Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Het proteïne profiel

 

          Laatste bijwerking : 2021.11.19

 

 

Het proteïne-profiel is een biologische evaluatie van de gezondheidstoestand met een voornamelijk voorspellende waarde. Het verschaft een idee van de actuele biologische gezondheidstoestand en van de toekomstige gezondheid. Of van een toekomstige ziekte?

 

Het proteïne-profiel wordt gevormd door de stikstof-balans en de proteïne-balans.

Overzicht inhoud :

De stikstofbalans

 

De proteïne-balans

 

Praktisch

 

Inhoud :

De stikstof-balans :         

 

Daar proteïnen ongeveer 16% stikstof bevatten, wordt de stikstof-balans bepaald door het verschil tussen de aanvoer van stikstof via de voeding en het stikstofverlies (90% via de urine, 10% via de stoelgang, minimaal verlies via het zweet, de huidafschilfering...).

 

De stikstof-balans weerspiegelt de evolutie van de organische proteïne-massa voor zover de niet-proteïne-massa stabiel blijft (vrije aminozuren, vooral ureum) gedurende de meetperiode, die, voor voldoende precisie, moet lopen over een periode van 3 à 5 dagen.

 

De stikstof-balans is normaal neutraal, of positief in de groeiperiode, of negatief wanneer de stikstofverliezen belangrijker zijn dan de aanvoer.

 

Volgens het WGO wordt de veiligheidsbehoefte voor praktisch de totale bevolking verzekerd door de aanvoer van 0.75g proteïnen van goede kwaliteit (vlees, melk, ei, vis)/kg lichaamsgewicht/dag waaronder een bepaald percentage essentiële aminozuren.

 

Toch, zelfs met een voldoende aanvoer, moet er rekening gehouden worden met eventuele tekorten aan specifieke aminozuren, met de kwaliteit van de opgenomen aminozuren en met de specifieke behoeften voor een bepaald aminozuur op een gegeven moment.

 

De proteïne-balans :         

 

Dit profiel laat toe een diagnostiek te bevestigen, de evolutie van een ziekte te volgen of zelfs metabole dysfuncties bloot te leggen welke op termijn kunnen leiden naar pathologische toestanden.

 

Nutribalans

 

Het betreft in het algemeen een 20tal proteïnen behorende tot de 3 basisgroepen :

 

 

De proteïnen betrokken bij de immuniteit : de immunoglobulinen

 

De fysische en mentale gezondheid, de ondergane aanslagen op het organisme, de verslagen infecties laten sporen na in onze weefsels, zelfs na een herstel.

 

Op sommige terreinen, kunnen de gevolgen van een, zelfs banale, virale reactie of van problemen ter hoogte van de intestinale darmflora de productie van antilichamen lang tot zelfs definitief verhogen.

 

 

De proteïnen betrokken bij de inflammatie-reactie : bv. CRP

 

Zij komen tussen bij contact met een infectieveroorzakend stof of met vreemde cellen zoals tumorcellen.

 

Bepaling van deze proteïnen toont dan ook de ontstekingsreacties, zoals gematigde darmontstekingen welke ongemerkt assimilatieproblemen  veroorzaken.

 

 

De proteïnen betrokken bij de nutritie :

 

Deze proteïnen worden aangemaakt in de lever. Zij vertellen meer over de weerstand van het organisme tegenover een eventuele agressie.

 

Zij bepalen, bij correcte voeding, de graad van assimilatie van de nutriënten thv van de lever.

 

 

CEIA-bilan :

 

De CEIA-bilan is een uitgebreid bloedonderzoek (Centre Européen d'Informatique te d'Automation), een proteoom-balans door uitvlokking (flocculatiebilan of biodynamisch eiwitprofiel), waarbij 56 eiwitten in het serum (de voornaamste van de meer dan 500 in het bloed aanwezige eiwitten) worden getest. De studie van uitvlokking van deze 56 eiwitten laat in eerste instantie toe de organen en functies te benoemen in het organisme die overmatig of onvoldoende presteren.

 

Het proteoom staat voor het geheel van alle serumeiwitten, en vormt een permanente weergave van hoe het organisme functioneert. Het resultaat, het proteïnogram, wordt gevormd door een V-curve, met onderdaan het centrale gedeelte (normale of bijna normale eiwitten) en langs de twee oplopende zijden de eiwitten die afwijken van hun normaal niveau.

 

Hoe meer de beide oplopende zijden van de V uit elkaar gaan, hoe groter het vermoeden van een pathologisch probleem. Om de lezing van de curve te vergemakkelijken worden de eiwitten ingedeeld in 4 klassen, elk met hun eigen kleur :

 

      • lipoproteïnen (rood) : hun voorkomen is dikwijls afwijkend bij affectieve stoornissen (bestaande of nog onderdrukte vormen van angst, fobieën, depressie), en laten ook de detectie toe van het individueel vasculair risico (zie ook : "Cholesterol"). Het verhaal over de vetten in ons organisme is een heel stuk boeiender dan dat van cholesterol alleen...

      • glycoproteïnen (groen) : zure bestanddelen die duiden op ontstekingshaarden. Ontsteking is dus niet de ziekte zelf, maar het verweer ertegen!

      • immunoglobulinen (blauw) : grote basische moleculen, als graadmeter van de immuunactiviteit, in fysiologische en pathologische omgevingen.

      • meer complexe proteïnen (paars)

 

Een eerste analyse van de kleuren laat toe te lage of te hoge functionele activiteiten van organen vast te stellen, een bevestiging van wat reeds klinisch werd bevestigd.

