Interacties tussen nutriënten

 

          Laatste bijwerking : 2021.11.19

 

 

De absorptie van nutriënten, hun opname door de weefsels en hun gebruik vereist vrijwel steeds de aanwezigheid van andere nutriënten.

 

Algemeen wordt de preventie van ziekten niet meer benaderd met supplementen met één enkel nutriënt, maar in functie van de synergie die optreedt tussen meerdere nutriënten, samen met gerichte raadgevingen op gebied van voeding en levensstijl.

 

Daarbuiten interageren ook inwendige en uitwendige factoren met de nutriënten : sommigen vertonen hierbij

 

1. • een positief effect door verhoging van de biobeschikbaarheid, van de biologische werking, van het werkelijk gebruik door het organisme.

   • een negatief effect tengevolge van een competitie tussen nutriënten, door het verhinderen van hun absorptie of door hen te vernietigen.

 

In elk geval komt de deficiëntie van één enkele nutriënt niet voor.

 

Factoren met een positief effect :         

 

Vitaminen :

 

1. • vitamine A :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van vitamine E, fosfor, choline

     • vergemakkelijkt de absorptie van calcium, zink

     • laat de mobilisatie toe van de ijzer reserves

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine D

 

1. • vitaminen van het B complex :

   • • versterkt de biodisponibiliteit van alle vitaminen B, pangaamzuur, PABA, vitamine E, choline, inositol, en van zwavel.

     • zij nodig voor de absorptie van ijzer en voor de groei van de darmflora

     • dragen bij tot het behoud van de reserves van vitamine A

 

1. • vitamine B2 (riboflavine) :

   • • verbetert de absorptie van zink

 

1. • vitamine B3 (niacine) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van proline

 

1. • vitamine B6 (pyridoxine) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van magnesium, van kalium en van tyrosine

     • is nodig voor het metabolisme van zink en van alanine

     • bevordert de absorptie van lysine

 

1. • vitamine B7 (inositol) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van choline

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine E

 

1. • vitamine B9 (foliumzuur) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van ijzer

 

1. • vitamine B12 (cyanocobalamine) :

   • • neemt deel aan het metabolisme van ijzer

 

1. • vitamine C (ascorbinezuur) :

   • • wordt beter opgenomen in aanwezigheid van bioflavonoïden (wholefood!)

     • wordt slechter opgenomen in aanwezigheid van pectine, koper, ijzer en zink

     • versterkt de biobeschikbaarheid van pangaamzuur, PABA, bioflavonoïden, vitaminen van het B complex, vitamine E, magnesium, selenium, proline en inositol

     • beschermt de vitaminen van groep B tegen oxidatie en helpt de toxiciteit van vitamine D te vermijden

     • versterkt de werking van cysteïne

     • verhoogt de absorptie van ijzer, van zink en van calcium

     • is nodig voor de synthese van carnitine

 

1. • vitamine D :

   • • stimuleert de darmabsorptie van calcium, magnesium (in voedingssupplementen mag de verhouding Ca/Mg niet groter zijn dan 2/1 : meer calcium zal de absorptie van magnesium afremmen), fosfor en van vitamine K

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine A

 

1. • vitamine E :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van vitamine C, van pangaamzuur, van magnesium, van mangaan en van inositol

     • is nodig voor het metabolisme van vitamine D

     • beschermt de essentiële vetzuren (omega3 en 6) tegen oxidatie

 

1. • vitamine J (choline) :

   • • helpt de toxiciteit van vitamine D te vermijden

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine A en vitamine B12, en van inositol (B7)

 

 

Mineralen :         

 

1. • boor (B) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van silicium

 

1. • calcium (Ca) :

   • • bevordert de absorptie van vitamine D en vergemakkelijkt het gebruik van vitamines A, C, B5, B12, fosfor, silicium en zink

 

1. • kobalt (Co) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van koper en ijzer

 

1. • koper (Cu) :

   • • wordt beter opgenomen in aanwezigheid van aminozuren als arginine, histidine en lysine

     • verbetert de biobeschikbaarheid van kobalt en zink

     • is nodig voor de absorptie van ijzer

 

1. • ijzer (Fe) :

   • • bevordert de absorptie van de la vitamine B12

     • verbetert de biobeschikbaarheid van kobalt, koper en fosfor

 

1. • magnesium (Mg) :

   • • versterkt de actie van vitamine B6 en vitamine E

     • is nodig bij de omzetting van thiamine (B1) naar zijn actieve vorm

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine C, silicium en calcium (in voedingssupplementen mag de verhouding Ca/Mg niet groter zijn dan 2/1 : meer calcium zal de absorptie van magnesium afremmen)

     • verbetert de biobeschikbaarheid van kalium

 

1. • mangaan (Mn) :

   • • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine B1 en vitamine C, alsook van ijzer en silicium

     • verbetert de biobeschikbaarheid van fosfor

 

1. • molybdeen (Mo) :

   • • is nodig voor de absorptie van ijzer

 

1. • nikkel (Ni) :

   • • bevordert de absorptie van ijzer

 

1. • fosfor (P) :

   • • beïnvloedt het metabolisme van vitamine D

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine A, mangaan en zink

     • verbetert de biobeschikbaarheid van magnesium

 

1. • kalium (K) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van vitamine B6, vitamine B12 en silicium

 

1. • selenium (Se) :

   • • opname bevorderd door vitaminen A, C, E en gereduceerd glutathion (GSH), en onder vorm van een organische verbinding (selenomethionine)

     • opname geremd door Hg (kwik, een zwaar metaal)

     • beschermt vitamine E tegen oxidatie

     • vergemakkelijkt het gebruik van vitamine C

 

1. • natrium (Na) :

