Zoëlho, op naar een bewuste levensstijl.

Antioxidantia

 

          Laatste bijwerking : 2023-12-24

 

 

In een cel ontstaan voortdurend oxidatieve elementen, maar die worden gebufferd door een continue aanvoer en productie van antioxidanten. Vandaar dat de absolute hoeveelheid 'oxidatieve stress' of 'antioxidanten' van minder belang is, wel het evenwicht tussen die twee: de redoxstatus (antioxidantstatus is technisch de minder juiste term). Een te hoge inname van antioxidantia kan schadelijk zijn door verstoring van dit evenwicht : een overmatige aanwezigheid van antioxidantia is schadelijk voor het organisme want zij ontzeggen de cellen de kans om versterkt uit de confrontatie met vrije radicalen te komen.

 

De vorming van zuurstofrijke actieve bestanddelen (ZAB) is een natuurlijk proces dat zowel nuttig als verwoestend kan optreden : de zuurstofparadox!

 

Dit proces vervult een essentiële rol in het organisme bij de doeltreffendheid van mechanismen zoals apoptose, normale celdeling, regeling van de bloeddruk, normale redoxpotentiaal voor de genexpressie, bescherming tegen infecties (bacteriën, virussen...)...

 

Een overmaat aan ZAB of "oxidatieve stress" daarentegen leidt tot het ontstaan van een toestand van pathologische stress, meestal onder invloed van de omgeving of van het organisme zelf.

 

Een antioxidant is een stof die een andere stof beschermt tegen de actie van de ZAB (of vrij radicaal), waarbij het zelf wordt geoxideerd.

 

Deze stoffen beschermen onverzadigde vetzuren, proteïnen en het genetisch materiaal tegen oxidatie. Zij komen ook tussen in de preventie tegen kanker en tegen cardiovasculaire aandoeningen, in het versterken van de activiteit van het immuunsysteem, in de strijd van het organisme tegen toxische stoffen... en bij het vertragen van de verouderingsprocessen.

 

Verschillende antioxidant verdedigingslijnen staan ter beschikking van de cellen van het organisme.

 

Overzicht inhoud :

 

De voornaamste vrije radicalen gevormd in het organisme

 

De eerste verdedigingslijn : de enzymsystemen

 

De tweede verdedigingslijn : de strikkers

 

De derde verdedigingslijn : de nutriënten

 

De actie-mechanismen

 

De antioxidantcapaciteit (ORAC)

 

Praktisch

Inhoud :

De voornaamste vrije radicalen gevormd in het organisme :          

"Primaire" vrije radicalen zijn kleine reactieve zuurstofdeeltjes die rechtstreeks en spontaan worden gevormd uit de zuurstofmolecule. Zij kunnen geneutraliseerd worden door antioxidanten uit de eerste verdedigingslijn.

 

    • het superoxide anion : O2 - (diradicaal)

    • het hydroxyl radicaal : OH

    • het hypochloriet : OCl -

    • het stikstofradicaal : NO

 

De volgende derivaten van  zuurstof zijn geen echte vrije radicalen maar eerder precursoren ervan, zonder daarom minder reactief te zijn :

 

      • het singletzuurstof : -O2

      • het waterstofperoxide : H2O2

      • het nitroperoxide : ONOOH

 

 

Noot : het superoxide anion en het stikstofradicaal zijn in wezen niet zo reactief en worden alzo ook gebruikt door organisme voor de regulatie van bepaalde biologische functies zoals de capillaire vasodilatatie, de proliferatie of als neuronenbericht.

 

"Secundaire" vrije radicalen ontstaan niet spontaan, maar zijn het gevolg van een overbelast primair antioxidant systeem. Zij moeten geneutraliseerd worden door antioxidanten uit de tweede en derde verdedigingslijn.

