzuren is dus groter gedurende de groeifase,

        • de verhouding omega6/omega3 (normaal 5:1) is ook belangrijk : teveel omega6 vetzuren (precursor : cis LA of cis linolzuur) ten opzichte van de omega3 vetzuren (ALA of alfa linoleenzuur), vertraagt de verlenging van de langketen omega3 vetzuren, DHA en EPA.

 

Antioxidantia :

 

Bescherming tegen peroxyl-radicalen : groene thee, look, spinazie, spuiten, rode, gele peper, boerenkool, bieten...

Bescherming tegen hydroxyl-radicalen : kolen, spruiten, bieten, spinazie, broccoli, rode, gele peper...

 

Stoffen nodig voor de productie van neurotransmitters :

 

    • aminozuren, waaronder vooral

    • vetten zoals choline (lecithine) nodig voor de aanmaak van acetylcholine

    • meervoudige onverzadigde vetzuren (en antioxidantia) : als modulatoren van de receptoren voor de betrokken neurotransmitters.

    • de benodigde cofactoren (vitaminen en mineralen) voor de biosynthese van deze neurotransmitters :

      • dikwijls is ijzer de beperkende factor : een belangrijk gedeelte van de bevolking heeft een ijzertekort.

      • bij bejaarden treedt ook zink op als beperkende factor : bepaalde ziekten zoals chronische ontstekingsziekten, zware depressies... lokken dit zinktekort uit.

      • koper (in de synthese van noradrenaline) : kopertekorten worden vooral gezien bij kinderen en bij bejaarden.

      • jood speelt indirect een rol via de schildklierhormonen : een tekort aan deze hormonen vertaalt zich in een daling van de productiecapaciteit van al de cerebrale neurotransmitters, met cognitieve- en geheugen stoornissen als gevolg.

 

 

Suppletie :

 

    • moleculen zoals acetyl-L-carnitine en alfa liponzuur zijn belangrijk bij de ondersteuning van de cognitieve functies. Het acetyl-L-carnitine heeft gelijkaardige functies als het aminozuur L-carnitine, zoals o.a. in de omzetting van voedsel in energie (carnitine shuttle). De acetyl-functie wordt gebruikt voor de synthese van de neurotransmitter acetylcholine.

 

      • acetylcholine wordt gesynthetiseerd uit choline en acetylCoA (dat aangemaakt wordt uit pyruvaat via het pyruvaat dehydrogenase in de oxidatieve glycolyse). Het is algemeen bekend dat een verlaging van de partiële O2 druk het metabolisme vermindert of onderdrukt.

 

    • L-glutamine : wordt in de hersenen omgezet in glutaminezuur en GABA, en levert aldus brandstof voor de hersenen bij een tekort aan glucose. Het zwakt ook de negatieve werking af van het stresshormoon, cortisol.

 

    • fosfatidylserine (o.a. in sojalecithine...) behoort tot de vetoplosbare fosfolipiden, essentiële elementen voor de celmembraan en in ruime mate aanwezig in de hersenen. Het speelt een cruciale rol bij het doorgeven, het opslaan en het terug oproepen van informatie door de productie van acetylcholine te stimuleren.

 

    • choline en zijn metabolieten zijn nuttig voor 3 specifieke fysiologische functies :

 

      • de structurele integriteit van de celmembraan

      • de cholinerge neurotransmissie (synthese van acetylcholine)

      • de voornaamste bron van methylfuncties via zijn metaboliet, het betaïne (trimethylglycine), dat tussenkomt in de SAM cyclus (zie ook : "Methylcyclus").

 

        • in de biosynthese van choline uit glycine via de verschillende stappen serine, ethanolamine, fosfatidylethanolamine, fosfatidylcholine en choline. De trimethylatie van het fosfatidylethanolamine hangt af van de aanwezigheid van vit B12, van foliumzuur en van methionine.