   • • verbetert de biobeschikbaarheid van vitamine B6, vitamine B12 en kalium

 

1. • zwavel (S) :

   • • versterkt de werkzaamheid van vitamine B1, vitamine B5 en biotine

 

1. • zink (Zn) :

   • • opname wordt bevorderd door de gelijktijdige inname van vit B2, organische zuren (citroenzuur, picolinezuur (afbraakproduct van tryptofaan)), histidine en zwavelhoudende aminozuren (cysteïne, methionine)

     • is nodig voor het metabolisme van vitamine A

     • verbetert de biobeschikbaarheid van nikkel en kobalt

 

 

Aminozuren :         

 

1. • aminozuren :

   • • zijn essentieel voor de groei van de darmflora

 

1. • histidine :

   • • bevordert de absorptie van zink

 

1. • cysteïne :

   • • bevordert de absorptie van zink

 

1. • cystine :

   • • beschermt vitamine C tegen oxidatie

 

1. • methionine :

   • • bevordert de absorptie van zink

 

1. • verteringsenzymen :

   • • bevorderen de absorptie van alle nutriënten

 

 

Andere :         

 

1. • antioxidantia :

   • • voorkomen de peroxidatie van essentiële vetzuren (omega3 en 6)

 

1. • zoutzuur :

   • • bevordert de absorptie van calcium en ijzer

 

1. • galzouten :

   • • verhogen de oplosbaarheid van calcium

 

1. • voedingsvezels :

   • • als onderdeel van de voeding, dienen zij als voedsel voor de probiotica

     • en zorgen hierdoor voor een verbetering van de kwaliteit van de darmflora

 

1. • voedingsvetten :

   • • bevorderen de absorptie van de vitaminen A, D, E, K en van coënzym Q10

 

1. • essentiële vetzuren :

   • • verbeteren de biodisponibiliteit van choline en inositol, van calcium en fosfor

     • bevorderen de absorptie van de vitaminen A, D, E, K, van zink en van coënzym Q10

 

1. • bioflavonoïden :

   • • bevorderen de absorptie van vitamine C en vertragen haar eliminatie

     • vergemakkelijken het gebruik van verteringsenzymen

 

Factoren met negatief effect :         

 

Vitaminen :

 

1. • vitamine C :

   • • antagonistische werking op koper

 

1. • vitamine E :

   • • overmaat kan de absorptie van vitamine K verlagen

 

 

Mineralen :         

 

 

1. • aluminium :

   • • kan de plaats innemen van calcium in het been

 

1. • calcium :

   • • overmaat interfereert met de synthese van vitamine K en/of met haar absorptie

     • overmaat verlaagt de absorptie van vitamine B2, ijzer, magnesium en zink

 

1. • chloor :

   • • antagonistische werking op vitamine E

 

1. • koper :

   • • antagonistische werking op vitamine C

     • overmaat kan de absorptie van molybdeen en zink verlagen

 

1. • ijzer :

   • • verhindert de absorptie van vitamine E, indien samen ingenomen

     • antagonistische werking op vitamine A

     • verstoort de absorptie  van zink : de verhouding Zn/Fe in een voedingssupplement moet = 2/1

 

1. • mangaan :

   • • overmaat schaadt het gebruik en de opslag van ijzer

 

1. • fosfor :

   • • overmaat verhoogt het renale verlies van calcium

 

1. • natrium :

   • • overmaat versterkt het renale verlies van calcium, magnesium en kalium

 

1. • zwavel :

   • • overmaat oefent een negatieve werking uit op molybdeen

 

1. • zink :

   • • overmaat blokkeert de absorptie van koper

 

 

Aminozuren :         

 

1. • alanine :

   • • antagonistische werking op taurine

 

1. • arginine :

   • • antagonistische werking op lysine

 

1. • ornithine :

   • • antagonistische werking op lysine

 

 

Andere :         

 

1. • pancreas-enzymen :

   • • kunnen zich binden aan foliumzuur (vitamine B9) met de vorming van onoplosbare complexen : reductie van foliumzuur

 

1. • voedingsvetten :

   • • overmaat schaadt de absorptie van calcium en magnesium

 

1. • verzadigde en trans vetzuren :

   • • schaden de absorptie van essentiële vetzuren

 

1. • proteïnen :

   • • overmaat verhoogt het renale verlies van calcium en verlaagt de absorptie van magnesium

 

1. • suikers :

   • • overmaat oefent een nefaste werking uit op de darmflora (probiotica) en verlaagt aldus de synthese van de vitaminen van het B complex en van vitamine K

     • overmaat oefent een antagonistische werking uit op de essentiële vetzuren (omega3 en 6) en op chloor

     • overmaat verhoogt het renale verlies van calcium, van chroom en magnesium

 

1. • fytinezuur :

   • • schaadt de absorptie van calcium, koper, ijzer, magnesium en zink

 

1. • oxaalzuur :

   • • verlaagt de absorptie van calcium, koper, ijzer en magnesium

 

1. • tanninen

   • • schaden de absorptie van ijzer

 

1. • voedingsvezels

   • • overmaat schaadt de absorptie van mineralen

 

 

 

 

 

De lezer dient steeds in acht te houden dat de beschreven curatieve eigenschappen in geen enkel geval het medisch advies vervangen, welke steeds onmisbaar is bij het stellen van een diagnose en bij bepaling van de ernst van de aandoening. Wel wordt de gebruiker gestimuleerd beslissingen met betrekking tot zijn gezondheid te nemen, op basis van eigen research, steeds in samenspraak met een professionele gezondheidswerker.

 

In alle gevallen valt het gebruik van dit programma enkel onder de controle, het beheer, de risico's en de verantwoordelijkheden van de gebruiker.