 

    • ROO -

 

De eerste verdedigingslijn : de enzymsystemen           

 

Enzymatisch antioxidant systeem

 

Deze enzymen worden specifiek door de lichaamscellen aangemaakt voor het neutraliseren van vrije radicalen die het organisme aanvallen :

 

Superoxide dismutase (SOD) : liefst in combinatie met het catalase

      • verschaft bescherming tegen het superoxide-radicaal

      • maakt de reductie mogelijk van het waterstofperoxide

        • haar impact vermindert met de jaren

        • SOD in mitochondria (voor de bescherming ervan) : vereist de aanwezigheid van Mn, als coënzym

        • SOD in cytosol (ter bescherming van cytosol, membraan van de endotheelcellen en plasma) : vereist de aanwezigheid van Zn en Cu als coënzymen

          • ALS (Amyotrofe laterale sclerose) is een spierziekte die veroorzaakt wordt door een gestaag afsterven van zenuwcellen die de spieren aansturen. Een van de oorzaken van deze neurodegeneratie is een toename van oxidatieve stress te wijten aan een defect SOD-enzym ten gevolge van een slechte binding aan zink.

      • Mn, Zn of Cu-deficiëntietoestanden en zware chronische aandoeningen zoals RA dragen bij tot tekorten aan SOD, terwijl verhoogde SOD-bloedconcentraties worden gezien na intensieve fysische inspanningen en bij ziekten waarin oxidatieve stress een grote rol speelt

      • het SOD-eiwit moet beschermd (tegen de inwerking van maagzuur) voorkomen in supplementen, bv. als extract van meloensap (rijk aan SOD en catalase), omhult door palmolie (korrels)

 

Glutathion peroxidase (GPX) :

      • sleutelelement in het antioxidant defensiesysteem met de hulp van glutathion (GSH) (zie verder) en selenium (hierdoor vertoont selenium antioxidant-eigenschappen)

      • in het cytosol, het plasma en de celmembranen waar GPX het werk van het SOD overneemt

      • zet het waterstofperoxide om door afgifte van een elektron : betrokken bij de eliminatie van toxische producten gevormd bij de oxidatie van langketen vetzuren of van cholesterol (peroxide R-OOH naar alcohol R-OH)

      • voorkomt de vorming van het hydroxyl radicaal

      • het GPX-gehalte in het bloed wordt mede bepaald door de oxidatieve stress waaraan het lichaam blootstaat. Maar een hoge titer wijst niet noodzakelijk op een goede aanvoer van selenium. Bij LMD, een oxidatieve aantasting van het netvlies, worden hoge GPX-niveau's gezien.

 

Glutathion s-tranferase (GST) :

      • werkt in ter hoogte van de lever

      • neutraliseert metabole toxines

 

Glutathion reductase (GRD) :

 

Catalase :

      • vormt waterstofperoxide om in water en zuurstof, die opnieuw kan gebruikt worden

 

De tweede verdedigingslijn : de strikkers           

 

Metabool antioxidant systeem

 

De strikkers treden vooral buiten de cel op. Deze moleculen, die door het organisme zelf worden aangemaakt, staan elektronen af voor het neutraliseren van vrije radicalen.

 

Urinezuur :

      • urinezuur beschermt tegen superoxide- en hydroxyl-radicalen en tegen lipoperoxiden

 

Ceruloplasmine :

      • ceruloplasmine neutraliseert superoxide-, hydroxyl-, en singletzuurstof-radicalen en tegen lipoperoxiden

 

Cholesterol :

      • miskende natuurlijke antioxidant : de oxidatie van LDL-cholesterol naar oxycholesterol (o-LDL) is een natuurlijke reactie die enkel optreedt bij excessieve vorming van zuurstofrijke actieve bestanddelen (ZAB). Hoge bloedspiegels van o-LDL wijzen op een verkeerde levenswijze (teveel stress, suiker, vet..., te weinig beweging, mineralen, vitaminen, antioxidantia...). Om dat te veranderen, volstaat geen enkele pil!