 

Verder gaat men elke proteïne die zich abnormaal plaatst op de curve dieper onderzoeken. De uitgevoerde testen verwoorden zo de toestand van de serumeiwitten.

 

Ook werden honderden plantenextracten, metalen en homeopatische remedies in verschillende verdunningen getest op hun eventuele positieve inwerking op elk van de 56 testen. Zo bezit de zorgverstrekker, naast de globale diagnose, een palet van remedies waaruit hij kan kiezen, in functie van zijn patiënt.

 

 

Zie ook : "Aanbevelingen voor proteïnen".

 

 

Praktisch :         

 

Kenmerken van een tekort en een overmaat aan proteïnen :

 

    • een tekort : waterretentie (waterbuik bij hongersnood), moeilijke wondgenezing, anemie,

      • gezien bij zwangeren, bij ouderen, bij een vermageringsdieet...

      • specifieke tekorten :

        • aan albumine : oedemen

        • aan lipotrope stoffen (methionine, cysteïne, choline, taurine, lecithine, inositol...) : leververvetting

 

    • een overmaat (20 tot 25% van de totale calorie-aanvoer): overbelasting van de nieren (te hoge aanmaak van ureum), verhoogde eliminatie van water wat kan leiden tot dehydratie, allergie (koemelk, gluten...), tekorten aan vit B12 en Zn (hoger verbruik tijdens het metabolisme van eiwitten), vit B6 en vit K (waardoor het calcium in de vaatwand wordt afgezet ipv in het been), verhoogd verlies van calcium in beenderen om de verzuring door de overmaat van dierlijke (niet van plantaardige) eiwitten te neutraliseren (osteoporose), moeilijke wondheling (door tekort aan essentiële aminozuren), jicht (zie : "Urinezuur"), artritis, reuma...

 

Noot :

Bij een operatief ingrijpen of bij de heling van een grote wonde moet niet alleen de aanvoer van eiwitten verzorgt worden maar ook die van koolhydraten, om te vermijden dat essentiële eiwitten zouden gebruikt worden voor de energieproductie. Het supplement koolhydraten sparen zo de eiwitten.

 

 

Een evaluatie van het proteïne-katabolisme is mogelijk door de combinatie van verschillende indicatoren :

 

    • gewichtscontrole : een snel verlies van 10% wijst op een ernstige degradatie van de lichaamstoestand

    • een BMI < 22 kan een teken zijn van ongezonde voeding bij de bejaarde

    • de huidplooi thv de triceps laat toe de vetreserves te evalueren : deze zijn zwak indien deze plooi < 6mmm (man) of < 10mm (vrouw)

    • de omtrek van de arm laat toe de spiermassa te evalueren: deze is laag als de omtrek < 25cm (man) of < 23cm (vrouw)

 

    • klinisch :

      (bron : Manuel pratique de nutrition, J. Médart)

 

      • protidemie : het eiwitgehalte in het bloed (normaalwaarden : 60 à 75g/l),

 

      • de urinebepaling van de creatinine in 24 uur : de creatininurie is een interessante weerspiegeling van het spierkatabolisme ; de creatininurie wordt echter ook beïnvloed door stress, katabole reacties, nierinsufficiëntie, voeding bestaande uit hoofdzakelijk vleesgerechten (de creatinine-excretie daalt ook significant vanaf 65 jaar op louter fysiologische basis),

 

      • de formule van Lee : het stikstofverlies = urinair ureum (g/24h) x 0.56,

 

      • de uitscheiding van 3-methyl-histidine, aangezien dat praktisch alle 3MH uitgescheiden via de urine uit spierafbraak afkomstig is ; wordt zoals de creatininurie ook beïnvloed door stress, katabole reacties, enz.,

 

      • de bepaling van het serumalbumine (lange halfwaarde tijd van 21 dagen) : albumine onderhoudt in de lever de synthese van proteïnen uit aminozuren bekomen uit afbraak ; bij albumine < 36g/L wordt de ondervoeding als gematigd beschouwd, bij < 30g/L als ernstig,

 

Bij ernstige ziekten is het albumine-gehalte in het bloed een goed maat voor de overlevingskans : een normaal gehalte wijst op een duidelijk grotere overlevingskans dan een laag serumalbumine-gehalte.

 

Albumine treedt inderdaad op als dragerproteïne van een hele reeks

            • biologische stoffen : Ca, Cu, Zn, bilirubine, urinezuur, vrij vitamine C, vrij acetylcholine, adenosine, cholinesterase, vetzuren, TAG, histamine, thyroxine, steroïden, hormonen, cholesterol, tryptofaan...

            • niet biologische stoffen : veel geneesmiddelen...

 

Albumine vertegenwoordigt 50 à 60% van de totale eiwitfractie in het bloed.

 

Albumineverlies via de urine kan zich voordoen bij vasten, ondervoeding, leverziekten of bij nierstoornissen.

 

      • de bepaling van het prealbumine (halfleven = 2 dagen) : de ondervoeding is gematigd bij waarden < dan 200mg/L en ernstig bij < dan 150mg/L,

 

      • de bepaling van inflammatoire proteïnen : het CRP stijgt snel bij een ontstekingsreactie ; een dosage > 50mg/L wijst op een ernstige inflammatie (het alfa-1-glycoproteïne, met zijn halfleven van 5 dagen, laat toe de ontsteking te dateren).

 

 

 

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 03-mei-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.