 

        • DMAE (dimethylaminoethanol, in sardienen en ansjovis maar ook in kleine hoeveelheden gevormd in de hersenen) zou het cholinegehalte in de hersenen verhogen, waardoor meer acetylcholine geproduceerd kan worden, wat resulteert in een beter geheugen en een verhoogde cognitieve activiteit. Ook zou DMAE de bloed-hersenbarrière beter passeren dan choline zelf.

          • opgelet met DMAE :

            • contra-indicaties : bij zwangere en lacterende vrouwen, personen met epilepsie of bipolaire stoornissen

            • bijwerkingen : mogelijk met hoge dosissen leidend tot maag- en darmklachten, lichaamsgeur, sufheid, verwarring, verhoogde bloeddruk, prikkelbaarheid...

 

    • langketen omega3 vetzuren : voor het behoud van de cognitieve functie en de stressbestendigheid.

 

    • supplementen met antioxidanten (Zn, Se, Cu, Mn, vit E, bèta-caroteen, vit C...) : bij de ziekte van Alzheimer, vertonen de hersenen dikwijls littekens veroorzaakt door reactieve oxidatieve deeltjes (ROS, reactive oxygen species : zie "Vrije radicalen") ; normaal wordt hun reactiviteit getemperd door sterke antioxidant defensie-systemen op basis van enzymen (catalase, glutathion peroxidase, superoxide dismutase (SOD)) en met substanties met laag moleculair gewicht zoals vit C, vit A, vit E, bepaalde mineralen en carotenoïden. In pathologische situaties kan de productie van ROS de endogene antioxidant-capaciteit overtreffen.

 

    • magnesium (Mg) : dit mineraal komt tussen als cofactor bij meer dan 300 enzymatische reacties. Mg komt, samen met calcium, ook tussen in de functie van neuronen bij de overdracht van de zenuwinflux. Mg treedt niet alleen op als modulator van de stressreactiviteit, maar relaxeert ook de bloedvatwand, remt de zenuwgevoeligheid en is, met de vitaminen van de B-groep, essentieel als cofactor bij de energieproductie (fosforylering-reactie).

 

    • NADH / vit B3  : de hoeveelheid energie die een cel kan produceren is rechtstreeks afhankelijk van het beschikbare NADH (Nicotinamide Adenine Dinucleotide, een enzymcomplex).

 

 

Een combinatiepreparaat met bv. vit B3/L-theanine/krill olie kan zo de geheugenfunctie verbeteren.

 

 

Fytotherapie :

 

    • Ginkgo biloba :

      • de activiteit van de flavonoïden is goed voor het geheugen en voor het leerproces, en verbetert de bloedcirculatie in de hersenen

      • flavonoïden zijn ook vangers van vrije radicalen en beschermen alzo de integriteit van de celmembraan

 

    • Ginseng :

      • ginsenosiden bezitten neuroprotectieve eigenschappen door de sterke inhibitie van de NMDA-receptoren, beïnvloed door de neurotransmitter glutamaat

      • de Ginseng wortel wordt gebruikt voor de verbetering van de mentale en fysische functies, bij zwakheid, uitputting, vermoeidheid, concentratieverlies en gedurende een herstelperiode

 

    • Groene thee (polyfenolen), Kurkuma (curcumine), Citrusvruchten (quercitine), blauwe bosbes (anthocyanidinen) (zie : "Fruit")...

     

 

 

Medicatie :

 

    • stimulantia zoals RELATINE° (methylfenidaat) en PROVIGIL° (modafinil) hebben nogal wat ongewenste bijwerkingen. Hun gebruik om het geheugen te boosten is misplaatst. Ook bij ouderen. Een goede leefomgeving is voor hen de beste stimulans. Met geneesmiddelen riskeren we mensen performanter te maken maar meer en meer sociaal geïsoleerd. Het stimuleren van interacties tussen mensen, samen praten, discussiëren, lachen, wenen... is voor hen veel nuttiger.

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.