 

Melanine :

      • ontstaat uit tyrosine > dopa > dopaquinon > polymerisatie tot melanine

      • houdt mineralen vast door chelatie (even effectief als EDTA)

      • treedt op als zinkdrager (carrier)

      • komt tussen bij de activatie van proteïnen en werkt in op nucleïnezuren en glycosaminoglycanen

      • betrokken bij het neuro-endocrien systeem en bij de cel-cel communicatie

      • aanwezig tijdens de embryonale ontwikkeling (spina bifida - neuraalbuisdefect)

 

 

Andere : melatonine...

 

De derde verdedigingslijn : de nutriënten          

 

Nutritioneel antioxidant systeem

 

De nutriënten oefenen een dubbele actie uit : zij laten de neutralisatie toe van de radicalen die door de twee eerste verdedigingslijnen glippen, en treden zelf ook op als noodzakelijke cofactor bij de activatie van de antioxidant enzymsystemen van de eerste verdedigingslijn.

 

Vitaminen :

 

Vitamine B2 (riboflavine) :

      • is betrokken bij de regeneratie van het enzym GPX

 

Vitamine B5 (pantotheenzuur) :

      • draagt bij tot de verhoging van het gereduceerd glutathion (GSH) gehalte

 

Vitamine B9 (foliumzuur) :

      • bezit antioxidant eigenschappen bij bepaalde kankertypes (baarmoederhalskanker bv.)

 

Vitamine B12 (cyanocobalamine) :

      • draagt, samen met foliumzuur, bij tot de reductie van vroegtijdige kankerletsels op de longen bij rokers

 

Vitamine C (ascorbinezuur) :

      • wateroplosbaar (dus in waterige middens zoals bloed, intracellulair (cytosol) en extracellulair vocht)

      • beschermt tegen de schade veroorzaakt door de peroxide en hydroxyl radicalen

      • valt de vrije radicalen aan die aanwezig zijn in het waterig gedeelte van de cel vooraleer dat deze laatsten schade veroorzaken in de vetfractie

      • vormt het vitamine E-radicaal terug om naar vitamine E alsook bètacaroteen

      • verbetert de biologische beschikbaarheid van selenium, een mineraal met antioxidant eigenschappen

 

Vitamine E (alle tocoferolen) :

      • vetoplosbaar (beschermt dus de celwand tegen lipidperoxidatie)

      • beschermt tegen de schade veroorzaakt door het singletzuurstof en door de vrije radicalen gevormd uit onverzadigde vetzuren (ter hoogte van de celmembraan)

      • vervangt selenium wanneer de aanvoer van deze laatste onvoldoende hoog is

 

Vitamine K

 

 

Mineralen :

 

Koper :

      • is nodig voor de activatie van het enzym SOD in het cytosol

      • is nodig voor de activatie van het ceruloplasmine

 

IJzer :

      • maakt deel uit van het enzym SOD

      • is cofactor bij de activatie van het catalase

 

Magnesium :

      • voorkomt de intracellulaire penetratie van zware metalen (Pb, Cd...)

      • helpt bij de reductie van oxidatieve stress

 

Mangaan :

 

Selenium :

      • beschermt de vetten in de celmembraan

      • ageert samen met vitamine E

      • coënzym bij de activatie van het glutathion peroxidase (GPX)

      • vormt het gereduceerde glutathion (GSH) terug

 

Zink :

      • is nodig voor de activatie van het SOD in het cytosol

      • is belangrijk voor het behoud van de integriteit van de celmembranen

      • strijdt tegen de inwerking van zware metalen

 

Noot :

        • IJzer, koper en mangaan zijn ambivalente metalen wat wil zeggen dat ze optreden als antioxidant zolang zij niet in overmaat aanwezig zijn in het organisme. Eenmaal daarboven worden zij pro-oxidantia

        • zink wordt pro-oxidant indien samen met koper : verhoogd risico op ernstige anemie

        • magnesium stelt pas problemen bij ernstige chronische nierinsufficiëntie

 

 

Aminozuren :

 

Cysteïne :

      • is de voorloper van het gereduceerde glutathion (GSH), samen met glutamine en glycine

      • remt de productie van het superoxide radicaal door de witte bloedcellen

      • helpt ter hoogte van de lever bij de neutralisatie van bepaalde radicalen

      • basis van de belangrijke antioxidant NAC, N-Acetyl-cysteïne, een estervorm van L-cysteïne

 

Glutathion (GSH) :

      • wateroplosbaar (dus in waterige middens zoals bloed, intracellulair (cytosol) en extracellulair vocht)

      • is opgebouwd uit cysteïne, glycine en glutamine

      • maakt een belangrijk deel uit van de enzymen glutathion peroxidase (GPX),  glutathion s-transferase (GST) en glutathion reductase (GRD)

      • vervoert zuurstof en is dus aanwezig in alle weefsels

      • helpt bij de ontgifting van zware metalen

      • opgelet : glutathion wordt in de lever door paracetamol vernietigd. Chronisch gebruik van hoge dosissen paracetamol zou kunnen leiden tot een GSH-tekort, maar daar werden nooit studies over gedaan. Zijn antidoot, N-acetyl-cysteïne, kan de gebruikte hoeveelheid glutathion restaureren.

 

Methionine :

      • neutraliseert het hydroxyl radicaal

      • is de voorloper van L-cysteïne.

 

Taurine :

      • speelt een grotere rol bij de ontgifting dans als antioxidant.

 

 

Andere nutriënten :

 

Liponzuur : sterke en veelzijdige antioxidant

 

      • regenereert in de cellen zichzelf en andere antioxidantia zoals glutathion, vitamine C, vitamine E, coënzym Q10...

      • is water- en vetoplosbaar

      • stimuleert de productie van glutathion

      • helpt vooral bij neuropathieën (ischias, carpaal tunnel-syndroom, diabetische neuropathie, tintelingen...) door de zenuwgeleiding en de zenuwdoorbloeding te verbeteren.

 

Bètacaroteen :

 

      • vetoplosbaar (beschermt dus de celwand tegen lipidperoxidatie)

      • neutraliseert het singletzuurstof alsook de vrije radicalen gevormd uit onverzadigde vetzuren.

 

Astaxanthine :

 

Algen als spiruline bezitten veel zeaxanthine dat in vis wordt omgezet in astaxanthine (rode kleurstof in wilde zalm bv.). Astaxanthine :

 

      • wordt beschouwd als het sterkste antioxidant carotenoïde voor het neutraliseren van vrije radicalen : astaxanthine is 65x vrije radicaal-vanger dan vit C, 54x sterker dan bètacaroteen en 14x sterker dan vit E.

      • neutraliseert het singletzuurstof 11x beter dan bètacaroteen en 550x sterker dan vit E

      • is het rode pigment in schaaldieren en bepaalde vissen ("wilde" zalm) ; dit pigment zou sterk werkzaam zijn tegen schade door blootstelling aan UV straling (natuurlijke anti-ontstekingseigenschappen), vooral omdat het in tegenstelling tot bètacaroteen en lycopeen de bloed-hersenbarrière én de bloed-retine barrière passeert waardoor de ogen, de huid, de hersenen en het zenuwstelsel beter worden beschermt met een verlaagd risico op zonnebrand/huidveroudering (collageenschade, rimpels, lentigos (lever- of ouderdomsvlekken)...), cataract, macula degeneratie, blindheid, dement worden en Alzheimer.

      • Krill-olie is rijk aan astaxanthine wat het ranzig worden van de omega3-vetzuren in de olie verhindert. Krillolie bevat ook : choline, kalium, zink, vitamine A, D en E.

      • astaxanthine als voedingssupplement : 2mg/dag (tot 8mg/jour) juist voor een maaltijd of met wat vet, of onder vorm van Krill-olie.

 

Noot :

De natuurlijke vorm van astaxanthine bezit 20x sterkere antioxidanteigenschappen dan haar synthetische vorm. Daarnaast bevat wilde zalm een 400x hogere concentratie aan "natuurlijk" astaxanthine dan de gekweekte zalm. Meer nog, wilde zalm bevat eveneens duidelijk hogere gehaltes aan omega3 vetzuren... 

 

Supplementen astaxanthine  als intern zonnescherm : in studies bij ratten was astaxanthine 100x actiever dan bètacaroteen en 1000x actiever dan luteïne in de preventie van door UVA-licht geïnduceerde oxidatieve stress  

 

---> Astaxanthine zou beschermen tegen door UVA-licht geïnduceerde schade aan het humaan DNA  

 

 

 

Bioflavonoïden (quercetine, resveratrol, OPC... zie : "Polyfenolen") :

 

      • bezitten een sterke antioxidant werking in waterig en vetmilieu

      • remmen de vrijstelling van histamine uit de mastcellen en basofielen

      • remmen de activiteit van de enzymen fosfolipase A2 (membraan) en LOX waardoor minder leukotriënen type 4 worden gevormd

      • verbeteren de absorptie van vitamine C en vertragen haar uitscheiding

      • recycleren vitamine C

 

Coënzym Q10 :

 

      • is een sterke en vetoplosbare antioxidant ter hoogte van de celmembranen

      • regenereert op doeltreffend wijze het vitamine E dat werd geoxideerd

      • is de belangrijkste antioxidant in de mitochondria

 

PQQ (pyrroloquinoline quinon)

 

 

Lycopeen :

 

      • neutraliseert het singletzuurstof.

 

Sulforafaan :

 

      • het sulforafaanglucosinolaat (SGS) uit broccoli (kruisbloemigen) wordt na de opname door darmbacteriën omgezet naar "sulforafaan", een indirecte antioxidant, die niet zelf vrije radicalen neutraliseert, maar beschermende mechanismen op gang brengt :

        • activatie van de enzymen van de fase 2-ontgifting, die op hun beurt een langdurige antioxidantwerking opwekken.

        • verandering in gunstige zin van het metabolisme van carcinogenen door de selectieve inhibitie van de enzymen betrokken bij de activatie van carcinogene stoffen. Sulforafaan treedt op als "de-methylatie"-remmer in de celkern : methylatie van DNA-proteïnen zet genen op "ON", de-methylatie op "OFF". Door de de-methylatie te remmen blijven genen (waaronder ook de Tumor Suppressor genen zoals p53) actief.

      • sulforafaan wordt beschouwd als een stof met antikanker-, antidiabetes- en antimicrobiële eigenschappen. DNA-methylatie speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van de meeste kankertypes. Het speelt een rol in de activatie van meer dan 200 genen (bescherming van de hartwerking, bloeddruk en nierwerking...) en beïnvloedt zelfs bacteriën (inhibitie van H. pyroli).

      • in de keuken lekt het SGS in broccoli gemakkelijk naar het kookwater, zodat kookwijzen die weinig water vereisen (stomen, wokken) meer SGS opbrengen. Als voedingssupplement wordt, om te stabiliteit van SGS te verzekeren, best gekozen voor een volledig broccoli-extract.

 

Actie-mechanismen :           

 

Deze 3 verdedigingslijnen treden op in synergie : door samen te werken verlengen zij elkaars activiteitsperiode en verhogen zij hun kracht ; daarbij wordt de antioxidant, eenmaal geoxideerd, zelf een vrij radicaal : andere antioxidantia zullen dus nodig zijn om de antioxidant eigenschappen van de stof te regenereren.

 

Wanneer bv. vit E vrije radicalen uitschakelt, wordt het hierbij zelf een zwakke vrije radicaal  ---> vit E ox

 

    • vit E ox  ---> red  ---> vit E red via Vit C red ---> ox  ---> vit C ox

 

        • Vit C ox ---> red  ---> vit C red via GSH (of liponzuur)  ---> ox met GSH peroxidase + Se  ---> GSSH

 

          • GSSH ---> NADPH (uit de PPP), GSH reductase, biotine  ---> GSH via NADPH ---> NADP+

 

            • PPP : Glucose 6-P ---> Ribulose 5-P + NADPH

 

 

Daar een antioxidant niet individueel op alle celniveau's kan reageren noch alle types van vrije radicalen aankan, is zijn gebruik alléén klinisch weinig nuttig. De gehele groep van antioxidantia samen is nodig, daar sommigen wateroplosbaar zijn (vit C, B5, B9, taurine, methionine, urinezuur, GSH, GSSG, GPX, GST) en dus allen kunnen optreden in het waterig gedeelte van de cel. Andere antioxidantia zijn echter vetoplosbaar (vit E, CoQ10, lycopeen, bètacaroteen, cysteïne, SOD) et kunnen dan wel optreden in het vetgedeelte van de cel (bepaalde bioflavonoïden en liponzuur zijn zowel water- als vetoplosbaar).

 

Een antioxidant-complex bevat dan ook best één soort van elk type antioxidant.

 

Antioxidantcapaciteit (ORAC/FRAP)           

 

Antioxidantia (van de derde verdedigingslijn) zijn aanwezig in alle voedingsmiddelen. Zij bezitten dus allen een bepaalde antioxidantencapaciteit (voor het neutraliseren van secundaire vrije radicalen).

 

1. ORAC score :

 

De antioxidantencapaciteit van voedingsmiddelen wordt uitgedrukt via o.a. de ORAC score (Oxygen Radical Absorbance Capacity), aanvaard door het departement van landbouw in de VS (USDA). Met een verbeterde versie van ORAC slaagde het USDA erin een gedetailleerde lijst samen te stellen met meer dan 100 planten. Bepaalde resultaten wekken verwondering, onder meer voor de gekleurde peulvuchten, artisjok,  noten, wilde marjolein of kaneel. 3000 à 5000 ORAC/d is nodig voor een optimale anti vrije radicaalbescherming te verzekeren. Beperk de aanvoer van calorieën, maar verhoog de ORAC score met voedingsmiddelen rijk aan antioxidantia.

 

De ORAC score is in feite een weerspiegeling van de synergie van alle antioxidantia (vitaminen, mineralen, bioflavonoïden, fytonutriënten, enzymen...) samen en staat dus voor de totale antioxidantcapaciteit van een voedingsmiddel in tegenstelling tot die van één bepaalde antioxidant, zoals vitamine C. Dat is ook de reden waarom antioxidanten in supplementvorm wel een ondersteuning bieden maar nooit een gezonde voeding kunnen vervangen.

 

De top 20 van plantaardige antioxidatieve levensmiddelen (met de antioxidantactiviteit uitgedrukt in micromol Trolox equivalenten/100g van het staal) :

 

Zwarte chocolade (cacao) : 20823

Pecan noten : 17940

Verse munt : 13978

Kleine rode bonen (gedroogd) : 13272

Wilde blauwe bosbessen : 13727

Rode bonen (gedroogd) : 13259

Pinto bonen : 11864

Gekweekte blauwe bosbessen : 9019

Veenbessen : 8983

Artisjok (gekookt) : 7904

Braambessen : 7701

Gedroogde pruimen : 7291

Linzen : 7282

Frambozen : 6058

Aardbeien : 5938

Appelen "Red Delicious" : 5900

Appelen ”Granny Smith” : 5381

Kersen : 4873

Donkere pruimen : 4844

Aardappelen "Russet" (gekookt) : 4649

Braziliaanse donkere bonen (gedroogd) : 4181

Pruimen : 4118

Appelen "Gala" : 3903

Vers citroensap : 3200

 

Uit onderzoek blijkt dat de antioxidantencapaciteit van appelen aanzienlijk daalt wanneer die geschilt worden. Alhoewel de bereiding dit potentieel in min of meer belangrijke mate vermindert bij plantaardige voedingsmiddelen geldt dit niet voor aardappelen en voor tomaten.

 

Cacao in chocolade zou de ontwikkeling van insulineresistentie en leververvetting (door de triglyceriden in het bloed te verlagen) beperken. Bij muizen verlaagden supplementen cacao ook de plasmaspiegels van ontstekingsmediatoren zoals interleukine-6. In de groep van gesupplementeerde muizen was de expressie van pro-inflammatoire genen in het wit vetweefsel significant verlaagd. Wat er op wijst dat cacao de ontsteking die gepaard gaat met obesitas bestrijdt door de pro-inflammatoire genexpressie in het vetweefsel te beperken . Spijtig genoeg gaat tot 80% van de cacaoflavonoïden tijdens de productie van chocolade verloren. Om enig effect te hebben bij de mens, zou je dus dagelijks tussen 100 en 200 g chocolade met > 70% cacao moeten eten. Wat niet aan te raden is, gezien de schadelijke effecten van de enorme aanvoer van vet en suiker...

 

Aardbeien, litchi's en druiven zijn de vruchten die het rijkst zijn aan polyfenolen. Maar ook groenten moeten niet onderdoen, vooral in artisjok, peterselie en spruitjes. Natuurlijk speelt de totale opgenomen hoeveelheid een grote rol.

 

Op basis van het totaal gehalte aan polyfenolen aanwezig in appelen komt deze op de vijfde plaats van de onderzochte vruchten. Maar rekening houden met de werkelijk geconsummeerde hoeveelheid komen appelen op de eerste plaats. Zo ook bij de groenten waar aardappelen pas op de 19de plaats staan voor het polyfenolgehalte, maar toch zorgen voor 60% van de polyfenolen opgenomen uit plantaardige voedingsmiddelen, juist door de massale consumptie.

 

Naast de polyfenolen bestaan er nog andere antioxidanten zoals de carotenoïden lycopeen, bèta-caroteen, enz. ... : bijna elke antioxidant in fruit en groenten heeft zijn eigen kleur ; kleurrijk eten zorgt dus voor een gevarieerd aanbod van antioxidanten. Alleen vitamine C en E zijn niet verbonden met een bepaalde kleur en komen in heel wat groenten en fruit voor. Ook "wit" is een kleur : knoflook bv. bevat allylsulfiden (zorgen voor een slechte adem) en veel selenium, een krachtige antioxidant.

 

Noot :

Een hoge ORAC-waarde voor een voedingsmiddel zegt niets over de opneembaarheid noch over de stofwisseling van de ingrediënten. Een hoge ORAC-waarde is een pluspunt.

 

2. FRAP-index (ferric reducing antioxidant power) :

 

Zoals de ORAC score laat de FRAP-index toe de antioxidantcapaciteit te evalueren, hier door de bepaling van hun capaciteit ferri-ionen te reduceren naar ferro-ionen. Het gehalte antioxidantia wordt bepaald door te vergelijken met oplossingen met gekende ferri-ionconcentraties. De FRAP-waarde wordt uitgedrukt in mmol antioxidantia/100g voedingsmiddel : < 1.5 (zwak), tussen 1.5 en 3 (gemiddeld), tussen 3 en 10 (hoog), hoger dan 10 (zeer hoog).

 

Enkele voedinsgmiddelen met hun FRAP-index : groene thee in poeder (1347), kruidnagel (277), noten (21.9), zwarte chocolade 85% (13.6), bosbessen (9)...

 

Praktisch :           

 

Vitaminen, oligo-elementen, carotenoïden, flavonoïden, polyfenolen (cacao...)... er zijn tal van antioxidantia, elk met hun specifiek karakter : bv. het vitamine C zal niet interageren met een lipidperoxide, een flavonoïde niet met het singletzuurstof (-O2).

 

Antioxidanten treden samen en in synergie op : een antioxidant alleen geven, en hoog gedoseerd, zal dan ook het gehele systeem verstoren. Daarbij moeten ook de onderlinge verhoudingen tussen bepaalde antioxidantia gerespecteerd worden (bv. tussen koper en zink).

 

Noot :

Het enzym SOD wordt ontbonden in het verteringsstelsel en heeft dus geen plaats in een antioxidant-complex.

 

 

De belangrijkste rol van antioxidantia bestaat uit :

 

    • het beschermen van de essentiële nutriënten in het organisme

    • het vermijden van de vorming van schadelijke afbraakstoffen in de voeding tijdens de bereiding of in het organisme bij het verouderen

    • het vertragen van de cellulaire oxidatieprocessen (en dus van de veroudering die niet het gevolg is van de leeftijd).

 

Antioxidanten waarop het organisme beroep doet komen uit 2 bronnen : via de eigen synthese van bepaalde antioxidante enzymen (liponzuur, Q10...) en deze aangevoerd via de voeding.

 

    • alhoewel antioxidantia ook in dierlijk voedsel voorkomen, zijn de voedingsmiddelen die de meeste antioxidanten bevatten plantaardig (fruit, groenten, koffie, thee, kruiden...). De concentratie aan antioxidantia die zij bezitten is afhankelijk van factoren die betrekking hebben op de teeltvoorwaarden (klimaat, type ondergrond...), op de bewaarprocessen (al dan niet veranderde atmosfeer) en op de consumptiewijze (rauw of klaargemaakt, geschild of niet...).

 

In het algemeen,

      • kan een veranderde atmosfeer de concentratie van bepaalde antioxidantia verlagen en deze van andere verhogen.

      • zijn rauwe voedingsmiddelen rijker aan antioxidantia, doch er zijn uitzonderingen (zoals de tomaat die rijker is aan lycopeen in ketchup...)

 

    • indien men zeker wil zijn van een voldoende aanvoer van antioxidantia, dan is het aangewezen minstens 5 porties fruit en groenten per dag te verorberen.

      • om de absorptie van antioxidantia duidelijk te verhogen, consumeer fruit en groente samen met een vetstof. Dat hoeft geen boter of charcuterie te zijn : veel voedingsmiddelen bevatten goede vetten en kunnen gemakkelijk aan fruit- en groentegerechten worden toegevoegd : zo bv dopvruchten (noten, amandelen, hazelnoten...), avocado (of avocado-olie), olijven, naast alle zaden (pompoen, gebroken lijnzaad, zonnebloem).

 

    • bescherming tegen peroxyl-radicalen : groene thee, look, spinazie, spuiten, rode, gele peper, boerenkool, bieten...

 

    • bescherming tegen hydroxyl-radicalen : kolen, spruiten, bieten, spinazie, broccoli, rode, gele peper...

 

Indien de oxidatie leidt tot het verouderen en het afsterven van de cellen, zou men veronderstellen dat een belangrijke aanvoer van antioxidantia het omgekeerde effect zou teweegbrengen. Doch, opgelet, er werd bewezen dat een overmatige aanvoer van antioxidantia (bv. via voedingssupplementen) tot het omgekeerde kan leiden, waarbij de antioxidant "pro-oxidant" wordt (een radicaal).

 

Het is dus beter zich te houden aan de hoeveelheden die een gevarieerde en evenwichtige voeding rijk aan fruit en groenten aanvoert, vooral omdat deze tegelijkertijd ook de aanvoer van andere, voor het organisme nuttige, nutriënten verzekert.

 

Nutritionele dosissen zijn echter niet altijd gemakkelijk te bereiken met voedingsmiddelen alleen : zij vereisen een zeer verzorgde voedingswijze (zie ook : "Mediterraan dieet").

 

Opgelet : gebruik van antioxidantia-supplementen tijdens een kankerbehandeling : voor info zie "Stichting tegen kanker", vooral wat betreft de preparaten met antioxidantia/mineralen/vitaminen alleen of in onderlinge combinatie.

 

          

 

 

 ZOELHO (c) 2006 - 2024, Paul Van Herzele PharmD        Laatste versie : 09-apr-24                     

DisclaimerDisclaimer

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.